di' en 160 zooals door B. en W. wordt voorgesteld. De mindere opbrengst hierdoor van f4170zou de com missie ten laste willen brengen van de post voor onvoorziene uitgaven. Door de madedeeling die de Voor. daar straks deed inzake het voordeel dat door het eventueel aangaan eener aangeboden geldleening zou worden bereikt, komt den opzet van de com missie er echter geheel anders bij te staan. Spr. zou daarom liever een en ander nog eens nader willen bezien ln het kader van het door den Voorzitter in uitzicht gesteld voordeel. De Voorzitter wil in antwoord op hetgeen het laatst door de commissie is naar voren gebracht nogmaals oo merken dat B. en W het voorste! der commissie over de oplossing der haven kwestie niet. heeft afgewimpeld. Alleen hebben zij voorloopig uitstel gevraagd voor het nemen van een bejlissing. De toestand der haven Is zoodanig dat er op korten termijn m«t baggeren moet begonnen worden. Als men tot den winter wacht is het seizoen om te baggeren voorbij en wordt de toe stand onhoudbaar. Op aandringen van den heer R">xs hebben B. en W. bij de Ned. Heide Maa'ij g'ïtfirmee-d of het mogelijk zou zijn de Haven door werkloozen te laten uitbaggeren. Deze achtte het best mogelijk, waarbij dan 40 man tewerk gesteld zou kunnen worden en bageer- schulten en verdere materialen zoud-n moeten worden gehuurd. Echter zouden de tewerkgestelien eerst gerulmen tijd in dezen arbdd moeten worden ge- schoold Wat de kosten betreft be. groove de Maat«chaooij deze voor 20 000 M3 op f20 000 aan arbeids loon. Met het oog op een en ander meenen B. en W dit niet te moeten aanbevelen, temeer waar het een zeer ongewoon en onprettig werk is voor de werkloozen en in andere Langsiraat- sche havens met dergelijke werkver- schaf ing ook minder aangename erva ringen ztjn opgedaan. De voorstellen der commissie inzake de havenkwestte eischen een dlepgaan. de studie door een ingenieursbureau. Er zit heel wat aan vast. Direct na het bekend worden dezer voorstellen kwamen de belanghebbenden al met hunne bezwaren Zoo zullen o.a Q brs Teurllngs, de H >11 Buurtspoorwegen firma v. Haarlem, de heer v Mil enz door verplaatsing d^r haven zeer ge. duoeerd worden, 't Was dus geen on vriendelijkheid van B en W en ook geen afwimpelen, maar B. en W. wil den alleen die voorstellen nog nader laten onderzoeken en voorloopig met het noodzakelijke uitbaggeren laten be glnnen. Wat de kosten aan werkloozensteun betreft, ziji B en W. het niet met de commissie eens dat het werkloozen cljDr de maats»af zou vormen voor hit benoodigle bedrag Die er thans af zijn waren hoofd zakelijk gedeeltelijk werkloozen en verschillenden die bij de afwerking van het raadhuis en in orde brengen der straat tewerk waren gesteld zullen het aantal spoedig weer doen stijgen. De uitgekeerde bedragen gingen bij het afnemend aantal werkloozen eer voor- dan achteruit. Wat de werkverschaffing betreft voelen B en W wel voor een produc tieve werkverschaffing, zooals daar is het watervrij maken van de St. Ant - parochie, het verhoogen der Haven, kade, het verbeteren van wegen als de Burg Smeelelaan enz. doch B en W weten niet op hoeveel rijkssubsidie daarbij is te rekenen. De steunrege ling bestaat al zoo lang en nog altijd is de rijksbijdrage niet bekend hoe vaak we al om vaststelling hiervan hebben gevraagd. Kaatsheuvel krijgt 75 pCt. van het rijk in de werkverschaffing bijgedragen, Vught daarentegen slechts 25 pCt., dat komt in hoofdzaak doordat in Kaatsheuvel de belastingen reeds zoo hoog mogelijk zijn opgevoerd, hooger