laatste kwestie nu geregeld is. De directeur heeft toegezegd dat vanaf de brug nieuwe rails zullen worden gelegd, zoodat de gemeente de tusschenruimte kan bestraten Bovendien zal in de gevaarlijke wisselplaats op 't- Eind verbetering worden gebracht. De hou ding der directie was tn deze zeer welwillend. De heer Timmermans gelooft dat de maatschappij wordt instandgehouden door baantjesjagers, andere menschen worden daarvan echter de dupe. Deze subsidie is bedoeld tol dekking van het tekort in 1931, maar hoe zal dan het tekort over dit jaar moeten worden gedek' vraagt spr. De Voorzitter wijst er nogmaals op dat de fusie misschien de oplossing zal brengen. Weth. Sassen gelooft dat het in de bedoeling ligt dat de tramlijn In de toekomst gtëkcirificeerd wordt. Op dte manier zal de lijn wel rendabel te maken zijn. Komt de fusie niet toi stand, dan is het met de tram ineens afgeioopen en dan zullen er groote stroppen vallen. De heer Timmermans verwacht ook van electrificatie niet veel heil. Hij wijst op de Oootsche tram die eveneens noodlijdend is. Met 6 1 stem wordt besloten de subsidie te verleenen. Tegen de heer Timmermans. De heer Timmermans te Statendam verzoekt in de gelegenheid te worden gesteld zijn zoontje bijzonder onderwijs te geven. De kosten, f171 per jaar, kan T. zelf niet betalen, daar hij werk loos is. Ook Arm- en Schoolbestuur zegden reeds hunne medewerking toe. Van de fa. Speyer Bros is een ver. zoek ingekomen tot verkoop van een perceel bouwterrein, en van de fa. Kalker tot overgave van terrein in erf pacht. Deze verzoeken worden in besloten vergadering behandeld. Werkverschaffing. De Voorzitter doet de mededeeling dat B. en W. in afwachting van de werkverschaffing aan den dijk van den Emlliapoider uitgezien hebben naar een object voor werkverschaffing in de gemeente. Zij meenen dit gevonden te hebben in de uitbaggering der haven, waarvoor ook subsidie van het Rijk toegepast zal worden. B. en W. verzoeken ihans machtiging om deze kwestie voor te bereiden. De heer Jansen vraagt of de haven van de gemeente ofwel van het rijk is. Hij gelooft dat het gewenscht is dit degelijk te onderzoeken. üe Voorzitter antwoordt dat naar zijn meening de haven kadastraal aan het rijk behoort, terwijl de gemeente onderhouds plichtig is. De heer Jansen klaagt over de han delwijze der Heidemij. die op de door het rijk gesubsidieerde werkverschaf fingen toezicht uitoefent. In Werken- dam kregen de te werk gestelden slechts 90 cent uitgekeerd voor een heele week. Zooiets vindt spr. niet op zijn plaats, de maatschappij moet zorgen dat aan de arbeiders een fatsoenlijk loon wordt uitgekeerd. Dat de menschen op deze manier wrevelig worden kan spr. best begrijpen, hij zou zelf ook weigeren te werken voor 90 cent per week. De Voorzitter zegt dat in verschil lende werkverschaffingen kwesties voor komen, dat hangt soms af van de leiding, soms ook van de arbeiders De loonen moeten altijd lager blijven dan die welke in het vrije bedrijf worden gegeven. De heer Dirven vraagt of de moge lijkheid niet bestaai dat de gemeente het werk in eigen beheer uitoefent. De Voorzitter wil dat wel probeeren maar het spreekt voor hem vanzelf dat het rijk ook wat te zeggen wil hebben als het 50°/0 subsidie geeft. In princiep gaat de raad accoord met het plan van B en W. De Voorzitter beantwoordt vervol gens de vragen door den heer Timmer mans in de vorige vergadering gesteld, betreffende het salaris van den secre- tarls der gezondheidscommissie. De vaste toelage van den secretaris be draagt f850 sedert 1 januari 1929. daarvoor was het f700 Van dit door Qed. Staten vastgestelde salaris wordt f 400 door het rijk betaald, de rest drukt op de begrooting en wordt dus door de betrokken gemeen ten betaald. De Voorzitter geeft den heer Jansen vervolgens antwoord op diens bezui nigingsplannen. Wat betreft de pen sioneering van den gemeente-opzichter zegt spr. dat het hem onjuist voorkomt iemand te pensioneeren en hem tegelijk weer werk op te dragen als bedoelde ambtenaar zijn werk nog kan doen moet men hem niet op pensioen zetten. Jansen. De gemeente is toch niet verplicht het werk door den opzichter te laten doen. De Voorzitter zet uiteen dat de ge meente duurder uit zou zijn als zij de opdrachten aan een ander persoon moest geven. Telkens als er iets ge bouwd moet worden moet een teekening worden gemaakt en moet toezicht worden gehouden. Vroeger heeft een dergelijke toestand ook bestaan, toen kreeg de opzichter f 750.