Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
LogiscHe MlrcMiu.
FEUILLETON
IIUUS
Winkelnieuws.
Mol
Voor.
WAALWIJK
Badpakken voor Dames,
Heeren en Kinderen.
Gaat
LOON NAAR NIET-WERKEN
Er is tegenwoordig eigenlijk maar
één categorie van burgers, welke
weet waar ze mee uit is, d.w.z. welke
bestaansmogelijkheid ze heeft, en
dat zijn de werkloozen. Let wel
we doen aan geen enkele hetze tegen
werkloozen en werkloozenzorg mee.
We weten dat de handen van bijna
alle werkloozen jeuken naar arbeid,
welke helaas niet te vinden is. We
kennen de moreele bezwaren van
de werkloosheid en we hebben oog
voor de ontoereikendheid van den
gegeven steun in zeer vele gevallen.
Er wordt dikwijls zeer onvoldoende
geholpen. Maar werkloozen worden
God dank voor broodgebrek
behoed en de werkloozenzorg is wel
zoodanig dat arbeiders die zonder
werk komen, tenminste weten waar
ze op rekenen kunnen. We zouden
dus kunnen zeggen hel loon voor
niet-werken is bepaald.
Van de waarheid echter van het
oud-Hollandschespreekwoord „Loon
naar werken" is niet veel meer over.
Niet alleen dat de positie van de
werkende arbeiders dagelijks meer
en meer wordt bedreigd, zoodat van
hen zeker niet kan worden getuigd
dat ze weien waar ze mee uit zijn,
de baten die neringdoenden en
de houders van kleine bedrijven
voor hun arbeid mogen verwachten,
zijn nog wisselvalliger. Groote be
drijven maken natuurlijk evengoed
een kwaden tijd door, maar het
financieele uithoudingsvermogen van
zulke zaken is krachtiger.
Het crisisprobleem wordt, óók dooi
de overheid, wel eens te eenzijdig
ZWEMSPOftT.
Voor de aanschaffing van de
benoodigdhedtn vcor de Zwem
sport naar MOL.
Uiterst lage prijzen.
MÖJL blijft goedkooper.
als een werkloosheidsprobleem ge
zien. Er gaan echter niet alleen heel
wat neringen en bedrijven in de
crisis ten onder, maar er zijn ook
duizenden middenstanders die hun
zaken nog op de poolen weten te
houden, maar zelve in bestaans
zekerheid ver bij werklooze arbei
ders ten achter liggen. Er wordt in
den middenstand dikwijls gebrek
geleden. Misschien wel zeer in het
bijzonder door de tuinders en kleine
landbouwers.
Moeizaam gaal in het voorjaar de
spade in den grond, er wordt mest
gekocht veelal op crediet zaad
en poolgoed wordt aan den bodem
toevertrouwd. Aan den trouweloozen
bodem. Er wordt gewied en geoogst.
Voor een deel der producten krijgt
de procudent een fooitje toegewezen,
de rest brengt hij in hopelooze stem
ming naar de mesthoop. Ja, terwijl
de protesten opklinken Kregen de
protesteerenden hun zin, dan zou
de markt overvoerd moeten worden
en daarmee de fooi voor den pro
ducent nog moeten worden verkleind.
De regeering „steunt". Er is „toe
slag" voor een deel der geveilde
producten, maar eerstens is die
steun te gering, veel te gering, en
ten tweede houdt bureaucratische
rompslomp een vlotte uitbetaling
tegen.
Een werklooze arbeider krijgt
prompt wekelijks zijn uilkeering. Dat
is goed en hoort zoo. Een tuinder
wacht maanden tevergeefs op het
beetje overheidssteun.
Ter illustratie laten wij hier een
bericht uit Het Volksblad volgen.
Het komt uit Koewijk
„Een kleine honderd tuinders wa
ren in het drukst van het seizoen
uit hun werk geloopen, dat zij, hoe
wel er geld bij moet, nog met ijver
verrichten, om hun nood aan het
gemeentebestuur kenbaar te maken.
Vorig jaar, toen de toestand reeds
buitengewoon slecht was, kon aan
de veiling nog een wekelijksche om
zet per tuinder gehaald worden van
circa flOG. Thans is dit hoogstens
f20 en in de gezinnen wordt bittere
armoede geleden. Men heeft geen
cent meer in huis. De leveranciers
kunnen geen crediet meer geven en
de toeslag van hel rijk, bepaald bij
de Steunwet 1933, is nog steeds niet
uitbetaald. Een deputatie uit de
demonstratie had een langdurig
onderhoud met B. en W. en on
danks heftig verzet hebben deze
tuinders, gedwongen door den nood
der tijden, een broodbon geldig voor
een week gratis brood moeten accep
teeren."
