Feestnummer van De Echo van het Zuiden. Wat er aan den Raadhuisbouw voorafging. tweede BiAd. ZATERDAG 22 OCTOBER 1932. de groepeering der verschillende gebouwen wordt een rijke werking verkregen, doch de commissie vraagt zich af of de verklei ning van het raadhuisplein wel geoorloofd is, hoe waardevol deze uit aesthetisch oog punt ook mag zijn. In het plan Valk domi neert een reusachtige toren. De commissie spreekt verder als hare mecning uit, dat om een werkelijk scboone oplossing te verkrijgen, het plein aan de Oostzijde nog uitgebreid zou moeten wor den, zoodat een T-vormig plein ontstaat. Geen der ontwerpen kan de commissie aan bevelen, doch wel zouden door ingrijpende wijzigingen in de plannen Kropholler en Klijnen de bezwaren ondervangen kunnen worden. Bij Klijnen is de kans op een be langwekkend resultaat grooter dan bij Kropholler, waarom de commissie adviseert aan Klijnen de opdracht te geven onder de voorwaarde dat ernstig rekening zal wor den gehouden met de tegen zijn plan ont wikkelde bezwaren. Tot zoover het rapport. De commissie, waarin toen ook de heer J. v. d. Valk uit Tilburg had zitting geno men, komt op 17 Maart haar critische be schouwingen mondeling toelichten in een vertrouwelijke gemeenteraadszitting. Daar- bij wordt vooral in het licht gesteld de groo- te behoefte aan meer ruimte voor pleinvor ming in het hartje der gemeente en de noodzakelijkheid om het raadhuis een goe de plaats te geven. De commissie hand haaft ook bij deze bespreking hare opinie, dat het voorkeur verdient aan den heer Klijnen de opdracht te geven. Een beslissing neemt de raad in deze zitting nog niet, dat gebeurt eerst in de vergadering van 28 Maart, als de heeren raadsleden eerst eens duchtig over de zaak hebben nagedacht. Er komen in deze vergadering twee voor stellen ter tafel, beiden in afwijking van 't door de commissie gegeven advies. Het col lege van B. en W. doet het voorstel om aan den heer Klijnen opdracht te geven tot het maken van een nieuw ontwerp. Een tegen voorstel wordt gedaan door den heer Pul lens, die de opdracht aan den heer Krop holler wil geven. Dit laatste voorstel wordt met 75 stemmen verworpen, terwijl dat van B. en W. met 84 stemmen wordt aan genomen. Er komt dan een half jaartje rust tot de heer Klijnen in November zijn nieuwe ont werp indient. In de raadsvergadering van 21 November wordt dit ontwerp besproken en verdedigd door den heer van Liempt. De ontwerper had verzocht zelf zijn ontwerp te mogen toelichten, doch aan dit verzoek meenden B. en W. niet te moeten voldoen. Ofschoon er in deze vergadering nog geen beslissing valt, is het duidelijk, dat het plan-KIijnen geen kans van slagen heeft. Verschillende leden spreken zich er ten minste tegen uit, deels om aesthetische, deels om financieele redenen. Wij laten hier het advies der commissie volgen: „In zeer vele opzichten achten wij „eenstemmig het ontwerp voortreffelijk; de „situatie is weloverdacht, de plattegronden „zijn zeer zorgvuldig bestudeerd, practisch „bruikbaar en beknopt. De gevels zijn even- „als de binnenruimte fijn overwogen en „van een superieür karakter. Wel zijn er „veel verspringingen die in uitvoering niet „geheel zonder bezwaar zullen zijn, deze „hangen samen met een zekere neiging naar „ongewone effecten en die zich vooral uit spreekt in den dakvorm. Wij achten dezen dakvorm niet schoon, vooral voor het waar dige karakter dat een bestuurszetel ver- „eischt. „In verschillende fasen van het ontwerp „is door ons op 'n meer traditioneele afdek- „king aangedrongen. Dat de ontwerper ge ineend heeft daaraan geen gevolg te kun- „nen geven, betreuren wij zeer, temeer om „den grooten ernst waarmede het ontwerp „is opgemaakt en den zeer artistieken geest „die het in alle deelen verraadt. Zooals het vies wordt eerst herinnerd aan het besluit van 1916. Naderhand is echter meermalen gebleken dat het terrein van „de Koren beurs" toch nog geschikter zou zijn voor den raadhuisbouw, daar men dan vrij uit- zich zou hebben vanaf