Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Hoeetenwe üel stnaüeiiilisl iiuispot
HflflR ERFDEEL
Hl du besnaren?
Logische gevolürelihiiig.
FEUILLETON
Winkelnieuws.
„ÏÏC»DBRABAriD
Mol
Voor.
l
Gaat
NUMMER 81
ZATERDAC 7 OCTOBER 1933,
Dit blad verschijnt
UITGAVE:
Prijs der Advertentiën
WOENSDAG en ZATERDAG
20 cent per regel; minimum 1.50.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
WAALWIJKSCHE
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
Telefoon No. 38.
Teiegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Neen, dit artikel hoort niet speciaal
thuis onder de rubriek „Voor de
Vrouw" of onder „Recepten van de
Week", Het eten van hutspot kan
een zaak zijn van algemeen maat
schappelijk belang en als zoodanig
willen we het geval dan ook be
handelen.
Wat aan hutspot vast kan zitten,
zien we in Duitschland. Op hoog
bevel eet daar op eiken eersten
Zondag van de maand heel de
bevolking een of andere rats, zónder
voorgerecht, zónder toespijs ook. En
in de loop van de week komen dan
de beambten van den door den staat
georganiseerden „Winterhulp" langs
de huizen om de gelden te incas-
seeren, welke op dien Zondag dooi
de vereenvoudiging van den maaltijd
zijn uitgespaard. Men moet zoo'n
steunbeweging niet gering tellen,
want wanneer heel een volk op een
bepaalden dag bereid gevonden
wordt of verplicht wordt om per
persoon een paar dubbeltjes te offeren
dan maakt dat tesamen een groot
kapitaal uit, ja een som, waarvan
weer geruimen lijd in de behoeften
van talrijke nooddrul'tigen kan wor
den voorzien,
De Duitschers schikken zich mis
schien heel gemakkelijk jn de rats-
verordening daar zijn ze nu een
maal Duitschers voor. Ze schikken
er zich vermoedelijk zelfs beter in,
dan wij en u dat zouden doen. Daar
zijn we nu eenmaal Hollanders voor.
Niet dat we iets tegen rats hebben.
Bruine boonen met spek, een stamp
pot van boerenkool met worst, een
flinke portie snert met een kluif, een
bord met dampende zuurkool,
het zijn allemaal schoteltjes, welke
ons uitstekend smaken kunnen en
waarnaar we zelfs „trek" beginnen
te krijgen, nu de winter voor de
deur staat en de komende koude al
bij MOLdangekochtuwkleeding-
waren. MOL de zaak van vak.
kunde, vertrouwen, bediening en
kwaliteit.
MOL blijft goedkooper.
voelbaar wordt. Maarwe eten
zulke kostjes liefst dón, als we er
zelf lust in hebben. e zullen twee
dagen achtereen bruine boonen
kunnen eten met vreugde, als we
het zelf zoo verlangden n.l., maar
doen het met tegenzin, als we zij bij
verordening voorgezet zouden krijgen.
Nu moeten we echter toonen, dat
we de vrijheid om rats te eten,
wanneer we dat willen, ook wóórd
zijn. Daar komt wel eens wat aan
tekort. Hetzelfde waartoe de Duit
schers per ralsvoorschriften min of
meer moeten worden gedwongen,
moeten wij toonen, in vrijheid te
kunnen daarstellen. De Duitsche
ratsvoorschriften hebben tenminste
de verdienste, dat ze helpen aan-
toonen, hoe iedereen, al zijn z'n
middelen ook beperkt, in staat is om
door een klein offer van zelfbeper
king nog iets af te dragen voor de
zoo misdeelde medeburgers, welke
het ergst geslagen zijn door de crisis
omstandigheden. Iedereen kan het
offer brengen van een sigaartje minder
per week of van een sigaret per dag,
het offer anders van een glas bier
minder dan gewoonlijk, het offer
van een bioscopie of van een ander
pretje, als het moet en niet anders
kan, dan maar het offer van een
keer per week het beleg op den
boterham. Zoo iets is in een tijd
van nood als de onze, volksplicht
tegenover volksnood.
