i niet zoo hoog zijn, het gaat bij spr. niet zoozeer om de knikkers, maar om het recht van het spel. Hij ver klaart zich tegen het voorstel. De Voorzitter merkt den heer v. d. Waerden op, dat, zooals spr. reeds heelt aangetoond, het achterwege la ten in het plan van een centrale ver warming geen vergeten werk was, doch dat het op spr.'s aandringen achterwege is gebleven. Hij krijgt uit het betoog van den heer v. d. Waer den den indruk, dat deze meent, dat het een doorgestoken kaart is en de heer Spijkerman hier voorgespannen is. De heer Spijkerman beschouwt het ook als een insinuatie aan zijn adres dat hij als trekpaard voor B. en W. zou hebben gefungeerd. Dat wenscht hij niet te accepteeren. Hij heeft al dus gehandeld omdat hij overtuigd was dat in een dergelijke woning een centrale verwarming behoorde en ver schillende kennissen dit met hem eens waren. Wethouder Eibers wil wel verkla ren dat hij de eerste was, die in het college van B. en W. de wenschelijk- heid betoogde om een centrale ver warming aan te leggen, maar 't was de voorzitter die er niet veel voor voelde, omdat hij toch over kachels cn haarden beschikte. Zoodoende is spr. er tenslotte van af gezien, maar toen die brief van den heer Spijker man kwam was hij 't er direct om de zelfde motieven geheel hiermede eens. Zoolang de tegenwoordige bur gemeester het voorrecht heeft hier burgemeester te zijn en wij, aldus spr., het voorrecht hebben hem als burgemeester te hebben, zou het mis schien geen bezwaar zijn, maar latere burgemeesters kunnen er heel anders tegenaan kijken. De Voorzitter wil er vooral de aan dacht op vestigen dat hijzelf niet bouwt, maar de gemeente. Die wo ning is niet bestemd voor den heer Moonen, maar voor iederen burge meester van Waalwijk. Wethouder Smolders onderschrijft dat we verder moeten zien dan den tegen woord igen burgemeester. In een moderne woning hoort tegenwoordig centrale verwarming. Hij had dan ook liever gezien dat de heer v. d. Waer den de al of niet noodzakelijkheid van zoo'n installatie had betoogd, maar in de plaats daarvan laat deze de zaak in het midden en begeeft zich op zij wegen. De heer Pullens kan in het betoog van den heer v. d. Waerden geen in sinuaties zien en kan er in vele op zichten mee meegaan. Ook spr. heeft dit voorstel bevreemd. Hij vraagt zich af waar het einde zal zijn en wat er nog meer te wachten staat. Bij de be sprekingen was herhaaldelijk gezegd, dat het crediet van 17000.niet overschreden zou worden, doch spoe dig nadien komt men nu met een be langrijke overschrijding. Spr. vraagt of het niet mogelijk is voor 17000 totaal de centrale verwarming er bij te hebben door eenige wijziging van het aanvankelijk plan. Aan de wet houders, die thans de noodzakelijk heid van centrale verwarming zoo nadrukkelijk betoogen, vraagt hij waarom ze dat in den beginne niet gedaan hebben, toen ze er toch even goed reeds aan gedacht hadden. De Voorzitter meent, dat de heer Pullens de zaak een beetje te zwart inziet. Het betreft hier een bedrag van hoogstens 1200.meer. De heer Spapens zal op een en an der niet verder ingaan, doch zou het jammer vinden, als men een derge lijke woning thans zonder centrale verwarming ging bouwen. De Voorzitter meent, dat het voor zijn bescheidenheid pleit, dat hij van den opzet is uitgegaan, dat geen cen trale verwarming noodig was. De heer v. d. Waerden zegt dat men de kwestie zakelijk en niet persoonlijk moet beschouwen en betoogt nogmaals dat zi/n bezwaar voornamelijk gaat tegen de overschrijding van het bij raadsbesluit toegestane creddiet. Op dat raadsbesluit, waarbij spr. niet aan wezig was, is hij de vorige vergade ring maar niet dieper ingegaan, doch nu men het bedrag weer