VOOR DE KEUKEN.
No. 87. Zaterdag 28 Oct. '33. 56e jJrg.
Ons Weekprastje.
Het is merkwaardig, maar, ofschoon
de meeste menschen des zomers ge
weldig tegen den winter opzien, valt
deze als regel bijzonder mee. Meestal
blijkt de winter niet zoo koud, als men
wel gedacht had, niet zoo nat, niet zoo
donker en niet zoo troosteloos. De win
ter laat, als hij eenmaal zijn intrede
heeft gedaan, nog wel charmante kan
ten aan zich ontdekken.
Dat laatste overdenken we, telkens
als we in den huidigen vóór-winter
langs beboomde wegen gaan of eens
een uurtje door een bosch mogen dwa
len. Wat zijn die najaarstinten toch
mooi! Hoe parelend schitteren hei en
wei, als de ochtendnevel of mist wij
ken moeten voor de zonnestralen. Ze
ker, er tegenover staat, dat de dagen
maar kort zijn, maar brengen de win
teravonden soms geen ongewoon ge
win? Het gezellige lamplicht, de aan
gename kachelwarmte, de intiemere
sfeer in den familiekring, de radio en
de krant, ze vullen tesamen de
langste winteravonden. Ja, ook de
krant. Zomers kijken we een krant in,
in voor- en najaar lézen we de krant,
des winters spellen we haar. En dan
ontdekken we, dat de krant veel meer
interessants bevat, dan we des zomers
durven vermoeden. We gaan ons in
teresseeren voor onderwerpen en ru
brieken, welke we ver beneden onzen
geestelijken stand meenden of hoog
boven onze pet uitgaande dachten.
We doen ontdekkingen tot op de vier
de pagina. Een vrouw leest altijd de
advertenties, maar mannen verzuimen
dat op een warmen zomerdag wel eens.
Zoo kon het ook ons zelf gebeuren,
dat we dezer dagen op meer bijzon
dere wijze dan anders ons verdiepten
in hetgeen onze winkeliers ons te ver
tellen, d.w.z. aan te bieden hadden.
Dat interesseert 'n mensch in den win
terdag; je bent meer dan anders bij
elkaar, vindt meer gelegenheid dus om
de behoeften des huisgezins onder de
oogen te zien; het winkelen is een
gezellige bezigheid gedurende de vele
avonduren en 't is ook, of er 's win
ters altijd veel meer noodig is voor
aanschaffing dan in andere jaargetij
den. We zaten derhalve op een avond
hevig de advertentiën te bestudeeren.
En toen viel ons de afwezigheid op in
de advertentierubriek van enkele fir
ma's en de bescheidenheid, waarop
anderen haar plaats bleken te hebben
besproken. „Dat zit 'm in de crisis
zoo openbaarde moeder de vrouw,
ook de zakenmenschen moeten bezui
nigen." Dat bracht ons aan het prak-
kezeeren. „Vindt jij het gezellig zoo
vroegen we dat ze het op die wijze
doen?" En spontaan volgde het ant
woord: „Nee!" Aspirant-koopers zijn
een zonderling soort menschen mis
schien, maar ze kunnen het niet hel
pen; ze zijn vermoedelijk niet in be
tere kwaliteit te scheppen geweest.
Aspirant-koopers willen geanimeerd
worden; ze hebben ergens zin in, maar
die zin groeit pas voldoende, als ze
het artikel, waarop ze hun zin hebben
gezet, telkens weer aangeboden vin
den en aangeprezen en aan-geprijsd...
En dat moet] per sé in de krant, anders
telt het niet mee, deugt het niet, haalt
het de kooplust zelfs omlaag. Dat alles
is natuurlijk gegroeid door de gewoon
te; de gewoonte werd een zaak van
natuurlijke standing.
Onlangs kregen we van een firma
een gecyclestileerd reclame-biljetje in
de bus gestopt. Het was heel aardig
gesteld en de aangeboden artikelen
stonden er aanlokkelijk in geprijsd.
