Ruwe handen Ons WeeKpraatie. No. 17. Saterdag 2fi Febr. '38. 56e Jrg. TWEEDE BLAD. O/er m'i ecn.e" mtmalrlsrae zal men van ons geen goed woord verwachten, maar weet wel dal dli heel wal anders is dan 't onderhouden van een mill, taire macht. Ook van de «militairen* willen we niets kwaads gezegd heb- bebben, alleen dat ze even „naïel" kunnen zf)n als de kinderen waarvan we zooveel houden. N«ï;f is heel Iets anders dan dom. Ze hebben evengoed als Wie ook hun studies gemaakt, hun hooiden moeten volstoppen met voorschriften en reg- lementcn, terwijl ze ook zwaar hebben moeten blokken op hun tactiek boeken. Ze kennen precies de loopbaan van een kogel, alléén de loopbaan van een burger kennen ze niet. Een burger is een wonderlijk wezen, dat zich druk maakt over maatschap- pelijke vraagstukken en de dingen vaak veel anders pleegt te zien dan een medeburger. Zoo iets begrijpt de mill, talr niet. Voor hem bestaan geen kwesties. Voor wat het schieten be- treft, heeft hij zijn S. V. I. i en S. V. I. 11; daar staat alles in. Voor het in- richten van loopgraven heeft hij zijn pioniers—boekjevoor de militaire orde beschikt hij over het reglement van krijgstucht enz. Alleen in zake kwesties van tactiek zou verschil van inzicht mogelijk kunnen zijn, maar ten deze is de zaak 2ÓÓ geregeld, dat 'n luite nant zich onderwerpt aan het tactisch inzicht van den kapitein, terwyi diens hoogste tactische wijsheid weer daar uit bestaat, dat hij zijn inzichten on dergeschikt maakt aan dien van den majoor. Enzoovoorts. We herinneren ons een militairen commandant van Middelburg uit de oorlogsjaren, die zelfs de schuchterste bedenking van een mindere afwees met de woorden„ik ben de god van Walcheren en daarmee basta Men moet met deze psyche der mili tairen werkelijk eenigszins op de hoogte zijn, om zekere daden van de militaire ovetheid te kunnen begrijpen of verklaren. Zóó b.v. voor wat het gebeurde be treft met de «Zeven Provinciën.* Er was een bom geworpen op het muiterachip en tengevolge daarvan zijn 23 menschen gedood. De anti-nationale partijen enderzelver organen schreeuwden moord en brand; de gevallenen werden slachtoffers ge- heeten van een bloed—terreur en de regeering in den Haag, welke door de ontvangen berichten natuurlijk even- zeer verrast was, als wie ook, werd uitgeteekend met handen, nog drui pend van het proleiartë.sbloed. En de nationale elementen, waar onder we ook ons zelve rekenen, waren zooal niet ontdaan, dan toch ook onthutst door het gebeurde. We waren overtuigd, dat de autoriteiten zelfs de strengste maatregelen tegen de muiters niet ongebruikt mochten laten, indien de opstandige bemanning van de «Zeven Provinciën* zich niet op de eerste aanmaning daartoe en onvoor waardelijk wilden overgeven, maar ten slotte hadden we toch niet bepaald bloed nooaig als zoen voor de ge kwetste nationale eer. We konden het optreden der marl- tieme autoriteiten tegen de muiters billijken en rechtvaardigen zelfs toe* juichen al hadden we misschien ieder van ons voor zich gaarne gewenscht, dat een waarschuwings— bom ware geworpen opdat de muitende bemanning geen enkelen twijfel meer gelaten zou worden omtrent den ernst van de bedoelingen van de overheid. Tegenover het gebeurde op de .Zeven Provlnciëu* hebben tot in deze dagen twee meeningen gestaan: de anti—nationale overtuiging, dat de overheid om des vredes wille de muiters had moeten laten begaan (wat de risée van dezelfde menschen en van de wereld—opinie ten opzichte van de beteekenls onzer weermacht zou heb. ben gewekt) è/i de gedachte, dat de muiters aan eigen optreden het over hen gekomen geweld hebben te wijten. Maar de laatste gedachte werd ge- drukt door leedwezen. Leedwezen om het feit, dat de waarschuwingsbom," waarop we allemaal hadden gerekend, was achtergebleven. Totde aangelegenheid op Maan dag j.l. «toevallig* in den