gaat verhoo- gen, moet hij ernstig bezwaar maken. Nu zegt men wel dat de lage rentevoet een meevallertje zal opleveren, maar waarom moet dat nu gauw worden op gemaakt inplaats van het in de ge meentekas te laten vloeien. Wethouder Eibers vraagt of de heer v. d. Waerden de verantwoordelijkheid zou durven dragen om voor die 1200 dat huis zonder centrale verwarming te bouwen. De heer Pullens zou die vraag aan Wethouder Eibers zelf stellen. Deze is er toch aanvankelijk ook mee accoord gegaan dat de woning zonder centrale verwarming zou worden gebouwd, of schoon hij zelf het idee geopperd had. Durfde hij toen wel de verantwoorde lijkheid aan? De heer Spijkerman wil den heer v. d. Waerden opmerken dat deze spreekt van zakelijk behandelen, maar is men dan alleen zakelijk als men critiek op het beleid van B. en W. uit oefent. Z.i. is het veel zakelijker om, als men ziet dat er een fout begaan is, deze te herstellen. Dat de heer van der Waerden in de vorige vergadering niet dieper op deze kwestie inging, lag, naar spr. meent, niet aan hemzelf, want hij had een groot papier klaar liggen, maar de raad sneed hem bij voorbaat den pas af. De voorzitter betoogt nogmaals dat hij buiten deze kwestie staat. De wet houders hadden dit voorstel al eerder in den raad willen brengen, doch spr. vond dat er al genoeg over gesproken was en had liever'dat het niet meer in de raadsvergadering kwam. Toen echter een stem van bulten het college f<wam (van den heer Spijkerman) heb ben B. en W. gezegd laten we den raad hierover verder laten beslissen. De heer v. Driel meent dat een par ticulier-bouwer hetzelfde zou doen als thans wordt voorgesteld. Het heeft hem altijd gespeten dat niet direct een cen trale verwarming in het plan was op genomen. De heer Klijberg zegt dat ook hem de insinuatie aan het adres van den heer Spijkerman in het eerste betoog van den heer v. d. Waerden niet ont gaan is. Het bevreemdt hem van iemand die altijd zoo vooruitstrevend wil zijn, zich op het middeleeuwschc standpunt stelt dat een centrale ver warming niet noodig is. Als een fa brikant een nieuw fabrieksgebouw zou stichten zonder centrale verwarming, dan was dat aanleiding voor den heer Matthijssen van Het Volk, om onder een schreeuwend hoofd in dat blad te schrijven over sukkels en stumperds en dat geschrijf zou veel instemming vinden bij bepaalde menschen in deze plaats. Hoe rijmt het nu dat dergelijke menschen komen met bestrijding van een voorstel als het aanhangige. Dat wordt voor hen een zuiver persoonlijke kwestie; zij kunnen zich niet opwer ken tot een zakelijke behandeling met uitsluiting van persoonlijke kwesties. Spr. meent dat het onverstandig zou zijn een ambtswoning die voor nu en later dienen moet zonder centr. ver warming te bouwen. De heer Pullens wii9t er op dat er ve»keerd geoordeeld wordt. Er is geen sprake van dat hij of de heer v. d. Waerden hebben beweerd dat een centrale verwarming niet noodig is alleen hebben beiden bezwaar tegen de overschrijding van het toegestane crediet en zouden ze gaarije zien dat zoo mogelijk met f 17000 de wo ning met centrale verwarming wordt gebouwd. De heeren Roxs en Passier verkla. •-en in te stemmen met het voorstel Spijkerman, overgenomen door B en W. De heer Smolders merkt den heer Pullens op dat het geen luxe woning wordt. De'eischen zijn reeds zeer billijk gesteld en daarop kan moeilijk nog voor f1200 beknibbeld worden De heer Spapens zegt dat het niet verstandig zou zijn om thans, nu de gunning reeds heeft plaats gehad, nog bezuinigingen te gaan aanbrengen, want voor al wat men op de aanne. mingssom wil verminderen, krijgt men net dubbele in waarde minder. De aannemers weten op dat gebied goed te rekenen. De voorzitter brengt hierna het voorstel van B. en W. in omvraag urn alsnog een crediet van f1200 voor centrale verwarming toe te staan, dat met op' 2 na algemeene stemmen wordt aangenomen. Tegen stemden de heeren van der Waerden en Pullens. 