laatste kwestie nu geregeld is. De
directeur heeft toegezegd dat vanaf de
brug nieuwe rails zullen worden gelegd,
zoodat de gemeente de tusschenruimte
kan bestraten Bovendien zal in de
gevaarlijke wisselplaats op 't- Eind
verbetering worden gebracht. De hou
ding der directie was tn deze zeer
welwillend.
De heer Timmermans gelooft dat de
maatschappij wordt instandgehouden
door baantjesjagers, andere menschen
worden daarvan echter de dupe. Deze
subsidie is bedoeld tol dekking van
het tekort in 1931, maar hoe zal dan
het tekort over dit jaar moeten worden
gedek' vraagt spr.
De Voorzitter wijst er nogmaals op
dat de fusie misschien de oplossing
zal brengen.
Weth. Sassen gelooft dat het in de
bedoeling ligt dat de tramlijn In de
toekomst gtëkcirificeerd wordt. Op
dte manier zal de lijn wel rendabel
te maken zijn. Komt de fusie niet toi
stand, dan is het met de tram ineens
afgeioopen en dan zullen er groote
stroppen vallen.
De heer Timmermans verwacht ook
van electrificatie niet veel heil. Hij wijst
op de Oootsche tram die eveneens
noodlijdend is.
Met 6 1 stem wordt besloten de
subsidie te verleenen. Tegen de heer
Timmermans.
De heer Timmermans te Statendam
verzoekt in de gelegenheid te worden
gesteld zijn zoontje bijzonder onderwijs
te geven. De kosten, f171 per jaar,
kan T. zelf niet betalen, daar hij werk
loos is. Ook Arm- en Schoolbestuur
zegden reeds hunne medewerking toe.
Van de fa. Speyer Bros is een ver.
zoek ingekomen tot verkoop van een
perceel bouwterrein, en van de fa.
Kalker tot overgave van terrein in erf
pacht. Deze verzoeken worden in
besloten vergadering behandeld.
Werkverschaffing.
De Voorzitter doet de mededeeling
dat B. en W. in afwachting van de
werkverschaffing aan den dijk van den
Emlliapoider uitgezien hebben naar een
object voor werkverschaffing in de
gemeente. Zij meenen dit gevonden te
hebben in de uitbaggering der haven,
waarvoor ook subsidie van het Rijk
toegepast zal worden.
B. en W. verzoeken ihans machtiging
om deze kwestie voor te bereiden.
De heer Jansen vraagt of de haven
van de gemeente ofwel van het rijk is.
Hij gelooft dat het gewenscht is dit
degelijk te onderzoeken.
üe Voorzitter antwoordt dat naar
zijn meening de haven kadastraal aan
het rijk behoort, terwijl de gemeente
onderhouds plichtig is.
De heer Jansen klaagt over de han
delwijze der Heidemij. die op de door
het rijk gesubsidieerde werkverschaf
fingen toezicht uitoefent. In Werken-
dam kregen de te werk gestelden
slechts 90 cent uitgekeerd voor een
heele week.
Zooiets vindt spr. niet op zijn plaats,
de maatschappij moet zorgen dat aan
de arbeiders een fatsoenlijk loon wordt
uitgekeerd. Dat de menschen op deze
manier wrevelig worden kan spr. best
begrijpen, hij zou zelf ook weigeren
te werken voor 90 cent per week.
De Voorzitter zegt dat in verschil
lende werkverschaffingen kwesties voor
komen, dat hangt soms af van de
leiding, soms ook van de arbeiders
De loonen moeten altijd lager blijven
dan die welke in het vrije bedrijf
worden gegeven.
De heer Dirven vraagt of de moge
lijkheid niet bestaai dat de gemeente
het werk in eigen beheer uitoefent.
De Voorzitter wil dat wel probeeren
maar het spreekt voor hem vanzelf dat
het rijk ook wat te zeggen wil hebben
als het 50°/0 subsidie geeft.
In princiep gaat de raad accoord
met het plan van B en W.
