Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen; 9 hflflR ERFDEEL, Eoedhooo maar ooh tdverleerl in i id. mm FEUILLETON Winkelnieuws. Gosdkoopmaar ook...- ook degelijk.,, ook smaakvol. WAALWIJK' Voor. I NUMMER 95. ZATERDAG 25 NOVEMBER 1933. 56e JAARGAN Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG UITGAVE: Prys der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract llink rabat. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. WAALW1JKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Reclames 40 cent per regel. franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën moeten Woensdag en Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Telegr.-adresECHO. Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. Telefoon No. 38. in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. EERSTE BLAD. „LëAS^HOLO" Weet de geachte lezer, wat «lease holder is? 't ls mogelijk, dat hij zich te schamen heeft, wanneer hij de gestelde vraag ontkennend zou moeten beantwoorden, maar tot troost k<m hem misschien dienen, dat wij het tot voor kort ook niet wisten. Uit hoofde van ons beroep echter moeten.we ons nu en dan verdiepen in ïvgeeringsstukken en die zijn vaak heel leerzaam. Uiteen dier stukken vernamen we dezer dagen, dat men in Engeland onder »leasehold« een soort van erfpacht verstaat. Onze gezant in Londen schijnt voor enktle jaren de »lease- W*>hold« te hebben verkregen van de woning, welke hij sedert 1928 in gebruik heeft. Het was oorspronke lijk een doodgewone huurwoning, zij het eene van stand natuurlij*. Hel rijk bemoeide zich lot heden niet met de huisvesting van den gezant. Die moet zelf maar zien, waar hij zijn intrek neemt, doch hij krijgt jaarlijks van het rijk een royale toelage voor zijn huisvesting en daaruit kan de gezant zich wel het een en ander permilteeren. De gezant heeft het blijkbaar voordeelig gevonden om zich van de door hem bewoonde woning en de aan gebouwde kanselarij de »leasehold« te verschaffen, waarmee hij erf pachtsrechten verwierf tot 1981. Het kan een rustige belegging worden genoemd, want ook de eventueele opvolgers van den gezant zouden voor hun huisvesting vrijwel op hetzelfde gebouw aangewezen zijn van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van Joseph Hocking. Nadruk verboden. 18. Goedkoop is het slagwoord van den dag. Goedkoop zijn is een vereischle voor elk artikel. U koopt niet in een zaak die alleen maar goedkoop is. Neen, U koopt bij een vertrouwde zaak, die naast goedkoop te zijn, ook kwaliteit bied. MOL bliJH goedkooper. geweest en er had dus steeds een goede huur voor bedongen kunnen worden. Plots echter is nu de gezant gaan inzien, dat het van een groot belang is voor ons land, van een goede huisvesting van H. M. gezantschap in Londen verzekerd te zijn. En het geviel, mijne lezers, dal de gezant ook onze regeering van dat belang kon overtuigen. En 't gevolg van een en ander is nu, dat een wetsontwerp tot wijziging der be grooting van 1933 werd ing diend om het mogelijk te maken, dat de staat voor de som van '243,000 gld. de »leasehold« overneemt van den gezant, te weten dus de rechten op het huis, waarin deze woont, tot den jare 1981, dus voor een kleine vijftig jaar. Met dat kwart millioen is het rijk er echter nog niet, want jaarlijks moet het nu 450 pond sterling aan erfpachGrecht gaan betalen. Die kosten evenwel kunnen we buiten beschouwing laten, want het rijk betaalt nu eenzelfde J^drag aan huur voor de aangebouwde kanse larij. Het eenige voordeel, dal tegen over de dure »:easehold« komt te staan, is, dat naar het voorstel van de regeering, de gezant voortaan 3000 gld. per jaar zal worden gekort op /ijn vi rblijfsvergoeding. We merken echter op: M*ff3CHAK>y VAM VtnZEKERIMS OP HET LEWI 'Kin- Als de regeering den gezant stilletjes met zijn »leasehold« had laten zitten, dan zoude