4 Holle ir^r^rTrTn iriien. enz. Ons U/eekpraatie- Ree eei Een tegenstander van geneesmiddelen slikken wrijft in 24 uur RHEUMAT1EK geheel en al weg! raat. 96. Zaterdag 3 Dec. '32. 55e Jig. een b Aile menschen hebben in hel leven po ups and downs gekend, de perlo. jo( waarin alles even vlot ging en de dén van zorg, waarin nleis wilde j) ff I ^en van wat ze onder handen na- Li O I {n Daarom schamen we er ons ook •kt et voor om ilier le herinneren aan I O persoonlijke ervaring uit onze ^djaren. In den lijd, waarover we en, hadden we In het levensspel open .mlsert" in handen gekre- armoe was troef 1 We liepen op mooien voorjaarsdag een buiten- oodeling te maken en de verkwik. ende lente staalde onze danig verslap energie Een eind vóór ons uit reden ii paar fietsers; ook van den tegen- lelden kant naderde een peddelaar. oen de luidjes elkaar ontmoetten, Isjelden ze eenlge woorden, stapten hun karretjes af en gingen toen geprljzeJo den weg aan het scharrelen met dat we uit de verte niet konden erscheiden. Naderbij gekomen be- Britten we, dat ze met kaarten aan spelen waren en nieuwsgierig flIR even we 8iaan kiJken- 8Pee,den spel van één, twee, drie klaver- Een der spelers verloor telkens, «ar die kerel was een stom individu, tant zelf hadden we heel goed ge- tn, waar klaveraas gebleven was. aar de man die zijn inzet waagde, ees telkens de verkeerde knart aan. naderde nog een andere fietser en bleef ook ai nieuwsgierig staan ten. Na een oogenblik zette hij een «daalder in en won. Nóg een riks, hetzelfde resultaat. In eenige oogen- f-Li klten had de laa sl aangekomene nstens 25 gulden verdiend". Weer irden de drie kaarten gelegd en ook hadden we weer duidelijker nog ■HBHd ooit gezien, waar klaveraas ge- (even was. .Zet mijnheer misschien i een rijksdaalder?" vroeg een der telers aan ons. We erkenden open- riig, dat we geen rijksdaalder rijk iren. .Dat is niets zei de speler, wijl hij naar ons vest keek" je bt toch een horloge bij je We onden ons zilveren klokje. De man ie er vijf gulden tegenover. .Ja ar zoo schuchterden we r óg is eigenlijk niet eerlijk, want ik weet ter, waar klaveraas ligt". Dat kwam niets op aanmijnheer handhaafde i aanbod. We hebben ons klokje zet en een kaart aangewezen, maar eraas bleek het niet te zijn! De en hebben toen niet verder ge leldze verdwenen mei elkaar en ons klokje. Vóór de beschreven gebeurtenis kmn^we ons nimmer aan een hu iRKEN. ievelend IN tensporige gokkerij gewaagd en er tié ook niet. De beschreven jeugdherinnering kwam bij ons op toen we dezer dagen lazen van een polltioneelen inval in een speelhol te Amsterdam. Vijfden menschen. meest menschen, die van een daghandeltje moeten bes'aan, werden bij hazardspel verrast en naar het bureau van polille overgebracht, waar bleek, dat meer dan de helft van het aantal spelers gesteunden waren van Maatschappelijk Hwpbetoon, da> hun van tijd tot tijd eenlg handeisgelo verstrekt, hetwelk ze dan ten deele ir het speelhol weer kwijt raakten Toer we dat lazen, hebben we gesidderd van verontwaardiging, gelijk ook u lezer, dat ongetwijfeld hebt gedaan ei iedere andere brave burger. Zóó wor den onze dure belas'inncenijtS ver brast. Is 't geen schande? En toch als men even nadenkt, vind- men weer iets als een txcuus voor de spelers. 