—plus 5 pCt. van het gemaakte werk, later is dit veranderd en is het salaris op f 1000.— gesteld. De normale vergoeding voor een opzichter is 5 pCt. en wanneer dit gegeven moest worden zou men veel duurder uitkomen als met het bestaande salaris. Bovendien mist men dan het toezicht, terwijl men nu altijd over den opzichter kan beschikken. De heer Jansen moet tot zfln leed wezen iets naar voren brengen wat hem niet aangenaam is geweest. Als lid van den gemeenteraad is spr. met voorstellen gekomen, hij is toch verplicht om voor het belang der ge meente op te komen, en daarom vindt hij het treurig zooals de gemeente- opzichter hem na de laatste raadsver. gadering behandeld heeft. Als men in de voorstellen van een raadslid aan leiding vindt om dat lid in discrediet te brengen bij de inwoners van O'berg dan is oie houding unfair. Er is door den opzichter bevel gegeven om de vuilnisbakken niet meer bij de men schen uit huis te halen. Er moet zelfs tegen een reinigingsman in het bijzijn van den burgemeester gezegd zijn: Ik zal ze. d....-Dat vindt spr. niet op zijn plaats, een dergelijk optreden is hoogst unfair, en als men bij hem weigert het vuil te halen zal hij den heelen bak met eigen handen op straat uitschudden, ook al is de veldwachter er bij 1 De Voorzitter merkt op dat de con clusies van den heer Jansen niet geheel juist zijn. B. en W. hebben met den opzichter een bespreking gehad over den ophaaldienst omdat de werklieden het werk niet meer konden bijbrengen. Dat was echter nog voor dhr. Jansen met zijn voorstellen kwam. Het op halen van vuil neemt hoe langer hoe meer tijd in beslagdat komt omdat de menschen in den loop der jaren meer gebruik zijn gaan maken van den reinigingsdienst dan noodlgen wensche- lijk Is. Niet alleen huisvuil maar winkel-, magazijn-, zelfs tuinvuil wordt meegegeven. Feitelijk heeft de be woner te zorgen dat zijn vuilnisbak buiten staat, maar oudergewoonte komt de vuilnisman de bakken nog binnen halen. Daarom zijn de maatregelen genomen. Enkele klachten zijn er over inge komen doch die waren alle tegen een vuilnisman. De heer Jansen wil hier het spreek woord toepassen: „Barbertje moet hangen," De werkzaamheden met de vuilnis bakken zijn direct begonnen na de laatste raadsvergadering. Dit is heel klein, zelfs kinderachtig. Met de voorstellen van B. en W. zal spr., ais het hem mogelijk Is, accoord gaan. Bij hem gaat het slechts over bezuiniging, die hard noodig is als men ziet dat O'berg met 2800 inwoners 12 ambtenaren heeft en Made met veel meer inwoners slechts 7. In Made heeft men toch ook geen gemeente- opzichter. De Voorzitter wijst er op dat hier het publiek stads-eischen stelt, men wil opslag gediend zijnen heeft altijd haast; de menschen zijn hier meer stads opgevoed. In dit geval gaat de vergelijking met Made zeker niet op daar de menschen hier geen plaats hebben om zelf het huisvuil te bergen. De heer Jansen meent dat men goed werk moet kunnen eischen als men iemand in dienst heeft. Spr. kan daar echter niet veel goeds van zeggen, want er mankeert nogal eens wat aan. Zoo zijn b.v. de banden in de Koe straat al geheel afgebrokkeld. Spr. voelt zijn zware plicht als lid van den raad om met dergelijke dingen zonder onderschei'd des persoonsnaar voren te komen. Hier moet't gemeente bestuur regeeren en niet de onder geschikte. Het'is trouwens