dan hier. Wat de jeugdige arbeiders betreft bestaat het plan om met medewerking van den heer v. d. Waerden dezen winter wederom een cursus aan de Rijksvakschool te geven. B en W hebben allerminst de be doeling gehad iets af te dingen op de werkverschaffing der gemeente Loon- op Zand. Zoo ideaal aU de heer KUjberg deze werkversch ffng schildert, is zij echter nfet en als deze eens zijn licht bij de burgemeester ging opsteken zou h(| een heel ander geluid hooren Wat de laatste uitvoering van het baggerwerk betreft voor f 8900 noemt spr, het een fabeltje dat er «oen niet voldoende was uitgehaald. Spr: heeft toen zelf de ptjlingen mede verricht en het voorgeschreven aantal M3 Is er uitgehaald. O ^er de vraag of het aanslibben der haven een gevolg kan zijn van den rlooiafvoer kan spr. In zijn ondeskun digheld niet beslissen. Het scheikundig onderzoek dat destijds op last van den heer Chr. Klerx is verricht is door een hoogst deskundig bureau verricht Wat tenslotte de mogelijkheid be treft om het aanbesteden zondanig te regelen dat de aannemer 5 jaar lang den waterstand in de Haven op een zeker nell moet houden, dat willen B. en W. gaarne onder het oog zien Al zal h-»t wel duur zijn «och vinden B en W. zulks een heel go*d plan. Weth. Eibers verklaart zich bij de uiteenzetting van den voorzitter aan te sluiten. Ook Weth Smolders sluit zich daar bij aan en brengt nog enkele bezwa ren naar voren tegen het havenplan der commissie waarvan hij het finan- cleele bezwaar wel het groo.ste vindt en waaromtrent nog alle gegevens ontbreken. Ook deze spr. tracht aan te toonen dat het aantal ingeschreven werkloozen geen maatstaf is voor de te verwachten steunuitteering, want tegelijkertijd dat dit aa tal terugliep, liep de uitkeering in een maand met f 100. op. Zoo lang nog niet bekend is welk percen- tage het Rijk in de kosten der steun, verleening of werkverschaffing geeft, hoe vaak daarom ook is gevraagd, kan men niet meer dan 25 pCtzijnde het minimum, op de begrooting ramen. Spr. acht aan een weg over de Wester- havenkade groote bezwaren verbonden. De kade is over het algemeen zeer smal en de kosten zullen enorm hoog zijn. Spr. komt tot de conclusie dat B. en W. en de commissie niet ver van elkaar staan. Het naar voren gebrachte plan eischt echter een grondige des- kundige studie, waarop de Haven niet kan wachten. Deze moet, voor het seizoen voorbij is, worden uitgebaggerd. De heer Klijberg vraagt of, in ver band met het medegedeelde inzake de besparing van f8785.— bij het aangaan eener geldleening. van B. en W. gewijzigde voorstellen op belasting gebied zijn te verwachten. De voorzitter heri nert er aan dat deze geldleening de goedkeuring be hoeft van Ged. Staten. Zoolang deze niet is verkregen kan men die besparing nog niet in de belastingheffing verwerken. Bovendien moet de Pers. belasting reeds vóór 1 ^ov. geregeld zijn, terwijl de klassifi- catie en het aantal opcenten voor de ?ondsbelasting eerst volgend jaar April behoeven te worden vastgesteld. Als men de Pers. belasting thans regelt als wordt voorgesteld dan kan men verder afwachten hoe het met die geldleening afloopt en of de werkloosheid vermin, dert. Met deze gunstige factoren kan men dan eventueel bij de Fonds belasting rekening houden. De heer Klijberg wil nog even terug somen op hetgeen door den Voorzitter als antwoord op de laatste opmerkin gen der commissie is gezegd De ver gelijking tusschen Vught en Waalwijk inzake de rijksbijdrage gaat z i. niet op, want een industrieeie gemeente als Waalwijk