'Denk eens aan: men be. weert, dat circa een achtste deel dei mannelijke Nederlanders werkloos is maar van de in het speelhol aange treffen personen bestond de meerdtr heid uit ondersteunden. Moeten wt dan aannemen, dat menschen met spelershartstochten eerder werkloos zijn dan andere lieden? Eerder IQkt ons het omgekeerde het geval, n.l. dat menschen, die op den rand van hon ger leven gemakkelijker voor eer kunstspelleije te vinden zijn, dan de genen, die een min of meer verzekerd bestaan hebben. Wie nemen deel aan loterijen In hoofdzaak zijn het de kleine luiden, voor wie het le^en nooi< eens iets bijzonders heeft gebracht er- die daarom eiken dag hongerig dt trekklngslijsten staan te bezien in de verwachting, dat het domme lot zt misschien nog eens gunstig zal zijn We moeten niet, te gauw en te hare oordeelen. Duizenden werkloozen wor den geholpen, maar zóó en w- erkennen, dat het moeilijk anders dat ze niet van honger behoeven om te komen, maar zich ook niets kunnen permitteeren. dat hun het lever ook nog aantrekkelijk kan houden De dapperen leven en vechten dóór, de zwakkeren, niet altijd de slecht- sten, komen nu en dan in de verzoe. king om het monotone van hun ellende te breken met het wagen van een kans alles of niets." We kunnen oni zoo Iets voorstellen, maar verdedigen natuurlijk niet. ng In ijzen. GEMEENTERAAD. :ijnen vai nder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboder gin N EIGENWIJS VOGELTJE. dacht hij, had mijn vrouwtje toch uisterd naar mijn raad zij maar meegegaan naar 't bosch nu, helaas, te laat. lal zeker nooit haar wederzien, r redden kan ik niet. et ik haar voortaan missen, sterf ik van verdriet. jrzlchtlg wipt de vinkeman op den steen. Misschien, ht hij, zal ik haar toch even kunnen zien. w hoe hij keek, hij zag haar niet, Vas donker in de klem, wat hij van zijn vrouw vernam was haar droeve stem, klagend riep: .Ach,red mfl toch laat mq niet alleen, houdt het hier niet langer uit alsjeblieft, niet heen!" wijl de vink te treuren zat atn er een jongen aan. n hij het vinkje zitten zag tel hij heel even staan. en keek hij naar de klem en riep een verheugd gezicht: (zoo, nu heb ik er toch een nt, kijk. de klem is dicht." «chlen is 't wel een vink, dacht hij. L zingen kan. heel mooi. 'aal hem vlug nu uit de klem zet hem in een kooi. Wordt vervolgd. E EN VE R SCH RIK K EL IJ K E SINTERKLAASNACHT. Jan was er eigenlijk nog niets ge rust op, al durfde hij tegen de jongens van zijn klas gerust te bluffen, dat 't hem weinig kon schelen wat de mees ter hem allemaal gezegd had over Sin terklaas, die heel boos zou wezen, over Pieterman, de zak en de roede. Op school was hij lang niet makke lijk en er ging geen week voorbij of er moesten strafregels gepend worden. Daar was hij al.aan gewoon, zoodat 't zoo'n groote straf niet meer beteeken- de, evenmin als de standjes die hij dan van papa had in ontvangst te nemen. Maar nu Sinterklaas in het land was, werd het voor Jan een vervelende geschiedenis. Al driemaal had de meester de namen van alle jongens op het bord geteekend, met mooi rood krijt en sierlijke letters. Dat ging in volgorde: wie het best oppaste mocht bovenaan staan, de slechtste kwam onder. Natuurlijk had Jan alle drie de keeren onderaan gehangen, met ge woon wit krijt nog wel, wat een extra slecht gedrag beteekende. Dat zat hem toch wel dwars, vooral omdat Sinterklaas er bij zijn bezoek aan de school altijd rekening mee scheen te houden. De andere jongens troffen ten minste 's morgens dikwijls een suikerbeestje, een chocolaadje of zoo iets. Maar Jan z'n kast werd ge regeld overgeslagen. Hij moest zoo wel in een slecht boekje komen te staan. Hoe meer het naar den 6en Decem- ber ging hoe ongeruster Jan werd. Hij was den avond voor den grooten dag al bezig geweest niet het maken van een verlanglijstje, een voetbal, een meccano-doos, een stoommachine en nog veel van dat moois had hij eroj» geschreven. Maar toen moeder hem had gezegd, dat Sinterklaas hem toch wel vergeten zou en dat hij eerst maar een jaartje beter moest oppassen. Toen had Jan het lijstje, waar hij zoo