Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON Win kei nieuws. Mol Gaat Voor. Geen honderden, maar schen hebben II dit nummer bestaat uit V De vader des Vaderlands Goed en goedkoop MOL bllilt goedkooper. VILLA CASA CARA, L. Nl«awstr. 156 TILBURG. TELEFOON 2323. v A.S. WOENSDAG. ZATERDAG 22 APRIL 1933. 66e JAARGANG NUMMER 34. Waahvpselie en Langstraat,sdse CooranL Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden ens. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.28. Franco p. post door 't geheele rük 1 i-40 UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON T1ELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Prijs der Advertentiën: 10 cent per regel; minimum 1.80. BH contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur fijn ons bezit sin. DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Dat we bij het vierde eeuwfeest van zijn geboorte ons vooral de groote waarde herinneren van de geestelijke vrijheid, welke Prins Willem van Oranje voor ons volk grondvestte in een tijd waarin de politieke en religieu- se hartstochten fel oplaaiden. Beschermen we die geestelijke vrijheid, welke een Neerland- sche traditie werd, ook in de moeilijke oogenblikken van het lieden. Het zij ons vergund om in het be knopte bestek van dit artikel van on ze waardeering te gewagen voor den grondlegger van onze nationale zelf standigheid. Willem van Oranje, bij genaamd den Vader des Vaderlands, van wien we op Maandag a.s. het vier de eeuwfeest zijner geboorte herden ken. We zullen het vermijden om blo logische en geschiedkundige bijzon heden naar voren te brengen, omdat deze in de laatste weken ruimschoots zijn verstrekt door schrijvers en rede naars. Met de geschiedenis van Willem van Oranje is het volk trouwens over het algemeen wel bekend. Natuurlijk zal die bekendheid van meer of min der beteekenis en van verschillenden omvang zijn, naarmate de intellectua liteit onzer burgers, maar de figuur van Willem van Oranje is uit onze vaderlandsche geschiedenis wel de eenige, die voor alle Nederlanders een geestelijke gestalte heeft van duidelij ke vormen en met trekken, welke van het karakter van dezen nationalen van „De Echo van het Zuiden". I komt bij Mol tot zijn recht, als U ziet hoe goed en goedkoop U zich bij Mol van alles kunt voor- zien, met kwaliteit op den voorgrond. I held spreken. Dat alleen reeds is de beste getuigenis van zijn groote betee kenis. Ware dit vierde eeuwfeest gevallen in een tijd, waarin ons nationale be staan werd bedreigd, in dagen van oorlogsspanning b.v., dan zouden we wellicht in het bijzonder hebben ge wezen op de verdienste van Willem van Oranje als grondlegger van onze zelfstandigheid, maar thans dringen de omstandigheden er toe, dat we her inneren aan 's Prinsen persoon als be schermer van de geestelijke vrijheid van ons volk. De tijd, waarin ons rolk onder Wil lem van Oranje zijn zelfstandigheid bevocht, werd mede gekenmerkt door de felheid, waarmee religieuse harts tochten oplaaiden, hetgeen op zichzelf een ernstige bedreiging was voor de gewenschte nationale eenheid. We zullen dezen religieusen strijd hier niet nader belichten, maar con- stateeren, dat de basis van de volks eenheid, welke Willem van Oranje wenschte, was de geestelijke vrijheid, gepaard aan ruime begrippen van ver draagzaamheid. Uit nationaal oogpunt moeten wij grootelijks bewondering hebben voor zijn standvastig streven naar eenheid en geestelijke vrijheid. Daaraan is het te danken, dat hel volk thans, na vier eeuwen, hoe ver deeld het ook moge zijn naar religie en partijschap, gemeenschappelijk den Vader des Vaderlands kan herdenken. Als we ons thans herinneren, hoe zeer de geestelijke vrijheid, welke sinds vier eeuwen zij het