de regeering over 47 jaren alleen de 47 maal 3000 gld. hebben moeten uitkceren, welke ze zich nu »bespaart«, dat is tezamen 141,000 gld. Het overnemen echter van de »leasehold« kost ze 243,000 gld. 1 Dat is toch wel een heel vreemde wijze van bezuiniging voor dezen tijd. Dari berekene men nog eens de ver>chillende onder houdskosten van een dergelijk groot gebouw, welke nu ook ten laste van hel rijk gaan komen I We vinden in deze heele zaak iets scheefsch. Als de gezant zoo overtuigd is van de noodzaak van een vast gebouw voor ons gezant schap in Londen een noodzaak, welke in ons meer dan honderd jarig kon nkrijk eerst nu tot uiting schijnt gekomen te zijn dan had hij de »leasehold« niet eerst zelf moeten koopen, doch direct aan den staat moeten doen aanbieden. Nu zou het publiek wel eens den natuurlijk onjuisten 1 indruk kunnen opdoen, dat de gezant door den staat afgeholpen zou willen worden van een koop, welke door de scherpe daling van het pond sterling tot een strop dreigt te worden. De omstandigheden immers zijn geschikt om een dergelijke onjuiste suggestie te wekken. Er moet in dezen tijd op tal van haast noodzakelijke dingen worden bezuinigd, tot zelfs op subsidies voor een Sinterklaasfeestje voor be hoeftige kinderen, voorts op het onderwijs, op den gezondheidsdienst en zelfs op de bestrijding van t.b.c. Dan mag en kan er voor het rijk ook geen reden wezen om in Londen een soort erlpacht te koopen op een tenslotte wdlekeurg huis, waarin nu toevallig de gezant woont. Terwijl we voor dat huis nu dadelijk een kwart millioen kwijt zouden zijn en een voort zelling van de huur slechts op 3 duizend gulden zou komen per jaar, d.i. gek .pilaliseerd op 75 mille De drang van bezuiniging ligt als een druk op heel de bevolking en de kleine ambtenaren voelen dien druk zeer zwa ii\ Het zoude niet juist zijn om in dezen zelfden tijd dure welwillendheden te betoenen jegens andere ambtenaren, die in hooger po-itie staan. Daarom willen we voor de hier boven weergegeven zaak publieke belangstelling trekken, nu ze blijk baar aan de aandacht van de groote I pers is ontsnapt. Uit de officieele toelichting zelve op het wetsontwerp hebben we onze gegevens geput, voor welke we dus alleszins kunnen instaan. Zijn zelfvertrouwen had een ge- duchten schok gekregen: zou hij zich zelf overschat hebben'? Jaren achtereen leefde hij in de vaste overtuiging, dat hij feder meisje uit Leeds, zelfs het rijk ste, maar voor het nemen had. En daar kwam dit hoogmoedige schepsel, dat geen cent bezat en om een of andere dwa ze reden geld wilde verdienen, dat hem botweg geweigerd had. De eerste dagen na Nancy's weigering voelde Ben zich gedrukt, uit het veld ge slagen. Maar kort daarop kreeg hij zijn optimisme terug. In Leeds zeiden ze al tijd, dat Ben Briggs vroeg of laat altijd kreeg, waar hij zijn zinnen op gezet had, en daarom zou hij Nancy ook vroeg of laat winnen. Op welke manier dit moest gebeuren wist hij nog niet; maar de een zaamheid zou haar gauw genoeg gaan vervelen en dan zou ze wel bij hem terug komen. En hij zou grootmoedig zijn! On der de hand zou hij veel geld verdienen: met geld kon je alles gedaan krijgen in de wereld-en al zou het jaren duren, er moest en zou gebeuren wat hij verlangde. HOOFDSTUK IX. Mary Jndson's Erfenis. Op een avond, acht maanden nadat ze haar intrek had genomen, zat Nancy al leen in de kamer. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Het was een sombere, trieste avond in Februari; de klamme, vochtige mist hing over de stad. Acht maanden te voren was ze nog vol goeden moed geweest, vroo- Ijjk, zeker van haar welslagen. Ze was overtuigd, dat ze veel betere ontwerpen zou kunnen teekenen dan die, welke tot nu toe werden verkocht, maar na acht maanden moest ze bekennen, dat haar plannen jammerlijk schipbreuk geleden hadden. Ze stond er niet slechter voor dan in het begin: het grootste gedeelte van haar driehonderd pond was onaangetast ge bleven, maar ze had geen enkele vorde ring gemaakt op de manier, die ze zich had voorgesteld. Ze had hard gewerkt. Ze had een gron dige studie gemaakt van de productie van wollen en linnen stoffen. Den raad van Elyah Briggs opvolgend, had ze de fabrikanten nog niet opgezocht voor dat ze zich geheel meester voelde op het nieuwe terrein. Met opmerkelijke vlug heid had ze zich de noodige techniek eigen gemaakt, tot ze op een gegeven oogenblik meer verstand van den aard van dit bedrijf had dan menigeen die zijn leven er in had doorgebracht. Maar haar ontwerpen waren niet gezocht, haar diensten waren niet noodig. Niet dat ze niet werd toegelaten by de fabrikanten; daarvoor zag ze er te aardig uit. Menig koppig Yorkshire-man ontving haar graag in zijn kantoor om met haar te kunnen praten, maar als het op zaken doen aankwam, liep het op niets uit. Twee dingen had ze opgemerkt. Ten eerste, dat de Yorkshirer de meest stijf hoofdige en de meest conservatieve mensch ter wereld was en dat het even gemakkelijk was om Gibraltar met de banden af te breken, dan de conventies van een Yorkshirer aan te tasten. Ze merkte al spoedig, dat hij alleen de pa den bewandelde, die al door zijn voor ouders bewandeld waren. Ten tweede had ze ontdekt, dat, terwijl de Yorkshire man in sommige opzichten sentimenteel was en hij het zwakke ge slacht bewonderde, de zaken altijd num mer één voor hem waren. Is er geld mee te verdienen? was de eerste vraag, en ofschoon menigeen in het diepst van zijn hart Nancv's werk bewonderde, was dit het belangrijkste ge zichtspunt voor hem. Neen. geld was er niet mee te verdienen en ze lieten zich niet zoo gauw inpalmen door het intelli gente pralen van een knap meisje. Zoo kwam het, dat Nancy, na een ver blijf van acht maanden in Yorkshire, geen enkel succes had kunnen boeken. Toch was haar tijd niet verspild. In zekeren zin had ze zich in deze maanden bijzonder ontwikkeld. Zij had de gehei men van de groot-industrie leeren ken nen en was in staat een gesprek te voe ren over weefsels, stoffen, kleuren en an dere bijzonderheden van de textiel-indu- strie. Deze dag vooral was een teleurstel ling geweest. Ze was den morgen zoo hoopvol begonnen: ze had een onderhoud gehad met een man, die, zooals ze hoopte haar ontwerpen gebruiken kon. Maar het bleek, dat deze man haar liever het hof scheen te maken, dan haar werk ernstig te bekijken. Onzin, onzin, meisje, zei hij, in zui ver Yorkshire dialect, want hij behoorde tot de parvenu's; jij bent veel te aardig voor dat werk. Of ik aardig ben of niet, dat heeft er weinig mee te maken, antwoordde Nancy: de kwestie is of u mijn ontwer pen kunt gebruiken. Daar wil ik het niet eens over heb ben, antwoordde Joe Fletcher; ik zeg niet dat ze niet deugen, maar een man als ik moet er voor zorgen de vrede tus- schen zijn personeel te houden. Als ik deze dessins aannam, zou* ik herrie met myn eigen ontwerper krijgen en dan had je de poppen aan het dansen. U kunt me gelooven. Miss Treva- nion, iedere fabriek lijkt op een groot gezin en als er iets gebeurt, dat een niet bevalt, krijg je ruzie met de heele bende. Ik zal niet zeggen, dat uw ontwerpen niet geslaagd zijn, maar Sam Pilling, mijn eigen ontwerper, zou een grooten mond opzetten als ik ze accepteerde en dan kreeg ik het met allemaal aan den stok. Neen, Miss Trevanion, als ik u was zou ik het maar opgeven. Opgeven? Waarom zou ik dat? Omdat het geen meisjeswerk is. U, met uw opvoeding en ontwikkeling zou beter doen een goeden zakenman te trou wen, die u een prettig tehuis verschafte. U zoudt zoo makkelijk een goeden man met geld kunnen vinden; ik heb een vriend, die hier dichtbij woont en die zou er wat veel voor voelen. Komaan, wat vindt u daarvan? Ik heb u alleen dit te zeggen, Mr. Fletcher: