heden aanhalen en alles op z'n richting blijven ontwikkelen, ook de zwartst schilderen maar, de laatste jaren is de gemeente op andere punten, o. a. bij den raadhuisbouw, toch ook niet zoo pessimistisch ge stemd geweest. Waarom nu zoo plotseling dat pessimisme? Zelfs de boeman in Best wordt er bijgehaald, maar zelfs de fabrikanten in de commissie zagen nog niet in dat daardoor de werkloosheid in Waalwijk zou uit breiden. Spr. meent dat het voorstel van de commissie niets afdoet aan een voorzichtig beleid. Hij wil de verschillende ramingen, al mag daar ook een overschot op verwacht worden, zoo laten, doch van het bedrag voor onvoorziene een ge deelte aanwenden om de vorig jaar opgevoerde personeele belasting iets te verlagen. De Voorzitter meent dat de raad er toch wel van overtuigd zal zijn dat B. en W. voor belasting-verlaging zijn, maar we zitten in buitengewone onzekerheid. Daarom wilden zij met belasting verlaging wachten tot Maart 1934 als de vaststelling der Fondsbelasting aan de orde komt en men meer zekerheid heeft over sommige zaken waarvan nu nog niets te zeggen valt. Al geven B. en W. toe dat de Personeele belasting een onbillijk drukkende belasting is moeten zij toch adviseeren deze voor dit jaar zoo te laten en te zien of voor 1934 verlaging van de Fondsbelasting mogelijk is; daarvan profiteert iedereen, hetgeen van de Pers. belasting niet gezegd kan worden. De heer van Driel meent dat er wel objecten voor werkverschaffing aanwezig zijn, o.a. het zuiveren der waterloopen waaromtrent met het Polderbestuur in overleg kan wor den getreden. Hij vernam dat in SprangCapelle ook met rijks subsidie aan landverbetering gewérkt werd. 't Zou ook hier te probeeren zijn De Voorzitter zal hierover nader met het polderbestuur in verbinding treden. De heer Pullens meent dat in andere plaatsen o.a. in Kaatsheuvel met rijkssubsidie werken op ter reinen van particulieren worden uitgevoerd. Als dat zoo is zou misschien door particulieren werk gelegenheid kunnen worden ge schapen. De Voorzitter zegt inderdaad mededeeling te hebben ontvangen, dat bet uitvoeren van particulier werken onder werkverschaffings voorwaarden kan geschieden. De heer Passier wijst op de moge lijkheid dat particulieren hiervan misbruik zouden kunnen maken. De Voorzitter zal deze aange legenheid onder het oog zien en daarbij de noodige voorzorg in acht nemen. Wethouder Eibers zegt dat de raad wel algemeen van oordeel is dat werkverschaffing het beste zou zijn en steunt het voorstel van den heer Spijkerman om een commissie te benoemen die nader objecten voor werkverschaffing opzoekt. Dan wordt er tenminste practisch werk gedaan. Nu zegt iedereen er wat over zonder resultaat. I)e heer v. d. Geld kan zich over het algemeen heel goed met de onl- werp-begrooting vereenigcn en brengt dan ook gaarne een gelukwenscb aan het college van B. en W. dat er in ge slaagd is deze begrooting sluitend te maken zonder daarbij tot bijzondere maatregelen te behoeven over te gaan. Ook der Commissie van Onderzoek dezer ontwerp-begrooting komt een woord van lof toe voor haren serieu- zen arbeid, al kan spreker zch met hare conclusies in vele gevallen niet vereenigen. Vooral de uitlating in haar rapport over een lichte verbete ring in den economischen toestand en nog meer de conclusie, dat deze lich te verbetering zeer zeker het eindre sultaat van het dienstjaar 1934 gun stig zal beinvloeden, vinden wij, zegt spr. minstens zeer gewaagd. Om tot de begrooting zelf te komen, is het ons opgevallen, dat bij gemeentewer ken een ander beleid schijnt te zijn gevolgd. In tegenstelling met de com missie kunnen wij