9. Voorstel tot het doortrekken van de bestrating in de Kerkstraat. (Zie prae-advies) e: De heer v Uriel vraagt in dit ver. band of déze weg ook niet openge steld zou kunnen worden voor boeren, karren e. d. De voorzitter zegt dat er menschen zijn die vergunning hebben daar te ijden. Al9 men hem voor iedereen gaat openstellen, wordt de zandweg te veel stukgereden door zware kar. ren. Eventueele belanghebbenden kun. nen zich toch tot den burgemeester wenden om een vergunning. De heer K ij berg heeft met genoegen vernomen dat de resteerende bouw. jrord ter plaatse verkocht is, doch nfo'meert of nu ook binnen afzien. iartn tijd gebouwd zal worden. De Voorzitter meent dat er In het lajiar een dubb-l woonhuis gebouwd <al worden, doch wijst erop dat voor Ie volle 100 M langs het reeds be. s'raatte gedeelte de f 25 per strikkende Meter aan de gemeente zijn voldaan, tjnde f5000 als bijdrage in de straat, aanleg volgens overeenkomst. De heer Passier heeft gezien dat er ook 30 boomen geplant worden, maar vaagt zich af of bet later geen gek gezicht zal zijn als deze boomen groot zijn er. langs de volgende te bestraten telkens weer jonge boompjes. Weihouder Eibers zegt er rekening mee te zullen houden door nu de jongste en later wat oudere boompjes >e planten. De heer Roxs meent dat 't planten van boomen In deze gemeente veel te wenschen over laat. Hel geschiedt zl. il>ijd zeer ondeskundig en niet met de loodige voorzorgsmaatregelen. Hoe krijgen ze het tn hun hoofd, vraagt ipr. zich af, om in de Crispij"Straat □eikenboompjes te planten, die men och op droge heigrond aantreft, jaar* •tjks gaan er daar zeker 'n 40-tal dood en ook aan de le Zei e zulten er wel veel sneuvelen. Het kosi de gemeente vetl geld en men bereikt er weinig mee. Zoo heeft men destijds die tin. lenbnomen uit de Orootesiraat die 40 ot 50 jaar oud waren met veelkosien naar een andere plaats getransponeerd om ze daar opnieuw te planten, doch iedereen kan weten dat zulks toch ■.iet girg. Weihouder Eibers zegt dat berken, ooomtjes genomen worden omdat de gemeente die zelf heeft groeien In de nei en ze door eigen personeel worden ivergeplant. Geïmponeerde boompjes Joor boomkweekers geplant kusten neel wat meer. Er gaan er verschillende Jood. maar dat zou bij deskundiger (verplanting ook wel bet geval zij Jle oude lindeboomen zijn toch op advies van deskundigen eldeis nog eens geprobeerd. De deer R xs geeft niet veel om zulk een advies. Met algemeene stemmen wordt he> voorstel von B. en W. hierna aange- lOmen, 10. Voorstel tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Baard- wyksche Straat. Wordt gocugikeurd. De kindertoeslag 11. Voorstel tot regeling van den kindertoeslag voor het personeel, in dienst der gemeente. Het prae-advies van B. en VV. luidt als volgt: In de vergadering van Uwen Raad van 4 November 1932 werd ter sprake gebracht de kindertoeslag voor de am- tenaren en werklieden. Verschillende voorstellen werden toen ter tafel ge bracht tot wijziging van de bestaande regeling. Tenslotte werd besloten een herziening der regeling uit te stellen tot de te houden vergadering in Maart 1933. De verschillende voorstellen dien aangaande gedaan in eerstgenoemde vergadering zijn door ons thans ern stig overwogen. Wij kunnen deze ech ter niet zonder meer overnemen. Wij voelen nog steeds het meest voor de bestaande regeling, omdat die geba seerd is op de provinciale regeling. Hierdoor wordt verkregen, dat alle ambtenaren en