Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
mm
1
Winkelnieuws.
Voor.
i
i
FEÜILLETOM
Zoekt niet ver
Wat dichtbij is.
Archibald Marshall.
NUMMER 58-
ZATERDAG 23 JULI 1932.
55e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.26.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adresECHO.
Prijs der Advtrtentiën;
20 cent per regel; minimum l.BU.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DERDE BLAD.
EERSTE BLAD.
Resultaten van het onderzoek van
Consumptie- en Fabrieksmelk in de
Langstraat en Omgeving.
Verschenen is het jaarverslag over
1931 van den Keuringsdienst voor Wa
ren te 's-Hertogenbosch. De werk
zaamheden van den denst over een
district van 66 gemeenten met geza
menlijk 316.808 inwoners (v. j. 311.937)
waren zeer uitgebreid. Dit blijkt wel
uit het aantal verrichte inspecties en
monster-onderzoekingen die respect.
18.053 en 10.217 bedroegen.
Belangwekkende gegevens verschaft
ons het verslag over het resultaat van
de onderzoekingen van melk voor de
consumptie en voor de fabriek.
In het laboratorium werden in to
taal onderzocht 7423 monsters waar
van 5484 bemonsterd bij melkverkoo-
pers, 1647 aan fabrieken en de rest
als gepasteuriseerde melk of als stal
en weidemonsters.
Blykens de bijliggende staat heeft 't
onderzoek van melk bij melkverkoo-
pers de volgende resultaten opgeleverd
Gemeenten. Aantal Gem. S.G. Gem. vet-
monsters
MOL de zaak van kwaliteit,
vertrouwen, sorteering en
vakkundige bediening.
HOL bliift goedkooper.
Uit de cijfers blijkt, dat de samen
stelling der consuinptiemelk zooals
deze aan verbruikers wordt afgeleverd,
ook dit jaar weinig veranderd is. Wa
tertoevoeging kwam dit jaar nog weer
minder voor dan vorige jaren, thans
slechtst in 0,5 der monsters. Wegens
watertoevoeging in consumptiemelk
werden 9 processen-verbaal opge
maakt, n.l. in de gemeenten 's-Herto
genbosch, Tilburg, Loonopzand, Waal
wijk, Gameren, Brakel en Schijndel.
Hierbij wisselde het percentage toe
gevoegd water van 5 tot 26%.
Het percentage** der monsters met
een vetgehalte in de droge stof lager
dan 24% (de minimum-eisch van het
Melkbesluit) en dat met een vetgehalte
in de melk lager dan 2,75% was iets
Gem. vet- Schoon Vuil of
lager dan, het vorig jaar. In de meeste
gevallen is het te lage vetgehalte te
danken aan onvoldoende menging der
melk, ongelijke verdeeling der melk
tijden (verschillende boeren melken
driemaal daags) en ondoelmatige voe
dering van het vee. 6 maal werd pro-
ces-verbaal opgemaakt.
Vertoonde de reinheidstoestand reeds
het vorig jaar een ongunstiger beeld
dan vroeger, dit jaar was het nog erger.
Niet minder dan 13% der genomen
monsters consumptiemelk was vuil. De
oorzaak kan niet uitsluitend gevonden
worden in een scherpere beoordeeling,
welke allengs is toegepast. Niet onmo
gelijk is, dat de crisis in het veehou-
dersbedrijf ook hierbij een rol speelt.
De slechte reinheidstoestand spiegelt
zich ook af in het aantal processen-
verhaal dat ter zake van het verkoopen
van vuile melk is opgemaakt. Dit be
droeg dit jaar n.l. niet minder dan 67
tegen het vorig jaar 23.
Het aantal monsters, waarin strepto-
Drunen
Eethen
Hedikhuizen
Heusden
Loonopzand
Nieuwkuik
Oudheusden
Sprang-Cupelle
Vlijmen
Waalwijk
86
2
24
78
257
38
7
56
57
514
15° C.
gehalte
vrije
zeer
droogrest
vuil.