Maar toch deed het ding het niet; er
werd zoo goed als geen notitie van ge
nomen; het verdween in de prulle-
mand, eigenlijk als een viezigheidje.
Zulke reclame haalt de standing van
den winkelier omlaag en wekt zelfs
weerzin tegen de artikelen. Het is een
kwestie van psychelegisch effect. Men
kan zoo iets „indieet" vinden, maar
het is nu eenmaal zoo. Reclame wil
nu eenmaal gemaakt zijn op usanti-
eele wijze, bij voorkeur derhalve in
de krant. Een winkelier schaft toch
ook zijn winkel niet af om zijn goe
deren voortaan uit te stallen achter
het raam van zijn woonkamer en zijn
clientèle te ontvangen via zijn huis
deur. Het zou zoo wel kunnen en ook
wel goedkooper zijn, maar het publiek
heeft er geen waardeering voor.
Er zijn bezuinigingsmethoden, waar
mee de menschen zich maar dieper de
put in werken, dan noodig is. Een za
kenman, die niet adverteert uit be
zuinigingsoverwegingen in het
plaatselijk nieuwsblad, handelt even
onoordeelkundig, als de handelsreizi
ger, die zich ter besparing op zijn uit
gaven in plaats van dagelijks, nog
maar twee keer per week zou laten
scheren, z'n overhemd ging verwisse
len voor een boezeroen en zich in een
blauw overall stak om z'n keurig col
bertje te ontzien.
Wat zou een winkelier wel zeggen
van een fabrikant, die besloot om uit
zuinigheidsoverwegingen geen smeer
olie meer te koopen voor zijn machi
nes? Of in de plaats daarvan petro
leum ging gebruiken. Neen, lach nu
niet! Wie, zakenman zijnde, besluit
om niet meer in de krant te advertee-
ren, schaft het gebruik af van de olie,
welke zijn verkoopsmachine op gang
moet houden.
In den wintertijd hebben adverten
ties in de krant meer waarde dan ooit.
Weet uw kans te benutten. Zeker, het
is crisis, maar weet óók, dat het slechts
de handigste en gewiekste en flinkste
zakenlui zullen zijn, die de crisis kun
nen overleven.
Gemeenteraad.
OUDHEUSDEN—ELSHOUT.
Vergadering van den Raad der
gemeente Oud-Heusden op Dinsdag
24 October vm. half elf.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer Mr.
R. J. T. v. d. Heijden.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met den christelijken groet, de
Secretaris leest de notulen der vorige
vergadering, die onveranderd wor
den vastgesteld.
Ingekomen stukken: Proces-ver
baal van kasopneming bij den Gem.-
Ontvanger op 26 September, waaruit
blijkt dat in kas was f 3060,30 en
een verschil werd geconstateerd dat
door den Ontvanger werd toegelicht.
Verzoek van verschillende R. K.
Vereenigingen betreffende het dans-
vraagstuk. B. en W. zijn van mee
ning, dat het streven der vereeniging
is te waardeeren, doch tevens dat er
niet aan kon worden voldaan, wijl
door de*Afdeeling Noordbrabant van
de Vereen, voor Nederl. Gemeenten,
een nieuwe politieverordening is
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verbod n.
WAT HET EVERZWIJN
BELEEFDE.
Diep in het woud woonde een
everzwijn en daar hij groot, sterk en
moedig was en de andere dieren
nooit kwaad deed, hielden alle bees
ten veel van hem. Op zijn tochten
door het woud bezocht hij ook de
«Pluimstaartjes», een konijnenfamilie
die in een holletje onder een boom
woonde. En dat was dan een heel
feest. Want hij bracht altijd iets
lekkeis mee, versche worteltjes,
kooltjes en al die dingen, waarvan
hij wist, dat de Pluimstaartjes er
dol op waren. Vooral zoo in het
voorjaar, als er in het woud nog te
weinig groen was, om aan te knab
belen, was dat voor moeder Pluim
staart, die zóóveel mondjes had open
te houden een heele uitkomst. »Wij
begrijpen niet, waar je toch al dat
lekkers vandaan haalt», zeiden de
Pluimstaartjes eens. »Ach,» zei het
everzwijn, »dat is nogal eenvoudig.