ook al gebeurd dat een gemeentereiniger den tuin van iemand die boven hem staat ging opknappen. Voorzitter. Daar is al tegen opge treden. Jansen. Ik wil geen namen noemen, men begrijpt mij toch wel. Het is voor een raadslid van een kleine gemeente onmogelijk om niet persoonlijk te zijn. De Voorzitter beëindigt deze discus sie met te zeggen dat B. en W. van meening zijn dat de opzichter moet blijven. Vervolgens bekijkt spr. het voorstel van den heer Jansen om den ambtenaar van het grondbedrijf te ontslaan en de werkzaamheden door het secretarie- personeel te laten doen. Dit zou een bezuiniging van f60 beteekenen, daar de gemeente gedurende 11 jaar wacht- geld moet betalen. De heer Jansen wil ook in de toe. komst kijken. Als men den man houdt moet men het volle pond toch betalen. Er moet toch een begin gemaakt wor den. Waarvoor is deze ambtenaar feitelijk noodig Het is treurig dat hij benoemd is, maar daar heeft indertijd een voordeelig politiek kantje aan gezeten. De Voorzitter zegt dat men vroeger alles liefst van de secretarie weghield. Spr. zelf ziet liever al die kleine baan tjes in handen van één persoon die dan een flink salaris heeft. Op het oogenblik kan het werk er moeilijk worden bijgenomen daar ter secretarie reeds veel werk is. Als straks de werk verschaffing er nog bijkomt moet mis schien zelfs een nieuwe ambtenaar worden bijgenomen. De heer Jansen constateert dat er vroeger veel „Jantjes-maat" gespeeld werd in deze gemeente. De Voorzitter gaat hierna voort met de behandeling der overige door den heer Jansen geopperde plannen. ABONNEERT U QE DIT BLAD. DRUNEN. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Maandag j.l. nam 7 uur. Voorzitter de EdelAchtb, heer Mr. v. d. Heijden. Secretaris de heer v. d. Lokkant (wn.) Aan de orde Schadevergoeding. 1. Ingekomen stukken w.o. a. Een verzoek d d. 25 Juli j.l. van J. v. d. Bosch te Drunen om schade vergoeding voor zijn bij den boschbrand op 14 Maart 1.1. verbrande mast. Het praeadvies van B. en W. luidt als volgt: Onder dagteekening van 25 Juli 1.1. is Ingekomen een verzoek van J. v. d. Bosch te Drunen om schadevergoeding voor zijn verbrande mast bij den boschbrand op 14 Maart 1932. Zooals Uwen Raad bekend is, zijn Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een ingewonnen rechts kundig advies van Jhr. Mr. C. van Nispen tot Sevenaer te 's-Bosch van oordeel, dat de gemeente in dit geval niet tot schadevergoeding verplicht is. Daarom stellen Burgemeester en Wet houders voor afwijzend op het verzoek te beslissen. De Voorzitter meent dat het punt geen nadere toelichting meer noodig heeft, daar het reeds 2 maal in ver. trouwelljke vergadering besproken is. De heer v. Drunen vraagt welke motieven er zijn om geen schade te vergoeden. De Voorzitter antwoordt dat dit In het prae advies omschreven staatde gemeente is niet verplicht te betalen. Daarvoor zijn verschillende redenen die spr. niet in openbare doch wel in vertrouwelijke vergadering nogmaals wil uiteenzetten. Qing spr. deze redenen in het openbaar meedeelen, dan zou het de positie der gemeente bij een eventueele procedure zeer benadeelen. v. Drunen. Mogen wij het advies van Mr. v. Nispen tot Sevenaer niet hooren Voorzitter. Dat wil ik wel in ver trouwelijke vergadering voorlezen, anders niet. v. Drunen. De brand Is door een ongelukje ontstaan. 7 jaar geleden heeft de man 2 perceelen omgewerkt en daarop dennen gezet. Daarom vind ik dat hem wel schadevergoeding toekomt. Voorzitter. U komt weer terug op de vraag of hij recht heeft op schade vergoeding. maar dat heeft hij niet. Een andere kwestie is of de raad hem een cadeautje wfl geven. Het gaat er slechts over dat de man beweert recht te hebben op schadevergoeding en dat ontkennen B. en W. v. Drunen. ik vind dat hij wel recht heeft. Voorzitter. Als hij beweert recht te hebben, moet hij dat zelf maar bewijzen en behoeft de gemeente niet het tegen deel te doen. De heer v. Drunen gelooft dat dit zeer gemakkelijk voor hem zal zijn. Op de vraag van den Voorzitter zegt de heer v. Drunen dat hij geen verdere toelichting in geheime vergadering wenscht, doch dat hij wil dat de man schadevergoeding krijgt. Het voorstel-B. en W. wordt met 10—1 stem aangenomen, de heer v. Drunen stemde tegen. Gemeente-rekenlng. 