indischen Volksraad ter sprake kwam. Daar gal de vlootvoogd verslag der gebeurte nissen en toen bleek, dat heel hel slot—drama op de «Zeven Provinciën" aan een droef noodlot was te wijten. De uitgeworpen bom is als een waar- schuwingsbom bedoeld geweest, maar, op 1200 Meter hoogte uitgeworpen ook de vliegeniers mochten zich natuurlijk niet aan een aanval dei muiters blootstellen was de kans op een juist trtffen, vóór den boeg van het schip riskant. De uitkomst heeft bewezen, hoe riskant 1 Nu de zaken zich zóó blijken te hebben toegedragen, treft de overheid toch zeker geen verwijt meer van een te groot geweld te hebben gepleegd. Niemand kan haar het recht en zelfs den plicht ontzeggen om een muiterij te bedwingen. Wanneer daarbij een der toegepaste middelen een onbedoeld bloedig effect had, dan komt de ver. antwoording neer op degenen, die de toepassing dier middelen hebben noodig gemaakt. üe eer*te bom op de mZ. P.m was een ongeluk, maar niettemin hebben de vlootautoriteiten de publieke mee ning wekenlang daaromtrent in een onjuiste meening gelaten. En daardoor aan de anti-nationale elementen vrij spel in hun anti-nationale acties. Dat is slechts te verklaren uit de omstandigheid, dat rasechte militairen van burgerlijke gevoelens en burger, lijke reacties volstrekt geen notie hebben. Ze dienen hun «vak", zonder begrip te toonen, dat hun vak er is tot heil van de natie. Hun eerste en eenige zorg is, zelf .gedekt" te zijn. Weet de geachte lezer of niet minder geachte lezeres, ook wie een zekere Mevrouw Mariene Dietrich is Al was deze dame voor enkele jaren nog een volkomen onbekende, thans zou .men" zich schamen, wanneer men niet van Mariene Dietrich had gehoord, de groote filmster met het lieve snuitje, waarvan de afbeeldingen in sigarettendoosjes worden verpakt en in keurige albums worden bijge plakt. Een groote artiste mag worden gekend, maar wéét de groote massa veel van filmkunst? Mariene Dietrich heeft een lief snuitje, zooals andere filmsterren en ze woont in een heel duur huis zoo nemen we tenminste gaarne aan met een uitgebreid personeel. Zij rijdt in de schitterendste auto en draagt dure japonnen en bontmantels. Daarom is Mariene Die trich beroemd en aanbidden we haar, bijna in de letterlijke beteekenis des woords. We kennen kranten, die zóó «ob jectief* zijn, dat men er nooit den naam van God in aantreft, want tenslotte, nietwaar, moet men een lezer, die het zonder God meent te kunnen stellen, met geschrijf over Hem niet lastig vallen. Maar boven Zonder schriftelijke toestemming is eeni 'tCESARS OPDRACHT. (Slot.) De lange die niets kwaads vermoedt straalt van vreugde, 't Is bijna niet meer uit te houden, 't Gelach en ge drang neemt immer toe. Als dat zoo doorgaat, valt de geheele geschiedenis nog in het water. 't Wordt hoog tijdver een eind aan te maken, denkt Max Müller. Hij ge overname uit deze rubriek verboden. wenkt één van de Trienden. Deze stapt naar de plaats, waar de lange zoo even aan 't graven was, vóór de stortvloed van vondsten hem overwel digde. Hij grijpt de spade, die de lange heeft weggeworpen. Voorzichtig steekt hij idie in den grond. Hij schijnt ergens op te stooten, bij bukt zich en heft een groote kluit aarde omhoog. Als een electrische schok trilt het nu door ailen heen, 2e rekken de halzen God staat in onze dagen blijkbaar een Maurice Chevalier, Charlie Chaplin, Harold Lloyd, Renate Müller en andere filmsterren. Of men van ze houdt of niet, of men met filmerij iets te maken wenscht te hebben of niet, men treft in dezelfde objectievo bladen kolommen met nonsens over ze aan, als ze in Amsterdam komen of in Volendam zijn gesignaleerd. Hoe ze gekleed waren, hoe ze lachten, hoe en waar ze sliepen, hoe het hondje er uitzag, hetwelk ze bij zich hadden, geen ujzonderheid wordt ons gespaard. Van de week lazen we in .De Telegraaf* een