31.8
3.32
8.55
27
14
32.5
3.08
8.71
0
0
31.9
3.38
8.60
11
3
31.5
3.25
8.50
43
3
31.6
3.13
8.48
96
41
31.8
3.36
8.58
17
1
31.0
3.22
8.36
0
5
31.7
3.24
8.53
21
8
31.6
3.34
8.35
33
3
31.5
3.18
8.49
159
56
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
van
coccen werden aangetroffen, bedroeg
dit jaar 40 of 0.7% van het totaal, tegen
het vorig jaar 0.9%. Hieronder zijn
ook weer begrepen de monsters, waar
in streptococcen slechts in geringe ma
te aanwezig waren. Dit percentage
blijft dus, vergeleken met andere stre
ken van het land, zeer laag. In 16 ge
vallen werd een veterinair onderzoek
gelast, waarbij in 12 gevallen door den
behandelenden veearts uierontsteking
werd geconstateerd.
Bij aflevering aan zuivelfabrieken
en wederverkoopers werden genomen
1647 monsters; hiervan was meer dan
50 vuil.
Hieruit blijkt, dat de reinheid van
de melk, welke aan de fabrieken wordt
afgeleverd, nog zeer veel te wenschen
overlaat. In het vorig jaarverslag is
uitvoerig gerapporteerd over de maat-j
regelen, welke zouden moeten worden
genomen, om ook bij deze melk tot be
tere resultaten te komen. Inmiddels is
de crisis in het veehoudersbedrijf ge
komen en deze werkt op den aard der
zaak remmend op de fabrieken, welke
deze maatregelen moeten nemen, om
dat daaraan weer bijzondere bedrijfs-
onkosten verhonden zijn. Toch is op
dit gebied wel een en ander verbeterd,
hetgeen blijkt uit een enquête, welke
bij alle fabrieken in dit keuringsgebied
is ingesteld. Daaruit is gebleken, dat
van de 40 fabrieken, waar een onder
zoek is ingesteld, 36 geregeld de vuil-
proef toepassen, meestal elke 14 dagen,
enkele elke week, enkele eens per 2
maanden.
Dat het percentage vuile melk bij af
levering aan fabrieken zoo hoog is,
wordt dan ook daardoor verklaard, dat
hoofdzakelijk die fabrieken worden ge
controleerd, welke te dien opzichte na
latig zijn gebleven. Het ligt in de be
doeling, in 1932 op1 grooter schaal dan
tot dusver, strafvervolgingen uit te
lokken tegen leveranciers aan fabrie
ken, die ondeugdelijke melk afleveren.
Het aantal stalinspecties bedroeg 96.
Bij deze inspecties wordt gelet op stal
inrichting, vloer, muren, zoldering, ver
lichting en ventilatie, zindelijkheid van
stal ei> vee, mest- en gierafvoer en -be
waring, melkgereedschap, behandeling
en bewaring van de melk, verzorging
van het vee, enz. Het blijft te betreuren,
dat voor dit werk, waarvan groote op
voedende kracht uitgaat, zoo weinig
tijd beschikbaar is. Over 't algemeen
worden de gegeven wenken goed op
gevolgd. Tal van potstallen zijn de
laatste jaren tot grupstallen verbouwd.
In het verslagjaar is een begin ge
maakt met de toepassing op groote
schaal van de reductaseproef. Deze
proef kan een inzicht geven aangaande
de hoedanigheid, c.p. de houdbaarheid
van de melk, welke nauw samenhangen
met de mate van zindelijkheid, waar
mede de melk is gewonnen. De vuil-
proef zegt aangaande die zindelijkheid
niet veelimmers kan meri door filtra
tie door een dikke wattenschijf ook de
vuile melk wel schoon krijgen.