Volvoeren we dien plicht echter
wel goed Het heeft ons getroffen
dat in de twee jaren van het bestaan
van het Crisiscomité, slechts ruim
anderhalf millioen aan steungelden
binnenkwam, d.i. per jaar en per
inwoner van ons landnog
geen dubbeltje I
Dat is toch werkelijk beschamend.
Gesteld eens, dat ook hier een rats-
verordening kwam en een maande
lijks etensoffertje per gezin gemiddeld
een halven gulden zou opbrengen,
dan beteekende dat een bate van een
millioen gulden per maand, van 12
millioen gulden per jaar, van 24
millioen in de twee jaar. In werke
lijkheid offerden wij in zoo'n tijds
verloop nog geen twee dubbeltjes
per persoon en nog lang geen twee
millioen in 2 jaar tijds.
Wij Nederlanders, wij eten graag
onze rats en andere kostjes in vrij
heid maar toonen we ons ten slotte
dan ook flink genoeg om ook in
vrijheid de offertjes te brengen, tot
welke we uit goede gemeenschapszin
moreel verplicht zijn. Wie daartoe
in de gelegenheid zijn, kunnen
b.v. per giro aan het Steuncomité
een regelmatig bijdrage doen toe
komen. Maar ook de kleine luyden
onder ons kunnen zich gemakkelijk
van hun taak en plicht kwijten,
door het gebruik van crisisbrief
kaarten en straks van dito-postzegels
en door kleinigheden te storten in
crisisbusjes.
Het moet niet noodig zijn, dat we
nog eens gedwongen gaan worden
om hutspot te eten, opdat de minst
bedeelden onder ons droog brood
kunnen krijgen.
N.B. een lezer schreef ons, dat hij
Dinsdagavond niet thuis was en
daarom tot zijn spijt niet kon mee
doen aan het oplossen van het crisis
prijsraadsel. We antwoorden hem,
dat iedereen, dus ook hij, de oplos
sing nog kan inzenden, geadresseerd
aan HET NAT. CRISISCOMITE,
Kneuterdijk 20, Den Haag.
Hij moet de oplossing schrijven op
een crisisbriefkaart van 8 cent, aan
alle postkantoren te verkrijgen. Om
dat hij niet heeft kunnen luisteren
op Dinsdagavond, willen we hem
wel onze oplossing mededeelen, maór
strikt vertrouwelijk natuurlijk 1 Hy
schrijve dan op de briefkaart aller
eerst 3 H. Daaronder schrijve hij
7 E en vervolgens, maar telkens
onder elkaar :6 J; 5 I; 10- A;
1 B; 9 - F; 8-C; 2-G;
4 D. Denk er om: vertrouwelijk 1
Dan moet hij nog een postzegel van
een kwartje bijplakken, opdat hij,
als de oplossing goed is, kan mede
dingen naar de 1700 prachtige prijzen
w.o. een luxe-Ford. Met drukletters
onder de oplossing naam en adres
van afzender vermelden en vóór
Woensdagavond posten
BUITENLAND.
Balkanpact in wording.
De diplomatieke medewerker van
de »Daily Telegraph« bevestigt, dat
binnenkort een begin zal worden
gemaakt met de onderhandelingen
inzake het sluiten van een Balkan
pact tusschen Turkije, Rusland, Roe
menië, Griekenland en Bulgarije.
Tevens bestaat de mogelijkheid dat
ook Cechoslovakije en Joegoslavië
tot het pact zullen toetreden.
De toestand in Oostenrijk.
De Oostenrijksche socialisten blij
ven besloten zich tegen fascistische
maatregelen te verzetten, ook al zou
den de Nazi's er zij bij spinnen.
Voor hen is het nationaal-socialisme
een minder kwaad dan het Heim-
wehrfascisme.
Het Jodenvraagstuk.
Op voorstel van den Nederland-
schen vertegenwoordiger is te Genève
een commissie benoemd, die zich
zal bezig houden met de oplossing
van het vraagstuk der uit Duitsch
land uitgeweken Joden. De commis
sie bestaat uit vertegenwoordigers
van Engeland, Frankrijk, Italië, Ce
choslovakije, België, Uruguay, Zwe
den en Nederland. Zooals men ziet,
zijn in deze commissie alle staten
vertegenwoordigd, die bij 't probleem
geïnteresseerd zijn, terwijl Uruguay
er zitting in heeft, omdat men be
oogt een deel der refugie's ook naar
Zuid-Amerika te doen emigreeren.
