Feestnummer van De Echo van het Zuiden. Verpakte Geneesmiddelen Drogisterij „Het Handelshuis"* WINTERGOEDEREN, PFAFF-Naaimachines fraai en practisch cadeau. Stationsstraat 6ó, - Teletoon 124 - WEND U VOOR Onze prijzen, kwaliteiten en sorteering zijn onze grootste attracties. Manufacturen en Meubelmagazijn „DE MAGNEET" Naaien. Borduren. Stoppen. raadhuis (de voormalige gasthuiskapel) met het uurwerkde gemeente-effecten, de brandspuit en het gansche archief, met uit zondering van slechts twee registers, zijnde een begraaf boek van 1754 tot 1784 en een grondmetinqsboek van 1792, die gered wer den, in de vlammen deed opgaan. Den vrien delijken lezer verwijs ik naar mijne uitvoe rige beschrijving van dien brand in vorige Echo's. Wij zijn den voortreffelijken Waalwijker Adrianus Benedictus van Lieshout, oud ambtenaar van het kadaster, eerste direc teur der Waalwijksche teekenschool, calli- graaf, ontwerper en teekenaar van de be kende kaart van Noord-Brabant, een man geboren te Waalwijk, maar door zijn vader Gerardus van Lieshout van Loon-op-Zand- sche afkomst ten zeerste verpFcht voor de mooie teekeningen, die hij indertijd van het afgebrande raadhuis heeft gemaakt en die nu het gemeentehuis sieren. Zonder diens kunde en piëteit zouden wij ons nim mer eenige voorstelling hebben kunnen vormen van den treffenden aanblik dier al oude gasthuiskapel. Verscheidene jaren, n.l. van 18241832, bleef het afgebrande raadhuis, vroeqer ge wis een sieraad voor Waalwijk, eene trooste- looze ruïne, de vergankelijkheid van het ondermaansche predikende. Wel werden in 1827 en 1829 eenige raadhuisbouwvallen verkocht, maar het duurde nog tot 1831 of 1832, voordat de laatste steen was opge ruimd en nog tot 1838, voordat aan de openliggende plek eene betere bestemming kon worden gegeven. Wijl het terrein niet geschikt bleek voor een nieuw raadhuis het lag te ver van de kom der toenmalige gemeente werd den 5 April 1838 aan Theodoras van Lieshout, meester timmer man, den broeder van den hiervoor genoem den Adrianus Benedictus van Lieshout, ver gunning verleend, om op het erf van het afgebrande raadhuis, liggende tusschen Evert KI ij berg ten Oosten en de weduwe van Hermanus van Meerwijk ten Westen, een woonhuis te bouwen, mits betalende aan het gasthuis een jaarlijkschc rente van 15 gulden 10 cents. Gedurende langen tijd, n.l. tot 1883, is dat huis bewoond geweest door de familie van Lieshout, terwijl het thans bewoond wordt door den heer Adrianus van Zeist, werkzaam op het kantoor der heereri Timmermans. Hoewel het bouwen of oprichten van 'n nieuw raadhuis na 1824 een lanqdurige lijdensgeschiedenis van meer dan 30 jaren, n.l. tot 1854, mocht genoemd worden, meene men echter niet, dat de toenmalige gemeen teraad in gebreke bleef daartoe pogingen aan te wenden. In geenen deele. De toenma lige burgemeesters van Waalwijk, Adrianus Johannes Antonius Kuyner 1832), Her manus van Meerwijk (t 1835) en Leonardus Dominicus van Heijst (18361866) deden hun uiterste best dienaangaande nuttig werkzaam te zijn, maar hun pogingen ble ven, om verschillende redenen, langen tijd schipbreuk lijden. Laat mij echter die lij densgeschiedenis wat uitvoeriger schetsen. Reeds vier dagen na den raadhuisbrand, n.l. den 28 Juni 1824, werd door den ge meenteraad besloten, om het rechthuis voorloopig te vestigen in de huizinge van wijlen de weduwe Weiswciler en in de bo venverdieping een vertrek in gereedheid te brengen voor inwoning van den schout en tot