Bi
Gemeenteraad.
MOPSJE ALS MENSCHEN-
REDDER.
«Zullen we vandaag eens een
Hinke wandelinggaan maken vroeg
de zuster van Marie, de keukenmeid.
«Dan kunnen we ons brood mee
nemen.»
Omdat de familie uit logeeren was,
mocht Anna zoolang bij haar zuster
logeeren en Mopsje, de'hond, vond
het fijn. Want Anna en Marie ver
wenden hem om het hardst.
Marie vond het een uitstekend
idee en Mospje, die het plan gehoord
had, eveneens. En vooral toen hij
zag, wat Anna allemaal inpakte om
mee te nemen.
«Ik weet ergens- een mooie hooge
boom daar kunnen wij onder zit
ten, dan hebben we tenminste scha
duw. En het is niet ver loopen in
deze hitte.»
«Gelukkig», zei Marie,
En Mopsje vond het ook. Het was
een verschrikkelijk heete dag, er was
geen windje te bekennen en de zon
had den geheelcn dag onophoudelijk
gebrand.
Ergens buiten thee te drinken en
brood te eten, was het beste.
«Ik vind die hitte niets prettig»,
dacht Mopsje; zijn tong hing uit zijn
bek en heimelijk hoopte' hij, dat
Anna gauw haar lasch zou open
maken.
Ze had een ilesch water in haar
tasch Anna vergat Mopsje nooit.
Ze had ook koekjes en allerlei
ander lekkers bij zich. Mopsjes oogen
glommen toen Anna haar tasch open
maakte. Hij keek zoo ingespannen
hoorde gammel boven hen
«Onweer! Maar ik geloof, dat het
nog ver weg is», zei Marie een beetje
ongerust. J
«Oh, ja Nog heel ver. Maar toch
hadden we er op moeten rekenen,
\\ant zoo iets kun je in de honds
dagen verwachten
Hij het hooren van het woord:
hondsdagen, spitste'Mopsje zijn ooren.
Dan moest hij dus zijn uiterste best
doen, om te helpen.
Hij likte al zijn water op en at
een heeleboel koekjes; maar toen
was hij nog zoo dorstig, dat hij blij
was, toen de eerste regendruppel,
heerlijk koel, op zijn neus viel. Hij
sprong onder den boom vandaan en
gind in den regen zitten.
«Kom hier Mopsje», zei Marie
streng Dus gehoorzaamde hij na
tuurlijk.
1 ot nog toe had hij den boom
prettig gevonden, omdat hij schaduw
gegeven had. Marie vond den boom
schijnbaar nog prettig. Ze zei tegen
haar zuster, dat ze goed konden
schuilen onder de dikke takken.
Maar Mopsje had pl tseling geen
trek meer in eten, hoewel Anna
hem een heel schoteltje vol had ge
geven. Want Mopsje luisterde naar
wat de boom zei.
«Laat ze weggaan. Gevaarfluis
terde de boom.
Mopsje stond op en trok aan
Marie's rok.
«Ga toch liggen, malle hond», zei
Marie. «En eet liever je koekjes op.»
Maar de boom fluisterde nog en
Mopsje had geen trek meer in koek.
Hij ging naar Marie's zuster en
trok aan haar mantel.
«Stil maar. Blijf nu stil liggen
onder den boom. Dan blijf je droog.
Wees een zoete hond
«Laat ze weggaan ritselden de
bladeren Mopsje wist niet, wat hij
doen moest.
Plotseling nam hij de tasch tus-
schen zijn tanden en holde er mee
in den regen. Marie en Anna spron
gen beide tegelijkertijd op en riepen
«Ondeugende hond
Ze riepen Mopsje, dat hij terug
moest komen en dat hij een tik ver
diende.
Hier, Mopsje hier!»
Maar de hond kwam niet. De
tasch was zwaarmaar hij hield ze
stevig tusschen zijn tanden en holde
er mee door den regen. De twee
vrouwen holden echter achter hem
aan.