Uit deze proef bleek dat in 't alge
meen de consumptiemelk zindelijker
wordt gewonnen en beter wordt be
handeld dan de melk, welke werd be
monsterd van veehouders, die leveren
aan die fabrieken, waar aan controle
weinig of niets wordt gedaan, een re
sultaat, dat ook te verwachten was.
51.
Ik heb een papier meegebracht, zei
hij, dat ik aan meneer George Greenfield
moest geven, in geval Robert Richards
stierf, vóór zijn plannen geheel zouden
zijn uitgevoerd. Maar eerst zal ik u ver
tellen, wat ik van hem weet, zoodat u in
staat zult zijn sommige dingen in het
juiste licht te bekijken.
Ik ontmoette hem het eerst, toen wij
beiden jongens waren in dienst van den
graaf van Cumnock, die een kasteel in
Ayrshire had. Ik werkte in het park van
het landgoed en Richards was huis
knecht en ging met de familie mee naar
Londen en andere plaatsen. Als zij in
den herfst van ieder jaar naar Schotland
kwamen, troffen wij elkaar.
VYjj stonden allebei boven onze plaat
sen, als ik het zoo mag noemen. Ik had
een hevig verlangen om ir. den handel
te gaan en ik mag gerust zeggen, dal ik
er voor geknipt was, want ik ben nu
verscheidene jaren in zaken geweest en
een «welgesteld man geworden. Richards
had denzelfden wensch en dezelfde capa
citeiten als ik. We praatten vaak over
°nze plannen en wij zwoeren een eed,
zooals jongens dat doen, elkaar in alles
vat wij in de toekomst zouden gaan on
dernemen te helpen en eikaars geheimen
te bewaren. Wij waren zuinig op iedere
penny en namen ons voor, zoodra wij
zaken konden beginnen uit onze betrek
king te gaan.
Richards plannen werden evenwel
gruwelijk in de war gestuurd. Er waren
in het huis van Zijn Lordschap juweelen
gestolen en hij werd er valschelijk van
beschuldigd. Ik hoef niet in details te
treden, maar het zag er door een samen-
loop van omstandigheden heel slecht
voor hem uit en als Sir Roderick Ber
tram, die als gast op het landgoed lo
geerde, niet voor hem in de bres was ge
sprongen, zou hij als een dief de gevan
genis zijn ingegaan. Richards had Sir
Roderick Bertram bediend, die toonder
tijd nog jong en vrijgezel was, maar of
schoon door-en-door een aristocraat, al
tijd even vriendelijk en voorkomend was.
Toen hij dus in moeilijkheden was ge
raakt, raapte Richards al zijn moed bij
een en vertelde het geval aan Sir Rode
rick. Deze bemoeide zich ermede en ont
dekte hoe de vork in de steel zat en toen
hij Richard's onschuld aan het licht had
gebracht, nam hij hem in zijn eigen
dienst. En van toen af gaf Richards er
de voorkeur aan om bij zijn tweede naam
genoemd te worden: Martin, om, na wat
er gebeurd was weer met een schoone
lei te kunnen beginnen.
Spoedig daarna zag ik de kans om op
kleine schaal zaken te beginnen en ik
vroeg aan Richards om mijn deelgenoot
te worden, overeenkomstig onze af
spraak. Maar hij zei, dat hij den man,
die hem voor schande had behoed, aan
deze zijde van het graf niet meer wilde
verlaten.
Toen verloor ik hem uit het oog en
ondertusschen ging het mij goed. Maar
ongeveer 15 jaar geleden werd ik verrast
door een bezoek van hem in mijn zaak
te Glasgow. Hij vertelde mij, dat hij ge
trouwd was en een dochter had, maar
dat zijn vrouw was gestorven en verder
dat Sir Roderick hem een hoogst verant
woordelijke positie had gegeven en hij
meer rentmeester dan bediende was.