Als er in het bosch niets te eten is,
ga ik naar het veld van den boer,
daar is overvloed van alles.»
»Wees maar voorzichtig», had
moeder Pluimstaart gezegd, »want
de boer daarginds is lang niet ge
makkelijk en als hij er achter komt,
zou hij het je weieens betaald kun
nen zetten. Onlangs nog had hij
bijna een van ons te pakken en
sedert dien blijven wij maar liever
in het woud.»
»Dat kan wel zijn», snoefde het
Everzwijn, »maar ik ben moedigen
slim, mij krijgen de menschen niet
zoo gauw. Straks ga ik weer een
en ander halen.»
En ja hoor, een uurtje later was
hij wéér op den akker en smulde
naar hartelust. En juist had hij zijn
buik vol gegeten, toen hij onder een
soort afdakje de heerlijkste dingen
zag liggen. »Daar zal ik toch maar
iets van meenemen,» dacht hij. Maar
o jee, toen hij onder het afdakje
ontworpen, waarin een bepaling is
opgenomen, die in dezen zin af
doende aanwijzing geeft. De adressen
worden hierop voor kennisgeving
aangenomen. Hetzelfde geschiedt
met het besluit van Ged. St., waarbij
de beslissing op de goedkeuring der
Bouwverordening wordt verdaagd,
en het besluit van hetzelfde college,
waarbij goedkeuring wordt verleend
aan het raadsbesluit tot wijziging
der gemeentebegrooting 1933.
Op voorstel van B. en W. wordt
de gemeentebegrooting 1933 gewij
zigd met een bedrag van f287,18.
Vaststelling begrooting voor 1934.
De Voorzitter zegt dat de heeren
de begrooting hebben thuis ontvan
gen en hebben kunnen zien dat B.
en W. ondanks het feit dat de fi-
nantiën der gemeente groote moei
lijkheden opleveren, kans hebben
gezien deze begrooting sluitend te
krijgen, niettegenstaande daarin een
groot nadeelig saldo van de rekening
1932 ten bedrage van f 1585,41 moest
worden verwerkt.
Verhooging van belasting was niet
mogelijk, zoodat aanvankelijk B. en
W. van meening waren, dat sluitend
maken zonder rijkssubsidie niet zou
gaan. B. en W. hebben daartoe toch
kans gezien. De reken. 1932 is door
Ged. St. nog niet vastgesteld, daarin
zal vermoedelijk een wijziging wor
den aangebracht, die de gemeente
een voordeel zal opleveren, waar
door het nadeelig saldo kleiner zal
worden en de kans dat 1934 een
behoorlijk sluitende rekening zal
opleveren, wordt vergroot.
Aan belastingen zijn geraamd 80
opcenten op de belasting op de be
bouwde, 20 op de ongebouwde
eigendommen, 200 opcenten op de
personeele belasting, 60 op de ver
mogens en 100 op de gemeentefonds
belasting. Verder zijn alle subsidies
geschrapt en is er een nieuwe sub
sidie ingebracht n.l. aan het Wit-
Gele Kruis, omdat de vroedvrouw
uit Drunen ook haar diensten in
deze gemeente bewijst. De regeling
is zoo, dat de kosten in verhouding
van het aantal bevallingen wordt
omgeslagen.
De heer v. Lieshout informeert
naar den post f 100 voor schoon
houden raadshuis.
De Voorzitter antwoordt dat er in
1931 slechts f 49 van dezen post is
uitgegeven, in 1932 meer door bij
zondere omstandigheden. Als regel
zullen de kosten de f 50 echter niet
overschrijden. Op een vraag van
denzelfden spr. antwoordt de Voor
zitter dat de post f 40 op de be
grooting is gebracht om de kosten
voor eventueel probeeren der brand
spuit daaruit te bestrijden.