geen enkel der posten overdreven achten en de post voor onderhoud van straten en wegen hadden wij zelfs graag iets hooger gezien. Nu wij toch bij het Verkeersvraag stuk zijn beland, zou ik dit nog eens even willen bezien in breeder ver band, daar toch hierbij hooge belan gen voor onze gemeente op het spel staan. De gevolgen van de evolutie op verkeersgebied ziet men ook reeds in onze naaste omgeving. Onze tram worstelt reeds lang met den dood en zijn algeheel verdwijnen is nog slechts een kwestie van tijd. En wie onze» dag zal komen, dat onze spoorverbin ding niet meer rendabel is, om dan, houdt U daarvan verzekerd, als on economisch te worden opgeheven. Maar dan is onze gemeente geiso- leerd, zoo wij nu niet tijdig trachten een hoofdverbindingsweg voor snel verkeer door of langs onze gemeente te leiden. En werkelijk, daar is dringende behoefte aan. De tegenwoordige ver bindingsweg door onze Langstraat voldoet absoluut niet meer aan de eischen van het tegenwoordige snel verkeer, en is er ons inziens om ver schillende redenen, ook nimmer voor geschikt te maken. Een verbindingsweg, beantwoor dend aan de eischen van het tegen woordige snelverkeer; ten Oosten aansluiting gevende op den weg naar Nijmegen en den weg over Zaltbom- mel naar het Noorden en ten Westen op de brug bij Keizersveer en de Moerdijksche brug, zou door of langs onze gemeente den kortsten weg kun nen zijn. Doch men bedenke wel, dat een zelfde verbindingsweg evengoed zou kunnen loopen door het land van Heusden en Altena of over Tilburg zonder dat dit een noemenswaardig nadeel zou zijn. Doch in dit laatste geval bleef onze gemeente geisoleerd Met nadruk zou ik daarom het College van B. en W. doch ook de le den van den Raad willen toeroepen Heeren, let op uw saeck; beschouwt deze kwestie als van het hoogste be lang en tracht haar tot een goede op lossing te brengen, desnoods ten koste van offers. De feiten, welke zich nog deze week hebben voorgedaan, too- nen duidelijk, welken weg het met onze gemeente opgaat, wanneer wij niet uiterst actief en waakzaam blij ven. Deze weck nog is ons Kantonge recht aan de bezuinigingsnoodzaak ten offer gevallen, 't Volgende slacht offer zal hoogstwaarschijnlijk de Ge zondheidscommissie zijn en wie uwer durft garandeeren dat dit het laatste offer zal zijn. Maar waar blijft met dat al de naam en het aanzien on zer gemeente. En wie durft in dit ver« band nog denken aan een isolement op verkeersgebied. Maar dit bewijst hoe urgent deze kwestie is en wij dur ven dan ook vertrouwen dat èn B. en W. èn de Raad de aandacht aan deze kwestie zullen schenken en blijven schenken die zij verdient. De Voorzitter geeft de verzekering dat dit zeer belangrijke vraagstuk de volle aandacht heeft van B. en W. Bij het streekplan en bij den Commissaris der Koningin heeft spr. deze kwestie reeds aangeroerd, in derdaad wordt door sommige in stanties de wenschelijkheid betoogd om een eventueelen hoofd verkeers weg door het Land van Heusden en Altena te laten loopen, bijv. recht van Dordrecht naar 's Bosch. Het gemeentebestuur zal ten deze waak zaam zijn. De heer v. d. Waerden constateert met genoegen de in ons belastingstel sel opgenomen opcenten op de Ver mogensbelasting, al betreurt hij. dat de gemeente daarin beperkt is tot 50 Opcenten. Daarnaast beschouwt spr. het als een lichtpunt, dat B en \V. reeds voor de begrooting 1933 de winsten uit de bedrijven in 1931 in de gewone begrooting overbrachten. Ik betreur echter, aldus spr., dat nu de begrooting 1933 ook zonder die winsten sluitend is. B. en W. meenen deze winsten weer terug te mogen storten in de bedrijv. Beter ware