V
No. 67. Zaterdag 19 Aug. 1933. 56e Jrg.
TWEEDE BLAD.
Verslag van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te
Waalwijk over het jaar 1932.
(Vervolg.)
l)e Heusdensche Wmkeliersver-
eeniging deelt mede, dat gedurende
193<s geen verbetering is gekomen in
den toestand der winkelbedrijven;
reeds in 1931 was deze minder roos
kleurig. Werkloosheid, de crisis in
de scüeepsbou wind us trie en de ma
laise in liet land- en tuinbouwbedrijf
in het Land van Heusden en Altena
blijven de oorzaken vormen van den
onguustigen toestand. De van 23
November tot 5 December gehouden
Winkelweek schijnt, te oordeelen
naar bet aantal verkochte loten, iels
minder resultaat gehad te hebben
dan vorige malen.
De R.K. Middenstandsvereeniging
te kaatsheuutl schrijft ons ais vojgt
„Wanneer wij het jaar 1932 Be
kijken uit bonüsoogpunt dan is uit
niet rooskleurig te noemen. Op papier
beschikt Kaaisneuvel over een prach
tige aldeeling en werkt zoodoende
diocesaan en landelijk wel in de
goede richting, maar de resultaten,
die redelijkerwijze van een derge-
lijken piaatselijken bond verwacht
mogen worden, zijn inderdaad te
gering.
Men is er nog steeds te weinig van
doordrongen, dat collectief toen zoo
ontzettend veel te bereiken iszeer
zeker zouden toch de eenvoudigste
noodzakelijkheden vervuld kunnen
worden.
Nog steeds bezit Kaatsheuvel o.a.
geen voldoende onderwijs. Een plaats
met een dergelijke industrie, een
plaats, waarvan het wel en wee zoo
nauw met den gang van de industrie
is verbonden, daar moest toch ge
legenheid zijn iels meer dan lager
onderwijs te genieten. Wel is waar
bestaat er een avondcursus in het
schoenmaken, maar dat is dan ook
alles. Voor den middenstand bestaat
er niets.
Nog steeds hebben de pogingen
om iViulo-onderwijs daar te sielien,
getaaldsteeds moet dit afspringen
op te weinig belangstelling. Een
eenvoudige avondcursus van voort
gezet onuerwijs ol handelsonderwijs
Blijft een utopie. Het is te hopen,
dat dit in de toekomst_geen te kort
zal blijken, maar wij vreezen, dat
wij er met onze spreekwoordelijke
arbeidszaamheid alleen niet zullen
komen, zeer zeker niet zullen be
reiken, wat bereikt kon worden.
De schoenindustrie heeft zich in
1932 betrekkelijk goed kunnen hand
haven verschillende uitbreidingen
kwamen verder nog tot stand. In
den gang van dit bedrijf spiegelt
zich ten slotte de geheele plaats af.
De productie bleet ongeveer gelijk
met tiet voorafgaande jaar, de waarde
van het product liep echter aanmer
kelijk terug. Unze bond had een
groot aandeel in de bekende Diesel
motoren-kwestie, een en ander naar
aanleiding van de reeds in 1930 bij
het hoofdbestuur van den Midden
standsbond ingediend voorstel tot
verlaging der electriciteitstarieven.
In den loop van het jaar werd hier
een vergadering gehouden over de
kwestie van electr. dieselmotor, in
welke vergadering o.a. Ir. Merkx,
nijverheidsconsulent, een rapport
behandelde. Up deze vergadering
waren naast de Hoofdbesturen van
de R.K. Middenstandsbonden be
langstellenden uit de geheele pro
vincie. Het resultaat is dan ook, dat
verschillende schoenfabrikanten tot
aanschalüng van dieselmotoren zijn
overgegaan.
De samenwerking onder de ver
schillende tabrikanien werd verder
uitgebreid, o.a. door het invoeren
van klantenlijsten.
Trots concurrentie van groot
warenhuis en filiaal winkels <auto-
winkels) blijven de winkeliers een
zeer te prijzen activiteit ontwikkelen.
Vooral door de activiteit van de
winkeliersvereenigiug is het tenslotte
zoover gekomen, dal een behoorlijke
verbindingswtg tusschen Sprang-
Capelie en Kaatsheuvel eenigszms
feestelijk kon worden geopend deze
weg zal zeer zeker zijn nut afwerpen.
Nog steeds is het niet zoover ge
komen, dat ook winkeliers (cale's
kunnen wij hier ook gevoegelijk
bij n e ui en), zooals elders, gunstiger
electriciteitstarieven van gemeente
wege hebben bekomen. D«or meer
eensgezindheid zou dit echter niet
langer tot de vrome wenschen be
hoeven te behooren.