De heer de Baaij informeert naar
het presentiegeld voor de leden van
den raad.
De Voorzitter antwoordt dat dit
op de helft is gebracht, met het oog
op de finantiën der gemeente. Het
presentiegeld zouden zij willen bren
gen van f 2 op f 1, onder voorwaar
de dat wanneer mocht blijken, dat
de rekening 1932 werkelijk door
Ged. St. met f 650 zal worden ver
laagd, de post dan weer van f 50
op f 100 zal worden gebracht.
De heer de Baaij kan met f 1
best accoord gaan, maar was het
niet verstandiger bovenaan te be
ginnen
De Voorzitter antwoordt, dat B.
en W. daar geen bezwaar tegen
hebben, doch Ged. St. moeten dan
eerst voorgaan met verlaging der
kwam, zat plotseling zijn achterpoot
in een strik en hoe hij ook trok,
hij kon maar niet loskomen. Nu
begon ons everzwijn te begrijpen,
dat de boer toch slimmer was ge
weest dan hij en hij werd zóó
angstig dat hij luid begon te schreeu
wen »Heip, help, ik ben gevangen
Gelukkig waren de Pluimstaartjes
in de buurt en toen ze hun vriend
om hnlp hoorden roepen, kwamen
ze vlug aangewipt. Ja, dat was een
leelijk geval. Het everzwijn zat niet
alleen in een strik, maar het kon
ook niet uit het hok wegkomen.
»Graaf jij van binnen dan zullen
wij aan den buitenkant onder het
gaas doorgraven,» zeiden de Pluim
staartjes. En toen begonnen ze alle
maal te graven, Veel tijd was er niet,
elk oogenblik kon de boer komen
en dan zou het zeker slecht afloopen.
Eindelijk waren de Pluimstaartjes
in het hok en toen knaagde ze vlug
de strik door, die om den poot van
het everzwijn zat. Ziezoo, nu was
hij weer vrij 1
Nu, het was dan ook hoog tijd,
want daar kwam de boer met zijn
knechts al aan, gewapend met hooi
vork, bijl en dorsvlegel.
O, o, wat schrok het everzwijn
toen; maar door de hulp van de
Pluimstaartjes kon hij nog juist den
dans ontspringen.
»Ik ga nóóit meer op bezoek bij
den boer,» zei hij later tegen de
Pluimstaartjes en ik denk wel dat
hij woord heeft gehouden,jullie ook
niet?
DINA v. Z.
jaarwedden van Secretaris, Ontvan
ger, enz.
De heer Mook heeft ook geen
bezwaar tegen verlaging van het
presentiegeld, als de vergaderingen
dan ook maar 's avonds worden
gehouden, zoodat er niet door verlet
behoeft te worden.
De Voorzitter wil deze opmerking
wel in overweging nemen, al zijn
er bezwaren aan verbonden. De
vergaderingen zullen dan niet voor
halt acht kunnen beginnen, wijl spr.
uit Drunen moet komen.
De heer Mook heeft er met de
wintermaanden ook geen bezwaar
tegen als ze in den voormiddag
worden gehouden, maar dan op een
vroeger uur.
De heer Vugts zou ook liever des
avonds vergaderen.
De Voorzitter wil dit wel in over
weging nemen, maar het is bewezen,
als de vergaderingen in den voor
middag worden gehouden er niet zoo
lang wordt geredeneerd, dan wanneer
dit 's avonds plaats vindt.
De begrooting wordt hierop vast
gesteld zooals door B. en \V. aan
geboden.
Verpachting landerijen.