Verblijdende financieele toestand in
Australië.
In het parlement te Canberra heeft
minister-president Lyons gisteren
meegedeeld, dat de Australische be
grooting met een geraamd overschot
van 3'/a millioen pond vastgesteld
was, hetwelk eerder mee dan tegen
zou vallen.
De salarisverlagingen van 1931 en
1932 der rijksambtenaren konden
dan ook teruggenomen worden en
de vermakelijkheidsbelasting van 15
procent kan geheel vervallen. Op het
platteland en in de kleine gemeenten
zullen bovendien nog een paar plaat
selijke heffingen kunnen vervallen.
A-vAFsVALKEhBUR
iLEVER
56e JAARGANG.
De Echo van het Zuiden,
Wulwjjksflt en LaiXNtruisrke Coiiranl,
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
van „De Echo van het Zuiden".
"~nra nul—nr—MiliTnmnflwr—uimihih n m» m m
Naar het Engelsch
van
Joseph Mocking.
o
- Nadruk verboden.
o
4.
Ze wist van zichzelf, dat ze knap was,
meer dan één man had het haar gezegd.
Ze wist ook, dat er in de buurt verschei
dene jongelui waren, die geacht werden
op haar verliefd te zijn. Waarom zou ze
geen gebruik maken van haar schoon
heid? Ze had genoeg meisjes gekend, die,
wat men noemt, „schitterende partijen"
hadden gedaan. Waarom zou zij niet?
Als ze zoo bekoorlijk was als zooveel
mannen gezegd hadden, zou ze dan niet
een of anderen rijken man het hoofd op
hol kunnen brengen, om zoo haar harte-
wensch, om het huis van haar familie
terug te koopen, in vervulling te zien
gaan?
Voor een oogenblik trok de gedachte
haar aan, verblindde zij haar. Maar het
volgend oogenblik had ze haar met
kracht van zich afgeworpen: het was be
neden haar waardigheidze zou
zich niet kunnen verkoopen, al leek het
zoo makkelijk. Iedere vezel van haar we
zen kwam tegen zoo iets in opstand.
Een seconde later werd ze opgeschrikt
door vreemde stemmen en toen ze de
oprijlaan afkeek, zag ze twee mannen in
haar richting komen. Het eerste oogen
blik kon zij ze niet herkennen; het sche
nen vreemden. Maar plotseling zag ze
wie het waren. Een van de twee was
Jack Beel, de man, die tientallen jaren
geleden, hier staljongen was geweest en
die nu de werkelijke eigenaar van Tre-
vanion Court was!
HOOFDSTUK III.
DE BEELS.
Jack Beel was een kloeke, struisclie ke
rel van welhaast 70 jaar. Zijn uiterlijk
verried zijn afkomst onmiddellijk. Hij
was grof gebouwd en had grove trek
ken; hij zag er uit, zooals hij was; een
ruw, onbeschaafd man. En toch weer
niet heelemaal. Men kon zich voorstellen
dat deze man vriendelijke dingen deed,
dat hij een vriendelijken lach in zijn
oogen en op zijn lippen had. Hij had een
grijzen ringbaard en een kaal-gcschoren
kin, terwijl hij door zijn borstelige wenk
brauwen en zijn dik-ruig hoofdhaar, iets
van een leeuw had.
Toen hij het huis naderde, bleef hij
plotseling stilstaan en keek op zijn ge
mak om zich heen. Blijkbaar dacht hij
er met genoegen over na, dat zijn wensch
van vele jaren nu eindelijk vervuld was,
dat Trevanion Court, het huis van zijn
vroegeren meester, met alle bijgebouwen
en 'l land er om heen, nu zijn eigendom
geworden was.
Naast hem stond een andere, jongere
man. Het was niet moeilijk om hun ver-
wantschop te gissen; deze jongere man
was zijn zoon, zijn trots en zijn lieveling.
