Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. GEMEENTERAAD WAALWIJK. m De begrooting voor 1934 in een avond zitting afgewerkt. NUMMER 87. ZATERDAG 28 OCTOBER 1933. 56e JAARGAN( Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEJN Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. VIERDE BLAD. De raad der gemeente kwam t gisteravond in openbare vergadering bijeen, onder voorzitterschap van burgemeester Moonen. Secretaris de heer J. van Mierlo. Afwezig de heer Nuijten. De notulen der vorige vergadering worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Van de Gedeputeerde Staten: 1. Goedgekeurde verordening tot wijziging der verordening op den keuringsdienst van vee en vleescb, vastgesteld bij raads besluit van 25 Aug. 1933. 2. Goedgekeurde raadsbesluiten van 29 Sept. 1933 tot wijziging der begrooting 1933. Deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. b. Van verschillende vereenigingen. Gezamenlijk adres inzake te treffen maatregelen met betrek king tot het dansen in voor het publiek toegankelijke lokalen. B. en W. stellen voor deze adres sen voorloopig voor kennisgeving aan te nemen en daarop pas in te gaan bij het herzien der politie verordening, die over enkele maan den kan plaats hebben. De raad gaat hiermede accoord. Gronduerkoop. 2. Voorstel tot verkoop van een per ceel bouwterrein aan de Burgemees ter Smeelelaan aan G. Keetels. De heer Roxs acht het niet wen- schelijk aan de Oostzijde der Burg. Smeelelaan grond voor boerderijen te verkoopen. De woningen die bier gebouwd worden zien er zeer aardig uit en daarbij steken boerderijen minder gunstig af. Bovendien acht spr. het zeer onaangenaam in de nabijheid van een boerderij te wonen. Daarom zou spr. liever de Westzijde voor boerderijen houden. De Voorzitter zegt dat B. en W. deze zaak overwogen hebben. Aan de Westzijde kan adressant niet bouwen daar in het uitbreidingsplan ter plaatse een plantsoen is ont worpen. Adressant bouwde liever aan de Westzijde daar hij aan die zijde eigendom heeft. B. en W. wil den hem een terrein aan het einde der laan toewijzen, doch dit was voor hem niet zoo gewenscht in ver band met zijn melkverkoop. Na kennisneming van het bouwplan, dat er zeer aantrekkelijk uitziet, kunnen B. en W. zich echter met de thans gevraagde plaats vereenigen. Er zullen maatregelen genomen worden dat omwonenden geen last van de boerderij hebben, zoodat er geen ernstige aanleiding tot klachten zal zijn. Het voorstel wordt goedgekeurd. 3. Alsvoor aan de Burgemeester van der Klokkenlaan aan Ir. C. van der Hoeven. 4. Alsvoör aan de Eerste Zeine aan G. Th. Maas. 5. Voorstel tot verleening eener bouwhypotheek. Al deze voorstellen worden goed gekeurd. Huur Middenstandswoningen. 6. Voorstel tot verlaging van huur van middenstandswoningen. De heer v. d. Waerden maakt bij dit punt opmerkingen over de huur- politiek van B. en W. Voor de financiën van de gemeente is bet van het grootste belang, dat alle woningen steeds verhuurd zijn en dat niet een voortdurende wisse ling van huurders optreedt. Volgens spr. wordt daarmede in onze gemeente geen rekening ge houden. Allerwege nemen de huren af, maar de gemeente doet alsof ze dat niet bemerkt en handhaaft de veel te hooge huren. Als alle woningen steeds verhuurd zijn, dan komt een flinke huur binnen, maar als dat niet het geval is, dan is de strop niet te overzien. Door de veel te hooge huren brengt de gemeente er ieder, die maar eenigzins kan, toe zelf te houwen met als resultaat het vrijkomen van een groot aantal gemeentewoningen, die dan wel, zooals reeds geschiedde en ook thans weer wordt voorge steld, lager verhuurd worden na eenigen tijd leeggestaan te hebben. Dit brengt schade mede en is boven