De Voorzitter dit punt toelichtende
zegt dat, zooals de heeren weten,
de perceelen publiek zijn verpacht,
er is echter van de 27 perceelen
slechts 1 toegewezen, aangezien voor
alle veel lager was ingeschreven dan
waarop ze door den raad waren ge
taxeerd. B. en W. hebben daarna
overleg gepleegd en zijn van meening
dat zij de gestelde prijzen moeten
handhaven. Zij stellen daarom voor,
de inschrijving thans voor iedereen
open te stellen. Verder vier perceelen
te reserveeren om ze, waar het object
voor werkverschaffing bijna is ver
werkt, te bestemmen voor werkver
schaffing en de slooten te doen
uitgraven voor zoover dit nog niet
is gebeurd en bij de andere percee
len, waarlangs de slooten nog niet
zijn uitgegraven de conditie te stellen
dat de pachter verplicht is, den
uitgegraven grond op zijn land te
doen verwerken, daarbij de gemeente
hulp zal doen verleenen.
De heer v. Vugt zou alle percee
len willen verpachten aan dezelfde
pachters, die ze thans in pacht heb
ben, men kan dan het volgend jaar
weer zien.
De Voorzitter is verwonderd dat
de heer v. Vugt met een dergelijk
voorstel komt. De raad heeft beslo->
ten de pacht te bepalen op f70, het
gezag van den raad wordt neerge
haald, men geeft den raad een slag
in het gezicht. Had de heer v, Vugt
vroeger zijn plicht als raadslid beter
gedaan, dan zouden de zaken zoo
niet geloopen zijn. Hij heeft echter
een zeer slecht voorbeeld gegeven.
Spr. kan niet begrijpen, hoe de
heer v. Vugt zijn houding tegenover
den door hem afgelegden eed kan
verantwoorden.
De heer v. Vugt zegt dat in een
vertrouwelijke bijeenkomst door hem
is gezegd, dat f 60 per perceel vol
doende was, waar de Voorzitter ech
ter altijd meent dat spr. tegen hem
is, heeft hij in een schatting van f 70
berust. Men moest echter, waar men
in een vrij Holland leeft, de pach
ters het gepachte voor hun inschrij
vingen hebben gegund, dit was plicht
geweest.
De Voorz. merkt op, dat men ook
nog andere plichten heeft. Bovendien,
hetgeen waar dhr. v. Vugt op doelt,
is gesproken in een vertrouwelijke
v
op
bijeenkomst, daarover mag in een
openbare vergadering niet worden
gesproken.
De heer Mook zegt dat de Voor
zitter zijn woord heeft ingetrokken,
het zou worden gegund als het bod
niet te veel scheelde.
De Voorzitter merkt op dat het zou
worden gegund als op het getaxeer
de bedrag werd ingeschreven.
Mook. Ik zeg van niet. Je bent
een huichelaar, de raadsleden zijn
lafaards.
De Voorzitter hamert, de heer
Mook tracht door met zijn vuist
tafel te slaan, dit hameren te
overstemmen en windt zich daarbij
steeds meer en meer op, waarop de
Voorzitter de vergadering schorst en
den heer Mook gelast de raadszaal
te verlaten. Deze voldoet daaraan
evenwel niet en wordt steeds hefti
ger, waarop de Voorzitter de politie
laat roepen, die den heer Mook ver
wijdert en op last van den Voor
zitter tegen hem proces-verbaal op
maakt, wegens huisvredebreuk.
Na heropening doet de heer de
Baaij een beroep op den Voorzitter
om de vier perceelen ook nog maar
te verpachten, waarom moeten de
menschen daarop wachten, dat brengt
hen in ongelegenheid.
De oorzitter is niet voornemens
van het door B. en W. genomen
standpunt af te wijken. Hij zal het
voorstel van B. en W. in omvraag
brengen.
Dit wordt aangznomen met 4
tegen 2 stemmen.
legen stemden de heeren v. Vugt
en de Baaij.
De heer v. Lieshout vraagt of als
B en W. zooals in hun voornemen
ligt de landerijen gaan bezichtigen
hij dan mee kan gaan.
De Voorzitter heeft daartegen geen
bezwaar en zal den heer van Lies
hout doen waarschuwen.