Wanneer door samenwerking veel,
ja ten slotie alles is te bereiken, dan'
kan dit zeker van de groep bakkers
worden gezegd. Hier loopen de be
langen zoo parallel, dai de voor
deden van een flinke, actieve bak-
kersgroep voor het grijpen liggen.
Desniettegenstaande is net toi op
heden niet mogen gelukken de bak
kers nij elkander te brengen. Kwes-1
ties, die toch zoo dringend om op- j
lossing vragen, zooals samenwerking
coöperatie, prijzenpolitiek, cadeau
stelsel, slechte betalers enz., zoud«_n
op die manier zoo gemakkelijk en
afdoende zijn op te lossen.
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verbod n.
DE OUDE ZONNEHOED.
Carolineke gooide haar bal hoog
de lucht in en bleef met opgeheven
handen staan' om hem weer op te
vangen; maar de bal kwam niet
meer beneden,
«He, wat vervelend, hij is natuur
lijk in den hollen boom terecht ge
komen», zuchtte ze. «Hoe kan ik
hem eruit krijgen
De boom was hoog en Carolineke
niet erg groot. Ze had juist besloten
naar het dorpje te hollen, waar zij
met haar moeder, die weduwe was,
woonde en dat niet ver was, toen
ze een stem achter zich hoorde.
«Misschien kan ik den bal pakken.
Zal ik het probeeren
Carolineke draaide zich om. Ach
ter haar stond een jonge man. met
leuke bruine oogen en lachenden
grooten mond. Zijn pak zag er erg
armoedig uit en onder zijn arm
droeg hij een palet, een schilders
ezel en een groot pak.
«Ik denk, dat we hem er met
schudden wel uit krijgen,» zei hij,
terwijl hij palet en ezel op den
grond legde.
Hij greep den stam van den hollen
boom en schudde hem flink heen
en weer. Na een paar keer viel de
bal naar beneden en sprong vlak
voor Carolinekes voeten weer om
boog.
«Oh, dank U wel,» riep zeplot
seling viel haar blik op het schets
boek. dat in het gras lag. De wind
had het papier, dat er om heen zat
er af doen waaien en haar blik viel
nu op een schilderstuk.
«Wat mooi», ging ze verder, ter
wijl haar oogen glinsterden. «Mag
ik eens kijken O, U hebt er nog
veel meer 1 Wat een mooie schil
derstukjes.»
Carolineke bloosde van plezier,
terwijl ze de stukken bekeek, die de'
man haar gaf.
«Schilderde U ze
«Ja, ik ben een schilder, weet je
knikte de man.
«Ze zijn mooi», riep Carolineke.
De schilder zuchtte.
«Ik wou, dat alle menschen dat
dachten», zei hij toen nadenkend.
«Het zijn slechte tijden voor ons
kunstenaars.»
«Dat zegt Mammie ook altijd,»
onderbrak Carolineke hem. «Sinds
vader gestorven is hebben we het
erg arm. Daarom wonen we ook op
een dorpje, dat is goedkooper. Maar
deze...», ze keek weer naar de schil
derstukjes, «vind ik prachtig. Als ik
een heelebuel geld had, kocht ik ze
allemaal.»
«Dat is lief van je», zei de schilder.
«Zoudt U mij niet eens kunnen
schilderen vroeg Carolineke toen,
Het meerendeel van onze slagerijen
kunnen wij tot de modelslagerijen
rekenen. In de afgeloopen jaren is
deze groep steeds tot verbeteringen
verfraaiing van hun werkplaatsen
en winkels overgegaan, zoodat zij
de vergelijking met grootere plaatsen
makkelijk kunnen doorstaan. De
groep is klein maar krachtigin de
naaste toekomst verwachten wij dat
alle slagers zich zullen aansluiten;
het in werking getreden besluit van
wederzijds lidmaatschap zal hiertoe
zeer zeker medewerken. De groep
heelt verschillende instellingen, o.a.
varkensfonds, die zeer tot genoegen
werkende groep treedt prijsregelend
op, wal lensloite in het belang van
consument en slager is.
De bouwvakken hebben in het
afgeloopen jaar niet over gebrek
aan werk te klagen gehad. Wij
kunnen ons althans niet herinneren,
dat door B. en W. ooit zooveel
bouwvergunningen zijn verstrekt.
Het staat nu reeds te Bezien, of er
ook in 1933 voldoende werk aan den
winkel zal zijn. De noodzakelijkheid
van samenwerking komt in deze
groep langzaam maar zeker tot
uiting; enkele overeenkomsten met
H.H. architecten werkten tot volle
tevredenheid.