2. Aanbieding gemeente—rekening 1931 en benoeming van een commissie van onderzoek. In de commissie worden op voorstel van B. en W. benoemd de heeren W. v. d. Wiel, H. de Wijs en M. Vrij hoeven. Schoolgeld. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot continueering der ver ordening tot helfing van schoolgeld in de gemeente Drunen. Bij Koninklijk Besluit d.d. 12 Febr. 1931 werd goedkeuring verleend aan de bij raadsbesluit d.d. 16 December 1930 vastgestelde verordening regelen de de helfing van schoolgeld voor het iager onderwijs In deze gemeente. Aangezien deze goedkeuring echter slechts voor 1 jaar werd verleend, is het noodzakelijk deze goedkeuring thans opnieuw te vragen. Omdat o. i. aan wijziging der verordening geen behoefte bestaat, stellen B. en W. den Raad voor de Kroon te verzoeken de door haar verleende goedkeuring te willen contlnueeren. Aldus wordt besloten. Bewaarschool Nleuwkuljk. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake het in de vorige vergadering aangehouden verzoek om een bijdrage in de kosten van een nieuw te bouwen bewaarschool te NieuwkuJJk. In de laatste vergadering is het verzoek van het schoolbestuur te Nleuwkuljk om een bedrage in de kosten voor den bouw eener nieuwe bewaarschool aldaar, in handen gesteld van B. en W. ten einde daaromtrent te dienen van advies. Er wordt een bijdrage gevraagd van f 3.— per kind en per jaar, terwijl de bewaarschool te Nleuwkuljk over de jaren 1929 t/m. 1932 werd bezocht door gemiddeld 7 of 8 kinderen uit deze gemeente, allen wonende langs de grens van Nleuwkuljk. Voor die kinderen is het veel gemakkelijker de bewaarschool te bezoeken te Nieuw- cuijk dan te Drunen, eerstens omdat de weg naar de school te Nieuwkuijk minstens 15 20 minuten gaans korter is dan naar Drunen. Tweedens is op den weg naar Nieuwkuijk ter plaatse veel minder druk verkeer en dus minder gevaar dan op den weg naar Drunen. Verder zijn de kinderen in de z.g.n laan te Nleuwkuljk veel minder bloot- gesteld aan bet weer dan op den vlakken weg naar Drunen. Oezien de voordeelen voor bedoelde kinderen aan het bezoeken der bewaarschool te Nieuwkuijk verbonden, stellen Burg. en Weih. voor voor het jaar 1932 een bijdrage te verleenen van f 2.50 per kind, aangezien is gebleken dat de gemeente Nieuwkuijk zelf ook slechts een bijdrage verleent van f2 50 per kind. Oezien de houding der gemeente Nieuwkuijk lijkt het den voorzitter wenscheiyk de subsidie nog slechts voor één jaar toe te slaan, deze kan dan later nog verlengd worden. De heer W. v. d. Wiel is tegen de subsidie. De kinderen van Wolfshoek ga3n ook wel naar Elshout en daar wordt geen subsidie gegeven. Hier moeten de ouders het zelf betalen, terwijl daar de gemeente subsidie gaat geven. Ais men dergelijke dingen gaat doen, zegt spr., zullen we ook de bewaarschool in Drunen subsidie moe ten geven. De Voorzitter wijst erop dat de kin deren die de school in Nieuwkuijk bezoeken evengoed nog schoolgeld betalen moeten als vroeger. Voor de kinderen is het veel beter en gemak kelijker naar Nieuwkuijk ie gaan en juist omdat de kinderen anders niet naar Nieuwkuijk gaan stellen B. en W. voor de subsidie te verleenen. Het bedrag beteekent weinig, dat levert dus het groote bezwaar niet op. De heer W. v. d. Wiel merkt op dat men in Drunen voor zijn bewaarschool kinderen veel meer moet betalen dan voor de grooteren. Als subsidie wordt gegeven voor die welke naar Nieuwkuijk gaan, moet dat ook maar gedaan worden voor kinderen die hier naar school gaan. Misschien behoeven de ouders dan wat