wordt door de werkloosheid veel zwaarder getroffen en zal door het rijk zeer zeker ook hooger gesub sidieerd worden. Betreffende de werkverschaffing van Loonopzand kan hij mededeelen dat hij een paar maal is wezen kijken naar de verbetering van den weg naar Roestelberg en perplex stond van den lust en ambitie waarmede de werk loozen dit werk deden. Veel werk- gevers zouden wenschen dat er in hun bedrijven zoo gewerkt werd. Van de mededeeting inzake de con trole bij het vorige uitbaggeren der haven had spr. nota genomen, doch het bleef opmerkelijk dat ditmaal de haven zoo spoedig weerineendesolaten toestand verkeerde. De ana'yse van het havensllb waarin slechts 'n kleine hoeveelheid zand werd ontdekt, is volgens spr. nog geer doorslaand bewijs dat de riooi-atvoei geen groote schuld draagt aan de haven ml-è^e Zand en riooDuil is neg niet hetzelfde. Een en ander diend* nog eens nauwkeurig te worden onder zocht. Het deed spr. genoegen dat ook B. en W. veel voelden voor het idee om het uitbaggeren zoodanig aan te be. steden dat de aannemer gedurende 5 jaar de haven op zeker peil moet nouden. Het zal veel luu-der zijn, maar er is nu reeds f 10 000 beschik baar en in den loop van d- volgende 4 jaar Is er weer f 10 000 hiervoor bij en. Sor. hoopt dat B. en W. van de rlooiafvoer, havenbeschoeiïig en het plan tot verlegging der haven een ernstige studie zulllen maken. Hij kan zich voorstellen dat dit tijd vraagt en de commissie neemt daarom gaarne ge noegen met de toezegging dat een en ander ernstig door het college van B en W. zal wordan In studie genomen Wethouder Eibers is van meening dat de haven altijd te zuinig beheerd is. Als men rekent dat er het riool vuil van heel de gemeente in geloosd wordt, alsmede het overtollige water der Waalwijksche polders en men zou dit bij het overige rendement becijferen dan moest men er veel meer geld voor over hebben. Men moet het op prijs stellen een haven te be zitten en ze niet gauw gaan verleg gen maar de bestaande haven zoo goed mogelijk maken en houden en daarvoor in het vervolg meer uit trekken. De Voorzitter wil thans gelegenheic geven tot het houden van Aigemeene beschouwingen Van der Waerden. Met de voorstellen van B. en W. kan. spr. zich op de prin- cipieele punten in het geheel niet ver eenigen en het verwondert liem ten zeerste dat de Commissie dit, blijkens haar rapport, in haar geheel wel kan. Zoo coit dan hadden de mingegoede ingezelcnen en speciaal de arbeiders mogen verwachten, dat de arbeiders- afgevaardigde in de Commissie zich niet had kunnen en mogen vereenigen met de conclusies, waartoe de Com missie thans komt. De samenstelling der Commissie was van dien aard. dat daarvan in vooruitstrevenden zin wei nig of niets te verwachten was, maar dat het arbeiderslid over de heele linie de vlag zou strijken en de aan hem toe vertrouwde belangen zou verwaarloo- zen in de mate waarin zulks geschied is, valt zeer te betreuren. Spr.'s hoofdgrief gaat tegen de fi- nantieele opvattingen van het College van B. en W. Spr. geeft toe dat de fi- nantieele regelingen buitengewoon moeilijk zijn, maar B. en W. hebben er zich dan ook buitengewoon gemakke lijk afgemaakt. Zij hebben de zaak zeer éénzijdig bekeken, daarbij geleid door een groote vreeze om de meer gegoede ingezetenen te laten betalen het hun toekomende deel van de kosten der ge meentehuishouding, die vooral ten hun nen gerieve en zeker ter hunner meer dere glorie op een veel te weelderige voet is gevoerd. Het ware te wen schen dat B. en W. bij het verdeelen