liet die winsten thans te reserveeren voor de begrooting 1934, omdat wij niet weten, wat ons in 1934 nog boven 't hoofd hangt. Wij kunnen daarmede o.a. de mindere uitkeering uit de Fondsbelasting, die ons zeker te wachten staat, opvangen en zorgen, dat de belasting niet of in ieder ge val minder verhoogd behoeft te wor den in 1934 of 1935, eventueel vol gende jaren. Beter dan die winsten terug te stor ten ware een doelbewuste verminde, ■ring der Personeele belasting, die zooals ik vroeger reeds aantoonde, onevenredig zwaar drukt op de minst draagkrachtigen van lien, die daar onder vallen, of nog beter, om voor de Fondsbelasting weer naar de eer ste klasse over te gaan, zoodat o.a. in komens van 700.voor gehuwden wederom vrij zouden komen. Een andere mogelijkheid is nog, om een gedeelte van deze overwinsten te gebruiken om enkele subsidies die van vitaal belang zijn, weer op be hoorlijke basis te stellen. Ik denk daarbij allereerst aan de subsidies van Wit-Gele en Groene Kruis, waar op ik bij het betreffende hoofdstuk hoop terug te komen. Indien het niet zoo was, dat wij bij onze werkloosheidsregeling geheel aan banden lagen, dan zou ik een ver betering van die uitkeeringen voor- durft garandeeren dat niet eenmaal stellen met toeslagen van brandstof wanneer de feiten zich in de zelfde e.d. voor den komenden winter. Als ik thans er van afzie over de belastingheffing te spreken, dan is dat niet omdat ik die bewonder, maar alleen omdat ik voorloopig geen kans zie die ten goede te beinvloeden, omdat wij nu eenmaal leven onder zwaren druk van bovenaf. Wederom kom ik thans terug op de Kindertoe lage van 1.per week voor de ar beiders, maar van 5% van het salaris voor de hooger bezoldigde, beter ge situeerde ambtenaren Dis is en blijft in hooge mate on billijk, zooals de Raad in principe dan ook aannam. Zooals de toestand is, lijkt het mij thans het moment om de platonische liefdesverklaring van den Raad om te zetten in een positieve daad, zoodat de betrokkenen er iets aan hebben, temeer waar zoowel B. en W. als de Commissie tot nazien der begrooting constateeren, dat de economische toestand iets beter is. De Commissie komt bovendien tot de conclusie, dat de begrooting te hoog is opgezet, zoodat er op verschillende posten zal overschieten. Een ander punt, dat ik thans reeds naar voren wil brengen is de vergoe ding ingevolge art. 205 1. o. voor de Bijzondere Scholen, waarover in de raadsvergadering van 24 Maart ge sproken is. Over deze verouderde rentevergoeding, rente 6.1/4%, die volkomen in strijd geacht moet wor den met de thans geldende rentevoet, had, zooals U zich herinneren zult, *t gemeentebestuur van Kerkrade zich tot den Minister gewend en blijkens de mededeeling van den Voorzitter in de vergadering van 24 Maart 1933 was deze m.i. urgente zaak in studie bij de Vereeniging van Ned. Gemeen ten. Zijn B. en W. genegen bij de Ver. van Ned. Gemeenten aan te dringen op spoed. Hoe gewenscht dat is, moge blij ken uit de volgende berekening: Waar 4% de normale rente thans is, betalen wij maar steeds weer 6.214%, d.i. 2.214 pet. te veel van een bedrag van ƒ181101.60, d.i. maar eens eventjes pl.m. 3888 te veel. Spr. informeert naar de stappen van B. en W. inzake de doelmatige kropbestrijding, waarover zij zich reeds in 1929 gewend hebben tot den Gentralen Gezondheidsraad, alsmede naar de schoolartsenkwestie. De Raad besloot in November '29 reeds deel te nemen aan den school- artsendienst. In dezen tijd en malaise en ondervoeding, is een goede school- artsendienst veel meer noodig dan ooit te voren. Ligt het niet op onzen weg, om deze zaak opnieuw ter hand