geleidelijk ons deel is geworden, is gewaar deerd en immer als een kostbaar volksbezit werd aangemerkt, dan moe ten we ons er tevens diep van door dringen, hoe gevaarlijk en avontuur lijk het zoude zijn om in een kwade crisisbui of uit een soort economische baloorigheid de geestelijke vrijheid van ons volk aan banden te gaan leg gen en deze dan te gaan ruilen voor een uiterst-rechtsche of uiterst-link sche dwingelandij. Het is mogelijk, dat onze geestelijke vrijheid wat ontaard is. Daarom ech- 1 succes gehad door het RAADPLEQEN van WINANDO, ook U die wilt weten gaat bezoeken ter behoeft ze nog niet geboeid te wor den, wel geordend. Geheel onbeteu gelde, ongeordende vrijheid kan niet bestaan; ze zou tot bandeloosheid ver worden en bandeloosheid is de ergste vorm van terreur en dwingelandij. Wie de vrijheid minnen, moeten grenzen weten te stellen; voor zichzelf en als dat noodig is ook voor anderen. Maar het wezen der vrijheid, het welk ons volk aanzien gaf op deze wereld en respect voor ons afdwong, dat late men ongeschonden. Ook omwille der nagedachtenis aan den Vader des Vaderlands. Hoe moet de kiezer zijn stem uitbrengen De kiezer let alleen op lijst 25, de kiezer kijkt wie op lijst 25 bovenaan staat, of als aangegeven. De kiezer neemt het potlood dat in het stemhokje hangt en kleurt daar mede het witte stipje vóór den naam van zijn candidaat (zie hierboven). De ondervinding leert dat men de kiezers niet dikwijls genoeg kan voor houden op welke wijze zij hun stem moeten uitbrengen. Er gaan nog veel stemmen verloren doordat kiezers niet voldoende zijn ingelicht en in hun onwetendheid hun stem verkeerd uitbrengen, waardoor ze waardeloos is. Daarom dient telkens en telkens weer te worden herhaald wat de kie zer te doen heeft. In de „Nederlander" treffen wij de volgende vingerwijzingen aan: I)e R.K. Kiezer in den Kieskring 's-Bosch stemt op no. 1 van lijst 25: Dr. Deckers. De R.K. Kiezer in den Kieskring Tilburg stemt op no. 1 van lijst 25 C. J. Kuijpers. De A.-R. Kiener stemt op no. 1 van lijst no. 33 Dr. H. Colijn. De Chr. Historische Kiezer stemt op no. 1 van lijst 24: Jhr. Dr. de Geer. Wat moet de kiezer doenl Stemmen natuurlijk op den man, wiens naam staat bovenaan op lijst 25, en als hierboven aangegeven. Uit het Engelsch van Joseph Hocking (Nadruk verboden). HOOFDSTUK 1. Een vreemde ontmoeting. Alle menschenl, riep de jonge En- gelschman uit. Nog eentje, die door de zen zondvloed overvallen is. Dat betee- kent gezelschapwe kunnen er een prettig avondje van maken! Hij had nu kleur en zijn oogen schit terden; de alcohol begon te werken. Aaron deed open en keek naar buiten. De late reiziger was al afgestegen en stond bij de deur. Kan ik hier vannacht blijven? vroeg hij. Ik kan Nova niet halen bij deze wolk breuk en het is zoo donker dat ik geen hand voor de oogen kan zien. Natuurlijk kun je hier blijven, deel de de jongeman, die het eerst gekomen was, opgewekt mede. In het aangenaam vooruitzicht van gezelschap te kunnen krijgen, had hij zich bij het tweetal aan de deur gevoegd. Waar kom je vandaan? Van Golders Creek, twaalf mijl van hier. Het weer was nog niet zoo slecht, toen ik vertrok. Even later, nadat zijn paard gestald en verzorgd was, trad de tweede gast bin nen. De vrouw schrok toen ze hem zag. Afgezien van het feit, dat hij een krach- tigen, gezonden indruk maakte en zijn gezicht bruingebrand was door een le ven in de open lucht, leek hij haast het spiegelbeeld van den eersten bezoeker. Hij was ongeveer van denzelfden leeftijd en gestalte. Maar zijn gelaat vertoonde geen spoor van uitspattingen en vertoon de evenmin den koortsachtigen blos, die een maar al te duidelijk karakteristiek van den ander gaf. I Het water sijpelde uit zyn kleeren