:n 'S *4ï Ons Weekpraafje. Rl GEMEENTERAAD. Zaterdag 8 Oct. 1932. 55e Jrg. TWEEDE BLAD. Tegenwoordig vieren we op den JD October, sterfdag van den H. .flclscus van Assis:ë, den internatl- alen Dierendag, en wel, omdat joals we ergens lazen, de H. Fran- jcus »een grooï deel van zijn leven kleedde om den tijdgenoot te leeren, men tot eigen voldoening en tot DlrtJ;'ldoening van bet dier, daarmee moet -jgaan". Heelemaal juist is deze ken- ^etting van het leven van den H. [jnciscus van Assisië allerminst Neen ,lt groote Heilige der Roomsche zocht het contact met de dieren beeld als vertroosting, omdat de tr, Michen soms niet naar hem wilden ijieren. Het belang van menschen en lleti ging N hem vóór alles Vten meene overigens niet, dat we «tegen Dierendag hebben. We zijn Inderdaad van overtuigd, dat een Ilioscti als zoodanig niet goed en edel ,j zijn, zonder dat hij respect zou .t)b:n voor de belangen der dieren i evenzeer gelooven we, dat een l%ht mensch beter kan worden, door liefde in te prenten voor het beest, ■renbeschermlng op zich is een •jchtig werk, maar ze wordt o.i. in £«tr.|lê gevallen geschaad door valsche jlimenten. Veel dierenbescherming niet anders dan menschelijke zelf. ering Omdat we van hond, kat, enz. de trouw en aanhankelijk- kennen, ja, omdat we van den en oogopslag, in het algemeen: de reacties dier beesten iets ver- of meenen te verstaan, décUom agen we het niet, als ze slecht en behandeld. Als die huisdieren en gekweld, dan wordt ons ge- geweld aangedaan en vooral dat te kunnen we heel moeilijk onder- D&'Otn werpen velen zich voor nbescherming op. We onderscheiden dieren en dieren, lijks liggen millioenen garnalen, Hen, botten en andere visschen levend op wagens en in manden te spartelen in een doodstrijd van uren; aal wordt levend gestroopt, mosselen komen levend op het vuur. Edele herten worden geschoten, prachtig gevogelte wordt met moordend lood omlaag ge haald. Koningen van de woestijn wor den levenslang in ellendige dierentuin- hokken opgesloten. We zeggen niet, dat dierenbescher mers dat allemaal goedkeuren, in tegendeel. Maar hun protesten gaan in het algemeen te eenzijdig uit naar de mishandeling of verkeerde behan. deling van huisdieren, terwijl over het lot van andere nuttige beesten te weinig wordt gedacht en gesproken. Toch zijn het geen dieren van den tweeden rang; hun noodlot echter deert minder ons gemoed Onbewust bescher men de menschen meer hun eigen ge voel dan het welzijn der dieren. ra Zooals er onderscheid wordt gemaakt tusschen dieren en dieren, zoo kent onze beschaving ook menschen van den eersten en van den tweeden rang, blanken b.v. en negers. Wat een on duldbaar vergrijp zou zijn tegenover de eersten, kan een wetenschappelijke verdienste worden tegenover laatstge- noemden. Als een neger zich interesseert voor het onderscheid tusschen het bloed van hem en van een blanke, zou men het dan van hem dulden, dat hij neergestreken b.v. in Den Haag een aantal Haagsche inboorlingen met geweld en tegen dezer zin wat bloed ging aftappen? We zouden dien neger wel eventjes beschaafde mores leeren Maar nu omgekeerd. In Utrecht woont een mijnheer, die luistert naar den naam van Drs. Paul julien. HQ heeft zich, ofschoon hij nog maar doctorandus is en zijn acade mischen titel nog niet heett gehaald, reeds in de gelederen der beoefenaren van de wetenschap gedrongen.Hij meent anthropoloog te zijn en trok naar de Afrtkaansche republiek Liberia om er anlhropologische onderzoekingen te doen. Bij zijn terugkeer