We willen volstrekt niet beweren
dat er steeds tevéél op de positie dei-
arbeiders alléén is gelet, maar wel
te eenzijdig. „Aan politiek doen"
heeft decennia achtereen beteekent:
voor het lot der minst bedeelden
(en dat zijn langen tijd inderdaad
de arbeiders geweest) opkomen èn
laten we eerlijk zijn elkaar
daarin ook een beetje beconcur-
reeren. Het noodzakelijke maat
schappelijke evenwicht lusschen be
langengroepen en maatschappelijke
klassen is daardoor een beetje, mis
zag dal Brewer aanstalten nlaakte, het
ge veem ie lier vatien. Ik heb alles aange-
iiouru, wal jij le beweren had en nu is
Het jouw beurt om te luisteren. Wat ik
je vertellen wil, is dit: je vergist je.
schien wel een beetje te erg, teloor
gegaan.
Het is thans meer dan hoog tijd,
dat de politieke actie zich objectie
ven verwijdt, opdat de oude partijen
zich zelf niet uitschakelen. Ook boe
ren en tuinders, middenstanders in
het algemeen, en de leiders van be
drijven, verlangen daden van de
volksvertegenwoordigers en van de
regeering. „Thans zoo lazen we
van een boeren-man in de Maasbode
geen jeremiades meer over de
verschrikkingen van het commu
nisme, of felle futminaties tegen den
dadendrang van het fascismede
publieke opinie staat nog te aarzelen
of ze zich achter de nieuwe stroo
mingen zal plaatsen."
De publieke opinie verwacht daden.
De vervulling van wat ons altijd
is voorgehouden Loon naar werken.
Doos 30en 60cf.
BUITENLAND.
Wat zal Gandhi doen
Iedereen is zeer benieuwd naar
hetgeen Gandhi thans zal doen, nu
de onderkoning tweemaal geweigerd
heeft, hem te ontvangen, om de voor
waarden voor het staken der burger,
lijke ongehoorzaamheidsbeweging te
bespreken.
Verwacht wordt, dat Gandhi thans
zal aanbieden naar de gevangenis
terug te gaan, of Jat hij een nieuwe
periode van vasten.tot den dood zal
beginnen, uit protest tegen de houding
van den Britschen onderkoning
groote lui behoort. Voor hy wegging leek
bij van hezelfde slag als ik, maar bij is
anders geworden, totaal anders. Joost
mag weten waarom, maar wat ik wou
zeggen, kon ik gewoonweg niet over myn
Pppen krijgen
NUMMER 59.
ZATERDAG 22 JULI 1933.
60e JAARGANG.
ho van het Zuiden,
Waalwpsche en Langstraatsclie
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALVVIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
van „De Echo van het Zuiden".
27.
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
(Nadruk verboden).
Je bent de jonge Dulverton. Eerst
dacht ik een oogenblik dat ik het mis
had, maar dat is niet zoo. Je bent ver
anderd, dat is zoo, maar je bent de jonge
Dulverton. Herken je mij?
Neen, klonk het aarzelend.
Wat? Wil je beweren dat je me
vergeten bent? Daar geloof ik niets van.
De menschen zeggen, dat je totaal ver
anderd bent en een heeleboel van dat
moois meer, maar wat je ook vergeten
mag hebben f.... mij moet je je her»
inneren!
Er was moeilijk bedwongen woede in
de stem van den man en er kwam een ge
vaarlijke gloed in zijn donkere oogen. Hij
schreeuwde niet, maar het was duidelijk
dat hij in een strijdlustige stemming ver
keerde.
Je moet je vergissen, trachtte Endel-
lion hem te kalmeeren.
Inmiddels spande hij zijn hersens in,
om zich, uit hetgeen hij van Bob Dulver-
Ion's leven wist, iets te binnen te bren
gen, wat hem zou kunnen helpen.
Vergissen?, herhaalde de boer. Neen
jongetje, zoo kom je niet van me af! Als
ik me voorgenomen heb iets goed te ont
houden, vergis ik me niet! Je hoeft niet
te probeeren je eruit te liegen wat ik
gezegd heb, zal ik doen, versta je? Je
kunt me niets maken ik heb mijn
boerderij voor 99 jaar gepacht; boven
dien hoort die niet van jou. En ik Iaat
me ook niet afkoopen.
Waar heb je het eigenlijk over?,
riep Endellion uit.
Je wilt je van den domme houden,
hé, maar dat zal je niet veel helpen. Je
weet drommels goed, waar ik het over
heb. Je was altijd een lafaard en schuw
voor een eerlijke kloppartij, maar nu zul
je eraan moeten gelooven, vriend!