en vormde plassen op den vloer. Het waren de ruwe kleeren van een kolonist. Maar die konden niet verbergen dat ook de nieuwe gast iemand van goede geboorte was, een „gentleman". Jullie konden waarempel wel twee lingbroers zijn!, hijgde de vrouw. Dat is mij ook al opgevallen, viel de eerste bezoeker haar lachend bij, behal ve dat onze vriend hier er in verschil lende opzichten heel wat beter uitziet dan ik. En ik geef je mijn woord van eer dat dit den eersten keer in mijn leven is dat ik hem ontmoet. Jullie lijken op elkaar als twee drup pels water, hernam de vrouw. En toch, voegde zij er op nadenkenden toon aan toe, als ik jullie goed bekijk, lijken jullie eigenlijk ook weer niet op elkaar. Wat mij persoonlijk het meest inte resseert, stoorde de diepe, haast metalen stem van nummero twee haar overpein zing, is de vraag of jullie me hier aan droge kleeren kunt helpen. Neen, hij heeft Aaron's zondagsche pak al aan. Maar hij Kan toch zoo niet blijven zei nummero een. Je hebt mijn kleerer. voor het vuur in de achterkamer gehan gen. Die zullen toch wel zoo ongeveer droog zfjn. Dat is wel mogelijk, tenminste die in het pak zaten. Die waren niet zoo doornat. De vrouw verliet het vertrek om pools hoogte te nemen. Ja, het goed dat in het pak zat, is droog, vertelde ze bij haar terugkomst. Kan ik ze leenen? Met alle plezier. Je komt eenvoudig alsof je geroepen bent. Ga je maar gauw verkleeden, dan maken we er een gezel lig avondje van, met 'n stuk van den nacht er desnoods bij. Kort daarop was de tweede gast terug in de kleeren van den ander. Er was nu geen zweem van twijfel meer de beide mannen leken sprekend op elkaar en het grijze tweedpak dat nummero twee thans aan had, maakte de gelijkenis met den eigenaar er van, die achter zijn glas groc aan de tafel zat, nog opmerkelijker. Je ziet er uit om door een ringetje te halen, waarde heer, prees deze laat ste. Naar jouw uiterlijk te oordeelen moet ik werkelijk een presentabele kerel zijn. Tusschen haakjes, hoe heet je? Ik heet Richard voor deze bijzondere gelegen heid. Juist! Noem mij dan maar John! Prachtig! Eet je soep dan maar op, John; dan kunnen we praten. Nummero twee at met smaak zijn bord leeg. Buiten huilde de wind met onvermin derd geweld en de regen plaste nog steeds in stroomen neer. Het werd steeds killer en ze schoven allen dichter naar het vuur, dat de vrouw had aangestoken. Ik heb niets geen lust om te gaan slapen, merkte Richard met een onder drukte huivering op Jij? Neen, niet bijzonder. De beide mannen, die door een won derlijken loop der dingen op deze een zame plek waren saamgebracht, keken elkaar uitvorschend aan; de herbergier en zijn vrouw begonnen inmiddels blijk baar slaperig te worden en zaten telkens te gapen. Als jullie liever naar bed gaat, richt te de gast, die zich Richard had genoemd tot hen, geneer je dan maar niet. Wjj redden ons wel. De vrouw gaf hen een achterdochtigen blik. Het scheen haar eigenaardig dat deze twee, die zoo zonderling op elkaar leken, elkaar alleen door toeval in dezen nacht van noodweer hier hadden getrof fen. Maar was 't inderdaad zoo vreemd? Behalve die gelijkenis, was deze ontmoe ting toch eigenlijk niet zoo heel onge woon. Bovendien, veel te stelen viel er niet en ze maakten den indruk van lie den van stand en beschaving. Hebben jullie niets meer noodig? Neen, niets. Kom dan mee, Aaron. Ik kan mijn Wil je niet wat drinken?. Dank je; ik zal rooken. Hij stopte een pijp, terwijl de ander hem aandachtig gadesloeg. HOOFDSTUK II. Dulverton vertelt zijn geschiedenis. oogen haast niet meer open houden. Na eenig tegenstribbelen volgde de herbergier, die kennelijk tot het geslacht der pantoffelhelden behoorde, zijn echt- genoote naar de slaapkamer en de twee