te nemen en bij de Vereeniging Prov. Schoolarsendienst van Noord-Bra bant aan te kloppen, om nu eindelijk eens uitvoering te geven aan de plan nen. Spr. citeert enkele passages uit een beschouwing van den Directeur van den gemeentelijken Geneeskundi gen Dienst te Amsterdam, over de be smetting van een groot aantal kinde ren met T.B.C. door een onderwijzer. Een keuring en herkeuring van het onderwijzend personeel, gecombi neerd met een goede schoolartsenre geling, acht spr. van eminent belang voor de volksgezondheid. Daarom vraagt spr. met klem aan B. en W., om in deze richting het initiatief te hernemen en te willen bevorderen, dat de schoolartsendienst voor deze provincie, en dus ook voor onze Ge meente, niet langer op zich zal laten wachten. De Voorzitfer wil met betrekking tot het aanwenden der bedrijfswin sten opmerken, dat het een verkeer de financieele politiek zou zijn om dergelijke toevallige kapitaalsinkom sten aan te wenden voor belasting verlaging en verhooging van bijzon dere subsidies. Houden deze inkom sten op, dan staat men plotseling weer voor de noodzakelijkheid van belastingverhooging en verlaging der betreffende subsidies. Ook is het zoo »oed als zeker dat Ged. Staten zoo iets niet zouden goedkeuren. Wat de heer v. d. Waerden op merkt over een hoogere uitkeering aan werkloozen en behoeftigen, zulks kon hij beter niet in het openbaar naar voren brengen als hij er toch zelf op laat volgen dat hetonmoge- ijk is, waarom zulks dan weer ge opperd Inzake de verouderde rentevergoe ding voor de bijzondere scholen, zal spr. zich nader tot de Vereen, van Nederl. Gemeenten wenden. klasse der Gemeentefonds-belasting een luxe zou zijn. Van de 1067 Neder- landsche gemeenten zijn er thans nog slechts 87 in deze klasse, tegen 204 in het jaar 1931'32. Het aantal 2de klas se-gemeenten is vermeerderd, en verre weg het grootste aantal gemeenten, n.l. 816, zijn thans in de 3de klasse opgenomen. De positie van deze ge meente steekt dus nog niet ongunstig af bij het geheel. Spr. beschouwt over gang naar de 1ste klasse als een luxe. De heer Klijberg heeft eenige op merkingen naar aanleiding van het antwoord van B. enj W. op het rapport der Commissie. Het rapport is e.i. te rug te brengen tot het constateeren van het feit dat de begrooting zeer voorzichtig is opgezet. De commissie heeft willen aantoonen dat de voor naamste posten, die het meest aan wisseling onderhevig zijn, voor het volgend jaar als toereikend kunnen worden beschouwd. Spr. wil drie soorten posten onder scheiden, de wisselende, de vaste en de kleine posten. Wanneer de wisse lende posten, die van het grootste be lang zijn, beschouwd worden, dan is de uitkeering aan werkloozen wel het voornaamste. Spr. gelooft in tegen stelling met den heer v. d. Geld, dat men er rekening mee moet houden dat de algemeene toestand verbetering vertoont. Spr. meent dat de raad eenigszins optimistisch mag zijn en daaruit concludeert hij dat de post voor steunverleening alleszins toerei kend is. De .onzekerheid die zou ont staan als gevolg van de vestiging van een nieuw grootbedrijf, moet, naar spr. meent, niet al te zwaar worden ingezien. Op de eerste plaats moet worden afgewacht of de geruchten tenvolle verwerkelijkt zullen worden en daarnaast moet men betwijfelen of Waalwijk, waar de schoenindustrie zich steeds op eenigszins hooger peil heeft bewogen, daarvan wel de groot ste terugslag zal ondervinden. De commissie meent dat verschil lende posten zeer Tuim zijn genomen en veronderstelt dat voor openbare werken geen extra aanvullingspost zal noodig zijn, zooals dat in vroegere jaren wel het geval was. Tenslotte