Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I Her. logische geioigtiehhing. 1 Winkelnieuws. Mol Voor. nGOPDBRABAhD l Gaat FEUILLETON 3- Ik ben echt in 1* m'n knollentuin [HEERENBAAI NO- 45. ZATERDAG 4 JUNI 1932. 55e JAARGANG. *D. 2bonuc Wjen, -ghel houd N.V. ibosch' 'd met ifusi -ele fu ;ene0i de 0 irzijds atsch 1 - Hel ande voor chapp 'gen eo 'P-statj PPij.w de vo ij en rij. 's-, egheU 'egen, 'ij, Zu 'groaati pen- 'den 1 We bosch Com C. van el en ter van haai ORMAT Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden ens. franco te zenden aan den Uitgever. t Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD Naar het Fascisme. .üU Als we de kansen van het fascisme k in"; willen afwegen, dan inogen we zeer :nogm(:eker niet alleen letten op de verhou dingen in ons eigen land. Wij zijn nu tenmaal vrij nuchter en koelbloedig van aard; we loopen niet gauw warm voor iets nieuws, zijn behoudsgezind, "y-a kijken de kat liever eerst eens uit den Pap!? 500111en w» zijn verschrikkelijk bang dat we ons „mal" aanstellen. Conclu- v. jeer uit een en ander nu vooral niet, ptiracht dat we het plan hebben om hier een ie cenlbetoo8 voor het fascisme te gaan hou- vleugel len' want we ziJn in alle opzichten zoo echt Hollandsch als wat en zou- u it f lc rjjks ïgen^'n nen redden en elke fascistische ge dachte buiten de grenzen te kunnen nisterie houden. Men moet ten slotte echter de iiogen niet sluiten voor realiteiten, 't Schijnt, dat 't fascisme onder de hui dige omstandigheden een kans maakt. XeuOnder dat kans-makende fascisme re kenen we dan ook het communisme, ■mboidï Jat in wezen slechts weinig van het fascisme verschilt. Beide stroomingen gaan uit naar persoonlijk gezag, dat óf door een volk in haar geheel in handen van één raad en daarboven één persoon wordt gelegd (fascisme), dan wel door de sterkste klasse der maatschappij aan één zoo'n raad en daarboven ook weer één persoon wordt opgedragen (communisme), om naar beste inzicht dat zelfde volk te besturen en voordeelen te verschaf fen, dan wel om de gemeenschap ten behoeve van die ééne klasse te behee- ren, zoo niet uit te buiten. In verschil lende landen heeft de democratie zich verward en onmachtig gemaakt in 't eigen geweven net van zelfzuchtige strevingen, beschermingen, belemme ringen, oogendienarij en andere nood lottige zaken, welke met de naweeën n de v noodigj men: 'reiherr ïrin-Kre in aar den in ïn, tent of zij bi clies te wijk tt3ken eeren. r a4v, 48279 tanl, iVED. Re- orden I: con» leer krijg. 2 50) ct NS, iuvel. Ik heb bij MOL gekocht. Reuzen-sorteering, pracht- kwaliteiten, concurreerende prijzen en dan daarbij die echt vakkundige bediening, dat gezellig winkelen. MOL blljlt goedkooper. van den oorlog tot een wereldcrisis hebben geleid, waarin de volkeren niet langer op zich zelve en op eigen vertrouwensmannen bouwen, maar redding verwachten van den sterken mensch en den machtigen geest, wel ke uit tot puin vergane resten eener zich overleefde wereldordening iets nieuws en beters zal trachten te bou wen. In Italië, Rusland, Turkije, Por- tugal, Servië en andere landen won het nieuwe systeem; in Japan, Span- je, Oostenrijk en Engeland worstelt de democratie nog met het fascisme, welke richting er eigenlijk nog slechts wacht op de waarlijk sterke mannen om er te regeeren; en in Duitschland ti achtte de democratie zich te ver geefs te handhaven met semi-fascis- tische en dictatoriale middelen. Of we het al dan niet mooi en goed vinden, de teekenen wijzen er op, dat de ontwikkeling der maat schappelijke verhoudingen er eene is, welke van de democratie af trekt tot een bestuur van boven, hetwelk ech ter in tegenstelling met vroeger, wat meer rekening zal hebben te houden met de wenschen en inzichten van het volk, hetwelk te geschoold en te be wust is geworden, om zich als een vol komen willoos werktuig in handen der regeerders te laten misbruiken. De jongste gebeurtenissen in Duitschland, eens het hechtste bol werk van het socialisme, wijzen het uit, dat een geleidelijke wereld hervor ming