De Voorzitter beantwoordt vervol
gens de vragen door den heer Timmer
mans in de vorige vergadering gesteld,
betreffende het salaris van den secre-
tarls der gezondheidscommissie. De
vaste toelage van den secretaris be
draagt f850 sedert 1 januari 1929.
daarvoor was het f700 Van dit
door Qed. Staten vastgestelde salaris
wordt f 400 door het rijk betaald,
de rest drukt op de begrooting en
wordt dus door de betrokken gemeen
ten betaald.
De Voorzitter geeft den heer Jansen
vervolgens antwoord op diens bezui
nigingsplannen. Wat betreft de pen
sioneering van den gemeente-opzichter
zegt spr. dat het hem onjuist voorkomt
iemand te pensioneeren en hem tegelijk
weer werk op te dragen als bedoelde
ambtenaar zijn werk nog kan doen
moet men hem niet op pensioen zetten.
Jansen. De gemeente is toch niet
verplicht het werk door den opzichter
te laten doen.
De Voorzitter zet uiteen dat de ge
meente duurder uit zou zijn als zij de
opdrachten aan een ander persoon
moest geven. Telkens als er iets ge
bouwd moet worden moet een teekening
worden gemaakt en moet toezicht
worden gehouden. Vroeger heeft een
dergelijke toestand ook bestaan, toen
kreeg de opzichter f 750.—plus 5 pCt.
van het gemaakte werk, later is dit
veranderd en is het salaris op f 1000.—
gesteld. De normale vergoeding voor
een opzichter is 5 pCt. en wanneer
dit gegeven moest worden zou men
veel duurder uitkomen als met het
bestaande salaris. Bovendien mist men
dan het toezicht, terwijl men nu altijd
over den opzichter kan beschikken.
De heer Jansen moet tot zfln leed
wezen iets naar voren brengen wat
hem niet aangenaam is geweest.
Als lid van den gemeenteraad is spr.
met voorstellen gekomen, hij is toch
verplicht om voor het belang der ge
meente op te komen, en daarom vindt
hij het treurig zooals de gemeente-
opzichter hem na de laatste raadsver.
gadering behandeld heeft. Als men in
de voorstellen van een raadslid aan
leiding vindt om dat lid in discrediet
te brengen bij de inwoners van O'berg
dan is oie houding unfair. Er is door
den opzichter bevel gegeven om de
vuilnisbakken niet meer bij de men
schen uit huis te halen. Er moet zelfs
tegen een reinigingsman in het bijzijn
van den burgemeester gezegd zijn: Ik
zal ze. d....-Dat vindt spr. niet op
zijn plaats, een dergelijk optreden is
hoogst unfair, en als men bij hem
weigert het vuil te halen zal hij den
heelen bak met eigen handen op straat
uitschudden, ook al is de veldwachter
er bij 1
De Voorzitter merkt op dat de con
clusies van den heer Jansen niet geheel
juist zijn. B. en W. hebben met den
opzichter een bespreking gehad over
den ophaaldienst omdat de werklieden
het werk niet meer konden bijbrengen.
Dat was echter nog voor dhr. Jansen
met zijn voorstellen kwam. Het op
halen van vuil neemt hoe langer hoe
meer tijd in beslagdat komt omdat
de menschen in den loop der jaren
meer gebruik zijn gaan maken van den
reinigingsdienst dan noodlgen wensche-
lijk Is. Niet alleen huisvuil maar
winkel-, magazijn-, zelfs tuinvuil wordt
meegegeven. Feitelijk heeft de be
woner te zorgen dat zijn vuilnisbak
buiten staat, maar oudergewoonte komt
de vuilnisman de bakken nog binnen
halen. Daarom zijn de maatregelen
genomen.
Enkele klachten zijn er over inge
komen doch die waren alle tegen een
vuilnisman.
De heer Jansen wil hier het spreek
woord toepassen: „Barbertje moet
hangen,"
De werkzaamheden met de vuilnis
bakken zijn direct begonnen na de
laatste raadsvergadering. Dit is heel
klein, zelfs kinderachtig.