Zoodra ze onder den boom van
daan waren begon Mopsje een beetje
harder in de richting van huis te
rennen. Hij dacht aan wat de boom
hem gezegd had. Marie en Anna
hadden hem bijna te pakken, toen
ze plotseling achter zich een gewel
dig gekraak hoorden.
En oogenblikkelijk vergaten ze den
regen, de tasch en zelfs Mopsje.
Want ze zagen net hoe de bliksem
den boom getroffen had en hoe hij
gevallen was, juist op de plaats, waar
Marie en Anna gezeten hadden.
Plotseling begonnen ze allebei te
huilen.
Ze letten niet meer op den regen,
ze omhelsden Mopsje; toen bolden
ze naar huis, terwijl ze aldoor tegen
elkaar praatten.
«Als Mopsje er toch niet geweest
was...» zei Marie.
«Als ooit een hond een medaille
verdient...» zei Anna.
«Nu ja», dacht Mopsje, die achter
ze aan kwam. «Ik deed alleen maar,
wat de boom zei. En bovendien, het
is een van de hondsdagen dus.... ik
moest mijn best doen om dat te
laten zien.»
EDUABD W.
VOOR DE KNAPPERDS.
De wereldreiziger.
De beroemde wereldreiziger bracht
een bezoek aan de familie N.
Alle familieleden luisterden ge
spannen naar de avonturen, die hij
op zijn laatsten tocht beleefd had.
«Na een vrij langdurig oponthoud
aan de kust, besloot ik het binnen
land van Sumatra in te trekken.
Daar trof ik een vriend, die mij over-
haalde met hem op jacht te gaan
in de oerwouden. We bereidden
alles voor en de volgenden dag
braken we vroeg op. De drijvers
omringden een dal en voor ik nog
recht tot bezinning was gekomen,
stond ik tegenover een reusachligen
leeuw. De inboorlingen vluchtten
naar alle kanlen de leeuw stootte
een verschrikkelijk gebrul uit en
stond gereed om op mij af te sprin
gen. Ik bewaarde mijn tegenwoordig
heid van geest, doelde precies, en
joeg den leeuw een kogel door zijn
kop. Zieltogend lag de koning der
dieren aan mijn voeten....»
Onder ademlooze stilte had de
familie N., geluisterd, toen hij op
hield hing er nog een oogenblik
zwijgen. Plotseling begon de 12-jarige
zoon hard te lachen en riep«Niks
van waar! Alles opschepperij!»
Hevig geschrokken over deze bru
taliteit, gaf zijn moeder hem een
oorvijg en bood den wereldreiziger
haar verontschuldigingen aan voor
de onbeleefdheid van haar zoon.
Maar hoe kwam de jongen er bij
om dat te zeggen?
i Weten jullie het misschien?
De jongen had gelijk, het was een
opschepper. Op Sumatra komen
geen leeuwen voor, dus kon hij er
geen geschoten hebben
Deze drie cirkels zijn schijnbaar
zoo verbonden, dat ze niet uit elkaar
zijn te halen. Toch is het mogelijk
het figuur in één lijn te trekken,
zonder dat de lijnen elkaar snijden.
Wie vindt het kunststuk
Oplossing volgende week.
ONZE SERIE
SCHADUWBEELDEN.
De poes.
Heel veel kinderen vinden het
leuk, om op een witten muur scha
duwbeelden te maken. Maar vaak
kunnen zij geen figuren bedenken.
Daarom zullen we iedere week
een of twee schaduwbeelden geven,
dan kun je ze vast instudeeren, voor
de «uitvoering».
Hier volgt het eerste
TE VEEL VERLANGD.
«Fransje, heb je de goudvischjes
al schoon water gegeven
«Nee Oma: ze hebben het andere
nog niet opgedronken.»
de poes.
ZOO ERG WAS HET!
«Waarom hel) je een lapje om je
vinger, Hansje?»
«Ik heb me op mijn vingers ge
slagen
No. 71. Zaterdag 2 Sept. 1933. 56e Jrg.
TWEEDE BLAD.
DRUNEN.