dien onbillijk tegenover de andere huurders van gemeentewoningen, die bovendien de gemeente niet op kosten jagen zooals zij, die uit de woningen gaan. Ook wil spr. verbetering in het onderhoud van het gemeentehezit in woningen. Doordat vaak veel te lang gewacht wordt met het onderhoud, o.a. met opnieuw verven, gaat dat bezit in waarde achteruit en zijn dikwijls dure reparaties noodig, die vermeden hadden kunnen worden. De Voorzitter merkt op dat de minister-president kort geleden nog maatregelen tot verlaging der woning- huur in het vooruitzicht heeft gesteld. Spr. acht het niet wenschelijk daar nu reeds op vooruit te loopen. De woningen die hier bedoeld worden zijn volgens spr. inderdaad veel te duur. vooral daar er geen tuin achter is. De huren van arbeiders woningen mogen niet verlaagd wor den, want daarvoor komt het rijk de gemeente niet tegemoet in 't tekort der exploitatiekosten. Van politiek is in deze geen sprake. De heer v. d. Waerden vindt het ongewenscht dat de huren der wo ningen telkens verlaagd worden als ze leeg staan. Spr. zou het beter vinden ineens de huren van alle middenstandswoningen op een goed peil te brengen. Men voorkomt dan ook het telkens leegstaan der wonin gen en de bijzondere onkosten die daaruit voortvloeien. Weth. Eibers gelooft dat deze verlaging in het belang van gemeente en huurders is. Spr. vermoedt dat de woningen thans niet lang meer zullen leegstaan. De heer van Haren bestrijdt de bewering van den heer v. d. Waerden dat de woningen telkens tusschentijds in huur verlaagd worden. Het is spr. niet bekend dat dit ooit gebeurd zou zijn. De heer v. d. Waerden vindt het beter alle woningen te verlagen en niet alleen die welke thans geen huurders trekken. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. 7. Voorstel tot wijziging van het huurreglement. De heer Pullens vindt de voor gestelde opzeggingstermijn vrij lang. Dat de bewoners spoedig deze woningen verlaten wijt spr. aan het feit dat de huren van de andere huizen lager zijn. Men pakt de zaak z.i. echter nu te scherp aan, en er kunnen zich gevallen voordoen waarin de voorgestelde regeling on billijk zou werken. Daarom zou spr. liever de opzeggingstermijn korter stellen als B. en W. voorstellen. De Voorzitter zegt dat hij er per soonlijk op heeft aangedrongen de termijn te verlengen. Middenstands woningen kan men in den regel niet voor zoo korten tijd huren, maar j men moet meestal voor meerdere jaren huren. De heer Pullens merkt op dat men J verschil moet maken tusschen huur- termijn en opzeggingstermijn, De Voorzitter zegt dat B. en W. een rem willen stellen tegen het spoedig verlaten van deze woningen voor het betrekken van huizen die meer accomodatie bieden. De heer v. Haren vindt een huur termijn van meerdere jaren niet juist, toch een opzeggingstermijn van 26 weken vindt hij zeer billijk. De hoofdzaak is dat de gemeente zich vrijwaart tegen het risico van plot seling leegkomen der woningen. De heer Pulles acht 't gewenscht uitzonderingsbepalingen in te las schen, voor menschen, die plotseling de plaats moeten verlaten, zooals b.v. ambtenaren die worden over geplaatst. De Voorzitter zegt dal de raad in bijzondere gevallen een uitzondering zou kunnen maken, leder geval wordt dan aan den raad overgelaten. Spr. vindt het billijk dat de huurder het risico zelf draagt. De heer v. Driel wil in het regle ment de uitzonderingsbepaling op nemen. Weth. Eibers vreest dat in dit ge val ieder van die bepaling gebruik zal willen maken en hij dus een al te drukke toeloop zal krijgen. Liever laat spr. de beslissing daarom aan den raad over. De heer Spapens wil de uitzon dering niet al te gemakkelijk maken. Wel zou hij menschen, die naar andere gemeenten trekken, tegemoet willen komen daarvoor zou z.i. de zgn. ambtenaars—clausule kunnen worden opgenomen. De heer v. Haren is daar niet voor. Hij vraagt zich af, waarom de men schen hier maar steeds »vertroeteld« moeten worden, in vergelijking met andere plaatsen. De gemeente heeft tot nog toe aan deze woningen slechts stroppen gehad. De heer v. d. Waerden is ook voor opneming der ambtenarenclausule. De heer Spijkerman vindt 't beter de raad over event, uitzonderings gevallen te laten oordeelen. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangeno- j men. 8. Voorstel tot herziening der leges verordening. De heer v. Haren vindt de voor gestelde leges voor bouwvergunnin gen vrij hoog. De gemeente moet de animo voor bouwen vooral niet remmen. De Voorzitter heeft van verschil lende gemeenten deze heffing ver geleken en voor Waalwijk een ge middelde aan den lagen kant geno men. Zonder verdere opmerking wordt het voorstel van B. en W. hierna aangenomen. 9. Goedkeuring Tekening R. K. Bur gerlijk Gasthuis over 1932. Wordt goedgekeurd. 10. Voorstel tot wijziging der begroo ting 1933. Wordt goedgekeurd. De begrooting. 11. Vaststelling gemeente- en bedrijfs- begrootingen voor 1934. Allereerst geeft de Voorzitter ge legenheid tot het houden van alge meene beschouwingen. De heer Spijkerman: In het alge meen kan ik mij evenals de Begroo- tingscommissie en voorzoover ik het beoordeelen kan, heel goed met de aangeboden ontwerpen vereenigen. Op één punt ben ik echter zoo vrij, zoowel met B. en W. als met de com missie van meening te verschillen en wel waar het gaal over de werkloozen i.e. werkverschaffing al of niet. Lang heb ook ik het standpunt ge huldigd, omdat het bijna ondoenbaar leek in onze gemeente productieve werkverschaffing in het leven te roe pen, het onverantwoordelijk zoude zijn daaraan de vanzelfsprekende hoo- gere uitgaven te verbinden. Ik begin echter toch hoe langer hoe meer over te hellen naar de meening dat werkverschaffing, als het eenigs- zins mogelijk is, moet worden bewerk stelligd, of althans zeker eens eene proef moet worden genomen. Zelf zitting hebbend in de commis sie tot regeling van de steunuitkee- ring, ben ik tenslotte tot de overtui ging gekomen, dat er zeer velen onder de werkloozen zijn, waarvoor het al leszins wenschelijk is, dat zij aan werk worden geholpen, willen zij niet, zoo als de begrotingscommissie terecht zegt, den lust tot we'rken, totaal verlie zen en niet alleen minder waard wor den in de Maatschappij, doch zelfs op z'n zachtst uitgedrukt, er ook mider goede opvattingen op na gaan houden tegenover die maatschappij. Eene werkverschaffing zal ook naar mijne meening daarom een nuttig ef fect afwerpen, omdat het juist diege nen die reeds z.g. werkschuw zijn ge worden ertoe zal aanzetten om werk te zoeken en zoodoende misschien ver scheidene steuntrekkers doen verdwij nen. Een frappant staaltje daarvan is ook B. em W. bekend, die nog kort geleden een paar werkeloozen aan het werk wilden zetten. Het mag gerust gezegd dat de heeren het vertikten, omdat het z.g. geen geschikt werk voo'r hen was, hoewel het loon nog wel beduidend boven het steungeld uitkwam. Bovengenoemde overwegingen en een dergelijk voorval hebben bij mij sterk de meening doen postvatten, dat werk verschaffing zoowel voor de men schen zelf, als in het belang der ge meente haast wel noodzakelijk is te noemen. Nu zegt tde Begrotingscommissie, te hehben geconstateerd dat ca. 90% der werkloozen op vrij gevorderden leeftijd zijn en daardoor de wensche- lijkheid van werkverschaffing eenigs- zins komt te vervallen. B. en W. leggen zich blijkbaar on middellijk bij deze verklaring neer, doch als ik de ingeschrevenen op de lijst