heel belangrijk bericht over Mariene Dietrich. De lezer kent ze natuurlijk. .Komt Mariene Dietrich naar Amsterdnm zoo luidde een groote kop boven het gewichtige nieuws. Het bleek, dat aan de redactie van het blad een brief ter inzage was verstrekt van den echtgenoot der ge noemde filmster, gericht aan een Amsterdamsche zakenrelatie. Daarin berichtte bedoelde echtgenoot, dat de geruchten, als zou de beroemde film ster voor een bezoek naar Londen trekken, valsch waren. .Niet onwaar schijnlijk", echter was, dat Mariene Dietrich* toch nog tot een korte Europeesche tournée (zou) besluiten en dan zou Deze Hooge Vrouwe... .in overweging nemen naar Amster dam te komen*. Alles bijeen schijnt de kans op haar bezoek derhalve gering, maar als het eens zijn mocht, sjongen, wat zouden we gelukkig wezen. En zeker zouden duizenden gaan kijken en gapen. Naar d'r snuiije, d'r lachje, d'r dure kleertjes en dr hondje. Daar zou je alles voor laten staan i RUILVERKAVELING IN DE LANGSTRAAT. Vereeniffing van Waterschappen. Donderdagmiddag werd in Hotel van Iersel te Waspik op initiatief der Cen trale Commissie voor Ruilverkaveling een vergadering gehouden van ingelan den van waterschappen onder de ge meenten Waspik. Raamsdonk en Sprang-Capelle. Doel der bijeenkomst was te komen tot de bespreking der mogelijkheid van ruilverkaveling in dit gebied. In verband hiermede werd door de Centrale Commissie voor Ruilverkave ling eenigen tijd geleden een bespreking gehouden met het Bestuur van het Waterschap „de Groot Waspiksche en Raamsdonksche Binnen- en Buiten- dijksche en Overdiepsche polder". Te vens werd ook door verschillende op de vergadering te Waspik ter bespre king van de ruilverkaveling van den Buitend ij kschen Hooipolder aanwezige eigenaren de wensch uitgesproken de verkaveling van de bovengenoemde gronden onder de oogen te zien. De vergadering die goed bezocht was, stond onder leiding van Burgemeester Smits van 's-Gravemoer. Deze sprak een openingswoord en heette daarbij speciaal welkom Ir. A. G. Swart, die namens de Commissie aanwezig was om een uiteenzetting te geven. Spr. wees er op wat de aanleiding is ge weest tot het uitschrijven dezer bij eenkomst, die ten doel heeft een be spreking te houden over de mogelijk heid van ruilverkaveling van de gron den gelegen tusschen Keizersveer in 't Westen en 't Sas in 't Oosten. Ir. Swart, die daarna het woord kreeg, begon direct met een uiteen zetting van den plaatselijken toestand, zonder opnieuw op de ruilverkaveling in 't algemeen in te gaan; dit vraag stuk had hij immers reeds enkele we ken geleden te Waspik behandeld. Evenals van den Buitendijkschen Hooipolder onder Waspik, brengt de exploitatie der gronden, gelegen in den Overdiepschen Polder en in de Aanwassen en Inlagen onder Capelle geregeld wederkeerende moeilijkheden mede, telkens wanneer werkzaamhe den op de landerijen moeten worden verricht. Deze gronden liggen betrekkelijk af gelegen en kunnen voor zoover het het gedeelte ten westen van het Dussen- sche Gantel betreft, feitelijk alleen worden bereikt via de beide pontveren over het Oude Maasje. Het gedeelte ten Oosten van het Gantel is bereik baar langs een brug over het Oude Maasje. De bovengenoemde toestand en de minder gunstige perceelsindeeling zijn oorzaak, dat geen doelmatige en eco nomische exploitatie der perceelen mogelijk is. i Door ruilverkaveling zou een veel betere toestand kunnen worden ge schapen, doordat niet alleen goed ge vormde perceelen zouden worden ver kregen, welke door aanleg van enkele wegen beter bereikbaar zouden wor den, maar bovendien zou door het bouwen van een brug over het Gantel bij de uitmonding in het Oude Maasje, het ten westen van het Gantel gelegen deel van den Overdiepschen polder eenigszins uit zijn isolement worden verlost. Mocht te zijner tijd tot afsluiting van het Oude Maasje worden besloten en de bovengenoemde polder hierdoor watervrij worden, dan zou tevens een gunstige gelegenheid zijn (geschapen tot het stichten van nieuwe boerde rijen. I De omstandigheden, dat bij een even- tueele ruilverkaveling groote kans be staat, dat van Rijkswege een bijdrage kan worden verleend bij de uitvoering der «grondwerken voor het maken van nieuwe wegen, maakt ren bespreking zeer gewenscht. Aan de hand van een kaartje toonde spr. een en ander nader aan. Vooral het N.