berging der gemeente-papieren, alles te gen eene maandelijksche vergoeding van tien gulden. Dat was het, nu nog aan som mige oude Waalwijkers welbekende loge ment Dalleu, genaamd de Gouden Leeuw, een 70-tal jaren geleden afgebrand en staan de op de plaats, waar thans de dames ge zusters Mombers wonen (No. 128). Eenige maanden later, den 13 November 1824, werd eene commissie benoemd, n.l. de heeren Lennaarts en Vermeulen, aan wien werd opgedragen een adres te richten aan Gedeputeerde Staten, met verzoek, om een gedeelte der penningen, die allerwegen ge collecteerd waren ten einde de verliezen van den brand te bestrijden, te mogen besteden tot den opbouw van het in puin liggende raadhuis. Dat verzoek werd evenwel den 28 November van de hand gewezen. Een nieuw verzoek, d.d. 4 Februari 1825, gericht aan den Gouverneur van Noord- Brabant, en een onderhoud op den 21 Fe bruari van den „assessor" Lennaarts met het lid der Ged. Staten Mr. Johannes Lam- bertus Antonius Luijben, bleven eveneens vruchteloos: Waalwijk moest wachten met den raadhuisopbouw wegens de plaats ge had hebbende overstroomingen. Inmiddels werd den 5 Augustus 1825 door den gemeenteraad eene som van 150 gulden toegestaan aan den griffier der Bos sche rechtbank voor het afschrijven van de registers van den Burgerlijken Stand van 18111824, die mede verloren waren ge gaan. In den loop van het jaar 1826 werd door den gemeenteraad besloten, zoo al niet een geheel nieuw raadhuis te bouwen, dan toch te beproeven den voorgevel van 't afgebran de gemeentehuis, die tamelijk intact was ge bleven, te restaureeren of vernieuwen. Wijl de kosten daartoe echter te hoog bleken de twee bestekken opgemaakt door den Oosterhoutschen bouwkundige Adrianus van der Aa met de berekening der bouw kosten bedroegen 5497 gulden en wijl ook de authorisatie van Gedeputeerde Staten achterwege bleef (die den 3 September 1827 nog niet was verleend), bleef het verkrijgen van een nieuw raadhuis voorloopig tot de vrome wenschen behooren. Toch werden om aan de noodige gel den te komen nog een tweetal pogingen beproefd. In November 1826 n.l. besloot men een request te richten aan Z.M. den Koning, met verzoek een rijkssubsidie te mogen ontvangen. Wijl hierop in maanden geen antwoord kwam, werd het genoemde request den 21 October 1827 vernieuwd: helaas! met dezelfde bedroevende uitkomst. De gemeente bleef alzoo op zich zelve aan gewezen en was genoodzaakt betere tijden af te wachten. Gelijk wij boven gezien heb ben, werd het terrein van den raadhuis- brand, dat niet meer geschikt bleek voor een gemeentehuis, opgeruimd en in 1838 aan een particulier verkocht. Intusschen waren de weinige gemeente papieren (archief) en de papieren van waarde (effecten e.d.) vanuit het logement Dalleu overgebracht ten huize van den bur gemeester Kugper en na diens dood in 1832 W naar de woning van Laurens van Heijst (va der van den lateren burgemeester Leonar dus Dominicus van Heijst), staande op de plek, waar nu de heer Chr. van Liempt woont (No. 281). Vier jaren later, n.l. den 17 Juli 1836, werd het gemeente-archief naar het huis van den nieuw benoemden gemeente-secretaris Pieter Reinier van Heijst overgebracht en tevens een vertrek in dat huis tot raadzaal ingericht, alles te gen een jaarlijksche huur van 80 gul den. Dit huis was gelegen aan de Noord zijde der straat en is lange jaren bewoond geweest door den heer van Calcar, schoon zoon van genoemden secretaris; thans woont daar Johannes Theodorus