constateert de commissie dat verschillende kleinere posten ruim genoeg zijn en stille reserves in zich sluiten. B. en W. achten die reserves noodig om tegenvallers op te vangen, maar de commissie is daarentegen van oordeel dat deze posten zóó voorzich tig gesteld zijn, dat met de mogelijk heid van een extra verlieskans geen rekening moet worden gehouden, ten zij onverhoopt de regeering zou be sluiten om haa*r aandeel in de werk- loosheidszorg belangrijk te verminde ren. Spr. gelooft dat het rijk daartoe echter niet gemakkelijk zal overgaan. Gezien het groote aantal der z.g.n. „permanent werkloozen", meent spr. te mogen verwachten dat de steunre geling eerder zal kunnen worden stop gezet als uit de werkloozenlijst zou blijken. Spr. gelooft niet dat de commissie onvoorzichtig is als zij voorstelt nu reeds tot verlaging der belasting over te gaan. Het doet spr. genoegen dat B. en W. met de commissie van oordeel zijn dat de Pers. Belasting het eerst voor verlaging in aanmerking moet komen. Wordt inderdaad tot belas; tingverlaging besloten, dan zou,spr? het zeer betreuren als niet de P. B. ver laagd zou worden. Daarom zou spr. thans tot verlaging der P. B. willen besluiten. Hij kan niet aannemen dat dit een buitengewoon groot risico zou inhouden. Aangaande de werkverschaffing verschilt spr. van meening met den heer Spijkerman, waar het betreft het trekken van een leeftijdsgrens voor werkloozen die voor werkverschaffing in aanmerking zouden komen. Spr. voelt voor werkverschaffing als deze voortvloeit uit moreele noodzakelijk heid. Deze moreele overwegingen gel den vooral ten opzichte van de jonge werkloozen. De grens van 30 jaar vindt spr. reeds hoog gesteld. Het vorige jaar zijn definitieve voorstellen voor werk verschaffing ter sprake gekomen, doclj de raad was toen van oordeel dat het voteeren van een bedrag van 10.00Q niet geoorloofd was. Spr. is echter niet tegen het denkbeeld om een commissie in het leven te roepen. Hij gelooft ech ter dat verbetering van wegen in geen geval als werkverschaffingsobject in Wat de krop-bestrijding betreft, aanmerking zal kunnen komen. Een can hij mededeelen dat het drink- sportpark zou wellicht in de toekomst water voortaan gejodeerd wordt en voor de gemeente van groot belang regelmatig wordt onderzocht. zijn. De eventueele commissie zal, De schoolartsendienst vordert niet naar spr. meent, dan ook ernstig in omdat de provincie geen subsidie overweging moeten nemen of het op geeft en ook het rijk in de huidige het oogenblik reeds gemotiveerd is een situatie niet genegen zal zijn nieuwe belangrijk bedTag voor een dergelijk subsidies toe te staan. Door den werk te voteeren. fiaatselijken schoolarts worden ech- Inzake wegenpolitiek wil spr. nog er alle schoolkinderen éénmaal per eens onderschrijven wat de commissie cwartaal onderzocht. heeft gezegd en aan, B. en W. in over- Weth. Smolders betoogt, in verband weging geven er in de toekomst reke- met de opmerking van den heer v. d. ning mee te houden dat er een fonds Waerden, dat overgang naar de 1ste gevormd kan worden teneinde regel- IAvanVMKÊNBURG'S- v LEEUWARDEN matig de wegen, die daarvoor in aan merking komen, van een nieuw weg dek te voorzien. De Voorzitter zet uiteen dat twee factoren op de financiën der gemeente grooten invloed hebben. Op de eerste plaats is het nog onbekend welke bij drage in de steunverleening het Rijk zal geven. En daarnaast vergen de ex tra subsidies aan Armbesturen groote offers. Liever dan nu tot verlaging der j P. B. over te gaan zou spr. de toestand I daarom nog even afzien, om eventueel j in Maart de G.F.B. te verlagen. Daar- bij