(Vervolg).
12. Aanmerkingen van Ged. Staten op
het Raadsbesluit tot het aangaan van
twee geldleeningen.
B. en W. stellen voor het raadsbesluit
te wijzigen overeenkomstig liet advies
van Ged. Staten.
De heer W. v. d. Wiel meent., dat de
kosten voor de gemeente daardoor aan
merkelijk hooger worden.
De Voorzitter zegt, dat het verschil
slechts 1520 bedraagt.
De Raad gaat hiermede accoord.
De overname der Vakschool.
13. Goedkeuring der overname dei
Vakschool voor Schoenmakers door de
gemeente, vaststelling der noodige veror
deningen en benoeming van een Commis
sie van Toezicht.
De heer de Wijs zegt, dat de fabrikan
ten jammer genoeg een heel groot be
zwaar hebben tegen de overname der
school, die de gemeente rond 3000.
per jaar zal kosten. Spr. ziet niet in dat
op de school jongens gekweekt worden,
die iets voor de bedrijven waard zijn. Er
wordt machinaal onderwijs verlangd en
daarom is het geld dat voor deze school
zal worden uitgegeven doelloos. Er zijn
misschien enkele leerlingen uit Drunen
en de rest komt van buiten, en daarvoor
kan de gemeente het geld betalen. Het
doel was oorspronkelijk naast het hand
werk het machinale onderwijs te bren
gen, maar dit plan is nog steeds niet
doorgevoerd. Spr. vindt het daarom het
beste de school maar heelemaal op te
doeken.
De heer v. Drunen berekent dat elke
Drunensche leerling 750.— aan de ge
meente kost, als er maar 3 of 4 op de
.school zijn. En toch zou deze school
moeten blijven voortbestaan, terwijl de
school in den Wolfshoek om bezuini
gingsredenen zou moeten worden opge
heven. Spr. is voor opheffing der school.
De heer A. v. d. Wiel herinnert eraan,
dat de akschool vroeger is opgericht
door de Middenstandsvereeniging. 23
jaren is er een druk gebruik van ge
maakt en gemiddeld telde de school *30
leerlingen. Het verwondert spr. dat de
heer de Wijs vertelt dat de industrie
niels aan de jongens dezer school heeft,
terwijl heel groote fabrikanten hun
zoon s aan de school laten leeren. De
jongens leeren er toch in elk geval alle
onderdeden van den schoen. Bovendien
meent spr., dat de gemeente er mede ge
baat is, dat men uit andere gemeenten
naar de Drunensche school komt. Op het
pogen blik zijn volgens spr. 17 leerlingen
uit Drunen ingeschreven.
De heer Verhoeven is voor opheffing.
Spr. gelooft dat de school niet onder
goede leiding heeft gestaan, in 1932 is
nog verzuimd subsidie aan te vragen Fr
Zijn voor 4000.— machines aangekocht,
die echter als oud-roest verkocht zijn
Als zulke menschen in het bestuur za
ten en nu weer bovenaan op den candi-
datenlijst prijken, dan hebben B. en W.
de zaak niet goed bekeken, zegt spr. Men
leert op de school z.i. niets, het is er ,,'n
onder-onsje en een Luilekkerlandje".
Vesters: Het schijnt dat Verhoeven nog
nooit een kijkje in de school heeft geno°
men. De jongens die in de school deee?-
•den zijn zullen op de fabriek niet tot de
laatsten hooren.
W. v. d. Wiel: Als arbeidersafgevaar
digde ben ik een hartstochtelijk voor
stander van de Vakschool, omdat het
noodzakelijk is dat de jonge arbeiders
in hun vak worden opgeleid. Als men
geen vak kent, wat moet men dan in de
maatschapjiij gaan doen? Op de Vak
school te Waalwijk heeft men nog gele
genheid het machinale werk te leeren,
nadat men eerst hier den handwerkcur-
sus heeft doorgemaakt. Diegenen die deze
opleiding hadden zijn de tip-top schoen
makers. De vakschool is noodzakelijk en
het verwondert mij, dat de fabrikanten
met het voorstel komen om de school op
te heffen, temeer daar een der fabrikan
ten er zijn eigen zoon het vak laat leeren.