van Bla- del (No.351). Toch schijnt deze maatregel slechts een noodmaatregel geweest te zijn, want eenige jaren later, n.l. in 1845 of 1846 (het juiste jaar is mij onbekend), vinden wij 't recht huis met de secretarie, raadzaal en kanton gerecht reeds overgeplaatst in het aan ve len nog bekende huis vlak ten Oosten der voormalige Roomsch Katholieke kerk, het laatst bewoond door den heer Adrianus Hendrikus Gabriel van der Heijden en een 30-tal jaren geleden afgebrand. Nu wonen daar o.a. de gezusters de Kort en de heer Jos Hamburg (No. 228 en 230). In het laatstgenoemde pand zal het zoo genaamde Waalwijksche rechthuis c.a. on geveer 10 jaren gevestigd zijn geweest. De gemeente bleef echter de stille hoop koes teren voor de toekomst nog eenmaal een meer doelmatig en ruimer gebouw voor raadhuis te zullen vinden, voor welk doel zij steeds fondsen bleef verzamelen. Tot die fondsen moet men ook rekenen de opbrengst van het verkoopen van de pastorie van den predikant, die, hoe vreemd dat ook moge schijnen, reeds sedert de 17e eeuw aan de burgerlijke gemeente had behoord, aan wie steeds een jaarlijksche huur van 60 gulden was betaald geworden. Den 21 April 1842 nu werd die pastorie aan de kerkvoogdij der Hervormde gemeente van Waalwijk verkocht voor een bedrag van 4800 gulden, en bij raadsbesluit van 8 Juli 1842 werden die gelden bestemd voor het verkrijgen van ejpn nieuw raadhuis in plaats van het in\ 1824 afgebrande. In 1854 eindelijk scheen men de draag kracht der gemeente voldoende te achten, om meer doortastende maatregelen te ne men. Aan de Noordzijde der straat, tegen over het logement Verwiel, stond destijds de ruime en sterke bierbrouwerij van den heer Joseph Vincent Hoffmans, koopman te Antwerpen. Op dat gebouw had en hield de gemeente het oog geslagen. Bij raadsbe sluit van 22 Maart 1854 1) werden Burge meester en Wethouders gemachtigd het be wuste gebouw met erf, kadastraal bekend onder sectie C, no.'s 625, 575 en 576, groot 01510 ellen 2), voor de gemeente aan te koopen. De koop geschiedde den 15 April 1854; de koopsom bedroeg 4000 gulden, be- loopende met de transportkosten een be drag van 4520 gulden. Hieraan werd den 28 April de goedkeuring van Ged. Staten verleend. Volgens raadsbesluit van 9 Mei 1854 moest het gekochte pand niet alleen ver bouwd worden tot een behoorlijk raadhuis, maar moest daarin ook ruimte gemaakt worden voor het kantongerecht, de mare- chaussèes-kazernehet huis van bewaring, de cipierswoning en de gij zeikamer. Tevens werd besloten een torentje op het nieuwe raadhuis te boiAven. De aanbesteding van de uit te voeren werken geschiedde den 12 Augustus 1854 bij den heer P. Verwiel. Aannemer was de heer Johannes Gerardus Meulkens, mees- ter-timmerman te Waalwijk, en de aanne mingssom bedroeg circa 3000 gulden, ter wijl tot opzichter van de verbouwingswer ken werd benoemd de heer A. J. Rutien. Met inbegrip van de koopsom en eenige kleinere uitgaven, beliepen de totale kos ten, toen het gebouw einde December kant en klaar werd afgeleverd, eene somme van 7031.87^ (Gemeenterekening 1854) 3). De opening en inwijding geschiedden den 1 Januari 1855, zoodat het huidige raadhuis thans, nu het ten doode is opgesehre\en, een tijdruimte van 77 jaren dienst heeft gedaan. Men meene echter niet, dat in dat tijds verloop nimmer stemmen zijn opgegaan en pogingen aangewend om een beter en rui- mer en Waalwijk meer waardig raadhuis te verkrijgen. Zeker wel. En dat niet ten onrechte. Vooral in den