Endellion kreeg opeens een ingeving.
Mij dacht dat hij nu wel wist, wie deze
kwaadaardige tegenstander was.
Ze zeiden dat je dood was, ging deze
voort. Iemand die in Australië was ge
weest, beweerde dat, maar ik geloofde er
geen steek van. Ik wist maar al Ie goed,
waarom je niet terugkwam je was
hang. Je wist wat ik gezworen had en
dat ik mijn gelofte zou houden! Toen ik
hoorde, dat je er weer was, zei ik tegen
mezelf; ik zal mijn tijd afwachten. Ik had
niet gedacht, dat die al zoo gauw zou
komen! Die steek weet je, kon me niet
zooveel schelen daar ben ik weer van
opgekrabbeld. Daarbij, ze vertelden dat
die geschiedenis met het mes een onge
luk was geweest en dat jij er niets mee
te maken had. Maar wat ik je nooit ver
geven heb is, dat je je mijn leven ontno
men hebt, door me te berooven van dat
gene, waarvoor ik mijn ziel en zaligheid
had willen geven.
Aha, zei Endellion, je bent Brewer,
Nick Brewer.
Ik dacht wel dat je me zou herken
nen! En ik wist dat je een of anderen
keer boven water zou komen het was
alsof een inwendige stem me dat zei.
Maar je bent immers met het meisje
getrouwd?
Ja, ik ben met haar getrouwd. Ik
maakte haar bang, zoodat ze ten slotte
toestemde, maar ze heeft nooit van me
gehouden. Jij was het, dien ze hebben
wou ze vond het een allemachtig mooi
ding dat de zoon van den landheer ver
liefd op haar was! Ze stierf het vorig
jaar Juli, maar ze heeft nooit ook maar
zooveel om me gegeven. En nu is het
oogenblik gekomen om onze rekening te
vereffenen, Jonker Dulverton!
HOOFDSTUK XIX.
Crisis in aantocht.
Onmiddellijk herinnerde Endellion zich
alles wat hij van de Brewerhistorie wist.
Hij had er geen groote beteekenis aan
gehecht, ofschoon het de directe aanlei
ding was geweest tot Bob Dulverton's
ballingschap. Maar 1111 liet het geval zich
MAAT5CHAK>* VAM VË&EKERjrKibp HET LEVW
plotseling leelijk aanzien. Nick Brewer
leek een lastig, wraakzuchtig heerschap,
die zijn grieven jarenlang gekoesterd
had.
In een opzicht had Nick Brewer's aan
val iets geruststellend :s hier was weer
iemand, die hem zonder aarzelen als
Bob Dulverton accepteerde! Maar dat
nam niet weg dat Nick zich in een alles
behalve schitterend humeur bevond en
een vechtpartij met een pachter uit den
omtrek was wel het laatste wat Ralph
Endellion in de huidige omstandigheden
begeerde. Wekenlang zou liet het onder
werp van alle gesprekken zijn!
Maar op zooiets blijf je toch geen
8 jaar broeden?, waagde Endellion.
O, ik ben niet van plan, je op een
slinksche manier te pakken te nemen,
was liet antwoord. We zullen het eerlijk
uitvechten. Ik wil niet ontkennen-, voeg-
de hij erbij, den ander van het hoofd tot
de voeten opnemend, dat ik een taaier
kluif aan je zal hebben, dan acht jaar
geleden het geval zou zijn geweest je
ziet er heel wat flinker en gespierder uit
dan toen. Maar dat risico moet ik op den
koop toe nemen vechten zul je!
En de woorden waren nog niet uit zijn
mond of hij stoof op Endelion toe.
Deze had gedurende het gesprek Bre.
wer's kracht getaxeerd en vastgesteld,
dat, als het op bruut physiek geweld aan
kwam, Nick de sterkste van hun tweeën
zou blijken. Maar daar stond tegenover,
dat de plompe, logge bewegingen van
den zwaargebouwden boer hem voor 'n
geoefend bokser geen onoverwinlijke te
genstander zouden doen zijn. Het kostte
genstander zouden doen zijn. 't kostte En
dellion weinig moeite voor Nick's storni-
hulp van een handige truc, die hij in
Australië geleerd had, deed hij zijn te
genstander, voor deze goed wist wat er
met hem gebeurde, op den harden grond
tuimelen.
Met een zwaren smak viel de boer neer
en de schok verdoofde hem voor een
oogenblik. Het duurde even eer hij wan»
kelend overeind kwam.