Met de voorstellen van B. en W. zal
spr., ais het hem mogelijk Is, accoord
gaan. Bij hem gaat het slechts over
bezuiniging, die hard noodig is als men
ziet dat O'berg met 2800 inwoners 12
ambtenaren heeft en Made met veel
meer inwoners slechts 7. In Made
heeft men toch ook geen gemeente-
opzichter.
De Voorzitter wijst er op dat hier
het publiek stads-eischen stelt, men
wil opslag gediend zijnen heeft altijd
haast; de menschen zijn hier meer
stads opgevoed. In dit geval gaat de
vergelijking met Made zeker niet op
daar de menschen hier geen plaats
hebben om zelf het huisvuil te bergen.
De heer Jansen meent dat men goed
werk moet kunnen eischen als men
iemand in dienst heeft. Spr. kan daar
echter niet veel goeds van zeggen,
want er mankeert nogal eens wat aan.
Zoo zijn b.v. de banden in de Koe
straat al geheel afgebrokkeld.
Spr. voelt zijn zware plicht als lid
van den raad om met dergelijke dingen
zonder onderschei'd des persoonsnaar
voren te komen. Hier moet't gemeente
bestuur regeeren en niet de onder
geschikte. Het'is trouwens ook al
gebeurd dat een gemeentereiniger den
tuin van iemand die boven hem staat
ging opknappen.
Voorzitter. Daar is al tegen opge
treden.
Jansen. Ik wil geen namen noemen,
men begrijpt mij toch wel. Het is voor
een raadslid van een kleine gemeente
onmogelijk om niet persoonlijk te zijn.
De Voorzitter beëindigt deze discus
sie met te zeggen dat B. en W. van
meening zijn dat de opzichter moet
blijven.
Vervolgens bekijkt spr. het voorstel
van den heer Jansen om den ambtenaar
van het grondbedrijf te ontslaan en de
werkzaamheden door het secretarie-
personeel te laten doen. Dit zou een
bezuiniging van f60 beteekenen, daar
de gemeente gedurende 11 jaar wacht-
geld moet betalen.
De heer Jansen wil ook in de toe.
komst kijken. Als men den man houdt
moet men het volle pond toch betalen.
Er moet toch een begin gemaakt wor
den. Waarvoor is deze ambtenaar
feitelijk noodig Het is treurig dat hij
benoemd is, maar daar heeft indertijd
een voordeelig politiek kantje aan
gezeten.
De Voorzitter zegt dat men vroeger
alles liefst van de secretarie weghield.
Spr. zelf ziet liever al die kleine baan
tjes in handen van één persoon die
dan een flink salaris heeft. Op het
oogenblik kan het werk er moeilijk
worden bijgenomen daar ter secretarie
reeds veel werk is. Als straks de werk
verschaffing er nog bijkomt moet mis
schien zelfs een nieuwe ambtenaar
worden bijgenomen.
De heer Jansen constateert dat er
vroeger veel „Jantjes-maat" gespeeld
werd in deze gemeente.
De Voorzitter gaat hierna voort met
de behandeling der overige door den
heer Jansen geopperde plannen.
ABONNEERT U QE DIT BLAD.
DRUNEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Maandag j.l. nam
7 uur.
Voorzitter de EdelAchtb, heer Mr. v.
d. Heijden.
Secretaris de heer v. d. Lokkant (wn.)
Aan de orde
Schadevergoeding.
1. Ingekomen stukken w.o.
a. Een verzoek d d. 25 Juli j.l. van
J. v. d. Bosch te Drunen om schade
vergoeding voor zijn bij den boschbrand
op 14 Maart 1.1. verbrande mast.
Het praeadvies van B. en W. luidt
als volgt:
Onder dagteekening van 25 Juli 1.1.
is Ingekomen een verzoek van J. v. d.
Bosch te Drunen om schadevergoeding
voor zijn verbrande mast bij den
boschbrand op 14 Maart 1932.
Zooals Uwen Raad bekend is, zijn
Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding van een ingewonnen rechts
kundig advies van Jhr. Mr. C. van
Nispen tot Sevenaer te 's-Bosch van
oordeel, dat de gemeente in dit geval
niet tot schadevergoeding verplicht is.