zijn best op had gedaan, toch niet goed voor den schoorsteen durven zetten. Met een bezwaard hart ging Jan naar bed, terwijl het in zijn hoofd warrelde van alle gedachten. Het zal wel niet zoo erg zijn als ze zeggen, Sinterklaas is toch zoo goed, dat hij mij wel niet vergeten zal, was de eenige gedachte waarmede hij zich kon troosten. Met zijn hoofd onder de dekens was hij ingeslapen Daar klonk iets zoo vreemd in zijn ooren, het kwam steeds dichterbij tot Jan het duidelijk kon onderscheiden: het was het getrappel van een paard. Jan hoorde het duidelijk, het was op de straat, nu waren ze juist voor de deur van hun huis. Een zware stem bromde wat en het getrappel hield op, ze stonden stil. Jan wou schreeuwen van angst, maar hij kon niet en hij kroop nog wat dieper onder de de kens. Daar sloegen deuren dicht, het was of er iemand de trap opkwam. Door de dekens heen zag Jan dat het licht aanknipte. Hij beefde als een schoothondje, dat door het ijs gezakt is. De bromstem zei weer iets en met een nik werden de dekens van het bed getrokkenPiet, zwarter als Jan hem zich ooit had durven voor stellen, stond voor hem en in den hoek met 'n langen witten baard en strenge oogen stond Sinterklaas, die weer iets tegen den Zwarten Piet bromde. Jan verstand het niet: dat zal wel Spaansch zijn, dacht hij bij zichzelf. Maar daar nam Piet den grooten zak dien hij op den rug had en maakte hem open. Jan, in doodsangst, stamel de om vergiffenis, maar de knecht was onverbiddelijk en Sint bleef met hetzelfde strakke gezicht sprakeloos staan. Hoe Jan ook tegenspartelde, er hielp niets: de sterke handen van Piet hadden hem al gauw in den zak ge werkt en voor Jan op de gedachte kwam om heel hard „Vader" te roe pen, voelde hij aan het schokken, dat hij achterop een paard zat. Snel als de „Al dat Innemen van geneesmiddelen, ik laat het maar aan de liefhebbers over. Ik gebruik liever iets uitwendigs, Zoodoende heb ik, naar mijn inzicht, mijn gezondheid zoo goed kunnen houden. Maar daar wordt ik Zondag voor Pinksteren wakker met een pijn in mijn schouder om tureluursch van te worden. En zoo in eens. Ik kon niet meer heen of weer. Ik zeg tegen Klaartje, haal jij me eens een groote pot Akher's Kloosterbalsem. Ik kon mezelf niet wrijven van de pijn, maar liet het mijn vrouw doen. Niet te hard, zeg ik, want alles, ook de geheele omgeving, deed me zeer. Zij wreef mij zachtjes om te beginnen, naderhand wat harder en het was of er een won- der gebeurde. Onder het wrijven ver minderde de pijn al en toen het 's avonds herhaald was, stond ik den volgenden morgen weer even frisch op als altijd. Slikken jullie maar ta bletjes, poedertjes en drank/es. Geef mij maar voor spierpijn en rheuma- tiek Akker's Kloosterbalsem, ze zeggen toch „Geen goud zoo goed." Fr. D. te G. Origineel ter inzage.) wind vlogen zij vooruit. Jan durfde geen adem halen en re kende uit hoever ze nu al wel van zijn huis zouden kunnen zijn. Van den meester had hij gehoord, dat het witte paard harder ging als een vliegma chine, en dan zouden ze 1111 al zoo ver weg zijn dat Jan nooit meer alleen lerug zou kunnen komen. Het leek wel een eeuwigheid, zoo lang duurde de reis. Ten slotte hoor de Jan de stem weer en terstond hield het schommelen op. Ze stonden dus stil. Jan voelde, dat de zak werd op genomen. Er werd 1111 veel gepraat tusschen Sint en zijn knecht en Jan moest veronderstellen dat zij samen overlegden wat met hem gedaan moest worden. Dezelfde zwarte han den openden den zak en tilden Jan er uit. Daar zag hij een heele boel groote zwarte mannen met roeden in de hand die hem vervaarlijk aangrijnsden. Dat was Jan teveel. „Moeder"-, riep hij uit alle macht. „Ja, Jan, hier