in bestuurlijken zin, als door ons aangegeven, zeker als een moge lijkheid moet worden aangemerkt. We juichen er geenszins om. Een autocratisch staatsbestuur, al is het dan gemoderniseerd, moge goed we zen, mooi en aantrekkelijk lijkt het ons volstrekt niet. De vrijheid van geest en de politieke medezeggen schap, welke we thans bezitten, zijn zeker zooveel waard als de betrekke lijke politieke onbezorgdheid, welke misschien eens ons deel zal zijn. Daarom, hoe het over de grenzen ook moge gaan, onze democratie is 't altijd nog wel waard om voor haar j behoud, zoo langdurig als het dan kan, te strijden. Wel dreigt haar ten onzent nog geen onmiddellijk gevaar, omdat uit de huidige Nederlandsche fascistische piasserij moeilijk een ernstige beweging kan worden gebo- ren, maar ons kleine land zal, toch vroeg of laat, in den nieuwen wereld stroom gesteld, dat deze door geen j natuurlijke belemmering worde ge- keerd worden meegesleurd. Een nieuwe stroom woelt aarde, slijk en j vuil op, welke het water troebel i maakt; eerst later zal zich het be- zinksel afzetten en het water in zui- vere klaarte gaan vlieden. Wie de democratie wil redden tot het moment, dat er geen bezwaar meer zal zijn om zich met een nieu wen zuiveren stroom te vereenigen, passé een volgzame tactiek toe, en die grave zich niet in, in loopgraven van onverzettelijkheid, want 'n nieu we stroom zoekt de laagste punten. Als we thans in naam der democra tie, in bewustzijn van meerderheids- macht, herzieningen tegenhouden, J welke door de tijdsomstandigheden zijn geboden, dan verhaasten we daar mee den ondergang der democratie en bevorderen we de verbreiding der fascistische gedachte. ▼an „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van Archibald Marshall. BINNENLAND. DE ONDERHANDELINGEN MET DUITSCHLAND. Dat de Nederlandsche commissie, die te Berlijn heeft onderhandeld met vertegenwoordigers der Duitsche re geering over het beschikbaar stellen van deviezen ter vergemakkelijking van onzen export naar Duitschland, op de principieele punten geen enkel resultaat heeft bereikt, moet toege schreven worden aan de politieke con stellatie. Eenerzijds zit de internationale ver houding in den weg, anderzijds speelt de labiele situatie van de huidige Duitsche Regeering een rol. Het ka rakter der Duitsche buitenlandsche politiek wordt geheel bepaald dooi de verhouding tot enkele groote lan den, waarbij Nederland geen partij is. De Nederlandsche commissie is Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons besit sün. ïCHTTFEIESCHE diep op allerlei technische kwesties, die de deviezenregeling en den ex port betreffen, ingegaan, doch hoe zeer men in Duitschland ons toegeeft dat Nederland door de verwringing van de exportverhoudingen tusschen beide landen getroffen wordt, men bleek niet geneigd te zijn ten behoeve van Nederland over de „groote poli tieke verhouding" heen te zien. De verhoudingen, zoo is de Duit sche opvatting, zijn nu eenmaal zoo gegroeid. De plannen der Nederland sche regeering om harerzijds over te gaan tot- „deviezen-contingenteering", moeten wel eenigen indruk gemaakt hebben, doch niet voldoende om de Duitschers van hun standpunt af te brengen. EEN DUITSCHE STEM OVER HET BOTERCONFLICT. Volgens de „Berliner Börsencou- rier" staat het thans reeds vrijwel vast, dat de Duitsche export in 1932 hoogstens een derde van den uitvoer van 1929 zal bedragen. In het afge- loopen kwartaal werd een exportcij fer van niet meer dan 40% van dien uitvoer bereikt. Europa heeft zich nog in 1931 als de beste klant van Duitschland be toond. In den aanvang van 1932 be gon ook echter Europa afvallig te worden, en wel met grootere snelheid dan ooit eenig ander werelddeel ge daan had. Doch er bleef een kern van landen over, als Nederland, België, Frankrijk en Zwitserland, die, trots de zich uit breidende crisis, slechts weinig van hun kooplust hadden verloren. Met Nederland, waarvan de inkoo- pen in Duitschland ook bij den schel pen achteruitgang van den Duitschen 38. Mevrouw Herbert was het met Lord