had hij zich te onderwerpen aan een interview van een Telegraaf-medewerker, waar van het relaas te vinden is in het avondblad van genoemde krant, d.d 29 September. Onze aankomende anthropoloog deelde allereerst mede, dat hij gronten dank verschuldigd was aan het Rijks Serologisch Instituut te Utrecht, dat hem sera ter beschikking stelde. Ook Jr. Pondsman en prof. v. d. Broeke hadden hem hun waardevolle mede werking verleend. In Liberia had onze Utrechtsche onderzoeker veel bloedanalyses ge daan. Hij vertelt er van „Eerlijk gezegd was dwang de „eenige manier om ze (de neger- „bevolking van Liberia) een drup. „pelije bloed, wat ik noodig had, „af te tappen door een speldeprik. „We omsingelden het dorp en op „die wijze wist ik het dan klaar te „spelen. Het schedelmeten ging „eenvoudiger, maar bij den spelde- „prik gingen ze te keer als kindeten". En verder: „ik heb duizend bloedana'yses „gemaakt. Ja, soms was het neel „moeilijk. Als we bij een dorp „kwamen, waren de bewoners spoor „loos verdwenen". Een prettige kennismaking beleefden die menschen met onze beschaving 1 n plaats van te trachten hun ver. trouwen te winnen, gaan onze half. gestudeerde onderzoekers ze met ge huurde krachten bijeen drijven en ze onder klagend gehuil stuk voor stuk wat bloed aftappen. Mannen en vaders moeten het toezien, dat zóó hun vrouwen en kinderen door een blanke worden overweldigd En het nut? „Over het resultaat van zijn onder „zoekingen kon de heer Julien zich „uit den aard der zaak nog niet „uitlaten. Drs. Julien hoopt blnnen- „kort op verschillende plaatsen in „het land lezingen te houden over „zijn interessante expeditie". Resultaat? Nou |a, dat is bijzaak Maar de onderzoeker houdt in ieder geval lezingen over zijn tocht, want wat hem en zijn hoorders tenslotte slechts interesseert, dat ls het moppige van het geval, het bijeen drijven van angstige menschen, het huilen en schreeuwen van de zwarte wezens, als de blanke onderzoeker ze wat bloed aftapt eder- 1905 jJJJLder schriftïlijketoestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. EN EIGENWIJS VOGELTJE. mees en het vinkevrouwtje waren prlji mor ens vroeg al bij de hand, streken op een dakgoot neder keken toen naar allen kant. eloo re den vlnkeman, die moest wel volgen uw bleef hij vrouwtje-lief terzij. Ij dachtMocht haar iets overkomen, i ben Ik steeds tot hulp nabij. keken van de dakgoot neder, vinkevrouw riep„Kijk eens aan, lis daar waarlijk tot mijn blijdschap 9 zak vol heerlijk voedsel staan. hst vlieg ik heen, dan kan ik daad'lijk Inn smullen, hoor, zooveel ik wil", had gelijk, want voor een winkel ntantt :od juist een groote wagen stil. op dien wagen stonden zakken, larvan er één half open was. anti vinkevrouw dacht: Dat is heerlijk; komt ons zeker goed te pal. n en tipt abink vloog erheen. Maar och, hoe jammer vinkje was niet vlug genoeg, kwam een man, die 't heerlijk voedsel vlug hij kon naar binnen droeg. 165 bracht het in een mooien winkel Het den leegen wagen staan, g was de vinkevrouw heel even to mooien winkel ingegaan. he!,efl »g wipte het vinkje op den wagen 0 Ir 'keek nieuwsgierig toen in 't rond, 1 'wat zag zij toen tot haar vreugde, rekking !Jr |3g 00|j voedsel op den grond (Wordt vervolgd). EEN TIJD co" We stellen voor om jaarlijks ook een menschendag te houden, waarop e blanke verwaat'nen zich dienen te herinneren, dat ook zijn bruine en zwarte broeder is geschapen naar het beeld des Scheppers en dat in het lichaam van een zwarte een ziel huist als in het onze, enkel een beetje blanker misschien. EETHEN c a. De begrooting vastgesteld. Benoeming van hoofden der scholen te Heesbeen en Meeuwen. De raad der gemeente Eethen ca. kwam Donderdagmorgen in openbare vergadering bijeen ten raadhuize te Genderen, onder voorzitterschap van den E A. heer burgemeester Brune. Afwezig de heeren v. d. Schans en Vos. De notulen worden aangehouden tot de volgende vergadering. 