ben ik al", zei moe der die al naast het bed stond. Jan wist niet hoe hij het had, toen hij zijn oogen opendeed: hij lag rustig in het zelfde bed waar hij gisterenavond in gestapt was. Hij had dus gedroomd. Jan was eigenlijk kwaad op zichzelf, dat hij zich zoo had laten beetnemen. o Hoewel het nog zoo vroeg was, dat het nog niet heelemaal licht was, mocht Jan al opkomen om samen met moeder het huis te gaan doorsnuffe len of er misschien toch nog iets voor hem was binnengevallen. Men kan zijn vreugde hegrijpen, toen hij in de huiskamer een heele ta fel vol lekkers en speelgoed vond. En al de dingen die hij op het lijstje had willen schrijven waren erbij. Met de voetbal had Jan het zoo druk dat hij vergeten zou de andere dingen een voor een te betasten en bekijken. Maar moeder wees hem op een grooten brief die midden tusschen het lekkers lag en waarop Sinterklaas had geschre ven „Alles voor Jan, als hij voortaan beter oppast in school". Jan ging plechtig voor den schoor steen staan en riep hard„Dat beloof ik Sinterklaas". En boven vertrok het strakke ge zicht van St. Nicolaas tot een glimlach en hij zei tot Zwarte Piet: „Hij is zoo slecht nog niet de bengel". Van die Sinterklaasdag af was Jan goede vrienden met den schoolmeester die hem verzekerde dat een' volgend jaar ook Jan z'n naam niet rood krijt op het hord zou komen. Oplossingen van de vorige week. 1. Wie wtl doet, wel ortmoet. 2. g brr graat brummen gramofoon bluffen groot oom n 3. LUIDSPREKER Uiterwaard Initialen Deventer Schoorl Purper Reest Edam kam En R 27 Nieuwe Raadsels. 1. Ik ben een spreekwoord van letters 4-17 8 16 deel van den voet 1 11 18 27 niet weinig 3—14—12—22—23 een getal 24 25—26 rijkdom van den boer 19-5—6 7 plaats In Overljsel '0 81821 hiermede maakt men de ramen droog 20—29 13 wordt bij de kachel gebruikt 15 1725—20 ontkenning 2. Van boven naar beneden en van links naar rechts hangen wij voor de ramen xxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxx zee ten Noorden van Duitschland xxxxxx bloem, die lekker ruikt xxxxx mooi dorp In de provincie Utreeht xxxx een metaal xxx nlel „droog" xx voegwoord x medeklinker 3. Van boven naar beneden en van links naar rechts ben Ik een vak, dat op school onderwezen wordt, (deel der wiskunde x medeklinker xxx vrucht xxxxx gebruikt de schoenmaker xxxxxxx getal xxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxx Iemand, die bier bereidt xxxxx jaargetijde xxx plaats in Gelderland x klinker TWEEDE BLAD. DUSSEN. Heerootin? aangenomen. Belas- tingverhooKinK zonder progressieve opcentenheffing. Verlichting Uuitenkade. De raad der gemeente Dussen kwam Dinsdag middag 4 uur in openbare vergadering bijeen onder voorzitterschap van burgemeester Snijders. Afwezig de heer Smink. De notulen der vorige vergadering worden vastgesteld zonder wijzigingen. AAN DE ORDE: 1. Ingekomen stukken. Van het gemeentebestuur van Sleeuwijk, ver zoek om ndhnesie-betuiglng aan een adres waar in gevraagd wordt niet tot opheffing van het Kantongerecht te Heusden over te gaan. Dit verzoek wordt voor kennisgeving aange nomen, daar in de vorige vergadering reeds een dergelijk adres uit Heusden behandeld is. Verlichting Baitenkade. De bewoners van de Buitenkade bij Nieuwen- dijk verzoeken de gemeente medewerking te ver- leenen, opdat zij kunnen aansluiten bij het elee- trisclie net van Nieuwendtjk; daartoe zou de ge- meentc dan de aansluitkosten, meters, enz. voor haar rekening moeten nemen. Er wordt op ge wezen dat Indertijd aan diegenen die wilden aansluiten de toezegging werd gedaan dat aan sluitkosten en 2 lichtpunten voor rekening dei- gemeente genomen zouden worden. Toen is ech ter niemand tot Aansluiting