minder schoolgeld te betalen. De Voorzitter zegt nogmaals dat de kinderen in Nieuwkuijk schoolgeld moeten blijven betalen. De Drunensche bewaarschool is zeer goed van inrich ting en deze behoeft niet om subsidie te vragen. De kwestie is dat de kinderen van de Hei niet naar school kunnen wanneer de subsidie niet betaald wordt. De heer W. v. d. Wiel merkt op dat ook de Drunensche bewaarschool uitgebreid is, daarvoor was ook geen subsidie noodig, waarom kunnen ze het ook in Nieuwkuik niet zelf betalen De voorzitter meent dat de raad dit laatste niet uit te zoeken heeft. De heer A. v. d. Wiel heeft ook be zwaar tegen de subsidie. De kinderen kunnen den weg z.i. best loopen, som mige moeten nog wel grootere afstan den afleggen; de weg daarheen is niet zoo gevaarlijk. De voorzitter gelooft niet dat de ouders hun kinderen van 4 of 5 jaar met een gerust hart den weg op zou den sturen. De motieven die de ouders hebben aangehaald vindt spr. zeer ge grond. De kosten pl.m. f 20 zullen in het belang der inwoners van Drunen besteed worden. Dat sommige men schen nog verder uit de buurt wonen is voor spr. geen motief. Het is immers ondoenlijk om voor weinige huisge- zinnen een bewaarschool te stichten, hier kan men echter met een klein bedrag klaar komen. De heer v. Drunen onderschrijft de zienswijze van B. en W. Het zou voor de kinderen van de Hei onmogelijk zijn in Drunen naar de bewaarschool te komen. De heer de Wijs gelooft dat de leden afschrikken van het hooge be drag, in dat geval zou hij liever zien dat de beter bedeelden die er profijt van trekken de subsidie betalen. Men werkt dan ook het subsidie vragen niet zoo in de hand. De voorzitter wijst op de practische bezwaren die dit zou meebrengen. Bovendien hebben de ouders hiermede niets uitstaande, het gaat slechts tus- schen school, en gemeentebestuur. De heer W. v. d. Wiel wil het punt aanhouden, daar hij zich niet kan in- denken dat de school buiten deze bij. drage nog schoolgeld blijft vragen. Dan zou men per kind f 11 vragen, terwijl het lager onderwijs maar f 8 per kind krijgt. De voorzitter merkt op dat een ver gelijking tusschen bewaarschool en lagere school geen zin heeft. Voor den heer W. v. d. Wiel is het een principleele kwestiereeds 2 jaar geleden heeft hij gevraagd aan de bewaarschool te Drunen subsidie te geven. Tenslotte verklaart de heer v. Delft zich nog voor de subsidie. Met 10 1 wordt het voorstel aan genomen, tegen dhr. W. v. d. Wiel. Brandweer Glersbergen. 5. Voorstel van Burg. en Weth. be treffende den aankoop van een schuimbluschapparaat van groote ca paciteit. Naar aanleiding van de meermalen gevoerde besprekingen over den aan koop van een brandbluschapparaat van groote capaciteit voor het gehucht Qiersbergen, zijn door B. en W. prijs, opgaaf en adviezen gevraagd omtrent degelijkheid en werking der verschil- lende in den handel zijnde merken. Aan de hand dier adviezen zijn wij tot de conclusie gekomen dat de beste resultaten te verwachten zullen zijn van een schuimbluschapparaat met ePn inhoud van 100 L., waarvan de kost. de V° prijs f 325 bedraagt. Op de begroo °rC*e' ling 1932 is uitgetrokken een bedrag van f 300 voor de aanschaffing van een schuimbluschapparaat en f 2(jq enkele voor den bouw van een bergplaa,s betr«ffen' van dat apparaat. Dit bedrag van I 2cq ki"deren zal echter niet geheel behoeven te he worden uitgegeven, aangezien het toe brandbluschapparaat zal kunnen wor. niedewer den ondergebracht bij een der bewo! er wal 11 ners van Qiersbergen. wordt. De heer W. v. d. Wiel vindt het r bezwaarlijk dat het apparaat bij een schr^ bewoner moet worden ondergebracht 8Prok,en Als er toevallig in dat perceel brand die t uitbreekt kan het toestel geen dienst 8pr' doen. 3e ver> De voorzitter zegt dat natuurlfo wordt gezorgd dat het apparaat brand- vrij staat en dat het onmiddellijk bin. nen bereik is. Zekerheid tn deze heeft men natuurlijk nooit, ook een