In Duitschland moeten alle jongens na
het verlaten der Lagere school eerst 2
jaren vakonderwijs genieten. En waar
komen de beste vaklui vandaan? Het
kost geld aan de gemeente, maar wat
wordt er voor het onderwijs der boeren
niet gedaan? Als er iets aan het onderr
wijs mankeert, is dat nog geen reden om
de school op te heffen, maar alleen om
ze te reorganiseeren.
Voorzitter: Ik ben zeer verwonderd
door de woorden van den heer de Wijs-.
Hij is zelf degene die het erop heeft aan
gestuurd om de school onder toezicht
der gemeente te krijgen om ze dan te
reorganiseeren. Hij heeft geen enkel be.
zwaar aangevoerd toen werd voorgesteld
de school over te nemen, maar nu het
zoover is, komt hij plotseling met zijn
voorstel tot opheffing. Als een school die
altijd tot tevredenheid van .iedereen
heeft gewerkt zonder eenige voorberei
ding zou worden opgeheven, zou dat
schandalig zijn. Als de school geen reden
van bestaan had, zou er niets tegen de
opheffing zijn, maar het is onverantwoor
delijk zoo zonder meer dat voorstel te
doen.
Er zijn cijfers genoemd, waar ik het
niet mee eens kan zijn. In 1931 heeft de
school niet 3000.—, maar 2300.— ge
kost. Bovendien blijft het Rijk dezelfde
subsidie betalen als vroeger, en dat de
provincie zich heeft teruggetrokken is
van minder betcekenis, daar haar subsi
die maar een garantie was. De subsidie
aanvrage is niet te laat geschied, zooals
de heer Verhoeven zegt. doch deze kon
pas geschieden, nadat het tekort van '32
bekend was. Mocht de Raad voor ophef
fing gevoelen, dan moet ik ertegen pro
testeeren dat daartoe reeds in deze ver
gadering zou worden besloten.
De Wijs: Om welke reden zijn die 17
leerlingen ingeschreven? Omdat ze graag
van school zijn en ze voor hun 14e jaar
niet mogen werken. Maar de ouders loo-
pen ons na om ze op de fabriek te krij
gen zoodra ze 14 jaar zijn. De jongens die
van de school komen, zijn lui en kunnen
met werken. Het is schandalig dat we
daar 3000.voor betalen. Vroeger ver
kocht men de gemaakte schoenen ten
minste nog aan een opkooper, maar nu
gaan ze ze nog hier in Drunen verkoo-
pen zoodat wij er nog schade van heb.
hen. Het is absoluut onverantwoordelijk
de school te laten bestaan, daar ze geen
nut heeft. v. d. Viel heeft er geen ver
stand van, hij kan een huid uitrekken,
maar Inj kent geen schoen. De klacht gaat
niet van mij alleen uit, maar van alle fa
brikanten in Drunen. Wij kunnen niets
met de jongens doen en de gemeente
geeft haar 2300.eenvoudig om de
jongens van buiten het handwerk te lee
ren. De boeren kunnen op mijn verant
woording gerust voor opheffing stem
men, dan steunen zij een goede zaak.
oorzitter: Waarom heeft U dat alles
met vroeger gezegd? Dat is U toch niet
,n patste weken duidelijk geworden?
De Wijs: De laatste weken zijn mijn
bezwaren veel duidelijker geworden
Voorzitter. Dat pleit er toch hoogstens
n°\v--n 1°, ]°o1 te reorganiseeren.
De us: Ik heb niets aan dat handwerk.
Ik heb het willen zeggen voordat het te
laat is.