loop dezer eeuw waren de werkzaamheden op het gemeente huis zoo vermenigvuldigd, t gemeente-per soneel zoodanig vermeerderd en als een ge volg daarvan de beschikbare ruimte zoo be krompen geworden (inmiddels was kort n;v 1900 de brigade-marechaussée naar Be- soijen verhuisd, maar was een gedeelte der gemeente-politie in het Raadhuis gevestigd, en een vertrek voor de Kamer van Koop- handel beschikbaar gesteld), dat er meer malen stemmen opgingen, om afdoende een nieuw en meer doelmatig gemeente-huis te verkrijgen, maar al die stemmen en pogin gen stuitten gewoonlijk af op geldgebrek. Nog in de raadsvergadering van 8 Au gustus 1919 werd door een der raadsleden een voorstel gedaan, om een geringe ver bouwing aan het gemeente-huis te laten doen, maar de heer Verwiel, toen nog raads lid, drukte het Dagelijksch Bestuur op het hart, aan het oude raadhuis niet veel kos ten meer te maken, doch liever de plannen voor den bouw van een nieuw raadhuis voor te bereiden. Die plannen zijn thans (1932) verwezen lijkt en het nieuwe raadhuis, dat een sie raad voor Waalwijk zal moeten worden, maar waarover ik mij verder niet bevoegd acht een oordeel te vellen, staat thans ge reed betrokken te worden. Ik durf alleen de hoop uitspreken, dat, wanneer de pan den ervóór zullen zijn weggeruimd, de ko lossale bouw een schoonen aanblik zal mo gen te aanschouwen geven. Seculis eat obviam 1). Memorie bij raadsbesluiten van 22 Maart en 15 April 1854: Het gemeentebe stuur, sedert het in het jaar 1824 door brand vernielde raadhuis geen eigen gemeente gebouw gehad hebbende voor het houden van vergaderingen en voor de secretarie, maar zich tè dien einde steeds met bekrom pen localen en particuliere vertrekken heeft moeten behelpen, heeft besloten voor ƒ4000 aan te koopen de bierbrouwerij van Hoff mans (met transportkosten 4520), be stemd voor raadhuis, kantongerecht, kazer ne voor de inaréchaussée's, huis van bewa ring, cipierswoning. 2). Bedoeld wordt: 15 aren en 10 cen tiaren. 3). Men bedenke hierbij wel, dat deze verbouwing enkel doelde op het bouwen van het raadhuis en het kantongerecht. Eerst den 21 Juli 1856 werden mede aan besteed de vertrekken, bestemd tot maré- chaussèe-kazerne, veldwachterswoning, huis van bewaring, cipierswoninq en tee kenschool. Aannemer dezer vertrekken was de timmerman Johannes Cornelis van Dijk, voor de som van 6306. Metselaar was Johannes van de Pas. De totale kosten be droegen dus f 7031.87^ plus 6300, maakt 13331.87*. BUIKBANDEN - ELASTIEKEN KOUSEN^ n PARFUMERIEËN, ENZ., ENZ., NAAR Aanbevelend, C. G. NIEUWKOOP. Bovendien als EXTRA attractie gedurende de Winkelweek voor jj iederen aankoop van f 5.een SPECIAAL GESORTEERD IN: als: Dekens, Pullovers, Slobkousen, Handschoenen, Shawls, enz. g Groote keuze in Meubels, Bedden, Matrassen, Tapijten, g T a f e 1 k 1 e e d e n, enz., enz. Aanbevelend, M H. KLERKX-SOMMERS, - Min Loeffstr., - WAALWIJK m Niet te overtreffen NAAIMACHINE voor huishoudelijk gebruik, imbacht en industrie. PFAFF-NAAIMACHINES loopen licht en geruischloos. Ook najaren zwaren dienst. Dit ook wat betreft de NAAIMACHINE-MEUBELS, de allerbeste houtsoorten, uiterst verzorgde afwerking, wat een lange duurzaamheid waérborgt. Naaimachine lampen wenschte machi- Naaimachine naalden pSnes °P^ Naaimachine olie betalingsvoor- Stikzijdewaarden. Kettinggaren OmboekhamersII REPARATIE Scharen (I lerderjaan a^e soortcn Fortuna-deelen. Naaimachines.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 18