De heer W. Kleijn zou zoodra de
perceelen gereed zijn deze doen in-
inschrijven, spreker gelooft niet, dat
de Burgemeester op de hoogte is
van den toestand der kleine boeren.
De Voorzitter zegt, dit heel goed
te weten, als de perceelen gereed
zijn zal overleg met den raad wor
den gepleegd.
De heer de Baaij vraagt of als de
menschen, omdat zij zich bang ma
ken te zullen misvallen hooger
inschrijven dan het bedrag, dezer
pacht slechts voor een jaar zal gelden.
De Voorzitter antwoordt toestem
mend. Het volgend jaar bepaalt de
raad de pachtprijs weer.
De vergadering wordt hierop door
den Voorzitter gesloten.
(Daar ons geen convocatie voor
deze vergadering bereikte, was onze
verslaggever afwezig. Wij ontleenen
het verslag daarom aan het Nieuws
blad van Heusden. Red.-)
HET EIGENWIJZE BAARSJE.
Een baarsje in een stille beek,
'k Geloof dat 't hem daar niet leek.
Hij speelde danig op z'n poot
Wat heb aan zoo'n saaie sloot?
Beleven doe je hier geen zier.
Ik blijf geen uur meer langer hier 1»
Ons baarsje trok naar d' oceaan
En dacht; »Daar hééft een visch
wat aan.»
Maar in die groote, woeste zee
Viel het hem echter lang niet mee.
Het water was hem véél te zout,
De golven waren ook wat koud 1
Ik denk dat ik me toch vergis,
Ik ben ook een zoetwater—visch.»
En toen werd hij iets vreemds
gewaar...
Het baarsje dreigde groot gevaar.
Want, bijna zat hij in een net,
Door visschers handig uitgezet.
Het baarsje uit de stille beek
Raakte nu geheel van streek.
»A1 was ik dom en ontevrêe,
Ik hóór niet in de ruwe zee.
't Is voor een baarsje hier niet pluis.
Ik ga dus maar weer gauw naar
huis.»
DAPPERHEID.
lomalen met uleeschloos vulsel
(4 personen).
8 middelmatige groote tomaten
100 G. (3 flinke sneden) oud brood
(wit of bruin), 1 uitje, 1 rauw ei, 1
hardgekookt ei, wat peper, nootmus
kaat en zout1 Maggi's bouillon
blokje met 1'/, d.L. water 40 G. (2
afgestreken eetlepels) boter.
Wasch de tomaten, snijdt er met
voeren. Toen de kalief den rebel
woedend vroeg wat voor straf hij
wel behoorde te hebben, antwoordde
deze moedig»Die, welke dappere
mannen verdienen, die in een veld
slag uitblonken 1»
»Bij Allah, den Alleswetende, je
hebt gelijk!» antwoordde de kalief
en liet hem van zijn boeien ont
doen. Kort daarop maakte hij den
aanvoerder der oproermakers tot
hoofdman van zijn paleiswacht en
hij hoefde zijn keus niet te betreu
ren, want bij een volgenden opstand
ving de borst van den trouwen
hoofdman een dolkstoot op, die voor
den kalief bestemd was.
Oplossingen.
1. H
tam
braam
Haarlem
malen
ven
m
2. OostIndische Archipel
noord, ar, stoel, disch, stap, plooi,
dier, schil.
Toen Kalief Omar nog regeerde, 3
maakte eens al zijn slaven opstand.
De revolutie was zoo goed voorbe
reid, dat geheel Constantinopel in
één nacht in de handen der oproer
makers viel. Slechts het paleis van 4
de kalief werd met succes door de
lijfwacht verdedigd.
Uit Klein—Azië kwamen in snel
tempo de aanvullingstroepen en het
gelukte deze ten slotte den aanvoer
der van de oproermakers gevangen
te nemen en voor den kalief te
lang
eend
ege 1
raar
Embleem, elasticiteit,
patriot, speculaas.
bazuin,
5. Toen onze Mop een Mopje was.
TWEEDE BLAD.
iS:-0