Markt en Stations straat. Daar het terrein van „de Koren beurs" niet voldoende breed was moest ook de beschikking gekregen worden over het pand van den heer R. van Mil, waardoor de gemeente alle perceelen gelegen tusschen de panden van de heeren H. Wiesman en P. Bierlaagh in eigendom zou krijgen. Het ligt dan nog in de bedoeling een plein U vormen dat aan weerszijden door een win kelgalerij wordt afgesloten. In de vergade ring van 27 Januari 1928 worden de voor stellen van B. en W. aangenomen, met al leen de stem van den heer v. d. Waerdei» tegen. In den loop van 1928 werden de plannen in besloten raadsvergaderingen verder be sproken. Als gevolg van die besprekingen worden nog in dat jaar een tweetal archi tecten uitgenoodigd een schetsplan te ont werpen. De heeren Valk en Kropholler zijn de uitverkorenen, een derde zal nog worden uitgenoodigd, terwijl de heer Jan Timmer. eene Groot-Waalwijk, werden de lasten die het oude gebouw veroorzaakte, steeds groo ter. De secretarie en de verschillende dien sten die in het gebouw waren onderge bracht, moesten worden uitgebreid, zoodat met de ruimte moest worden gewoekerd. Voorloopig wist men zich echter te behel pen, doch de groei der gemeente deed de euvelen steeds sterker gevoelen. Geleidelijk beginnen de plannen dan ook vasteren vorm aan te nemen. In October 1927 schrijven B. èn W. in de algemeene beschouwingen bij de indiening der begroo tingen voor het dienstjaar 1928 de volgende passage „Voor het geval dat het restant van het „batig saldo niet zou blijken noodig te zijn „om tegenvallers in de belastingopbrengst „te dekken, zouden wij dit willen bestemd „zien tot vorming van een bouwfonds voor „het nieuwe raadhuis, en is daarom een be- „drag van 30.000.overgebracht naar „den kapitaaldienst"; en verder „Er is temeer aanleiding om vasteren „vorm te geven aan de plannen voor het „nieuwe raadhuis, omdat in 1929 de aflos singen der crisis-uitgaven met 10.000. „zullen verminderen, en omdat de te ver dachten wijziging in de financieele ver houding tusschen rijk en gemeente voor „onze gemeente een 20.000.hoogere uit- „keering zal „geven". Bij de behandeling der begrooting, in de gemeenteraadsvergadering van 11 Novem ber 1927 komt het over deze kwestie tot een dispuut tusschen den Voorzitter en den heer v. d. Waerden. De Voorzitter zegt daar bij o.m.: „Zou dan een industriegemeente als „Waalwijk ook niet een raadhuis mogen „hebben dat getuigenis aflegt van kracht „en energie? Dat gebouw, waarin het plaat selijk orgaan der regeering gevestigd is, mans, bouwkundig student te Delft, uit eigen beweging een plan zal ontwerpen. In de December-vergadering van den ge meenteraad in 1928 wordt op voorstel van den heer B. Timmermans-Verschure beslo ten tot instelling van een commissie van advies, die den raad bij de beoordeeling der plannen zal terzijde staan. Een wijs be sluit, dat toch nog een viertal tegenstem mers vindt. Na nog een bespreking in Ja nuari wordt eindelijk op 22 Februari, na mededeeling in de geheime vergadering, besloten de volgende heeren in de commis sie uit te noodigenProf. Granpré Molière, hoogleeraar in de bouwkunde aan de Tech nische Hoogeschool te Delft; Dr. van Gel der, directeur van het Sted. Museum te Den Haag en Cornelis Veth, kunstcriticus te Den Haag. Later wordt ook de heer J. v. d. Groote werken plegen niet te worden tot stand gebracht zonder maanden of jaren lange voorbereiding, zonder twistgesprek ken tusschen voor- en tegenstanders, tus schen hen die het zus en hen die het zoo zouden willen doen. Tot de „groote werken", die voor het ver. re nageslacht nog hun diensten zullen moe ten bewijzen, behoort voorzeker ook het bouwen van een nieuw stadhuis. Het vraagt moed en energie van een gemeente om tot een dergelijk besluit te komen, want men is daarvoor niet alleen verantwoordelijk tegenover de hedendaagsche gemeentenaren maar ook tegenover het nageslacht. Geldt het dan een vooruitstrevende plaats, waar men met een uitbreiding der gemeentedien sten in