zou dan uitdrukkelijk op den voor- j grond gesteld kunnen worden dat eventueel in 1935 de Pers. Bel. zal wor den verlaagd' en de G.F.B. weer op het huidige niveau zal worden terugge bracht. Spr. heeft niet het gevoel dat de begrooting zoo safe is. Het groote gevaar is dat een eventueel tekort uit de gewone middelen zal moeten wor den gedekt. De heer Klijberg verwacht dat het in 1934 werkelijk tot verlaging der G. F. B. zal komen. Is dat eenmaal ge beurd, dan zal in 1935 niet zoo gauw deze verlaging worden teniet gedaan om de P. B. te kunen verminderen. Spr. blijft bij het voorstel der com missie, daar alleen daarbij de juiste richting van belastingverlaging wordt ingeslagen. De heer Van Driel vreest dat het rijk er in zijn uitkeering aan de gemeente wel rekening mee zal houden als thans tot verlaging der belasting wordt over gegaan. De heer Spapens brengt B. en W. lof voor de wijze van samenstelling der begrooting. Hij is het grooten- deels met de commissie eens dat de P. B. het eerst voor verlaging in aanmerking moet komen. Daar B. en W. zich niet voldoende safe voelen stelt spr. voor de P. B. in- plaats van met 20 opc. te verlagen met 15 opc. Ook spr. ziet in ver schillende posten stille reserves. De Voorzitter wijst nogmaals op de hooge extra subsidies van Arm besturen. In 1933 bedroegen deze f80l)U.Voorts bestaat demogelijk heid van vermindering der rijksbij drage in de steunregeling. Hierdoor zou de geheele post »Onvoorzien« al worden opgeslokt. Spr. blijft daarom de verlaging afkeuren en wil tot Maart den toestand afzien. Spr. wijst erop dat het rijk geheel nieuwe wegen inslaat inzake steunverleening en de gemeente dus zeer voorzichtig moet zijn. Hij wijst den raad op diens verantwoordelijkheid voor de ge- meente-financiën. De begrooting heeft z. i. niet zooveel speling als de raad meent. Weth. Eibers voegt er nog aan toe dat de armbesturen in 1934 mogelijk weer beduidend meer kunnen vragen. 1933 was een vrij gunstig jaar, maar in 1932 moest een extra-subsidie van fl^OUO.worden gegeven. De heer Pullens ziet niet in dat er in het voorstel der commissie risico zit. Blijkt eventueel in Maart dat de verlaging niet gemotiveerd was dan zou z. i. het tekort nog altijd gedekt kunnen worden door een verhooging der G. F. B. De heer van Driel acht dit niet gewenscht. Men zou daardoor thans een zekere categorie gaan ontlasten en in Maart een andere categorie zwaarder gaan belasten. Spr. is voor het voorstel van B. en W. De Voorzitter raadt den raad aan zeker niet verder te gaan als een verlaging der P. B. met 10 opcenten. De heer Spapens zegt dat 't tegen de onbillijkheden gaat die de P. B. inhoudt; men kan nu begin maken met deze te verzachten. De laatste jaren zijnwea{tijd pes simistisch geweest, zegt spr., maar die houding kunnen we nu laten varen. Er zijn eenige lichtpunten Hollandia werkt weer, gaat zelfs uitbreiden. Daarom vindt spr. geen reden tot pessimisme en durft hij gerust voor te stellen de F. B. te verlagen. De heer Spijkerman is juist de tegenovergestelde meening toegedaan als de heer Spapens. Hij acht het allerminst gewettigd thans tot verla ging over te gaan. Hij heeft den indruk dat men de belastingverlaging wil baseeren op de optimistische stemming die er heerscht. Spreker begrijpt echter niet waar dat opti misme vandaan komt, daar hij nog steeds niets anders dan klaagliederen hoort en nog steeds geen verbetering in de industrie heeft ontdekt. Wel ziet spr. dat er de laatste maanden geen enkele werklooze uit de steun regeling verdwenen is. Ten aanzien van het aantal jeug- v i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 12