Aan het einde van ons kort ver
slag kunnen wij, alles bij elkaar ge
nomen en alles bekeken in het raam
van den huidigen Wereldtoestand,
niet ontevreden zijn. Natuurlijk is
alles geen koek en ei, maar er is
ook geen reden tot pessimisme.
Wanneer in de toekomst onze bond
zijn vleugels eens wat verder kan
uitslaan, wanneer er eens wat meer
vuur in komt en er dan eens gere
kend kan worden op den steun en
de daadwerkelijke belangstelling van
alle middenstanders, dan zien wij
met vertrouwen de toekomst tege
moet".
De R.K. Middenstandsvereeniging
te Made bericht, dat de geweldige
werkloosheid in die gemeente over
1932 oorzaak was, dat werkverschaf
fing en gemeentelijke steunregeling
niei toereikend waren om bij velen
in de noodzakelijkste levensbehoef
ten te kunnen voorzien. Het gevolg
was, dat de koopkracht in het alge
meen sterk afnam, hetgeen in de
eerste plaats de winkelzaken betrof.
Bovendien berokkende de felle con-
currentit strijd der filiaalbedrijven
onderling en de crisismaatregelen
der Regeering groot nadeel aan den
kleinhandel. Gefreesd wordt, dat als
gevolg van een en ander meerdere
winkelzaken zich niet staande zullen
kunnen houden. Filialen van groot
bedrijven hebben, dank zij enorme
reclame enz. hunne plaats witen te
behouden. Indien niet spoedig betere
tijden aanbreken zal hel ook voor
«Wel ja, natuurlijk. En het zou
een aardig schilderij ook worden,
daar ben ik zeker van.» Hij stelde
zijn ezel op.
«Dan zal ik je hier schilderen
met dat hutje en dien hollen boom
op den achtergrond. Jij moet op
het hek zitten. Zullen we dat doen V»
Carolinekes oogen gingen wijd
open van verbazing.
«U houdt me voor den gek!» zei
ze toen.
«Niet? Wacht U dan alstublieft
even, dan zet ik dezen ouden zonne
hoed af en trek m'n Zondagsche
jurk aan.»
«Nee, ik wil je schilderen, zooals
je er nu uitziet. Die zonnehoed staat
je leuk.»
«Hij was nog van Mammie,» ver
klaarde Carolineke. «Ze kreeg hem,
toen ze nog een klein meisje was,
zooals ik. Maar... hij is nu zoo oud
en leelijk.»
«Juist goed; ik zal het schilderij:
«De Oude Zonnehoed» noemen.
Klim nu maar op het hek.»
Gedurende de twee volgendeuren
was hij heel druk bezig met zijn
penseelen en zijn verf.
Carolineke klapte opgetogen in
haar handen, toen ze het resultaat
zag.
Moeder vond het ook erg mooi;
haar oogen glansden van trots.
«Ik zou het graag willen koopen».
zei ze toen «maar...» Ze schudde
spijtig het hoofd; de schilder onder
brak haar:
«lk begrijp het wel, Carolineke
heeft me alles verteld. Maar ik ben
er zeker van dat dit schilderij goed
verkocht zal worden. Ik heb nog
nooit een beter .geschilderd en ik
geloof wel, dat ik een handelaar
weet, die het koopen zal.»
Hij pakte zijn penseilen bij elkaar.
«Natuurlijk zal ik een copy voor
Carodneke schilderen.»
Het was etenstijd en moeder noo-
digde den schilder uit om het be
scheiden maal te deelen. Under het
eten vertelde hij alles van zichzelf,
van zijn moeilijkheden hoe tegen
woordig de menschen geen geld meer
overhadden voor mooie schilderijen.
deze zaken moeilijk worden zich in
dezelfde positie te handhaven.
De R.K. Middenslandsvereeniging
te Waalwijk meldt, dat het jaar 1932
voor de Middenstand bedrijven zeer
ongunstig is geweest en het zich laat
aanzien, dat dit voor 1933 nog in
grootere mate het geval zal zijn.
Door de groote werkloosheid en
de aldoor afnemende koopkracht
van het publiek kon, ook al zijn de
prijzen van schier alle artikelen be
langrijk verlaagd, de omzet niet
worden verhoogd Integendeel velen,
vooral die van oudsher zaken hebben
gedaan in de omliggende gemeenten,
zagen daar hun debiel, zoo niet
geheel dan toch voor het grootste
deel, verloren gaan. De oorzaak
daarvan is, dat men daar zijn in-
koopen zooveel mogelijk ter plaatse
doet. Vooral officieele instellingen,
als gemeente- en schoolbesturen,
gaan daarin voor, een streven dat
op zichzelf mag worden toegejuicht,
doch intusschen voor de betrokken
handelaren funest werkt.