Daarom stellen Burgemeester en Wet
houders voor afwijzend op het verzoek
te beslissen.
De Voorzitter meent dat het punt
geen nadere toelichting meer noodig
heeft, daar het reeds 2 maal in ver.
trouwelljke vergadering besproken is.
De heer v. Drunen vraagt welke
motieven er zijn om geen schade te
vergoeden.
De Voorzitter antwoordt dat dit In
het prae advies omschreven staatde
gemeente is niet verplicht te betalen.
Daarvoor zijn verschillende redenen
die spr. niet in openbare doch wel in
vertrouwelijke vergadering nogmaals
wil uiteenzetten. Qing spr. deze redenen
in het openbaar meedeelen, dan zou
het de positie der gemeente bij een
eventueele procedure zeer benadeelen.
v. Drunen. Mogen wij het advies van
Mr. v. Nispen tot Sevenaer niet hooren
Voorzitter. Dat wil ik wel in ver
trouwelijke vergadering voorlezen,
anders niet.
v. Drunen. De brand Is door een
ongelukje ontstaan. 7 jaar geleden heeft
de man 2 perceelen omgewerkt en
daarop dennen gezet. Daarom vind ik
dat hem wel schadevergoeding toekomt.
Voorzitter. U komt weer terug op
de vraag of hij recht heeft op schade
vergoeding. maar dat heeft hij niet.
Een andere kwestie is of de raad hem
een cadeautje wfl geven. Het gaat er
slechts over dat de man beweert recht
te hebben op schadevergoeding en dat
ontkennen B. en W.
v. Drunen. ik vind dat hij wel recht
heeft.
Voorzitter. Als hij beweert recht te
hebben, moet hij dat zelf maar bewijzen
en behoeft de gemeente niet het tegen
deel te doen.
De heer v. Drunen gelooft dat dit
zeer gemakkelijk voor hem zal zijn.
Op de vraag van den Voorzitter zegt
de heer v. Drunen dat hij geen verdere
toelichting in geheime vergadering
wenscht, doch dat hij wil dat de man
schadevergoeding krijgt.
Het voorstel-B. en W. wordt met
10—1 stem aangenomen, de heer v.
Drunen stemde tegen.
Gemeente-rekenlng.
2. Aanbieding gemeente—rekening
1931 en benoeming van een commissie
van onderzoek.
In de commissie worden op voorstel
van B. en W. benoemd de heeren
W. v. d. Wiel, H. de Wijs en M. Vrij
hoeven.
Schoolgeld.
3. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot continueering der ver
ordening tot helfing van schoolgeld in
de gemeente Drunen.
Bij Koninklijk Besluit d.d. 12 Febr.
1931 werd goedkeuring verleend aan
de bij raadsbesluit d.d. 16 December
1930 vastgestelde verordening regelen
de de helfing van schoolgeld voor het
iager onderwijs In deze gemeente.
Aangezien deze goedkeuring echter
slechts voor 1 jaar werd verleend, is
het noodzakelijk deze goedkeuring
thans opnieuw te vragen. Omdat o. i.
aan wijziging der verordening geen
behoefte bestaat, stellen B. en W. den
Raad voor de Kroon te verzoeken de
door haar verleende goedkeuring te
willen contlnueeren.
Aldus wordt besloten.
Bewaarschool Nleuwkuljk.
4. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders inzake het in de vorige
vergadering aangehouden verzoek om
een bijdrage in de kosten van een
nieuw te bouwen bewaarschool te
NieuwkuJJk.
In de laatste vergadering is het
verzoek van het schoolbestuur te
Nleuwkuljk om een bedrage in de
kosten voor den bouw eener nieuwe
bewaarschool aldaar, in handen gesteld
van B. en W. ten einde daaromtrent
te dienen van advies.