A. v. d. Wiel: Ik weet wel dat de Wys
zelf bij de ouders van een der leerlingen
geweest is om deze in zyn fabriek te
krijgen. We kunnen aannemen dat er op
de school niet hard gewerkt wordt, er
moet op de eerste plaats iets geleerd wor
den. Pas in het bedrijf leert men vlug
Werken. In Dongen is eenzelfde school
en daar hebben de fabrikanten onder
ling een contract geteekend dat zij geen
jongens van de school zullen halen zoo
lang ze niet afgeleerd zijn. Ik kan U de
verzekering geven dat het werk dat er
gemaakt wordt, uitstekend is. Wat men
echter mist, dat is de belangstelling van
de patroons: in geen jaren is er een pa
troon op school geweest, ofschoon ze er
ten allen tijde gerust een kijkje kunnen
nemen.
De Wijs: Wij zijn niet bij onder-onsjes.
Verhoeven: Tk zou eerst een accoun
tant wel eens een rekening willen laten
overleggen van de baten en schulden der
school, want de zaak is niet in orde, dat
weten B. en W. ook wel. Het is onverant
woordelijk als we de school zoo over
nemen.
Weth. Muskens: Ik heb dezer dagen 'n
verzoek gehad van andere fabrikanten,
dat van dezelfde strekking was als dat
van de Wijs. Daarom is het misschien
wenschelijk de zaak aan te houden en te
onderzoeken.
V. v. d. Wiel: Dat de kinderen als ze
14 jaar zijn van school gehaald worden,
is omdat de menschen ze noodig hebben
om wat te verdienen, maar niet omdat
het onderwijs niet goed is. Ik mag zeg
gen dat ik ook wel eenig verstand heb
van schoenen, en ik verklaar, dat er goed
werk gemaakt wordt. Trouwens, al wat
de Wijs zegt, pleit niet voor opheffing
der school, maar voor reorganisatie. Ik
geloof, dat in deze zaak veel muziekno-
len de hoofdzaak spelen, en als de heer
Brok niet tevens directeur was der har
monie. zou de school in een ander licht
gesteld worden. Een der fabrikanten
stuurt zijn eigen zoon naar de school,
maar is toch voor opheffing. Tk hoop
dat de ouders beter zullen gaan inzien,
dat het vakonderwijs een noodzakelijk
goed is voor hun kinderen.
Weth. van Halder (tot dhr. Verhoe
ven): Waarom weten B. en W. dat er iets
niet in orde is?
VerhoevenAls de Minister zich terug
trekt, weten wij het onderhand wel.
De Wijs: Niemand kan mij uil 't hoofd
praten dat ik niet de waarheid gezegd
heb. Tiet gaat er bij ons om om machi
nale werkers te krijgen. Ik heb geen per
soonlijke veete, maar ik kom hier voor
mijn recht uit. Het geld dat voor de
school besteed wordt is niet verantwoord.
De school is zonder nut zoolang niet
naast het handwerk het machinale vak
geleerd wordt. Er valt niets te zeggen van
den leeraar in het handwerk, die zou
zelfs in Waalwijk met open armen ont
vangen worden, maar de rest is me geen
dubbeltje waard.
VoorzitterI w betoog is wel zeer
zwak, want U erkent daarmede dat de
school na re-organisatie wel goed zou
zijn. U heeft er zelf altijd voor geijverd
dat de gemeente de school in handen
zou krijgen, maar nu het erop aan komt
is l er zelf tegen.
De Vijs: I heeft zelf ook geen ver
stand van het machinale werk. Laat dan
een protest uitbren.'en van alle Drunen
sche Iabrikanten. Laat een commissie
benoemen die de zaak met een accoun-
tant onderzoekt. Hef is eenvoudig een
onderonsje.
Voorzitter: U heeft al de jaren dat U
in den Raad zit, niets gedaan om een U
bekenden mistoestand uit den weg te rui
men. Nu komt U in 14 dagen tot het be
sluit dat de school niets waard is.
A. v. d. Wiel: Als de school zoo slecht
-J Ul^/M
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verbod n.
is, waarom komen dan zooveel jongens
uit Waalwijk ze bezoeken.