Kijk eens hier, Nick, zei Endellion,
toen zijn aanvaller weer op de beeen
was, voordat deze dwaasheid verder gaat,
heb ik je een paar woorden te zeggen.
Neen, £een stap verder! viel hij zichzelf
op gebiedenden toon in de rede, toen hij
Waarin vergis ik me?, vroeg Nick
norsch.
ik geef je mijn ëerewoord, dat ik
het meisje, dat later jt; vrouw is gewor
den, in geen enkel opzicht kwaad heb
gedaan, ik heb haar zelfs niet het hof
gemaakt.
Kun je daar een eed op doen?
Als het moet, kan ik er een eed op
doen, maar ik zie de noodzakelijkheid er
niet van in. Je kunt me gelooven of niet,
maar ik verklaar je plechtig, dat je ver
denking ongegrond is.
De heide mannen keken elkaar recht
in de oogen en het drong tot den hoer
door dat er invloeden aan het werk wa
ren, waarop hij niet had gerekend. In-
plaats dat de jonge landheer bang voor
nem was, begon Nick zich klein en hul
peloos le voeien onder den standvastigen
blik van den ander. Hij kreeg het besef
van een kracht, meer onweerstaanbaar
dan lichamelijk overwicht.
En nu, vervolgde Endellion, heb ik
nog wat. Het moet eens en vooral uit zijn
niet dit gezanik. Ik ben niet naar huis
gekomen, om onaangenaamheden te heb
ben o'er dingen die jaren geleden voor
gevallen zijn. Wil je daar alsjeblieft goea
nota van nemen? Wal mij betreft, ik zal
met geen sterveling een woord over deze
ontmoeting spreken. Als er moeilijkheden
door ontstaan, zal het jouw schuld zijn,
niet de mijne. Maar denk erom 1 ik
wensch onder geen voorwaarde nog
maals op deze wijze lastig gevallen Ie
worden. Hou je dat voor gezegd!
Endellion's stem klonk kalm, maar niet
een nadruk, die autoriteit gaf aan elk
woord. Brewer realiseerde zich dat hier
tegen niets in te brengen viel hij was
verslagen, niet door lichamelijke kracht,
maar door iets geheimzinnigs, dat zijn
eenvoudige geest niet verklaren kon.
Ja, inencer, klonk het gehoorzaam.
Endellion steeg weer op en reed heen,
terwijl Nick Brewer in tegenovergestel
de richting zijn weg vervolgde, naast de
kop van zijn paard.
Ik vermoed, peinsde hij, dal het
komt, doordat hij tenslotte toch tot de
Ailes bij elkaar genomen was Endel
lion niet rouwig over het gebeurde. Hij
had een nieuw bewijs als zulk een
bewijs nog noodig mocht heeten dat
bij een krachtiger man, een man van
betere hoedanigheid, van meer gezag was
dan de man wiens naam hij zich had toe
geëigend. Hij had den boer overwonnen
door niets anders dan zfjn geestelijke
meerderheid, zijn persoonlijk overwicht
en dit feit leek hem een gunstig voortee-
ken voor de toekomst.
Toen kwam de herinnering aan zijn
bezoek bij Miriam Donnithorne weer op.
En met bitterheid gedacht hij, dat, al bad
hij dan dien jongen, onontwikkeldcn
pachter kunnen imponeeren, de kracht
van zijn persoonlijkheid bij het meisje
tot nu toe niet veel had uitgericht.
Hij passeerde het oude inryhek en hel
oude heerenhuis lag voor hem, genesteld
tusschen de hoornen. Den vorige dag had
hij het alleen maar bewonderd, nu voel
de hij er reeds een warme genegenheid
voor.
En zijn tanden opeenklemmend, dacht
hij: Ik geef het niet op doorzetten zal
het devies zijn! Ik ben geaccepteerd als
Bob Dulverton en ik zal Bob Dulverton
blijven. Ik zal een goed landheer zijn en
iedere bediende en iedere pachter zal
den dag zegenen dat ik hier kwam. En
wat Miriam betreft, ik
Op dat moment bemerkte hij, dat het
paard de stoep genaderd was. Hij hield
den teugel in en stond stil.
Ja, zette de loop van zijn overpein
zingen zich voort, ik zal maken dat Mi
riam van me gaat houden! Dat is de eeni-
ge weg uit de moeilijkheden. Op het
oogenblik is ze zoo'n beetje verliefd op
dien lieven neef. Maar dat heeft niet veel
te beduiden. Ze heeft zich absoluut nog
niet aan hem gebonden en ik weet zeker
dat ik Jonker Donnithorne op mijn hand
zou hebben.
Wordt vervolgd.