Zijn meester behandelde hem zeer edel
moedig, zei hij en gaf hem commissie op
belangrijke aankoopen. Wij praatten over
alles en nog wat en ten slotte kwamen
wij tot de overeenkomst, dat Martin zijn
geld in mijn zaak zou steken en als hij
in de toekomst ooit Sir Roderick's dienst
zou verlaten, mijn compagnon zou wor
den. Zoo gingen jaren voorbij; af en toe
kwam Richards mfj opzoeken in Glas
gow, maar zooals u zult begrijpen, is dit
de eerste keer dat ik opWetstones kom.
Het vorig jaar Juni kwam Richards
weer, erg terneergeslagen door den dood
van Sir Roderick. Hij zei, dat nu het
oogenblik gekomen was om zijn deelge
noot te aanvaarden, maar hij waar
schuwde mij, dat er misschien moeilijk
heden voor hem zouden komen. Je kunt
kiezen mij bij je te houden en te zwij
gen over hetgeen ik je nu ga meedeelen
of mij te laten weggaan, zei hij. Hij ver
telde daarop, dat hij het lijk van Sir
Roderick ergens op een geheime plaats
moest bijzetten, overeenkomstig diens
wenschen. Hij sprak ook over de juwee
len en zei, dat hij die voorloopig op de
zelfde plaats verborgen had, in verband
met Sir Roderick's verlangen ten op
zichte van zijn bezittingen, dat hij had
gezworen niet te openbaren vóór een ze
keren datum, namelijk den 14en Maart
van het volgende jaar en onder geen
voorwaarde zou hij zijn eed breken.
Maar mijn beste kerel, zei ik, zie je
dan niet in, dat je zult worden beschul
digd de' juweelen gestolen te hebben, om
nog maar niets te zeggen van de verdwij
ning van het lijk van je meester! Je zult
worden gevangen genomen en gedwon
gen zijn alles te vertellen wat je weet.
Er zal geen woord over mijn lippen
komen, voor de tijd daar is, antwoordde
hij. Ik heb aan alles gedacht ik ben wei
nig bekend, ik ben nog nooit in mijn le
ven gefotografeerd en ik zie er hoogst
onopvallend uit. Als jij mij iederen mor
gen rustig naar dit kantoor laat komen,
om hier te werken, dan zal tegen den
tijd, dat het nieuws bekend wordt, hier
niemand vermoeden, dat ik iets met dien
Martin uitstaande heb. Het is een risico,
maar ik ben van plan het te aanvaarden,
als jij je er meer vereenigen kunt en ik
geloof, dat het minder riskant is, dan
jij je voorstelt.
En wat zul je doen, als de politie
je te pakken krijgt?, vroeg ik.
Ik zal tot Maart in alles berusten;
dan is de tijd gekomen om te spreken.
Welnu, om kort te gaan, heeren; Ri
chards vestigde zich te Glasgow, kwam
in de zaak en werd nooit een oogenblik
verdacht; zelfs niet, toen de opwinding
het grootst was. Hij vertelde mij, dat hij
één keer in Londen was herkend, maar
hij ging daar liefst zoo weinig mogelijk
naar toe en zooals u weet hebben zij
nooit zout op zijn staart kunnen leggen.
Toen, een dag vóór zijn dood, herin
nerde hij mij eraan, dat het oogenblik
gekomen was om aan alle geheimzinnig
heid een eind te maken. Ik geloof ach
teraf, dat hij een voorgevoel had van
zijn einde, want hij stelde mij al zijn be
langrijke papieren en zijn testament ter
hand en gaf mij instructies hoe te han
delen in geval van zijn dood. Hij gaf mij
ook dit stuk voor meneer Greenfield. Hij
zei, dat ik u hier op het kasteel kon vin
den en het u moest gaan brengen, wan
neer hem iets overkwam.