W. v. d. Wiel; Er is al meer beweert,
dat de jongens er niets als luilakken lee
ren. Maar toch maken ze elk een paar
schoenen per week, terwijl ze op de
school in Waalwijk machinaal slechts 5
paar in heel het jaar maken. Ik voel dat
het hier gaat tegen personen, maar niet
tegen de school zelf.
De Voorzitter zegt ten slotte, dat hij de
zaak zou kunnen bespreken met den In
specteur van het Nijverheids-Onderwijs,
en deze rapport uit laten brengen. Dat
neemt echter niet weg dat de Raad de
noodige reglementen moet vaststellen en
een Commissie van Toezicht moet be
noemen.
De heer de Wijs stelt voor de school op
te heffen, welk voorstel door de heeren
Verhoeven en v. Drunen gesteund wordt.
Het voorstel wordt verworpen met 7-4
stemmen: voor stemden de heeren Ver
hoeven, de Wijs, Vrijhoeven en v. Drunen.
De reglementen worden vastgesteld
conform ontwerp.
Daarna, wordt overgegaan tot de be
noeming eener Commissie van Toezicht.
De heer de Wijs betreurt het dat B. en
N\. de aanbeveling hebben opgemaakt,
zonder den Raad daarin te hooren. Spr.
kan zich daarmede niet vereenigen en
zal zich van stemming onthouden.
De Voorzitter zegt. dat B. en W. ver
plicht zijn een aanbeveling te maken,
doch dat de Raad geheel vrij blijft in zijn
keuze. B. en W. hebben 3 handwerkers,
- fabrikanten en 1 werkmeester op de
aanbeveling geplaatst.
Bij eerste stemming wordt gekozen de
heer A. v. d. Wiel met 7 st. tegen 1 op
Vesters, 1 op de Wijs en 2 blanco.
Bij tweede stemming wordt gekozen
de lieer P. Boom met fi stemmen tegen
2 op .T. Pullens. 1 op de Wijs en 2 blanco.
Als derde lid wordt aangewezen de
heer T.Tpelaar met 6 stemmen, tegen 2 op
esters, 2 op .T. Pullens en 1 op de Wijs.
Als vierde lid wordt na 2 herstemmin
gen gekozen de heer C. Vesters met 6
stemmen, tegen 3 op J. de Munnik. 1 op
J. van Wezel en 1 op de Wijs.
Bij de laatste stemming wordt benoemd
de heer L. van Drunen met 6 stemmen
tegen 4 op A. van Huiten en 1 op de Wijs.
De hoer de Wijs had te kennen gegeven
met voor benoeming in aanmerking te
willen komen.
Destructor.
14. Aangaan van een nieuw contract
met den X.C.B. voor de destructie van
vee en vleesch.
Van den N.C.B. is bericht ontvangen,
dat hij tengevolge der abnormale om
standigheden niet meer in staat is zijn
verplichtingen na te komen inzake de
destructie van vee en vleesch overeen
komstig het bestaande contract van 1931.
De N.C.B. heeft thans een nieuw con
tract ter onderteekening toegezonden,
waarin een bepaling is opgenomen, dat
de gemeente 0.02 per inwoner en 0.02
per H.A. per jaar aan hem zal uitbetalen
ingeval dit naar het oordeel van de Ver.
van Nederhmdsche Gemeenten noodig is,
ter verzekering van een normaal rende
ment over de jaren, dat de destructor
door den N.C.B. in bedrijf is gesteld.
B. en W. meenen, dat tegen het stellen
van een garantie als de hier bedoelde,
geen bezwaren kunnen bestaan en stel
len voor tot het aangaan van dit con
tract met den N.C.B. te besluiten.
De heer W. v. d. Wiel vraagt, of B. en
.de zaak wel voldoende onderzocht
hebben. De uitgaven gaan steeds in stij
gende lijn en spr. vreest, dat er straks
weer meer gevraagd zal worden.