Er wordt een bijdrage gevraagd van
f 3.— per kind en per jaar, terwijl de
bewaarschool te Nleuwkuljk over de
jaren 1929 t/m. 1932 werd bezocht
door gemiddeld 7 of 8 kinderen uit
deze gemeente, allen wonende langs
de grens van Nleuwkuljk. Voor die
kinderen is het veel gemakkelijker de
bewaarschool te bezoeken te Nieuw-
cuijk dan te Drunen, eerstens omdat
de weg naar de school te Nieuwkuijk
minstens 15 20 minuten gaans korter
is dan naar Drunen. Tweedens is op
den weg naar Nieuwkuijk ter plaatse
veel minder druk verkeer en dus minder
gevaar dan op den weg naar Drunen.
Verder zijn de kinderen in de z.g.n
laan te Nleuwkuljk veel minder bloot-
gesteld aan bet weer dan op den
vlakken weg naar Drunen. Oezien de
voordeelen voor bedoelde kinderen aan
het bezoeken der bewaarschool te
Nieuwkuijk verbonden, stellen Burg.
en Weih. voor voor het jaar 1932 een
bijdrage te verleenen van f 2.50 per
kind, aangezien is gebleken dat de
gemeente Nieuwkuijk zelf ook slechts
een bijdrage verleent van f2 50 per
kind.
Oezien de houding der gemeente
Nieuwkuijk lijkt het den voorzitter
wenscheiyk de subsidie nog slechts
voor één jaar toe te slaan, deze kan
dan later nog verlengd worden.
De heer W. v. d. Wiel is tegen de
subsidie. De kinderen van Wolfshoek
ga3n ook wel naar Elshout en daar
wordt geen subsidie gegeven. Hier
moeten de ouders het zelf betalen,
terwijl daar de gemeente subsidie gaat
geven. Ais men dergelijke dingen gaat
doen, zegt spr., zullen we ook de
bewaarschool in Drunen subsidie moe
ten geven.
De Voorzitter wijst erop dat de kin
deren die de school in Nieuwkuijk
bezoeken evengoed nog schoolgeld
betalen moeten als vroeger. Voor de
kinderen is het veel beter en gemak
kelijker naar Nieuwkuijk ie gaan en
juist omdat de kinderen anders niet
naar Nieuwkuijk gaan stellen B. en
W. voor de subsidie te verleenen. Het
bedrag beteekent weinig, dat levert dus
het groote bezwaar niet op.
De heer W. v. d. Wiel merkt op dat
men in Drunen voor zijn bewaarschool
kinderen veel meer moet betalen dan
voor de grooteren. Als subsidie wordt
gegeven voor die welke naar Nieuwkuijk
gaan, moet dat ook maar gedaan worden
voor kinderen die hier naar school
gaan. Misschien behoeven de ouders
dan wat minder schoolgeld te betalen.
De Voorzitter zegt nogmaals dat de
kinderen in Nieuwkuijk schoolgeld
moeten blijven betalen. De Drunensche
bewaarschool is zeer goed van inrich
ting en deze behoeft niet om subsidie
te vragen. De kwestie is dat de kinderen
van de Hei niet naar school kunnen
wanneer de subsidie niet betaald wordt.
De heer W. v. d. Wiel merkt op
dat ook de Drunensche bewaarschool
uitgebreid is, daarvoor was ook geen
subsidie noodig, waarom kunnen ze
het ook in Nieuwkuik niet zelf betalen
De voorzitter meent dat de raad dit
laatste niet uit te zoeken heeft.
De heer A. v. d. Wiel heeft ook be
zwaar tegen de subsidie. De kinderen
kunnen den weg z.i. best loopen, som
mige moeten nog wel grootere afstan
den afleggen; de weg daarheen is
niet zoo gevaarlijk.
De voorzitter gelooft niet dat de
ouders hun kinderen van 4 of 5 jaar
met een gerust hart den weg op zou
den sturen. De motieven die de ouders
hebben aangehaald vindt spr. zeer ge
grond. De kosten pl.m. f 20 zullen in
het belang der inwoners van Drunen
besteed worden. Dat sommige men
schen nog verder uit de buurt wonen
is voor spr. geen motief. Het is immers
ondoenlijk om voor weinige huisge-
zinnen een bewaarschool te stichten,
hier kan men echter met een klein
bedrag klaar komen.