Jack had voor zich zelf nooit maatschap
pelijke ambities gekend, maar voor zijn
zoon was hij eerzuchtig geworden. Van
den dag, dat hij geboren was, had zijn
vader besloten dat de „Jonge Jack", zoo
als hij in de buurt genoemd werd, „hoo-
genop" moest, dot hij een gentleman
moest worden.
De jonge Jack was in veel opzichten
het evenbeeld van zijn vader. Hij was ook
groot breed-geschouderd en sterk. Maar
anders dan zijn vader sprak hij correct
Engelsch en ofschoon af en toe voor
al als hij opgewonden was hel Cor
nish accent in zijn praten goed te hoo-
ren was, deed hij de goede opvoeding,
die zijn vader hem gegeven had, eer aan.
Hij was nu 25 jaar en de rechterhand
in de zaken van zijn vader.
Goeien avond, miss Nancv, zei de
oude heer, toen ze vlak bij haar waren.
Jack junior nam zijn hoed af en her
haalde de begroeting van zijn vader.
Nancy wist direct wat het doel van
hun komst was. De oude man kwam haar
MAATSCHAPPy VAN VERZEKER)MG OP MET LEVEM
er aan herinneren, dat hij nu heer en
meester was.
j Mooie avond, ging de oude Jack
voort, terwijl hij nog steeds op zijn ge
mak rondkeek. Die oude hoornen zien er
maar allemachtig mooi uit, hé?
Het kostte Nancy moeite om te ant
woorden, maar ze begroette het tweetal
toch beleefd, waarna ze allebei een
oogenblik bleven zwijgen. Ze schenen
met hun houding verlegen.
Je hebt een mooien dag getroffen
met de begrafenis, verbrak de oude man
hei stilzwijgen. Ik ben er ook geweest,
maar ik ben maar niet naar je toe geko
men. Je zult het hard genoeg te verant
woorden hebben gehad.
Nancy huiverde, maar ze loonde niets
van wat er in haar omging.
Enfin, het is voorbij, praatte de
oude man door. We dachten zoo, mijn
zoon en ik, we moesten hier maar es
naar toe gaan en 'n praatje met je ma
ken. Daar kun je toch niks tegen hebben,
nietwaar?
Wilt u niet binnen komen?, vroeg
Nancy stijf.
Dat kunnen we doen, antwoordde
de oude man en hij volgde het meisje
door de portiek naar de bibliotheek.
Weer keek de oude Jack met aandacht
rond; blijkbaar ontging het hem niet,
hoe verwaarloosd en versleten het groot
ste deel van het meubilair en hoe armoe
dig de totaal-indruk van het vertrek was.
Daar krijg ik geen cent voor, fluis
terde hij tegen zijn zoon.
Wilt u niet gaan zitten? vroeg het
meisje.
Dat kunnen we doen; het kost niks
meer om te zitten dan om te staan, denk
ik.
Zoo gingen beiden zitten op de stoelen,
die Nancy hen wees, terwijl zij wachtte
op wat er verder zou komen. Maar er viel
gedurende eenige oogenblikken een eigen
aardig zwijgen; het was duidelijk dat,
ondanks de armoedigheid van het inte
rieur, de beide mannen aan een derge
lijke omgeving niet gewoon en dat ze
daardoor niet heelemaal op hun gemak
waren. De oude man had, voordat hij van
huis was gegaan, tegen zijn zoon een
soort van generale repetitie gehouden
van wat hij zeggen zou, maar er was iets
aan het meisje, dat hem deed aarzelen.
Zooals hij tegen zijn zoon en naamge-
LEEUWARDEN-
noot zei": hij was niet gewoon om tegen
zulke opgedirkte spring-in-'t-velds te
praten
Hij stak eindelijk van wal.
Ik wil niet hard tegen je zijn
Waarom zoudt u? vroeg Nancy.
Misschien heb je gelijk, deerntje.
Waarom zou ik? Maar dat doet niks ter
zake. Ik wil eerlijk en open met je spre
ken. Je weet zeker wel, dat ik een hy
potheek heb op den heelen boel hier?
Nancy zei niets.
De heele boel behoort aan mij. Je
vader was me een hoop geld schuldig,
dat deed-ie, al zeg ik het zelf en zoover
als ik het begrijp, zal ik er nooit een cent
van terugzien.