De zonderlinge oude heer overhan
digde George de gezegelde enveloppe en
had daarmede zijn taak volbracht. Maar
voor hij wegging, deed hij nog een be
langrijke mededeeling.
Richards had een testament gemaakt,
waarvan hij, McDougall, de executeur-
was en waarin hij alles wat hij bezat aan
Peggy vermaakte. Een deel van zijn geld
was belegd in fondsen, een ander deel
in de Glasgowsche onderneming en een
zeker percentage van de winst daarvan
moest aan zijn dochter worden uitge
keerd. McDougall veronderstelde, dat
Peggy een inkomen zou bezitten van 6-7
honderd pond per jaar.
Toen nam de uitgedroogde Schot haas
tig afscheid, met de mededeeling dat hij
zoo gauw mogelijk naar Glasgow terug
moest hij had het overdruk, nu hij de
hulp van Richards miste, vertelde hij.
En daarmee gaf hij George gelegenheid
zich terug te trekken in de eenzaamheid
van de bibliotheek om het document te
bestudeeren, dat den sluier oplichtte
van het mysterie van Sir Roderick Ber
tram en van alles wat er na diens dood
voor raadselachtigs was gebeurd. Veel
van wat hij en zijn vrienden reeds had
den vermoed, vond hij erin bevestigd.
HOOFDSTUK XXX.
De Stem uit het Graf.
Dit wordt je toegezonden onder
den naam, dien je altijd gedragen hebt,
namelijk George Greenfield, maar in wer
kelijkheid ben je Sir George Bertram, de
eenige zoon van Sir Roderick Bertram,
wijlen mijn meester. Dit zal je alleen ter
hand gesteld worden, ingeval ik voor je
verjaardag op 14 Maart sterf en niet eer
der. Ik verwacht echter wel dan nog in
leven te zijn en je mondeling te kunnen
vertellen, wat ik nu neerschrijf, maar
voor het geval dat ik mocht komen te
sterven, heb ik op papier gezet wat je
dan moet weten en ik zal je ook een
groot deel van mijn eigen geschiedenis
vertellen, om mij te verdedigen tegen de
verwijten, die je mij op verschillende
tijdstippen gedaan hebt.
Ik kwam voor ongeveer 30 jaar in
dienst van Sir Roderick Bertram. Ik was
aan hem verbonden door sterke handen
van dankbaarheid en eerbied en deze ge
voelens z(jn in den loop der jaren nog
sterker geworden. Je hebt mij gekend
als iemand, die van nature weinig aan
hankelijk is en ik zal niet beweren, dat
je in dat opzicht mijn karakter verkeerd
hebt beoordeeld; maar mijn toewijding
en verknochtheid aan Sir Roderick is
nooit verminderd sinds de tijd, dat hij
mij redde van een schande, die even ern
stig als onverdiend zou zijn geweest en
mij toen in dienst nam en mij zijn ver
trouwen schonk. Dit heeft de sterkste
invloed op mijn leven gehad. Misschien
heeft het alle gevoelens voor andere din
gen verdrongen, in ieder geval heeft het
mijn handelingen bestuurd bij alles wat
ik de laatste 30 jaar gedaan heb. Als je
dit voor oogen wilt houden, zul je eenigs-
zins mijn gedrag tegenover jou begrijpen,
dat je in het verleden zoo dikwijls ont
stemde en ik ontken niet, dat je vaak
reden hebt gehad om ontevreden te zijn.
Ik zal de eerste vijf jaar overslaan,
waarin ik al mijn energie ontplooide
voor het welzijn en de belangen van Sir
Roderick en langzamerhand zijn volle
dig vertrouwen won in zoodanige mate,
dat ik later jaren zijn secretaris en nog
later zijn rentmeester werd. Gedurende
zijn kort huwelijksleven leerde ik die ge
voelens ook uitstrekken tot zijn echtge-
noote.
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zuiden,
WaalwUbscbe en Langstraatscbe Courant,