brand- spuilhutsje kan afbranden. üe voorzitter zegt nog dat met het apparaat op Qiersbergen een demon, stratie zal worden gehouden, daarbij zullen enkele menschen worden uitge. noodigd om den blusscher te leeren hanteeren. Het voorstel wordt aangenomen. Bij de rondvraag wijst dhr. de Wijs er op dat vorig jaar geen nieuwe ge. delegeerde voor de vakschool be noemd is. De voorzitter zal dit onderzoeken rech,lsc. lacht PesC, bchale" De heer v. Drunen vraagt eenlge inlichtingen betreffende de jacht op Pestaert. De voorzitter antwoordt dat de t pachtsom is voldaan evenals de schade, vergoeding voor de vernielde jonge mast. Het ligt thans in de bedoeling een der vier heeren de jacht opnieuw te verpachten. De heer v. Drunen betwijfelt of hel wel gewenscht is de jacht weer aan deze heeren te geven. Spr. heeft ge. hoord, dat de Wiidschade commissie een onderzoek heeft ingesteld en ont zettende schade heeft geconstateerd, Groote complexen jonge mast zijn totaal verwoest door het wild. De f 80.— pacht wegen z.i. niet op tegen de verwoesting die wordt aangericht. De Voorzitter gelooft, dat de schade niet zoo erg is. In het bedrag dat de heer v. Schijndel betaald heeft, was f 40 voor mastschade. Tegen Mr. Lotff heeft de heer v. S. beloofd de schade aan de mast altijd te zuilen vergoeden en spr. vindt geen reden om daaraan te twijfelen. De heer v. Drunen begrijpt niet, dat de voorzitter de groote complexen mast niet heeft gezien die zonder kop staan. De minister zal eerstdaags wel ander bericht laten hooren. De Voorzitter zegt, dat deze kwestie „geen zuivere kolfie" is, er ztt wat anders achter. Er zijn nl. menschen, die graag zouden schieten en die zou den willen, dat ieder daar kon jagen. De schade is lang niet zoo groot als wel beweerd wordt. Van de Wiidschade- commissie heeft spr. zelf nog niets gehoord. De heer de Wijs vraagt wat of de rijksveldwachter hiervan zegt. De Voorzitter zegt van alle menschen die er geregeld komen te hooren, dat de schade niet zoo heel erg is. De heer W. v. d. Wiel zou toch graag zien, dat de verpachting van het jachtrecht werd aangehouden tot het rapport der Wiidschade—commissie ingekomen is. De heer Verhoeven zegt, dat de ver nieling niet zoo erg is, dat is een. voudig een kwestie van politiek. Spr. heeft er niets op tegen, dat iemand daar jaagt, zelf doet hij het ook; nog vorige week heeft hij er 17 konijnen opgeruimd, daar moet je schutter voor zjjn 1 v. Drunen. Toch wel een bewijs, dat er veel wild zit. Voorzitter. Maar de heer Verhoeven is ook een buitengewoon schutter. De heer v. Drunen zegt, dat de Rijkswaterstaat en de Wiidschade— commissie hebben geconstateerd, dat er gangen gegraven waren van een menschlengte diep. Bij hoogen waterstand zijn deze gaten, die ook in de dijken zitten, hoogst gevaarlijk. Politiek kan daar niet achter zitten. Weth. v. Halder begrijpt niet hoe of de heer v. Drunen de bevindingen der commissie zoo precies weet, terwijl de voorzitter nog geen bericht heeft ont vangen. v. Drunen. Toch is 't zoo. W. v. d. Wiel. Dat is politiek. De Voorzitter heeft op verzoek van den heer Htiizinga. voorzitter dier com missie, een onderzoek naar de schade doen instellen. Het bleek, dat deze niet grooter, eerder kleiner, was dan vorige jaren. Spr. wil wel verzekeren, dat hij ervoor zal zorgen, dat niet iedereen daar kan jagen. Alsde minis ter den wensch te kennen geeft, dat er meer wild moet worden opgeruimd zal aan dien wensch voldaan worden, maar bij het geven van jachtrecht zal spr. zeer nauwlettend te werk gaan. De Voorzitter wil het jachtrecht aan een der 4 vorige houders verkoopen en dan in het contract vastleggen dat de schade vergoed moet worden. De heer W. v. d. Wiel merkt op, dat dit punt niet op de agenda staat. Hierop ontstaat een korte woorden wisseling tusschen den voorzitter en den heer W. v. d. Wieltenslotte roept

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 2