-W. gedeelte* van den polder ligt zeer longelukkig, daar het met dan langs groote omwegen te bereiken is. De perceelen hebben over het algemeen een zeer langgerekt karakter, waar door 't ongewenscht is dat ze slechts op een weg uitkomen. De kosten heeft spr. bij ruwe bere kening getaxeerd op 55.per H.A. Daarbij heeft hij rekening gehouden met een rijkssubsidie van 60 van het arbeidsloon. Spr. wees er nog op, dat de betaling der kosten geen be zwaar zal opleveren, daar de eerste termijn eerst betaald behoeft te worden 4 jaren nadat met de verkaveling is begonnen. In totaal moeten de kosten in 10 jaren betaald zijn, er wordt een wetsontwerp voorbereid dat dezen ter mijn tot 30 jaren uitbreidt. De voorzitter dankte Ir. Swart voor zijn duidelijke uiteenzetting en stelde daarna de aanwezigen in de gelegen heid van hun standpunt te doen blij ken. Van deze gelegenheid werd een zeer ruim gebruik gemaakt Wij vatten het voornaamste der besprekingen samen. Vereeniging der Polders. De heer Melch. Langerwerf (Was- oik) ontkende niet het nut dat in de ruilverkaveling gelegen is, doch het eerste en belangrijkste werk dat te doen staat achtte hij het watervrij ma ken der polders door ophooging der dijken van het Oude Maasje. En om daartoe te komen vond spr. het ge wenscht dat alle waterschappen van dit gebied tot een groot waterschap werden vereenigd, dan pas zou er z.i. vruchtbaar werk verricht kunnen wor den. De heer Smeur (Waspik) betoogt dat de Groot-Waspiksche polder wel tot verhooging der dijken zou willen Doos 30 en 60 ct. uit. Longinus is nog te veel bezig mei de laatste vondst om er iets van te merken. «Lange, kijk eens hier!" Met een groote sprong is de lange er bij. De anderen dringen nader, met alle macht houden ze een lachbui terug De lange vermoedt niets, Hij hurki bij den klomp neer en krabbelt voor. zichtig de aarde weg. Glanzend glazuui over bruinen steen wordt zichtbaar Altijd meer, 't is stellig een pot. De lange is ademloos in afwachting. De vorm wordt steeds duidelijker zichtbaar De lange staat verstomd. Geen twijfel, deze pot lijkt op een haar op het bekende voorwerp, dat men in iedere fatsoenlijke huishouding zorgvuldig voor de blikken van vreemden ver bergt. Wijd en laag, met een oor. Versteld en onzeker houdt Longinus het ding in de handen. Kijk, er staat iets op ook. Merk waardigi4 fluistert een stem. Geheel verbluft brengt de lange het voorwerp op de hoogte van zijn oogen Ja, daar staat er met witte olieverf op geschilderd «Van Cesar aan Longinus Roma norum Het «Komanorum* blijft hem in de keel steken. 't Bloed stijgt hem naar 't hoofd, overgaan, doch dat dit werk geen nut zal hobben als de andere polders niet hetzelfde doen. De voorzitter zegt dat deze kwestie reeds vroeger aan de orde is geweest. Het groote aantal waterschappen is een belemmering voor een gezonde ontwikkeling en daarom moet de com binatie van waterschappen worden toe gejuicht. De huidige toestand is, naar spr. meent, verouderd, daarvoor in de plaats moet komen een groot water schap met een bestuur bestaande uit menschen die in deze streek wonen. Afdoende verbetering acht spr. slechts in deze richting te vinden. Hij wijst er op dat er bij Ged. Staten reeds plannen zijn aanhangig gemaakt ten einde in dezen geest een oplossing te krijgen. Deze plannen zijn ingediend door den technischen ambtenaar van den