Neemt u mij niet kwalijk, maar mr.
Handy is juist hier geweest en die zegt,
dat er genoeg is om alles te betalen.
Wel kijk es an! ging de man voort.
Zooals ik zei, ik wil niet hard tegen je
zijn, maar ik moet toch op mijn recht
staan, nietwaar? Dat is de reden, dat ik
vanavond bij je ben gekomen.
Weer was er zoo'n vreemd zwijgen in
de kamer en weer keek de oude Jack om
zich heen, terwijl de jonge onrustig op
zijn stoel zat heen en weer te draaien.
Wal ik nou hoop, zie je, dat is, dat
we alles vriendschappelijk met mekaar
in orde brengen. Ik hou van vrede en
rust; ik ben altijd een vijand van ruzie
en geweld geweest en als je je nou een
beetje verstandig gedraagt, kon alles nog
wel es beter uitpakken dan je misschien
denkt.
Nancy keek den man nieuwsgierig aan.
Was er een straaltje van hoop? Ze was
benieuwd wat hij voor plannen had.
Je vader heeft niet mooi gehandeld,
zei de oude man opeens.
Pardon?, vroeg Nancy uit de hoogte.
Ik zeg, je vader heeft niet mooi ge
handeld. Wat voor reden bad bij, ver
draaid om jou naar een fijne school en
naar het college te sturen? En hij had er
niet eens de duiten voor! Dat doet een
behoorlijk man niet. Ik heb hooren zeg
gen, dat je hem al dien tijd, dat je op 't
college bent geweest, vierhonderd pond
per jaar hebt gekost. Dat kan een boer
derijtje als dit, niet lijden. En dan komt
er nog bij waar deug je nou voor, deern
tje? Ken je een koe melken of boter ma
ken of zooiets van dien aard?
Ik ben bang, dat ik het niet kan,
antwoordde Nancy.
Zie je; daar heb je het al. Een boe-
redochter moet groot gebracht worden
als een boeredochler, want je vader, met
al zijn fijne manieren, en al de hoogheid
die die in z'n kop had, was niks meer
as een boer, versta je? Ik heb het al voor
jaren zien aankomen, dat het zoo zou
loopen.
Weer een zwijgen.
Je weet zeker wel, dat ik hier inder
tijd staljongen ben geweest, hè? Dat was
nog in de dagen van je grootvader zali
ger. Die was net as je vader, die had het
ook zoo hoog in de bovenkamer. Je va
der werd grootgebracht als een jonker
en hij behandelde me as een stuk oud
vuil. En weet je wat er gebeurd is? Er
waren meer as tweehonderd acres bij het
i huis toenmeer as vier, meer as
vijf; maar ze hebben boven hun stand ge
leefd en ze moesten 'n heele hoop ver
koopen om hun schulden te betalen. Bo
ven den stand leven en in schulden zit
ten, dat is wat je familie altijd heeft ge
daan. En kijk nou es an hoe de zaken ge-
loopen bennen. Vijftig jaar terug was ik
hier staljongen, terwijl je vader de jon
ker was, om zoo te zeggen, en nou hoort
alles aan mij, terwijl je vader dood is
en jou om zoo te zeggen, geen rooie duit
heeft nagelaten om te leven. Mooie boel,
hè? En dat vertel ik je 11011 niet om je te
beleedigen, maar alleen, dat je goed zal
weten boe de zaken er bij-staan, versta
je? Ik heb geld verdiend en jou familie
heeft het verkwist; daar zit 'm het ver
schil, zie je.
leder woord wondde het meisje alsof
het een vergiftigde pijl was, maar ze zei
niets.
Maar het is nou eenmaal zoo het is,
zette de oude man zijn relaas voort. Arme
menschen bennen naar boven gekomen
en rijke menschen bennen naar den kel
der gegaan. Dat is zoo geweest, zoolang
a§ de wereld bestaat. Er is een tijd ge
weest dat de Trevanions de baas waren
over mijn en nou is er een tijd, dat ik de
baas ben over hen, om zoo te zeggen. Ik
heb nooit om medelijden gevraagd, toen
ik de arme knecht was en jullie motten
niet om medelijden vragen, nou jullie
onderleggen.
Wordt vervolgd.