Vele inwoners van Waalwijk, en
zelfs officieele instellingen, kunnen
er nog maar steeds niet toe besluiten
hun inkoopen Ier plaatse te doen.
Het geven van cadi aux en 't koopen
op afbetaling is een stelsel, dat voor
den Middenstand verderfelijk werkt
De Bouwbedi ijven hebben een
slecht jaar achter den rug. Nog
zelden is het aantal werkloozen in
deze bedrijven zoo groot geweest als
in het afgeloopen jaar. En toch heeft
het niet aan bouwlust in deze ge
meente ontbroken.
De oorzaak van de werkloosheid
in de bouwbedrijven komt echter
doordat de aannemers bij aanbeste
dingen het werk zien toegewezen
aan aannemers van buiten deze
gemeente, die veelal de beschikking
hebben over ongeorganiseerd perso
neel, dat ze minder hebben uit te
betalen dan de patroons uit onze
gemeente.
Voor de slagerijen en broodbak
kerijen was het afgeloopen jaar niet
slecht te noemen, omdat bevredi
gende prijzen konden worden ver
kregen.
Rijksschool voor Leerlooiers
en Schoenmakers te Waalwijk.
Afdeeling Mach. Schoenmakerij.
De cursus van de Mach. Schoen-
makerij-afdeeling aan de Rijksvakschool
loopt ten einde en de oproeping voor
de nieuwe cursus heeft wederom plaats.
Wij maken van deze gelegenheid ge
bruik om het onderwijs aan ons Insti
tuut eenigszins uitvoerig toe te lichten,
omrede wij nog herhaaldelijk consta-
teeren dat belanghebbenden niet of
althans slecht op de hoogte zijn van
Maar hij was niet ontevredenhij
was er zeker van, dat de dingen nog
wel eens goed zouden gaan.
«Ik heb een idee, dat jouw schil
derij me geluk zal brengen», zei hij
tegen Corolineke, bij het weggaan.
De volgende dagen dacht Caroli
neke veel aan den schilder en iede-
ren keer als er geklopt werd op de
deur van het kleine huisje, dacht
ze, dat het de schilder was, die het
beloofde schilderij kwam brengen.
Er ging een heele week voorbij en
nog altijd hadden ze niets van hem
gehoord.
«Denkt U, dat hij het vergeten
heeft Mammie?» vroeg Carolineke
een keer, toen ze aan tafel zaten.
«Oh, ik hoop het maar niet. We
weten niet eens zijn naam of zijn
adres, dus we kunnen nooit...»
Tik-tik-tik-tik
Een plotseling kloppen op de bui
tendeur onderbrak haar woorden.
Ze sprong op. nu t een opgewonden
glans in haar oogen.
Ik zal wel gaan kijken, Mammie.
Dat is hij vast en zeker!»
Ze sprong naar de voordeur. Haar
hart bonsde. Maar toen ze open
deed, stond daar niet de schilder;
met een trillende onderlip staarde
Carolineke naar den heer, die buiten
op de stoep stond.
Het was een oude heer, met wit
haar en keurig gekleed maar dat kon
Carolineke niet goed zienwant in
haar oogen waren nare tranen van
teleurstelling gekomen.
De oude heer keek opmerkzaam
naar haar.
«Ben jij het meisje van den zonne
hoed vroeg hij plotseling.
Carolinekes oogen werden rond
van verbazing.
«Ja, jij bent het.» De oude heer
scheen erg opgewonden te zijn. «Ja,
.a, je lijkt sprekend op haar. Het
moet dus welen dan te denken...»
Hij zweeg en Carolineke staarde
hem ten hoogste verbaasd aan.
«Is je moeder thuisvroeg hij
ilotseling.
Maar voor Carolineke had kunnen
antwoorden, verscheen haar moeder
in de gang.
de mogelijkheden, welke ons Instituut
biedt.
'lot onze spijt kunnen we niet ont
kennen, dat ue dagcursussen voor de
Mach. bchoenmaKerij-afdeeling tot
heden niet die belangstelling van be
langhebbenden der Ned. Schoen
industrie hebben gevonden, waarop
zij recht hebben, al ontveinzen wij ons
niet, dat de mogelijkheden op dit ge
bied in een klein land als het onze
uiteraard beperkt zijn.