werklieden der gemeen te volgens de regeling der provincie kindertoeslag genieten. Wordt voor die ambtenaren, waarvan de bepaling der bezoldiging aan den Raad be hoort, een afwijkende regeling ge maakt, dan doet zich het geval voor, dat voor ambtenaren, in dienst eenei zelfde gemeente, twee verschillende regelingen gelden, n.l. de provinciale (voor burgemeester, secretaris, ont vanger) en de gemeentelijke (voor 't overige personeel). Gezien echter den drang, die er in Uwen Raad is uitgegaan naar gelijk stelling van het percentage van den kindertoeslag voor ambtenaren, be ambten en werklieden, zijn wij wel bereid een voorstel te doen tot gelijk stelling van dit percentage. Wij stel len dan voor dit voor allen te bepa len op 5% per jaar per kind vanaf het derde kind. Deze gelijkstelling brengt geen verlaging van kindertoe slag voor enkele ambtenaren ten bate van het overige personeel. Wel ver hoogt ze de lasten der gemeente. Voor het jaar 1933 zou ze een meerdere uitgaaf vorderen voor alle personeel te samen van 650.07. De huidige economische toestand geeft echter naar onze meening geen aanleiding tot positieverbetering van personeel, tot welke positieverbetering ook is te rekenen verhooging van den kinder toeslag. Wij stellen dan ook voor thans uit dezen hoofde geen hoogere lasten aan de gemeente op te leggen en daarom de inwerkingtreding der re geling uit te stellen totdat de tijds omstandigheden verbeterd zijn en o.a. tot belastingverlaging kan worden overgegaan. De neer Passier vindt het voorste' een blijmakertje waar niemand Iets aa- heeft. HIJ zou willen voorstellen t- besluüen het gelijke percentage voor den kindertoeslag toe te passen. De heer v. d. Odd heeft het verschil in bepal ng van den kindertoeslag voor ambtenaren en arbeiders al ijd heel verkeerd gevonden. Op het oogen blik past echter grooie zuinigheid en acht hij het ook niet de lijd om in eenigen vorm een salarisverhoog'rg toe te staan. Hjj zou een oplossing willen zoeken In dien geest dat de ongelijkheid weg viel en de gemeente er geen schade bij had, bij*, door het percentage voor de ambtenaren iets te vetlagen. Spr. vindt ook de aanduiding van den tijd waarop volgers B. en W. invoering zal plaats hebben een z.g. wissel op de eeuwigheid. De Voorzitter zegt dat B. en W zoodra de economische omstandig heden beter worden en de belastingen omlaag^kunnen met een voorstel bi] den raad komen om het gelijke percen- lage voor allen toe te passen. De heer van Driel zou, als tot in voering kan worden overgedaan de regeling terugwerkende kracht verleenen bij", btj invoering in Mei 1934 terug lot 1 Jan. 1934. De heer Spapens heeft zich over het voorstel van B, en W. verwonderd. Met het oog op de tijdsomstandig heden dienden B. en W. dit voorstel voorloopig terug 'e houden. Verbete. ring van de saiarleerlng der gemeente arbeiders In welken vorm ook vormt op het oogenbhk een te schrille tegen- s elling voor de industrie-arbeldT*. Deze laatste genieten slechts 10 75 kindertoeslag en missen bovendien nog de verschillende andere emolu menten der gemeente.arbeiders. De Voorziiier zrgt dat B en W naar aanleiding der bespreking in de Oc'ober-vervaderlng. hadden toegezegd in Miart 1933 met een nader voorslei ovtr de kindertoeslag-regeling te zullen komen. Ondat zQ thans den tijd niei geschikt achten wilden zij slechts een principieel besluit voorstellen en dan later naar omstandigheden over de al of niet invoering nader beslissen. De heer Spapens acht een beginsel- besluit thans onlogisch. Later zit de raad daar aan vast en kan moeilijk nog iets anders besluiten. De heer van Driel meent dat de vergelijking met industrie-arbeiders iet opgzai omdat deze in goede •ijden