reizigers bleven alleen. Ik ben deksels blij, vreemdeling, verbrak Richard na eenige seconden de stilte, dat de goden je hierheen gezonden hebben. Ik heb behoefte aan een praatje. Het duurde een poosje eer een van bei- den weer sprak. De man, die zich Ri chard noemde, leunde vermoeid achter- over in den ruwhouten armstoel; nu eens staarde hij in het knapperende vuur, dan weer liet hij den blik glijden over zijn metgezel, die rustig zat te rooken. Eindelijk begon hij weer te spreken. De oude vrouw had gelijk, zei hij. Het is een poos geleden dat ik mezelf nauwkeurig in een spiegel heb bekeken, maar uit wat ik me herinner, zou ik ook zeggen dat we best tweelingbroers kon den zijn. We zijn ongeveer even groot en hebben precies dezelfde kleur en soort haar. En alsof de Natuur besloten had, de gelijkenis in alle perfectie af te wer ken, heeft ze ons ook nog eendere ge laatstrekken en dezelfde kleur oogen toebedeeld. De ander had geen oog van den spre ker af maar zei niets. Hij scheen geen bijzonder spraakzamen aard te hebben. Overigens zie je eruit, of je er heel wat beter aan toe bent dan ik, vervolgde Richard. Je moet verscheiden kilo's zwaarder zijn en ik zou zeggen dat er geen zwak plekje in je heele body is. Ik weet tenminste niet wat ziek-zijn is. Richard zuchtte. Lieve hemel, ik zou er ik weet-niet- wat voor over hebben om hetzelfde te kunnen zeggen. Ja, je ziet er wel een beetje slapjes uit! Slapjes? Ik ben opgeschreven, zoo als je dat noemt; tenminste ik geloof vast en zeker, dat ik niet lang meer te leven heb. Ik moest eigenlijk in mijn bed lig- gen. Waarom ga je dan niet? Ik ben bang bang in het donker. Ik weet dat het laf is, maar ik kan er niets aan doen. Ik ben niets meer dan een ellendige bonk zwakheid en beroer digheid. Niets deugt meer aan me „Tien vingerwijzingen". „Wie zonder geldige redenen zijn „stemplicht niet vervult, maakt „zich schuldig aan wetsovertreding „en wordt gestraft. „Het stembureau is geopend Woens- „dag 26 April, van des ochtends 8 „tot des namiddags 5 uur. „Wie ge<en oproepingskaart voor de „stemming ontving, ga zulk 'n stein- „kaart op het stadhuis halen. Hij „kan haar zoo noodig ook op het „stembureau verkrijgen. „Men moet zijn stemkaart ter stem- „bus medebrengen. hart, longen, 't is allemaal mis. Een rilling ging door hem heen, terwijl hij sprak. Ja, ik geloof vast, dat het afgeloo- pen is met me, herhaalde hij. En toch wil ik zoo graag leven. Ik heb nooit zoo'n sterke prikkel gehad om te blijven leven als juist nu. Niet? Er was een vragende uitdrukking in de oogen van nummero twee, maar be halve die eene lettergreep kwam er geen woord over zijn lippen. Richard keek weer gespannen naar 't gezicht van zijn metgezel. Hij wilde vrij uit spreken naar het leek en toch scheen er iets te zijn dat hem weerhield. De ander kwam hem ook absoluut niet te hulp. Hij zat kalm te rooken en tuurde bijna onafgebroken in het vuur. Uit de aangrenzende kamer drongen geluiden tot hen door, die bewezen dat de her bergier en zijn vrouw in diepen slaap waren. Zeg John. Ja? Ben je al lang in Australië? Ja, al een tijdje. Waarom ben je hierheen gekomen? Waarom komt men hierheen? Succes gehad? Neen; ik ben niet van het slag dat succes heeft. Het werd op bitteren toon gezegd. Je ziet er anders betrouwbaar ge noeg uit een vent op wien men zich verlaten kan, sterk en flink. Heeft dat iets te beteekenen? Dat beweren ze altijd. Nu. bij mij heeft het niet den min- sten invloed gehad. Richard nam een slok uit zijn glas voor hij voortging. Er is een atmosfeer Harrow en Ox ford aan je. Clifton en Cambridge, was het ant woord. Ik dacht wel, dat ik niet zoo ver mis was. Ik \vas in Etonen Oxford. Ja? Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 1