1. Ingekomen stukken. Procesverbaal van kasopname bi] den gemeenteontvanger. De gemeentekas bevatte op 26 Sept. f 820.25, Straatbelasting. Van de Wed. C. v. d. Kolk reclame betreffende straatbelasting. Vroeger was adressante aangeslagen voor een huur waarde van f 60 tegen 3 pO., dus voor f 1.80 per jaar, doch na herbouw van haar woning voor 1113 tegen 6 pCt., dus voor f 6.78. Adressante reclameert hiertegen, daar haar pand niet grooter is geworden en er slechts van verbou wing sprake is. Daarom verzoekt zij de belasting op het oude peil terug te brengen. De Voorzitter betoogt dat dit niet volgens de verordening zou zijn. Het kan wel waar zijn dat het huis Is her bouwd op de oude fundamenten, maar naar aanleiding der verbouwing is de huurwaarde van het perceel opnieuw geschat en van f60 gebracht op f 113 Volgens de verordening moet dan het percentage op 6 worden gesteld. B.en W. stellen daarom voor afwijzend te beschikken. Ais adressante wil recla meeren, moet zij dat doen tegen de schatting der huurwaarde. De raad gaat met dat voorstel ac- coord. Subsidie A.L.A.D. Van de directie der A L.A.D. auto- busonderneming is een verzoek inge komen om een subsidie van f 300.—. De exploitatie der diensten levert een tekort op, wegens het te kleine aantal reizigers en de hoogere benzineprijzen. Bij event, opheffing der maatschappij zouden de inwoners dezer streek ten zeerste gedupeerd worden. De Voorzitter heeft over deze aan gelegenheid een onderhoud gehad met den directeur der A.L A.D. en met den burgemeester van Dussen. Volgende week zal een vergadering worden bij eengeroepen van burgemeesters uit deze streek, waarop de kwestie zal worden besproken. Daarom stelt spr. voor het verzoek voorloopig aan te houden. Aldus wordt besloten. Vergoeding Ing. L. O. wet. De heer A. J. Lankhaar te Bablloniën- broek verzoekt een vergoeding inge volge art. 13 der 1. o. wet ten behoeve van zijn zoontje, dat de Uloschool te De Werken bezoekt. B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken, daar het kind 13 jaar is en de 7 klassen der lagere school heeft doorioopen, zoodat het volgens de wet niet meer voor vergoeding in aanmer king komt. De heer T. H. Ottevanger te Eethen verzoekt om een dergelijke vergoeding A f 1 50 per week voor zijn dochtertje dat de Uio school te Eethen bezoekt. Op voorstel van B. en W. wordt een vergoeding van f 1.per week toegestaan. De heer N. Schilders te Drongelen verzoekt eveneens een vergoeding, zijn zoon bezoekt de Ulo school te Waal wijk. Dezen aanvrager wordt 75 cent per week toegestaan. De heer Donken vraagt of deze bei de laatsten wel onder de wet vallen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. Beiden zijn 12 jaar en hebben pas 6 klassen der lagere school gevolgd. Woningwet. De verordening regelende art. 7 en 9 der Woningwet, zooals deze in de vorige vergadering werd vasigesteld, is door Ged. Siaten teruggezonden met het verzoek een verordening In het leven te roepen volgens het alge- ANNIE'S GEHEIMPJE, ee, maar ik mag vader toch wel ntsglerig maken, welke bood- foppen we alzoo gedaan hebben", Me Annie, als ik verder maar