der belasting-lasten door een andere gezindheid bezield waren geweest en wat meer met sympathie en vooral deernis naar beneden hadden gekeken, naar die lage bevolking, waar geheel onverdiend immers altijd de zwaarste slagen vallen. Spr. wijst daarentegen op den geest, die den Minister-President blijkbaar bezielde toen hij in zijn millioenennota naar aanleiding van een door hem voorgestelde progressie een stijging voorstelde van 30150 opcenten. De Minister-President, Jhr. de Geer, zeide daar: „Wie ook thans nog over hooge in komens te beschikken hebben, verkee- ren wat het stffelijke aangaat, in een zoo bevoorrechte positie, dat een ab normaal offer van hen kan worden gevraagd, enz." Dat is een geheel andere geest, dan ns uit het prae-advies van B. en W. tegemoet treedt. Hetgeen de Minister hier zegt komt in het kort hierop neer: In deze tijden van bittere nood voor vele lagen der bevolking moeten wij eerst recht de belasting daar plaatsen, waar het noodige inkomen nog is, m.a.w. het benoodigde geld voor de gemeentehuishuding daar halen, waar het is. Toen ik zulks bij een vorige ge legenheid zeide kwam een fel protest van de zijde des voorzitters. Het is een gelukkig verschijnsel, dat ik me thans gezelschap bevind van de eerste autoriteit in het land, aldus spr. B. en W. echter stellen voor om de menschen van geld en groote inko mens zoo min mogelijk te belasten en zooveel mogelijk te halen van hen, die niets te missen hebben. Zij motiveeren deze handelwijze dan verder op een zeer zonderlinge wijze. Hoezeer B. en W. eenzijdig en op pervlakkig tegen de zaak aankijken, blijkt o.a. waar zij het over de lagere kosten van levensonderhoud hebben. Met een enkel zinnetje wordt dat ver meld en daaruit geconcludeerd, dat ze nu dus gerust van de 1ste klasse naar de 3e klasse der Fondsbelasting (ver der terug kan niet) kunnen overgaan, terwijl de beslissing, dat Waalwijk in de eerste klasse der Fondsbelasting thuis hoorde, indertijd na urenlange discussie met groote meerderheid door den Raad genomen is. Als men, op deze kwestie iets dieper en vooral menschelijker ingaat, het be ziende vanaf den toestand der slacht offers, dan vertoont zich een geheel ander beeld. De redeneering van B. en W. zou eenigszins kunnen opgaan als de toe stand der arbeiders en lieden met zeer mend geval. Een man verdient zelf en heeft drie betrekkelijk reeds volwas sen kinderen, die als minderjarigen nog bij hem inwonen, en ook verdienen. Voor zoo'n gezin is het gaan naar de 2e klasse een verslechtering, maar het gaan van de 2e naar de 3e klasse be paald verschrikkelijk. Verdient in dit geval de vader 1000, een zoon ƒ600 en de andere zoon en de dochter elk ƒ500, dan is het ver schil tusschen 2e en 3e klasse in dit geval 54 14.40 is pl.m. 40. De Commissie heeft een, speciaal ge val, het eenvoudigst denkbare, dat bo vendien nagenoeg niet voorkomt, ge nomen, maar spr. vraagt in gemoede is dat serieus werk? Deze klasseindeeling heeft volgens spr. 2 onbillijke gevolgen: dat in de belasting worden betrokken de klein ste inkomens, onvoldoende voor een be- horlijk levensonderhoud en onmatig zwaarder belast worden de werkende arbeidersgezinnen. Alleen in de absolute noodzakelijk heid en de opgelegde verplichting van hooger hand- zou in een gemeente als Waalwijk met tallooze arbeidsgezin- nen, met de toch al zoo laag staande inkomens van deze categorie in dezen tijd een overgang van 1ste en 3e mogen plaats hebben, meent spr. Zijn indruk is dat men van de zijde van B. en W. zelf niet voldoende