als u mijn werk niet neemt, zal een ander dat wel doen en op een dag zult u er spijt van hebben. Dat wil ik wel eens zien. Er worden me elke maand honderden dessins voor gelegd en de meesten zijn niet bruikbaar Geloof je werkelijk, dat een meisje als jij ons kan leeren hoe we zaken moeten doen? Maar ik heb u al te veel van mijn kostbaren tijd gegeven dat heeft u te danken aan uw aardig gezichtje. Toen Nancy Mr. Fletcher's kantoor verliet en in de mistige, donkere straat stond, voelde ze zich meer dan wanhopig. Acht maanden werk zoeken zonder re sultaat. De straten waren bedekt met een vieze modder; een zware mist hing over de stad. Waarom zou ze het nog langer probeeren! Het was toch niets gedaan. Ze dacht terug aan den dag van haar vaders dood, aan het huis in Cornwall. Temidden van de sombere Yorkshire- omgeving kwam het beeld van Trevanion Court, zooals ze het den laatsten dag had gezien: het oude gezellige huis. vol dier bare herinneringen. Ze zag de heuvels en de dalen, ze hoorde het ruischen van de zee. En ze had haar vader bejoofd, dat ze het oude huis terug zou koopen. Tienduizend pond. Het was een fabelachtige som en scheen even onbereikbaar als de maan. i Waarom zou ze in Yorkshire blijven? j Waarom moest ze nog langer vechten voor haar brood in deze afschuwelijke I streek? Ze kon nog een betrekking zoe ken als gouvernante en ongetwijfeld wa ren St. Andrew en Cambridge een goede aanbeveling. De betrekking als onder wijzeres aan een goede school was ook nog niet te versmaden. Maar wat was het leven van een onderwijzeres zelfs op een van de beste scholen? Ze dacht aan het eentonige werk, aan het-voortdurend in beslag genomen zijn, aan de moeilijkheid om een stel opgroeiende meisjes de baas te blijven. Was het niet verstandiger Mr. Fletcher's raad op te volgen en aan een huwelijk te denken? Neen! ze wilde het niet opgeven; het zou een lafheid zijn. Ze wist heel goed, dat hij het onderwijs geen geld te ver dienen was, terwijl in Yorkshire of Lan cashire veel meer mogelijkheden daartoe bestonden. Ze zou den strijd niet op geven. Toen ze Laburnum Cottage bereikte, was haar den moed weer ontzonken. Om de een of andere reden had de meid ver zuimd de kachel aan te steken en de ka mer was koud en ongezellig. Rhododen dron Street leek haar de droefgeestigste en somberste plaats ter wereld. Rhododendron Street! Ze dacht aan de groote rhododendronlaan bij het oude te huis. Ze moest en zou het terugwinnen. Op dat oogenblik kwam Mary Judson binnen. Brandt de kachel niet?, vroeg ze, terwijl ze naar den donkeren liaafd keek. Heeft Sarah Ellen vergeten hem aan te steken? Ik geloof van wel, antwoordde Nancy. Dat is een schande en op zoo'n kou den avond nog wel. Ik zal hem gauw aan maken. En wat zie je bleek, voel je je niet lekker? *Ik ben een beetje moe. Moe en mistroostig, antwoordde Miss Judson vriendelijk. Het is vandaag niet goed gegaan, wel? Ik ben nog altijd niet geslaagd, was Nancy's antwoord. Tk ben banc dat de Yorkshirers geen hoogen dunk hebben van mijn werk. Miss Judson keek haar meewarig aan. i Je hebt toch niet van plan het op te geven? Waarom zou ik het nog langer pro beeren? Tk zoek nu acht maanden naar werk en heb nog niets bereikt. Acht maanden, herhaalde de vrouw ongeduldig. Is dat niet lang genoeg? Het lijkt me een eeuwigheid. Acht maanden, herhaalde Mary Jud son. Wel, ikze aarzelde een oogenblik, ging toen verder: denk eens aan mijn vader; hy heeft zijn heele leven gebruikt voor proefnemingen. Nancy zweeg. Ze had de geschiedenis van Amos Judson meer dan eens gehoord. Ik weet waaraan je denkt, zei Ma- rv; je wil zeggen, dat mijn vader zijn heele leven verspeeld heeft aan een her senschim. En wat zou dat dan nog? Wordt vervolgd. WaaSwytsciie en Langslraatsche Courant «tts Hel SI. MaasiesclieÉ.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 1