Wie echter den polsslag voelt van
onzen tijd, die zal moeten toegeven
dat meer dan ooit, de industrie be
hoefte heeft aan goed geschoold per
soneel, zoowel lager als hooger, wil
zij zich steeds verder ontwikkelen en
vervolmaken, om daardoor den con
currentiestrijd met het buitenland suc
cesvol te kunnen voeren.
Op het gebied van de wetenschap
pelijke bedrijfsleiding, normalisatie, etc.
staat de schoenindustrie tot op zekere
hoogte nog*in haar kinderschoenen en
de ontwikkeling van dit proces gaat
zeer geleidelijk, het eene groeit n.l.
uit het andere doch wil men dit
alles gemakkelijk kunnen aanvoelen,
wil men het kunnen begrijpen, wil men
het kunnen analyseeren, wil men het
kunnen omvatten, dan moet een breede
grondslag gelegd zijn, waarvoor ons
Instituut op de allereerste plaats in
aanmerking komt.
Immers, de taak van de Rijksvak
school is, <^n het vak, zoowel prac-
tisch als theoretisch, in al zijn veel"
zijdigheid grondig te leeren, zoodat
een uitstekende basis verkregen wordt,
waarop in de practijk kan worden
verder gebouwd.
Van verschillende zijden is trouwens
reeds herhaaldelijk betoogd, dat in de
fabriek het vak niet meer geleerd kan
worden, daar moet een maximum ge
produceerd worden in een minimum
van tijd en daarom is daar voor op
leiding die nooit systematisch, altijd
onvolledig en minder wetenschappelijk
zou zijn, geen plaats.
Het kan zijn nut hebben in dit ver
band erop te wijzen, dat, wil het
onderwijs aan ons Instituut met vrucht
gevolgd kunnen worden, het wensche-
lijk is, dat de leerlingen een behoor
lijke algemeene ontwikkeling bezitten,
b.v. het einddiploma Mulo, 3-jarige
Handelsschool of H.B S. Is dit niet
het geval, dan kunnen slechts zij, die
over een meer dan middelmatigen
aanleg beschikken, en dan met
inspanning van alle krachten het
onderwijs afdoende volgen.
De leerstof is n.l. de laatste jaren,
zoowel practisch als theorisch zoo uit
gebreid geworden, dat niet 2 doch
gemakkelijk 3 leerjaren daarmede te
vullen zouden zijn, zoodat alleen hij,
die een behoorlijke vooropleiding ge
noten heeft, en verder zijn uiterste
best doet, het tempo kan bijhouden.
Carolineke keerde zich om, om
naar haar te kijken en een kreet
van verbazing kwam over de lippen,
«Mammie Wat scheelt er aan
Moeder was plotseling blijven staan
en staarde naar den ouden heer. Ze
scheen Carolinekes vraag niet ver
staan Ie hebben; maar fluisterde:
«Vader
«Maria
1 ot Carolinekes verbazing zag ze
den ouden heer plotseling naar binnen
stappen en moeder huilde tegen zijn
schouder aan.
Pas een poosje later begreep ze,
wat het allemaal beteekende.
«Carolineke», zei haar moeder.
«Dit is je Grootvader. Je hebt hem
nog nooit gezien, omdat....»
«Laat mij het haar maar vertel
len», onderbrak de oude heer haar.
«Ik ben heel dom geweest. Toen
je vader en moeder trouwde hen ik
heel hoos geweest; en toen heb ik
gezegd, dat ik niets meer met ze te
maken wilde hebben. Ik heb er erg
veel berouw van gehad, maar toen
was het te laat. Ik kon gem spoor
meer van je moeder ontdekken.»
«Hoe heeft U ons toen hier ge
vonden?» vroeg Carolineke.
«O, twee dagen geleden kwam ik
langs een schilderijenwinkel. Daar
hing een schilderij van e n klein
meisje met een ouden zonnehoed
op....»
«Mijn schilderij
«Ja, en weet je, je lijkt sprekend
op je moeder, toen ze dien leeftijd
had. Ik kende den zonnehoed en ik
kende jou. Ik vloog den winkel bin
nen en vroeg het adres van den
schilder. Die schilder vertelde me
van het dorpje en van jullie.
I oen was het heel gemakkelijk,
om hier te komen. Nu ben ik ge
komen om jullie te halen. Ik woon
heel alleen op een mooi groot huis.
Veel te groot voor een eenzame
oude man, en....»
Maar Carolineke hoorde de rest
al niet meer. Op dat oogenblik zag
ze een andere figuur voor de deur;
ditmaal een man in een armoedig
pakje.
«Een oogenblikjeriep ze en ze