De Voorzitter zegt, dat de N.C.B. voor
moeilijkheden geplaatst is, daar de ex
ploitatie van het bedrijf vermoedelijk niet
zonder verlies kan geschieden door de
mindere opbrengst van beendermeel en
huiden. De bijdrage is slechts een garan
tie en spr. heeft goede hoop dat het he
in ag niet betaald zal behoeven te wor
den. Hij wijst erop, dat het billijk is de
bijdrage te geven, daar de N.C.B. den
destructor wil oprichten ten gerieve der
gemeenten.
Het voorstel wordt aangenomen.
Aanvullende agenda:
1. Ingekomen balans en verliesreke
ning en winstrekening van den Keurings
dienst voor Waren over 1932.
Wordt ter inzage gelegd.
Stroomprijs klein-industrie.
16. Schrijven van den heer De Wijs
betreffende stroomlevering aan klein-in
dustrie.
Verzocht wordt om den stroomprijs te
verlagen en den spertijd 1 uur later te
doen ingaan. Gewezen wordt op het feit
dat de gemeente belangrijk nadeel zal
lijden als de klein-fabrikanten tot aan
schaffing van motoren overgaan.
De oorzitter weet, dat het van groot
belang is dat de stroom gemakkelijk te
verkrijgen is. Echter is de juiste prijs
niet gemakkelijk te bepalen daar de ma
ximale belasting juist door de industrie
hoog wordt opgevoerd. Spr. zegt toe, dat
B. en W. de zaak zullen onderzoeken en
spoedig een voorstel zullen doen.
De heer de Wijs acht een verlaging bil
lijk, daar de groote afname der bedrijven
thans ten goede komt aan de lichtver-
b ruikers.
De Voorzitter bestrijdt deze meening
door te beweren, dat de industrie juist
de maximale belasting en daarmede den
stroomprijs, zeer hoog opvoert.
De heer de Wijs vreest dat de gemeen
te schade zal lijden als de fabrikanten
motoren gaan plaatsen die zeer voordee-
lig te krijgen zijn.
De Voorzitter merkt op, dat het ge-
meentebedrijf meer winst zou maken als
het alleen voor lichtverbruikers hoefde
te leveren. Juist de afname door de
klein-industrie maakt den prijs veel hoo
ger. Ileel veel zal er dan ook wel niet
van den prijs af kunnen, doch spr. wil
wel toezeggen, de klein-industrie zooveel
mogelijk tegemoet te komen.
Wordt aangehouden.
Heerlijk Jachtrecht.
17. Procedeercn voor gezamelijke re-
keuring betreffende de uitspraak inzake
het heerlijk jachtrecht.
Pe oorzitter zegt, dat in een gezamen-
hjke vergadering van grondeigenaren de
kans om den prijs verlaagd te krijgen, is
besproken. Besloten is een procedure te
voeren. B. en W. zijn van meening dat
liet voor de gemeente van belang is
daaraan mee te doen en te trachten de
afkoopsom verlaagd te krijgen en doen
dan ook het voorstel hen daartoe te
machtigen. De kosten zullen hoogstens 75
ct. per H.A. bedragen, zoodat het de ge
meente, die 300 H.A. grond heeft, hoog
stens 225.kost.
De heer W. v. d. Wiel vraagt, wat de
voordeden voor de gemeente zullen zijn.
De oorzitter zegt, dat de afkoopsom
thans is bepaald op 12.per H.A. wat
de gemeente 3600.— zou kosten, plus
60% rente. Wordt slechts ƒ1.per H.A
vermindering gegeven, dan zijn de kosten
reeds vergoed en bij elke verdere ver
mindering heeft de gemeente voordeel.
I it het advies van deskundigen blijkt,
dat de kans op vermindering groot is.
Weth. van Halder is van meening, dat
de gemeente verplicht is mee te doen met
de actie en dat het onverantwoordelijk
zou zijn niet in beroep te gaan. Spr. wijst
erop, dat de afkoopsom in Best en Oir-
schot is teruggebracht van 15 per H.A.
tot 6.25.
De heer v. Drunen geeft in overweging
te trachten een flinke verlaging te krij
gen.
Het voorstel wordt aangenomen.
B. en W. stellen voor aan Ged. Staten
te berichten, dat de Raad geen bezwaar