De heer v. Drunen onderschrijft de
zienswijze van B. en W. Het zou voor
de kinderen van de Hei onmogelijk
zijn in Drunen naar de bewaarschool
te komen.
De heer de Wijs gelooft dat de
leden afschrikken van het hooge be
drag, in dat geval zou hij liever zien
dat de beter bedeelden die er profijt
van trekken de subsidie betalen. Men
werkt dan ook het subsidie vragen
niet zoo in de hand.
De voorzitter wijst op de practische
bezwaren die dit zou meebrengen.
Bovendien hebben de ouders hiermede
niets uitstaande, het gaat slechts tus-
schen school, en gemeentebestuur.
De heer W. v. d. Wiel wil het punt
aanhouden, daar hij zich niet kan in-
denken dat de school buiten deze bij.
drage nog schoolgeld blijft vragen.
Dan zou men per kind f 11 vragen,
terwijl het lager onderwijs maar f 8
per kind krijgt.
De voorzitter merkt op dat een ver
gelijking tusschen bewaarschool en
lagere school geen zin heeft.
Voor den heer W. v. d. Wiel is het
een principleele kwestiereeds 2 jaar
geleden heeft hij gevraagd aan de
bewaarschool te Drunen subsidie te
geven.
Tenslotte verklaart de heer v. Delft
zich nog voor de subsidie.
Met 10 1 wordt het voorstel aan
genomen, tegen dhr. W. v. d. Wiel.
Brandweer Glersbergen.
5. Voorstel van Burg. en Weth. be
treffende den aankoop van een
schuimbluschapparaat van groote ca
paciteit.
Naar aanleiding van de meermalen
gevoerde besprekingen over den aan
koop van een brandbluschapparaat
van groote capaciteit voor het gehucht
Qiersbergen, zijn door B. en W. prijs,
opgaaf en adviezen gevraagd omtrent
degelijkheid en werking der verschil-
lende in den handel zijnde merken.
Aan de hand dier adviezen zijn wij
tot de conclusie gekomen dat de beste
resultaten te verwachten zullen zijn
van een schuimbluschapparaat met ePn
inhoud van 100 L., waarvan de kost. de V°
prijs f 325 bedraagt. Op de begroo °rC*e'
ling 1932 is uitgetrokken een bedrag
van f 300 voor de aanschaffing van
een schuimbluschapparaat en f 2(jq enkele
voor den bouw van een bergplaa,s betr«ffen'
van dat apparaat. Dit bedrag van I 2cq ki"deren
zal echter niet geheel behoeven te he
worden uitgegeven, aangezien het toe
brandbluschapparaat zal kunnen wor. niedewer
den ondergebracht bij een der bewo! er wal 11
ners van Qiersbergen. wordt.
De heer W. v. d. Wiel vindt het r
bezwaarlijk dat het apparaat bij een schr^
bewoner moet worden ondergebracht 8Prok,en
Als er toevallig in dat perceel brand die t
uitbreekt kan het toestel geen dienst 8pr'
doen. 3e ver>
De voorzitter zegt dat natuurlfo
wordt gezorgd dat het apparaat brand-
vrij staat en dat het onmiddellijk bin.
nen bereik is. Zekerheid tn deze heeft
men natuurlijk nooit, ook een brand-
spuilhutsje kan afbranden.
üe voorzitter zegt nog dat met het
apparaat op Qiersbergen een demon,
stratie zal worden gehouden, daarbij
zullen enkele menschen worden uitge.
noodigd om den blusscher te leeren
hanteeren.
Het voorstel wordt aangenomen.
Bij de rondvraag wijst dhr. de Wijs
er op dat vorig jaar geen nieuwe ge.
delegeerde voor de vakschool be
noemd is.
De voorzitter zal dit onderzoeken rech,lsc.
lacht PesC, bchale"
De heer v. Drunen vraagt eenlge
inlichtingen betreffende de jacht op
Pestaert.