meer dan gemeente arbeiders «unnen verdienen door stukwerk, overwerk, e d. De heer KiQberg acht het niet juist dat B. en W. thans met dit voorstel Komen. De raad bindt zich daardoor eeds voor de toekomst en voor de oetrokkenen brengt het voorloopiv (och gjen voordeel. Hij kan zich 'oorsteilen dat er wrevel bestaat over net verschil van kindertoeslag regeling naar tot een vranderlng, die een ver metering inhoudt voor een kleine cate goiie arbeiders, kan nu niet worden lesloten in een lijd dat een grooie groep arbeiders zwaar door de crisis wordt gelriff;n. De raad staat dan later nog geheel 'rij een regeling te tr«ff:n zooals hij net best acht. misschien wel in den 'orm van een kleine verlaging voor de ambtenaren en een kleine verhooging voor de arbeiders, waardoor de gelijk uèlling eveneens bereikt werd. Mei net voorstel B, -en W. is de raad echter eeds thans gebonden. De heer Ruxs vindt het bedrag dat erhooging van den kindertoeslag to> 5°/o voor allen, van de gemeente zou ragen ('U<m f650 niet cat*strophaai genoemd kan wordtn en hei komt ten goede aan menschen dte het goed jrb'uiken kunnen, Spr. zou het toe- ju chen als aan de zoo lang bestaande mgelijkheid. waarop hij herhaaldelijk ieeft gewezen, een einde kwam. De Voorzitter zegt dat het bedrag dat jr mee gemoeid Is niet het prootsit oezwaar vormt voor B. en W., maar iet hit dat in dezen lijd een verbete. tng van inkomsten werd Ingevoerd, icrwljl de levenstandaard omlaag gaai bovendien is het mogelijk dal er moei. ijkheden ontstaan met het 1 ijk dat de rijks» bijl ra ge zoa kunnen intrekken a's de gtmeeme de salarissen op tenigt manier gingen verhoogen. De heer Spapens zou graag zien lat B. en W. hun voorstel terugnamen. Vergeleken bij de industrie.aibeiders verke» ren de gemeente—arbeiders toch eeds in een zeer gunstige vaste positie. De Voorzitter zegt dat B. en W dai bezwaarlijk kunnen dien; wel kan de aad een daartoe strekkend voorstel <er tafel brengen. De heer v. d. Waerden herinnert er aan hie in de October vergadering «u'k een sterken drang tot uiting kwam om een reeds jiren bestaand •nrecht goed te maken, dat de ge tjkstelling, ware zQ torn in stemming gebracht, ongetwijfeld zou zijn aange nomen. Toen wilde de heer Nuijien nog verder gaan en iedereen in ge meentedienst hetzelfde bedrag als kin .dertoeslag toekennen. Bij gelijk per centage ontvangt de een nog f 250 per kind en de ander f 75 of minder Je ambtenaar geniet dus nog een zeer grooie bevoordeeling. Men kan de zaak van twee kanten beziende een wil een bepaalde categorie overal en fen alle tijde bevoordeelen en de andere wil alle lagen der bevolking geleidelijk geven wat hun toekomt en de helpende hand toesteken daar waar zu'ks het hardst noodig Is. Spr. rekent zich tot de laatste cate. gorie. Van alle kanten worden in den iaad nu weer bede.ikingen gemaakt,' terwijl net nog slechts over ten voor stel met een inoreeie strekking gaat; net is nog siecnta ten bescnuden stap in de goede neming. Vergelijkingen met inuusuie— aibetders dienen riet ln het geding le worden geOraCht, want deze verdienen In tijden van hoog—conjunctuur weer veel meer ter. wijl dan de loonen In gemeentedienst vast staan. Spr. mecni dat de raad gerust reeds tnans tol Invoeitng der gelijkstelling kan overgaan, gezien de guruiige begtooiingctyiefs en net gr00te ocdrag voor onvoorziene uitgaven. Het is nog maar een beschciocn poging om eenige gelijkstelling ie brengen. Ook bjj het K^k heelt men een der gelijke gelijks chug daar omvangt iedereen 3 j,C>. voor eik kind mei een minimum vair 1 60. Ue neer Spapens merkt den heer v. d. Waerden op dat nQ ln '1 geneel niet voor terugstelling is. Hij 1» juist steik voor gelijkstelling en Qaarom