van het agentschap der openbare arbeidsbemiddeling van 2 Oct. j.l. be kijk, en deze zal wel niet veel verschil maken met den toestand van het oogen- blik, dan ,kom ik tot de conclusie dat van de 269 werkeloozen, er 188 onder de 50 jaar zijn of ca. 70 en mogen deze toch alleszins geschikt geacht worden om normaal werk te kunnen verrichten. Is deze leeftijdsgrens echter te hoog, dan concludeer ik dat Cr 128 zijn, niet boven de 35 jaar, of ca. 50 en waar van de oudsten dan toch ook nog ze ker 15 a 2Q jaar mee kunnen. Het eenige argument waarop dus werkverschaffing, waarvan men toch wel overtuigd is dat het noodzakelijk is, wordt afgewezen, lijkt mij hiermede dan ook geheet te zijn ontzenuwd. Nu is naar mijne meening maar de kwestie, hoe de meest mogelijke pro ductieve werkverschaffing in het le ven te roepen en waar de middelen vandaan te halen. Ik inoet U eerlijk bekennen, M.H. de Voorzitter, dat ik dit nog te weinig heb bestudeerd om daarvoor goede ob jecten te kunnen aangeven. Op het eerste gezicht zou ik zeggen is er met het verbeteren van sommige wegen, hoewel ik moet toegeven dat deze in het algemeen in behoorlijk goeden staat zijn, wel wat te bereiken; temeer omdat daarvoor misschien ook van het daarvoor uitgetrokken bedrag kan worden geprofiteerd. Misschien is ook het aanleggen van een modern, goed ingericht sportpark aan te bevelen, hetgeen naar ik geloof in verschillende gemeenten met steun van het Rijk en door werkeloozen is geschiedt en hetwelk waarschijnlijk steeds eene behoorlijke rente zal kun nen afwerpen. Doch ik geef toe, dit zijn maar op pervlakkige gedachten en ik zou daar om in overweging willen geven, dat zoo spoedig mogelijk eene commissie zal worden benoemd, welke een en an der in studie neemt en in den kortst mogelijken tijd met een goed uitge werkt prog'ram bij B. en W. komt. De heer v. Haren meer.t dat de heer Spijkerman de opvatting van de commissie verkeerd weergeeft. De commissie voelde alles voor werk verschaffing als er goede objecten waren aan te wijzen, doch als het een kwestie zou worden van »bezig houden«, dan was zij van meening dat het meerendeel der werkloozen van een leeftijd was, waarvoor die noodzakelijkheid niet zoo sterk gold. De Voorzitter wil hieraan nog toevoegen dat er plannen in voor bereiding zijn om cursussen in te richten,waar jeugdige werkloozen \an 19 lot 25 jaar bezig gehouden kunnen worden. De beer v. Haren zegt verder dat de commissieleden er geen voor standers van waren om werkloozen aan de wegen of bij andere takken van gemeenh dienst te werk te stellen want dan werden de kosten op die diensten overgeheveld en ging elke controle daarop verloren. De com missie bad ten opzichte van het wegen vraagstuk andere opvattingen, zooals in haar rapport is aangegeven. De aanleg van een sportpark was misschien wel een object dal nader kan worden bekeken. Spr wil ten slotte naar aanleiding van bet antwoord van B. en \V. op de bemerkingen der commissie hier persoonlijk een en ander naar voren brengende commissie heeft niet meer hierover kunnen vergaderen. Het antwoord van B. en W. heelt spr. teleurgesteld. De commissie had bare voorstellen goed overwogen en had zich tevoren deskundig laten voorlichten. Zij was van meening dat deze begrooting al te voorzichtig was opgemaakt. Als men werkelijk wil streven naar verlaging van den belastingdruk dan moet men niet beginnen met alles zoo veilig moge lijk te ramen. De inkomsten stelt men lager en de uitgaven handhaaft men op hetzelfde hooge peil, terwijl men bovendien een groot bedrag onder onvoorz en reserveert. Nu kan men wel verschillende mogelijk— Wialwukscbe en Langstraatscbe ('onranl,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 11