zeg". Jen volgenden dag ging mijnheer de Wild een uurtje met zijn dochtertj wandelen. Ze kreeg haar zondagsche jurk aan en deftig kuierde ze naast den langen man voort. Ook nu kwam ze langs den banketbakkerswinkel en kee ze door't raam, of ze ook iemand zag Ja, de dikke baas stond achter de toon bank en toen hij omkeek, knikte zij vriendinnetje hem zoo lief toe, dat mijnheer de Wild onwillekeurig vroeg of die bakker soms een goede kenni van haarwas Annie voelde, dat ze een kleur kreeg en streek even met de hand langs haar wang. Op die manier dacht ze zeker het blosje te verbergen. „Ja, ik ken hem wel, 'k vind 't een erg aardige man, vader," zei ze, .en hij is heelemaal niet duur ook. Hij bakt prachtige roomtaarten met letters er nog wel op, voor één gulden twin tig Goedkoop vindt u niet?".Och, nu ze toch zoo vertrouwelijk met vader aan de hand liep, kon ze langs haar neus wel eens vragen, of hij een room taart erg lekker vond, Annie keek hem met haar groote oogen heel ernstig aan en zei: „Houdt u eigenlijk wel van taart, papa?" „Nou' of ik," was 't antwoord, „en jij dan „Ik ook, vooral wanneer er veel room in zit. „Vervelend, dat vader daar niets op zegt," dacht Annie, „k Wou toch zoo erg graag weten, waarin hij nu wel het meest smullen zou." Daarom vroeg ze opnieuw: „Houdt u van roomtaart, vadertje „Jawel, kind, eentje met vruchten er in of amandeltjes en krenten smaakt ook verrukkelijk." Annie raakte heusch een beetje in de war, 't was net of vader een vruch tentaart lekkerder vond. Zou moeder zich nu zóó vergist hebben „Maar als u nu eens mocht kiezen, dan zoudt u een roomtaart nemen, is 't niet, vader vroeg ze met een benauwd stemmetje. „U weet wel, we hebben er op moe ders verjaardag immers nog zoo lekker in gegeten. Toe, geeft u nou antwoord, drong ze aan, toen er op haar vragen geen woord volgde. „Zeker, kind, zeker, maar 't lijkt wel, of je boos op me wordt," zei mijn heer de Wild lachend, en Annie, die wel wat gerustgesteld was keek nu ook vriendelijker. Gelukkig kwam het ge sprek op wat anders en had ons bab belkousje geen gelegenheid meer zich te verpraten. Zondagsmorgens dribbelde Annie altijd lang bij haar ouders in de slaap, kamer rond, omdat moeder dan de mooie kleeren voor den dag moest halen. Ook nu stond het kind te wach ten, tot mama van beneden zou komen om het lint in Annie's haar te strikken. Beide deuren van de linnenkast waren open gelaten en vlak vooraan zag Annie het varken staan Eventjes haal- ze 't er uit, ze moest vader voor de grap toch eens laten raden, hoeveel geld daar wel in zou zijn. „Wat denkt u dat ik al gespaard heb?' vroeg ze, terwij, ze haarvader den spaarpoi gaf. „Nu misschien wel zeventig cent," was 't antwoord. „Heelemaal mis 1" riep Annie, „ruim één gulden twintig is er in." „Maar je moet pas gaan tellen, als je varken vol is." meende papa. „Ja maar n kon het niet anders," verklaarde Annie, 't moest nu heusch gebeuren en 't kwam zoo prachtig uit, want ik had net één gulden twintig noodig. O, wat was 't gelukkig, dat moeder weer boven kwam en den spaarpot achter de deuren van de linnenkast sloot; wie weet, of Annie haar geheim pje anders niet verklapt zou hebben.— Eindelijk, eindelijk was 't Maandag avond Nog maar één nacht moest Annie slapen en dan was de groote feestdag daar! 