acht hij het Ougcwentcui een schrille tegenstelling in het leven le roepen tuasctien de arbeiders ln gtmeeme- dienst en in de industrie. De neer v. d. Waerden zegt dat de arbeiders in bet verleden zgn tekort gedaan, doch dat is volgens spr. in hei geheel met hel geval, oe menschen nebben geen ongelijkere.d ge.utla en daarom zullen zij een veinuugtng van den toeslag mant voelen als ten verbetering van hun positie. Spr. is voor geiqksiehtng der lagere en hoogere saiansacn, ue laatSien zouden dan een iff.t kunnen brengen terwijl de eersten nun toeslag zoutten zien verhoogd. Een dergelijke regeling zou spr. mei onbrl.ljk vinden. De Voorzitter suit ae 2 toeslag- regcltngen tegenover elkaarde rijks, en de provinciale regeling, welke laatste veel onbillijker is. Spr. zou het o. juist vinden als aan een pciCtniage dat eenmaal is ingeburgerd zou wor den geraakt, daarom mag aan ae 5 pCt. z.i. niet geturnd wotacn. Boven» aten meent spr. dat men daaimede niet ver zou komen daar men een onbillijkheid In de zaaktbreng>, enkele menschen zouden n 1. een enorme verlaging moeten ondergaan. Spreker biljti daarom het meest voelen voor het voorstel B. en W. Spr. constateert dat de heer Spapens ls overstag gegaan, straks immers beweerde deze dat aan de 5 pCt. moest worden vastgehouden, nu zegt hjj dat dc pCt. moeten worden getjjkgesield mei Inf lating van de norm van 5 pCi. Spr. geioufi dat het voors>ci van het corlcgr, dai hei midden houdt tusachen de standpunten der heeren Spapens en Kiijoerg, het beste ls. Üe heer Spapens verduidelijkt nog eens ztjn meening: hij heeft betoogd dat hij thans de ijjd ongeschikt acnt om op deze zaak voo. uit ie loopen. Wordt eentei.' besloten volgens spr.'s bedoeling, dan ls er geen bezwaar tegen hei besluit direct le doen ingaan; de eene groep gaat dan vooruit, letwel de andere een eff r brengt. üe voorzitter wijst erop dat dit geen klein ifi.-r is doen een bedrag van I 650.—, dat door een of twee ambte naren zal moeten worden afgestaan. De heer Spapens zegt dat zqn voor. stel een middenweg kiest, zoodat de ambtenaren niet de volle 1650 be- noeven af te staan. Over hei °/8 waarop de toeslag gesteld zou moeien worden dient nog gesproken te worden. üe voorzit'er zegt dat het voorstel. Spapens voor enkele ambtenaren een vermindering van 5°/0 van hun 11.kun en oeteckent. Dit lijm spr. niet verant woord. Spr. wenscht vast te houden aan de noun van 5°/#. De heer K ijoerg &«at in op de be wering van din heer v. d. Waerden •nzake vergelijking lusschen arbeiders in oveiheidsdrenst en tn het vrfje bedrijf. Een bepaalde categorie huldigt het standpunt dat hier geen vergelijking dient te worden getrokken, doch spr, is het daarmede niet etns. Dat stand punt immers zou erop neer komen dat de overheid zien nteis van den gang van zaken in het tcor omlsche teven aantrok en haar eigen gang ging. Werd dat gedaan oan zouden dt fl tan- c 6 1 der overheid naar spr. vreest er zetr slecht uitzien. Wij hebben, zegt sor., wel degelijk rtkening te houden met de toestanden ln handel en indu strie, en daarom geloof ik dat het niet juist is in dezen crisisijjd te sprektn van posltte.veibeiering van etn kleine categorie. Over de kwestie de gelijkstelling wei.scht spr. het thans niet te nebben, daar Is hij niet tegen. Hij is slechts iegen positie verbetering der arbeiders ln deze omstandightoen. Spr. sielt daarom v» or B en W. te verzoeken hun voorstel leiug te nemen en zoodra de economische omstandigheden ztch gewijzigd hebben met een nieuw voor stel te komen dat de gelijkstelling zooveel mogelijk zal bevoidcien. De heer Passier memoreert zijn houding in de Commissie van Over-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 12