Caradoc's zienswijze geheel eens en de edelman besloot George zoo spoedig mo gelijk te vragen terug te komen. Voor ze de bibliotheek verliet, vroeg Mevrouw Herbert nog: Hoe heet die man ook weer, die volgens Greenfield op de hoogte is van het geheim? Lord Caradoc zocht den naam in George's brief en daarop liet zij hem alleen om aaji den jongeman te schrij ven. Maar George kwam niet op Wet- stones terug althans voorloopig niet. Zijn werk in Londen, dat hij den laatsten tijd wat verwaarloosd had, nam hem geheel in beslag en zelfs al had hij de vrije beschikking over zijn tijd gehad, zou het nog te bezien hebben gestaan of hy Lord Caradoc's uitnoodiging zou heb ben aangenomen. HOOFDSTUK XXI. KERSTMIS OP HOLLINGBOURNE HALL. Het Kerstfeest op Hollingbourne Hall, Lord Conder's huiten in Hertfordshire, was niet alleen maar een feest in naam. Van hun prilste jeugd af hadden de vier jongens en de zes meisjes Conder, zich altijd kolossaal verheugd op deze feest dagen, want aan alle prettige en vroo- lijke tradities, die maar eenigermate ver band hielden met de Kerst- en Nieuw jaarsviering, werd getrouwelijk eer be wezen. Het groote buiten was in de het meerendeel bloedverwanten en waar een zonnige levensopvatting evenzeer een familie-eigenschap was als het be zit van sproeten en een haarkleur, die varieerde van hoogblond tot vuurrood. De heer en vrouw des huizes zorgden steeds dat de gasten de feestelijke stem ming niet weinig verhoogden; een be langrijk contingent kinderen werd uit- genoodigd. Véél werd van de kleintjes door de vingers gezien in dezen grooten tijd en iedereen van oud tot jong sloofde zich uit om het de kleintjes toch maar naar den zin te maken. 's Avonds waren er spelletjes en stoei partijen in de hall, maar vrijwel het ge heele huis werd als onbetwistbaar do mein van de jeugdige spektakelmakers beschouwd. Zelfs de rookkamer in gewone tijden het heilige der heiligen was geen veilig toevluchtsoord meer voor den volwassen jagersman, die na een vermoeiende jacht te voet of te paard, eenige oogenblikken van rust en verpoozing zocht. Als ten laatste de groote dag aan brak, daverde van den vroegen mor gen tot den laten avond het huis van onstuimig kindergelach en jolig ru moer. Het diner begon dien dag om 6 uur, aangezien alle jonge gasten mede moesten aanzitten. Het was een plechtige en overvloedige maaltijd, dat kerstdiner op Hollingbourne Hall waarbij de kalkoen door zijn Lord schap in hoogst-eigen persoon werd voorgesneden en het onmetelijk stuk rundergebraad door zijn tweelingbroe der. De plumpudding werd brandend binnengebracht, als in feestelijke of fervlammen gehuld en werd aan stonds gevolgd door het dessert, waar bij de pistaches knetterden als on- schadelijk mitrailleur-vuur en het ge lach niet van de lucht was om de dwaze rijmpjes en de papieren mut sen, die eerwaardige aangezichten mallotig bekroonden. Na het diner begaf het heele gezel schap zich naar de hall, waar de kerstboom stond in stralende glorie, beladen met goede gaven. En als de blijde dag ten einde was, vlijden de kleine feestgan- gers zich in hun behagelijke bedjes, vast overtuigd dat zij den heerlijksten dag van al de driehonderd vijf en zes tig dagen des jaars hadden beleefd. En in het jaar, waarin de in dit verhaal beschreven gebeurtenissen zich afspeelden, had Lord Conder, die naar men zich herinneren zal, in een helder oogenblik met Lord Caradoc's zuster was getrouwd, het schitterend idee gehad Mevrouw Herbert en Ce cily voor het Kerstfeest te inviteeren. Guy Bertram en George Greenfield behoorden als goede vrienden van den i huize en als ongetrouwde heeren zon- der familieleden, eveneens tot de ge- noodigden. Lord Caradoc zelf ontbrak natuurlijk niet op het appél. Het was theetijd toen George arri veerde en het heele gezelschap gasten en familieleden zat in de ruime, met hulst en mistletoe versierde hall bij een. Nadat de jongeman den gastheer en de gastvrouw had begroet, liet hij zijn blik over het uitgebreide gezel- 1 schap gaan en het duurde niet lang of zijn zoekende