door drongen was van vorengenoemde ge vallen voor de kleinere inkomens en de gezinsbelasting, die hiervan het ge volg zal zijn. Over de Personeele belasting het volgende Aan de tarieven dier belasting kan helaas niets meer veranderd worden, daar dit vóór 1 Sept. j.l. had moeten geschieden. Er blijft dus niets over, om het benoodigde te vinden, dan ver hooging der opcenten. Naar het spr. voorkomt wordt de opbrengst der Pers. bel. door 11. en W. te laag geraamd. De opbrengst der hoofdsom dezer belasting is aan zeer weinig schommelingen onderhevig, zoodat bij| de raming daarvan, behalve dan voor kwade posten, zeer goed kan worden uitgegaan van de opbrengst der hoofdsom over vorige jaren. Volgens spr.'s inlichtingen is de op brengst van de Personeele belasting '32 in Hoofdsom thans reeds ƒ30106.62 en der opcenten reeds 27035.76, to taal 57142.38. Door B. en W. zijn aangenomen 27800 hoofdsom en 25000 opcenten, totaal 52800, zoo dat deze in ieder geval in 1932 reeds 4342 méér zal opbrengen, over te brengen op begrooting 1933. Met een geliike verhooging voor 1933 is reeds 8600 van de 11,000, die B. en W. uit de Fondsbelasting meenden te moe ten halen, gedekt. Het wil spr. voorkomen, dat het be noodigde bedrag wel gevonden zal kunnen worden en verhooging in klas se der Gem. Fonds belasting heelemaal niet noodig zal blijken te zijn en zeker niet iri de 3e klasse behoeft te worden afgedaald. Caféhouders zouden eenigszins tege moet gekomen kunnen worden, door o.a. de belasting op biljarten geheel of grootendeels niet meer te doen hef fen. Spr. zou dus kunnen voorstellen: I. Waalwijk blijft in de 1ste klasse der fondsbelasting. II. Het overschot op de Personeele Belasting plus opcenten 1932 wordt op 1933 overgebracht, terwijl ook voor 1933 de meer juiste bedragen van 30106.62 en ƒ27035 worden opgeno men in de Begrooting. Hierdoor ver krijgen we reeds 8600 van de pl.m. 11000 die B. en W. meenden te moe ten halen uit de Fondsbelasting. III. Waalwijk voert verder zoo noo- toeslagen ten nadeele van de laagst- bezoldigden. De hooger bezoldigden krijgen 5% vanaf het derde kind; de laagstbezol- digden, die de kindertoeslag inderdaad noodig hebben, ƒ1.per kind per week voor ieder kind boven de 2. De Rijksregeling, die z.i. ook nog onbillijk is voor de minderverdienen- den, vindt hij toch altijd nog beter. De heer v. Haren*) herinnert aan zijn vroegere poging hier een raads. fractie te stichten, welke poging schip, breuk leed voornamelijk door het standpunt der wethouders, die zich meenden hieraan te moeten ont trekken. Het gaat z.i. niet aan te spreken van dagelijksch bestuur en raadsleden alsof dat verschillende deelen zijn; ook wethouders dienden zich als raadsleden te beschouwen. In dien geest las spr. nog een artikel in het blad van den R.K. Bond van gemeenteraadsleden Vooral bij de behandeling der begrooting zou een fractie nuttig gewerkt bebben, naar spr. meent. Nu wekt men, vaak onbe wust, tegenstellingen. Inzake de werkverschaffing en de havenkwestie geeft spr. als zijn meening weer dat uitbaggeren geen geschikt werk is voor de werkloozen uit deze gemeente en dat de oplossing der havenkwestie zoo'n omvangrijk punt is dat eerst na een grondig onderzoek hierover een beslissing kan worden genomen. De finantieele kwestie vindt hij hierbij vooral belang, rijk omdat reeds nu het noodige geld voor andere werken niet geleend kan worden. Het werken aan de landwegen, ook al is het maar half productief acht spr. in vele gevallen beter dan steun, verleening. Het „aantasten van landelijk schoon* vindt spr. een zeer gezocht motief. Het heeft spr. bevreemd dat nergens wordt gesproken over de oorzaak van de beiastingverhooglng. Als meest voor 1e hand Hagend wordt de crisis daar. van de schuld gegeven, doch wanneet men net nieuwe raadhuts niet behoefde ie financieren, was belastingverhoog!