overgegnan. B. en W. stellen voor afwijzend op dit verzoek te beschikken. Wat in het request staat is wel waar, aldus de voorzitter, maar vroeger was het net van de gemeente en had deze er dus belang bl>. Nu is die toestand nncicrs, het net is van de P.N.E.M. en de gemeente heeft er geen enkel belang bij Men zou de menschen iets geven waar toe men niet verplicht is. Op dit verzoek wordt afwijzend beschikt. Van M. Steur, verzoek om ontheffing van land pacht. Waar de gemeente met deze pacht ntets te ma ken heeft het land is van hot polderbestuur wordt dit stuk voor kennisgeving aangenomen. Van Ged. Staten, schrijven lietreffende een in houding van 15 */o op de tractementen van bur gemeester en secretaris voor ambtswoningen. Gevraagd wordt of de raad accoord gaat met de voorgestelde regeling. De gemeente Dussen heeft echter geen ambts woningen voor ambtenaren, waarom de raad dit van weinig beteekenis oordeelt en er zich op voorstel van B. en W. mee accoord verklaart. Gemeente-Begrootinir. 2. Vaststelling genieente-begrooting 1933; en 3. Belastingverhooging. De voorzitter leest het rapport der bcgrootlngs- cominissie voor. De commissie meende met het oog op de belastingverhooging een zoo groot mo gelijke zuinigheid te moeten toepassen. Zij vond nog verschillende inkomstenposten die h.i. ver hoogd en uitgavenposten die verlaagd kondon worden. Zoodoende wordt een hoogere inkomsten van 150.en een lagere uitgave van 1526. becijferd, wat neerkomt op een voordeel van 1676.—. Het voorstel van B. en W. tod heffing van een gelijk aantal opcenten (nl. 80) op de G.F.B. kan in de commissie geen onverdeelde bijval vinden, omdat daarbij gebroken wordt met het beginsel der progressie dat tot heden is toege.past. De commissie is van oordeel dat in verband met de mindere werkzaamheden het salaris van den ontvanger moet worden verminderd. Zij wenscht dat de levering van steenkool voor taan wordt aanbesteed. Een vergoeding van 6.per lid voor het stem bureau acht zij voldoende. Het lijkt de commissie gewenscht een kiosk te houwen, waarop de plaatselijke vereenigingen kunnen concerteeren. Voorts vraagt de commissie om het jnarlijkschc verslag van den correspondent der arbeidsbe middeling. De commissie adviseert tot vaststelling der be grooting met innchtname der opgesomde wijzi gingen. De voorzitter dankt de commissie voor haar werkzaamheden. Het rapport maakt z.i. een in druk van groote nauwkeurigheid en B. en W. ne men dan ook alle voorgestelde bezuinigingen on gewijzigd over. Tot hun split kunnen I\ en \Y. echter met be trekking tot de G.F.B. niet tegemoet komen aan den wensch van enkele loeien der commissie, daar zij voor dezelfde moeilijkheden staan als de commissie: zij weten niet waar het geld te halen. Wat betreft het salnris van den gemeente ontvanger, zoodra deze ambtenaar zijn ontslag heeft genomen zal aan Ged. Staten wijziging van t, o In drie opzichten ia Akker'a Kloosterbalsem een onovertroffen middel: als wrijfmid. del en als huis- en heelmiddel. Krachtig zult Ge er de onuitstaanbaarste spierpijn en de smartelijkste spit mede weg kunnen wrijven. Alom verkrijgbaar a 60 et. per pst. het salaris worden gevraagd. Tot het houden van aanbesteding voor het le veren van steenkool kunnen B. en W. nog geen toezegging doen, daar hieraan moeilijkheden zijn verbonden, die nog overwogen moeten worden. Met de vergoeding van 6 per lid voor het stembureau, gaan B. en W. accoord. Ook B. en W. zouden graag zien dut een kiosk werd opgericht; op het oogenblik is dat echter nog onmogelijk, doch zoodra de gelegenheid daar voor heter is zullen B. en W. graag met de op merking rekening houden. lie correspondent der arbeidsbemiddeling