oogen hadden het knappe, lieve meisjesgezicht ontdekt, dat nimmer uit zijn gedachten was. Cecily stond tegen een van de zui len van de groote schouw geleund en zoodra ze hem zag, kwam ze op hem toe en gaf hem volmaakt-onbevangen en zichtbaar verheugd over de ont moeting, de hand. Maar hem kostte het de grootste zelfbeheersching niets van de emotie, die het weerzien hem gaf, te laten blijken. Ook Lord Cara doc heette zijn medewerker met onge veinsde blijdschap welkom. De eerste middag en avond van George's verblijf op de Hall gingen in de gebruikelijke, rumoerige feest vreugde voorbij en Lady Conder, die onmiddeiliik «rnnte svmnathie den protégé van haar broer had op- gevat, deed deze blijken door hem aan het diner haar oudste dochter, Mary, als tafeldame,, toe te deelen, en George vond het eigenlijk wel een rustig en veilig idee, toen hij Cecily door een jeugdigen neef van de Con- 1 ders aan tafel zag geleiden. Dicky was te jong om zijn jalouzie te kun nen prikkelen. Het was een dol-gezellige avond en noch George noch Guy de beide on gelukkige minnaars konden zich aan de bekoring onttrekken van de onschuldige blohartigheid di" in dit I huis heerschte. I Toen 't gezelschap uiteen ging voor den nacht, bracht Mary Conder Cecily 1 naar haar kamer en toen de beide 1 meisjes, de eene volmaakt in haar frissche schoonheid en de andere wel niet zoo knap, maar zeker niet min der aantrekkelijk door haar lief en geestig gezichtje, zich in lage stoel tjes voor den haard hadden genesteld, begon Mary Conder den lof van haar I tafelheer van dien avond te zingen. Bobby zegt, dat George Green- field een van de aardigste en flinkste jongelui is die hij kent, een kerel uit één stuk, zei Mary. En zal ik je eens wat zeggen, Cicely, liet zij er met een ondeugend lachje op volgen, ik durf er een eed op te doen dat hij doodelijk van je is. Maar Mary, protesteerde Cicely, terwijl er een diepe blos op haar al lerliefst gezicht kwam, hoe verzin je het! Het komt gewoonweg niet in zijn hoofd op. Hij praat duizendmaal lie ver met vader dan met mij. Jou domme gans, lachte Mary en ze gaf het andere meisje een lief hebbend kneepje in haar wang. Dat je dat nu niet al lang gemerkt hebt. Cecily sloeg de handen voor haar 'loeiend gezichtje. Scjl^i alsieblie uit met dien onzin Mary, zei zij onge duldig, trachtend zekere kleine din gen, die indertijd geen indruk opbaar hadden gemaakt, maar die door Ma- j ry's opmerking plotseling in een nieuw licht verschenen, uit haar her innering te bannen. Ik heb er niets geen behoefte aan dat iemand op mij verliefd is. Wat kan ik nog meer ver langen dan het prettige, onbezorgde leven dat ik nu heb? Zoo kun je er alleen over pra* ten als het niet de ware is, verklaarde» Mary wereldwijs. Is George de rechte Jozef niet? Houd toch op, viel Cicely onstui mig uit. En toen, zich dwingend tot kalmte: Laten we liever over wat anders pratenbijvoorbeeld over het bal, dat je ouders den Dinsdag na Nieuwjaar geven. 1 HOOFDSTUK XXII. MEVROUW HERBERT BEMOEIT ZICH ER MEE Den laatsten avond van de gezelli ge logeerpartij, den avond voordat het gezelschap uiteen zou gaan en de gasten, na zich verkwikt te hebben aan de onbezorgde en aanstekelijke le vensvreugde, die op het buiten van de 1 Conders heerschte, naar hun eigen werk en belangen zouden terugkeeren gaven Lord en Lady Conder een bal, waartoe alle bevriende families uit de omgeving van Hollingbourne Hall waren geïnviteerd. Het was een waarlijk schitterend festijn, de gastheer en gastvrouw 1 schenen de bijzondere gave te bezit ten een keurcollectie knappe jonge meisjes hijeen te brengen, maar dit belette verschillende heeren niet om zoo nu en dan een toevlucht te zoeken in de rookkamer, om even uit te bla zen van de vermoeienissen van het dansen en zich te verfrisschen met 1 ap e Echo van het Zuiden, aalwpschc en Langstraatsche Courant mi*— MAATSC HAPPY VAM VERZEKERING OP HET LEVEM fêw I llttUUIUUUHÜimmMiLMJJè 20-50 a. per ons ■v&scha/i UwoOxn van penotf JI

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1