^ niet noodig geweest. Het frappeerde spr. dat daarop niet de aandacht werd gevestigd. Spr. is er tegen salarisverlaging als sluitpost der begrooting te nemen en verklaart zich eveneens tegen verslech. teriog der positie van de lagere inko mens door de belastingheffing. Met het vooruitzicht op de bezulni. ging bij goedkeuring der aangeboden leening kan nog niet definitief rekening gehouden worden, toch zou dat zonder bezwaar kunnen, omdat men nog een flinke post voor onvoorziene uitgaven heeft om zoo'n tegenvaller op te van- gen kleine inkomens vroeger zoo was ge- dig voor de opcenten op de weest, dat er iets op overschieten kon De huishoudens zijn toch tengevolge van de lage loonen, die men in handen kreeg, buitengewoon onderkomen, toe nemende met den duur der crisis. De menschen hebben alles wat ze hadden opgeteerd, hunne kleeren afgedragen tot op den draad en nu stellen B. en W. voor: Van de eerste klasse F. B. in de der de klasse over te gaan, (verder terug gaan kan niet, anders gingen ze nog verder). De gevolgen verbonden aan 't rang schikken in de 3e klasse voor de G. F. belasting zijn veel en veel ernstiger dan wordt voorgesteld f Als men zich enkel bepaalt tot het verschil van een aanslag naar b.v. 800 in de te of 900 in de 2e en 1000 in de 3e klasse, d.i. 1 plus opc., 3 plus opc. en 5 plus opc., met 80 opc. dus 1,80, 5,40 en 9, dan is dit in sommige gevallen nog wel te overkomen, ofschoon spr. voor de heele kleine inkomens van 600 en 700, die thans niet en dan wel in de belasting vallen, het volkomen ontoe laatbaar acht. Voor de gezinnen, waarvan de kin deren, b.v. slechts 500 verdienen en waarvoor de vader dus voor de Riiks- inkomstenbelasting op het oogenblik nog kinderaftrek heeft, geldt dat niet meer in de 3e klasse voor de Gem. F. belasting, omdat zij daarin zelf wor den aangeslagen. Stel dat deze man nu 1000 inko men, en 3 kinderen heeft, die 500 verdienen, dan is hij in de eerste en tweede klasse vrij van belasting; in de 3e klasse evenwel betaalt hij 50.40. Spr. neemt een tweede veel voorko- j5 klas 'jan zul sidder raming '0.000 6 plus 8 ervoor Hidien boven noodl mt lies bh >nde »1' al dezi jg wo nogeiyi te pu dan opce !fl en d jen nR ten. en a jigheid jlgeme' ede g'< tbans trouv ia en een ko atter d de 1 in is z. üe oh je v. d. i, dat i rroote i rste kb W. hel Dc it mog egaan spr. te llrek, dat is ire scl cht. I betre len hee terse h: ;en zijn eur, di jorzenc iding 1 der be lijke oc inderin ■a met ieze ve jen, ei te dc F.B. Belasting een geleidelijke progressie in zoodat de noodige gelden uit de Perso neele belasting komen om het verder tekort te dekken. Spr. vraagt B. en W. de geheele be lastingregeling in bovenstaanden zin te bezien en daarover prae-advies uit te brengen voor een volgende vergade ring, zoodat de raadsleden deze zaak van alle zijden kunnen bezien en na rijp beraad een beslissing kunnen ne men. Een ander punt dat spr. wenscht te behandelen is de korting op de subsi dies. De wijze waarop B. en W. dit toe passen op idieele belangen, getuigt van een nuchtere zakelijkheid, die spr. niet bewonderen kan. Hij bedoelt hier o.a de kortingen voorgesteld op de subsi dies van Wit-Gele en Groene Kruis, waardoor