De voorzitter antwoordt dat de t
pachtsom is voldaan evenals de schade,
vergoeding voor de vernielde jonge
mast. Het ligt thans in de bedoeling
een der vier heeren de jacht opnieuw
te verpachten.
De heer v. Drunen betwijfelt of hel
wel gewenscht is de jacht weer aan
deze heeren te geven. Spr. heeft ge.
hoord, dat de Wiidschade commissie
een onderzoek heeft ingesteld en ont
zettende schade heeft geconstateerd,
Groote complexen jonge mast zijn
totaal verwoest door het wild. De
f 80.— pacht wegen z.i. niet op tegen
de verwoesting die wordt aangericht.
De Voorzitter gelooft, dat de schade
niet zoo erg is. In het bedrag dat de
heer v. Schijndel betaald heeft, was
f 40 voor mastschade. Tegen Mr.
Lotff heeft de heer v. S. beloofd de
schade aan de mast altijd te zuilen
vergoeden en spr. vindt geen reden
om daaraan te twijfelen.
De heer v. Drunen begrijpt niet, dat
de voorzitter de groote complexen
mast niet heeft gezien die zonder kop
staan. De minister zal eerstdaags wel
ander bericht laten hooren.
De Voorzitter zegt, dat deze kwestie
„geen zuivere kolfie" is, er ztt wat
anders achter. Er zijn nl. menschen,
die graag zouden schieten en die zou
den willen, dat ieder daar kon jagen.
De schade is lang niet zoo groot als
wel beweerd wordt. Van de Wiidschade-
commissie heeft spr. zelf nog niets
gehoord.
De heer de Wijs vraagt wat of de
rijksveldwachter hiervan zegt.
De Voorzitter zegt van alle menschen
die er geregeld komen te hooren, dat
de schade niet zoo heel erg is.
De heer W. v. d. Wiel zou toch
graag zien, dat de verpachting van het
jachtrecht werd aangehouden tot het
rapport der Wiidschade—commissie
ingekomen is.
De heer Verhoeven zegt, dat de ver
nieling niet zoo erg is, dat is een.
voudig een kwestie van politiek. Spr.
heeft er niets op tegen, dat iemand
daar jaagt, zelf doet hij het ook; nog
vorige week heeft hij er 17 konijnen
opgeruimd, daar moet je schutter voor
zjjn 1
v. Drunen. Toch wel een bewijs,
dat er veel wild zit.
Voorzitter. Maar de heer Verhoeven
is ook een buitengewoon schutter.
De heer v. Drunen zegt, dat de
Rijkswaterstaat en de Wiidschade—
commissie hebben geconstateerd, dat
er gangen gegraven waren van een
menschlengte diep.
Bij hoogen waterstand zijn deze
gaten, die ook in de dijken zitten,
hoogst gevaarlijk. Politiek kan daar
niet achter zitten.
Weth. v. Halder begrijpt niet hoe of
de heer v. Drunen de bevindingen der
commissie zoo precies weet, terwijl de
voorzitter nog geen bericht heeft ont
vangen.
v. Drunen. Toch is 't zoo.
W. v. d. Wiel. Dat is politiek.
De Voorzitter heeft op verzoek van
den heer Htiizinga. voorzitter dier com
missie, een onderzoek naar de schade
doen instellen. Het bleek, dat deze
niet grooter, eerder kleiner, was dan
vorige jaren. Spr. wil wel verzekeren,
dat hij ervoor zal zorgen, dat niet
iedereen daar kan jagen. Alsde minis
ter den wensch te kennen geeft, dat
er meer wild moet worden opgeruimd
zal aan dien wensch voldaan worden,
maar bij het geven van jachtrecht zal
spr. zeer nauwlettend te werk gaan.
De Voorzitter wil het jachtrecht aan
een der 4 vorige houders verkoopen
en dan in het contract vastleggen dat
de schade vergoed moet worden.
De heer W. v. d. Wiel merkt op,
dat dit punt niet op de agenda staat.
Hierop ontstaat een korte woorden
wisseling tusschen den voorzitter en
den heer W. v. d. Wieltenslotte roept