de naaste toekomst heeft rekening te houden, dan is deze verantwoordelijkheid dubbel zwaar. Dan vereischt het nemen van een zoo gewichtig besluit ook een helderen kijk op de ontwikkeling der toestanden en speciaal met het oog op den huidigen toestand zouden we erbij willen voegen een optimistischen blik in de toe komst. Dezen frisschen geest is den gemeente raad van Waalwijk zeker niet vreemd ge weest, toen hij het besluit nam tot den bouw van het nieuwe stadhuis. De opzet is im mers van dien aard, dat ons nieuwe raad huis grootscher is dan dat van menige veel grootere gemeente, en dat het, ook al ver dubbelt de bevolking in de naaste toekomst, nog een waardige zetel van het gemeente bestuur zal blijven. Nu aan het trotsche bouwwerk de laat ste hand wordt gelegd, nu sloopershanden geslagen zijn op de panden, die 't vrije uit zicht nog belemmerden en nu de opening van Waalwijk's stadhuis vlak voor ons ligt, voelen wij ons gedrongen nog eens na te gaan, wat er zooal aan dezen openingsdag is voorafgegaan. Wie het oude raadhuis van binnen wel eens op den keper beschouwd heeft, zal wel niet durven ontkennen dat de bouw van het nieuwe dringend noodig was. Voor een be hoorlijke representatie van een industrie gemeente als de onze was het zoowel uit- als inwendig absoluut ongeschikt. En dit euvel was niet van de laatste jaren, im mers reeds in 1916 werd door de toenmali ge vroedschap besloten tot aankoop van een tweetal winkelpanden van den heer W. Coppens ten Oosten van het gemeentehuis, met de bedoeling hier een terrein vrij te krijgen voor den bouw van het nieuwe stad huis. En in 1919 werd door het oudste raadslid den heer Verwiel, aangedrongen op nieuwe plannen, zooals men elders in 't artikel van den heer v. d. Hammen kan lezen. Na de vereeniging der drie gemeenten Waalwijk, Besoijen en Baardwijk tot het „moet naast onzen St. Jan een waardig fi- „guur slaan, dat na 100 en meer jaren nog „zal getuigen van den ondernemingsgeest „der huidige bewoners". De gemeenteraad gaat met de voorstellen van B. en VV. accoord en spoedig blijkt dat het ernst is met de bedoelingen. Reeds in Januari 1928 komen B. en W. met een prae- advies waarin zij voorstellen over te gaan tot aankoop van de panden van den heer R. van Mil en van de Mij. „Noord-Braband" de „Korenbeurs", resp voor de som van ƒ40.000.en ƒ30.000.In dit prae-ad- Valk, architect te Tilburg, aan de Commis sie toegevoegd. Op Donderdag 4 April heeft de eerste bespreking dezer commissie met het college van Burg. en Weth. plaats. Inmiddels zijn reeds een tweetal plannen ingediend, waarvan de kosten echter veel te hoog zouden komen. Op advies der com missie wordt op 28 Juni '29 ook de heer Ir. J. Klijnen, architect te Den Haag, uitgenoo digd tot het maken van een schetsontwerp. De heer J. Timmermans moet van zijn plan uit eigen beweging een schets te ma ken afzien. De heer Jos. Duijnstee doet een aanbod gratis een plan te ontwerpen. Op advies der commissie wordt echter beslo ten om, hangende de prijsvraag, geen nieu we ontwerpen te accepteeren. Ook de heer Klijnen heeft spoedig zijn opdracht volbracht, en in Februari 1930 kon de commissie van advies haar eerste rapport uitbrengen. Zij is van oordeel dat de ontwerpen over het algemeen zijn geble ven beneden de verwachting die men bij de bekwaamheid van de architecten kon koes teren. Dit wordt toegeschreven aan de be zwaren die aan een meervoudige opdracht zijn verbonden en die zich hier zouden heb ben gewroken. De gegeven situatie biedt eigenaardige moeilijkheden, waarmede de inzenders kennelijk hebben geworsteld, al dus het rapport. De oplossing die de heer Kropholler geeft, acht de commissie de meest radicale, een aan 3 zijden omsloten raadhuisplein is echter in afwijking van de in uitzicht gestelde mogelijkheden. In het plan-Klijnen is het raadhuis zelf zoo ver mogelijk naar voren gebracht; door Plan Valk. 's-Bogch. Het eerste plan Klonen. Het eerste plan Kropholler.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 13