de volksgezondheid ernstig geschaad zal worden. Deze subsidies zouden eer voor verhooging dan voor verlaging in aanmerking dienen te ko men, daar beide vereenigingen nog groeiende zijn. Blijvende op bet gebied van de volks gezondheid, meent spr. dat ook de ge zondheidscommissie zonder schade ge mist zou kunnen worden. Allerlei dingen die de gezondheids commissie deed zijn aan bepaalde com missies overgedragen, zoodat het in stituut zichzelf overleefd heeft. Spr. vraagt nog of binnenkort de verbetering der closets en urinoirs aan de openbare school haar beslag zal krijgen. Tenslotte verwacht spr., dat nu ein delijk eens gebroken zal worden met de zeer onbillijke regeling der kinder- De post voor armbesturen, die weer zeer sterk verhoogd is vindt spreker zeer hoog. Het heeft hem nooit geam. bieerd dat men de armbesiuren zulk een groote bevoegdheid geeftmen kan spreken van een blanco credlel. Toen spr. vorig jaar daarop ook aide aandacht vestigde, werd geantwoord dat het gevraagde bedrag al lang wal uitgegevenNu Is er wel eenlge con trole op, maar spr. acht de bevoegd, held veel te groot. Ook vindt spr. in den kindertoeslag verschillende onbillijkheden waarop hij nader zal terugkomen. De heer Nuijten zal bij deze alge meene beschouwingen niet veel punten onder de loupe namen doch hij ge voelt zich verplicht te waarschuwen egen de gevolgen van sommigen voorgestelde maatregelen. De begrooting vermeldt aan crisis uitgaven f 6500 hooger subsidie arm besturen. f 40 000 voor steunregeling en f 8200 extra subsidie werklozen kassen. Voor wat de verhoogde subsidie armbesturen betreft herinnert spr. aan de besprekingen bij de vorige begro ting waarbij naar voren werd gebracht dat de bemoedigen der armbesturen zich te ver uitstrekken. De werkloozen moeten zoo min mogelijk naar hel armbestuur gezonden worden. Niet tegenstaande de bemerkingen van vorig jaar is nu deze post nog f 6500 hoo ger geraamd. Spr. Is tegen deze ver- hoogirg die eenzelfde bedrag betref! a>s de gemeente over 1933 zou moeien halen door van de 1ste in de 3e klasse der fondsbelasting te gaan. Verder merkt spr. op dat als mini- mumbijdrage van het rijk in de steun regeling 25 pCt. kan worden aa^e" nomen; 25 pCt -a- 140000i» 1 10 000 terwijl maar f 7500 als iijksbijor?ee is opgenomen. Het verschil van f 25UU ieur) -f- bovengenoemde f 6500 f9000, *ou spr. eerst aanwenden voor dat men gaat spreken over belastlng verhooging. Hij drukt zijn groote bevreemding uit over de door B en W. voorge stelde verhooging der opcenten en gewijzigde classificatie. Spr. betwijfelt het of hier sprake is van een ernstige overweging door B. en W. Hij »3n dit standpunt des te meer niet be grijpen waar in het college van B. en W. toch ook een arbeidersvertegen. woordiger zit en een ander die durft te beweren voor de arbeiders een open oog te hebben. Door deze voor- stellen toch laat men juist de minst bedeelden het hardst bloeden en laa men hen die het kunnen missen vrijt» gaan. Hij gelooft en hoopt niet dat de raad zal besluiten van de le naar jrmen eft a£ In de worde die ijksste in dus estuui hrede maar jtkeeri in toe iedewe srdig in wo ind. I niet naar iregelii ioe. N rkinge aog O' lie ge :oe all ■nd, h nakar Nu; pan V; ernsti opmi en it heb r? da om d< te or wege it var va: ft nie spec ieeld v. c B. oude word ande men ing. v. et be el va is te erscl" 'zwa: l da zond eogel van tien r bgelij voldo gev; dat d fckeki dan z tfOte 3a «ant zal z fjtaan. maa op Ar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 12