't Was maar goed ook, want het geheimpje brandde al op 't puntje van Annie's tong en toen ze vader een nachtzoen gaf, zei zö: „Als u nu weer wakker wordt, bent u jarig, prettig, hè? Ik kan aan uw neus zien, dat u erg nieuwsgierig bent, wat u krij gen zult Waar hoopt u nu 't meest op?" „O, 'k heb een heeleboel wenschen, kindje." „Nee, opnoemen" drong Annie aan en nu volgde er van alles: „Een tabaks pijp, een mes, een penhouder..." „En anders niets?" klonk het ver drietig. „Nee, ik zou niet weten, wat nog meer, Annie." Het kleine ding begon haast te huilen een taart had vader niet eens opge noemd. O, als hij daar nu niet blij mee was? Mama gaf haar dochtertje een wenk, dat ze nu maar gauw naar boven moest gaan, maar Annie wist stellig, dat ze toch niet zou kunnen slapen. Eerst moest ze zekerheid heb ben. „Vergeet u niets? bedenk u eens goed," begon ze weer. „Toe, begin nog eens opnieuw, vader." „Een tabakspijp..." hielp Annie. Haar vader bedacht zich noch een9 ernstig en vervolgde: „Een mes, een penhouder, een taart. „Ziet u wel! Ha die noemde ustraks niet op!" riep Annie blij. „Nu moet u maar een9 afwachten, wat u van dat alles krijgt." Toen de bakkersknecht den volgen den morgen al vroeg met Annie's present aan de voordeur stond, stoof ze, nauwelijks aangekleed, naar bene den om haar schat te bekijken. O, wat waren de letters er duidelijk opgezet! Ja, vader zou ze best kunnen lezen. „Wat is jou baas toch een knappe man, zul je hem wèl bedanken?" riep Annie opgetogen. „Mijn geld is in moeders linnenkast en als ik het nu uit mijn varkentje haalde, zou vader misschien merken, hoeveel mijn cadeau kost," fluisterde ze geheimzinnig. „Morgen zal ik het je baas wel bren gen, hoor, da-ag Daarop draaide ze den jongen haar rug toe en droeg de ronde doos op beide armen naar de slaapkamer. „Kijk nu eens, wat ik hier heb vader! Dat krijgt u van mijn eigen spaargeld," blufte Annie, terwijl ze zelf de doo9 al open maakte. „Wel, wel, dat is een verrassing, en wat prachtige letters staan er op Die zal smaken." riep de jarige, „dank je wel, beste meid!" Annie had een kleur van plezier en vroeg, haar vingertje dreigend in de hoogte stekend: „Begrijpt u nou waar om ik u gisteren niet aardig vond? U vergat gewoonweg, mijn taart bij uw wenschen te noemen en nu bent u er maar wat mee in uw schik, is't niet? 'k Ben blij, dat ik er vandaag net zoo veel over praten mag, al9 ik wil, want 't wa9 moeilijk, niets te verklappen." „Ja, dat begrijp ik," stemde de jarige toe, terwijl hij zijn kleine meid steeds op de gloeiende wangetjes kuste. Och, wat wa9 Annie op dat oogenblik trotsch op zich zelf, en wel het meest, omdat ze zoo goed een geheimpje bewaren kon. Oplossingen van de vorige week. 1. Zeg niet alles wat ge weet, maar weet altijd, wat ge zegt. 2. e 3. Kattekwaad eva Amsterdam breed Telwoord evenaar Tuinman graat Eerlijk aal Karei r Wees .Aan As D Nieuwe Raadsels. 1. Van links naar rechts en vanbo ven naar beneden ben ik de naam van een maand xxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxxx land behoorende tot Europa xxxxxxx uurwerk xxxxxx jongensnaam xxxxx jongensnaam xxxx groote rivier in ons land xxx vrucht xx voegwoord x medeklinker 2. Ik ben een spreekwoord van 36 letters 2—3—4—25—26 draagt men aan den voet 13-9-5 getal 1—7—8—II 12 waarschuwingsteeken op ondiepe plaatsen in een rivter 31 -32—14 30 huisdier 17—35—36 jong varken 6 15—18-19 stern-orgaan 16—21 10 schrijfmateriaal 23 24 28 29 lichaamsdeel 20—33 22—3 meisjesnaam 34 35 27 aanwijzend voornaamwoord 3. Vorm van onderstaande letters een land, waar vele menschen graag naar toe zouden gaan KAULKEN1LLERD OUDERS LEZEN UW KINDEREN OOK ONS JEUGDHOEKJE?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 5