zal met den wensch der commissie worden in ken nis gesteld. Dhr. v. d. Zouwen is voor een progressieve op centenheffing op de G.F.B. Tot lieden heeft deze progressie toch ook bestaan, waarom zou deze dan niet gehandhaafd kunnen worden? De voorzitter wijst erop dat de G.F.B. op zich zelf reeds progressief is, zelfs sterk progressief. Door de opcenten wordt de druk der progressie voor de grootere inkomens des te zwaarder. Spr. licht dit niet voorbeelden toe. Bovendien zou de gemeente hij doorvoering van progressie in ver band met de kortingswet al aanstonds een ult- keering uit het gemeentefonds van I n 500 gld. moeten derven. Dhr. v. d. Zouwen meent dat door een heffing als wordt voorgesteld de middenstand die het toch reeds hurd te halen heeft weer het zwaarst getroffen wordt. De voorzitter zegt dat dit absoluut niet het ge val is. Wie behoort er hier niet tot den midden stand? Wie verdient er zooveel dat liij tot een hoogere klasse gerekend kan worden? vraagt spr. Dhr. v. d. Zouwen meent dat die er nog genoeg zijn: de burgemeester, de notaris, de dominé. De voorzitter rekent ook deze heeren tot den middenstand, zij moeten immers allen hard wer ken om den kost te verdienen. Mensehen die 30,000,verdienen kan men tot de klasse met hooge inkomens rekenen, niet echter diegenen die 5 mille inkomen hebben. Dhr. v. d. Zouwen blijft bij zijn standpunt De voorzitter meent dat dhr. v d Z. de zaak niet goed beschouwt. Als hij opkwam voor de arbeiders of vrijgezellen, zou spr. liem nog ge lijk geven, maar niet nu hij het voor den mld- ilonstand opneemt. Dhr. Koekkoek vindt dat ieder mensch een of fer moet brengen en dot de menschen met de vaste salarissen grootere offers moeten brengen dan de menschen die in het geheel geen inkomen hebben. Daarom is spr. sterk voor een progres sieve heffing. Hij acht het onbillijk ipmand met een goed salaris gelijk tc stellen met iemand die niets verdient, de mindere man wordt daardoor geheel gedupeerd. De voorzitter ziet niet in wat dhr. K. bedoelt. De ambtenaar dient tegenwoordig nis „hoofd van Jut", meent spr. Spr. vestigt er de aandacht op dat niet alleen dc ambtenaren, doch allen die een inkomen hebben getroffen worden. Dhr. Koekkoek meent dat er wel eenig verschil mag zijn tusschen menschen die 10—15, 2030 of40 50 gld. verdienen. De voorzitter vestigt er nogmaals de nnndncht op, dat de heffing toch reeds progressief is, dam de belasting in zich progressie inhoudt die door de opcenten nog versterkt wordt. Bovendien moet de gemeente het dan met een mindere uitkee- rlng stellen. Dhr. Jongbloets voelt veel voor een ventverbod, waarmede ne middenstand zeer gebaat zou zijn. Op het oogenblik wordt de gemeente overstroomd met vliegende winkels. Ook In Steenbergen en Dongen zijn daartegen maatregelen genomen. De voorzitter zegt dat dit een moeilijke materie is; een ventverbod mag niet worden in het leven geroepen, een belasting ook niet, alleen zou hel legesgeld nog verhoogd kunnen worden. De han del op zichzelf moet echter vrij blijven en mag niet belast worden. Dhr. Jongbloets zal onderzoeken hoc deze kwes tie in de genoemde gemeenten geregeld is. Dhr. v. Daal gelooft dat in deze weinig bereikt kan worden. Als dc winkeliers niet zooveel pof ten zouden ze er beter ann toe zijn. De voorzitter deelt mede dat de begrootl»g sluit op een bedrag van 86511,80, waarvan 15785,16 voor den gewonen dienst. Dhr. y. d. Zouwen mankt nog een aanmerking op het- -presentiegeld voor stembureaux. Dhr. Koekkoek komt terug op de belasting kwestie. Hij blijft erbij dat iemand die voldoen de salaris heeft best een hoogere belasting kan betalen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 5