prov. waterstaat, den heer Hoff man te Waalwijk en hebben goede kans van slagen. Spr. gelooft dat pas na een derge lijke oplossing van het waterschaps- vraagstuk de resultaten van een even- tueele ruilverkaveling ten volle zullen kunnen worden uitgebuit. Spr. zou dan ook graag zien dat de vergadering in dezen geest een uitspraak deed om de plannen van Ged. Staten te bespoedi gen. Hij ontveinst zich niet dat er moeilijkheden aan verbonden zullen zijn, doch z.i. zullen deze door ge meenschappelijk overleg tot goede op lossing kunnen worden gebracht. De heer Verschuren (Waspik) sluit zich bij deze woorden aan en wil een commissie benoemen die de zaak bij Ged. Staten gaat bepleiten. De heer v. Dongen (Waspik) onder schrijft de woorden van den heer Smeur, De heer Zijlmans (Waspik) zet in den breede uiteen dat op de eerste plaats de waterstand op een beter peil moet worden gebracht. Daartoe is het z.i. noodig dat de polders vereenigd worden tot een waterschap. De heer Huysman (Capelle) betoogt dat de polder van Capelle door ver hooging der kaden op hooge kosten zou kunnen komen. Dat neemt niet weg dat spr. voor de vorming van een groot waterschap is. De heer v. Dongen (Waspik) zegt dat door een en ander de actie tot af sluiting van het Oude Maasje niet mag verslappen. De voorzitter is het daarmede eens en ziet hierin de eindoplossing der ge heele kwestie. Spr. wijst echter op de tallooze moeilijkheden die hierbij wor den ondervonden, zelfs in eigen kring, door. de tegenstrijdige belangen van landbouw, handel en scheepvaart. Hij schetst uitvoerig de moeilijkheden die men ondervonden heeft bij de actie tot afsluiting van den Donge-mond en deelt mede dat op initiatief der Ka mer van Koophandel te Waalwijk een commissie is benoemd die de afslui tingskwestie zal onderzoeken. Bij zitten en opstaan sprak de ver gadering zich hierna uit voor samen stelling van één groot waterschap in dit gebied. Besloten werd een adres te richten aan Ged. Staten dat door alle voorstanders kan worden ondertee kend en dat desnoods door een com missie nog mondeling kan worden toe gelicht. De heer Verschure uitte de wen- sehelijkheid oin in deze commissie geen leden van waterschapsbesturen te be noemen, daar deze beter zelfstandig actie kunnen voeren. In zijn oog gloeit de verontwaardiging en glinstert een traan. In zijn volle lengte opgericht staat hij daar. Hij heft den langen, dunnen arm omhoog en smijt deze laatste, ver dachte vondst hem door Cesar zelf gewijd, tegen een boomstam stuk. In scherven ligt de pot voor de voeten van de toeschouwers, die in bulderend gelach uitbarsten. .Kaffers! Buffels!" buldert de lange er boven uit. Hij duwt er een paar op zij en verdwijnt met groote stappen tusschen de boomstammen. .Longinus I Lange! Hoor eens! Luister dan Niets helpt, hoe ze hem ook na- draven. Met zijn lange beenen is Longinus al een heel eind weg. «O, hij is razend! Hij neemt het kwalijk! Maar 't is prachtig gelukt! Fameus! Leuk! Wat zette hij een gezicht!" Aanhoudend gelach 't Vervolgt den lange tot in het diepst van het bosch .Max zal ik het betaald zetten, den dreumes, die heeft de geschiedenis bedacht!" LonginusXhad dan toch eindelijk begrepen, dat hij beetgenomen was De toekomst bracht echter gerech. tigheid. De list van Max Müller bereikte niet, wat hij er mee op 't oog had. Longinus Romanorum bleef steeds een geestdriftig aanhanger van de romein, sche oudheid. Hij werd een bekend onderzoeker en zijn naam heeft nu een goeden klank Maar de lange was en bleef een goede kerel. Hij en Max Müller zijn de beste vrienden gebleven, ondanks alles en alles. Oplossingen van de vorige week. 1. D A N 1 1 E m I n e n t Na Jaar B o Mmen O v E r a 1 S 1 O a a r C I E mens H a N d e n 2. Spijkers op zijn kop slaan. 3. v oor veere voeibal bobby aal 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 5