t Is Kerstdag „DeFciio m Hel Zuiflr.n De Omzetbelasting. IEMAND „KERKKLOKJE" Ons Weekpraatje, No. 103. Zaterdag 23 Dec. '33. 56e Jg. TWEEDE KLAD. Die emaille bordjes met «Hebt U iiiets vergeten zijn verdraaid nut tige dingetjes. Ze moesten eigenlijk boven elke deurkruk bevestigd zitten, dan zou de wereld er heel wat beter gaan uitzien. Als geen mensch meer vergeet om op tijd te betalen, d.w.z. vóór hij met zijn gekochte waren een winkel verlaat, dan zou de crisis al voor de helft bezworen wezen. Wat zouden de zakenmenschen zich rijk en blij voelen, als ze nog vóór Nieuwjaar al hun uitstaande postjes binnen kregen. Ja, zoo'n bordje »Hebt u niets vergeten moesten we ook aan een jaareinde kunnen vastspijkeren. Al die mooie en schoone en brave voornemens, waarmee we een nieuw jaar plegen te beginnen, hebben tenslotte ,niet veel te beteekenen, wanneer we niet eerst karakter genoeg betoond hebben om het oude jaar op behoorlijke wijze te beëindigen. Met Oude Jaar te kunnen zeggenziezoo, nu heeft ieder het zijne is van veel m> er beteekenis dan de prachtigste Nieuwjaars beloften kunnen zijn. We hebben dezen keer ten besluite van de Decembermaand en het jaar 1933 heel wat Zondagen, welke we, wind en kou dienende, knusjes bij de kachel kunnen doorbrengen. Laten we bij die gelegenheid de materieele zijde van ons en an lerer leven ook eens be-mediteeren. Laten we onze beertjes eens overdenken, nagaan, wat zorgende middenstan ders weer zouden kunnen onder nemen, wanneer hun klanten ze eindelijk eens het geld deden ge worden, dat we nu al zoo'n tijd voor die middenstanders in bewaring hebben, renteloos, ongevraagd en ongeweigerd. Laten we overdenken, hoe de heropleving van het econo misch leven wordt vastgehouden, doordat de eene mensch met de centen van den anderen mensch in z'n zakloopt en we aldus elkaar onmachtig houden. Straks, met Nieuwjaar lezen we in de krant«Jansen en familie wenschen vrienden en kennissen een voorspoedig Nieuwjaar«. Weet Jansen wel, dat Pietersen en Klaas- sen en Gerritsen zich, die annonce lezende, een heel leelijk woord laten ontvallen? Ik wou, dat ie me be taalde zeggen ze in plaats van me het geluk alleen maar toe te wenschen. Hij kon het me netjes in goede Hollandsche guldens thuis brengen, dat geluk! Toch een aardige gewoonte, die Nieuwjaarsannonces. Je mag dan al eens wat te mopperen hebben over elkaar, wanneer je van elkanders goede wenschen kennis neemt, in ons hart waardeeren we de geste toch wel. Het uiten van beleefd heden brengt een warmte-glotd in kleine gemeenschappen. Zoolang een mensch bij gelegenheid van het Nieuwjaar nog zijn gebruikelijken wensch in het plaatselijk blad durft uiten, is hij tenminste nog over tuigd, dat hij meetelt in de samen leving. En dat hij op de respecten van anderen is gesteld. Nieuwjaarsaunonces worden druk gelezen, door iedereen. Ze hebben iets genoeglijks en gemoedelijks over zich en vormen een zelden geboden gelegenheid om den kring van be kenden in de huiselijke gesprekken de revue te laten passeeren. Men herinnert zich oude relaties, ver wondert zich over de snelle wijze van opkomst van een nieuw ge slacht met bekende namen, wordt geattendeerd op een oude, haast vergeten zaak enz. Wie geen reden heeft om liever vergeten voort te leven, mag vooral niet vergeten om tijdig een Nieuwjaarsannonce op te geven. Ondanks het groote tal worden die advertenties met zooveel interesse gelezen, dat een deelname-verzuim inderdaad opvalt. Héstaat Nelissen er van het jaar niet in wordt al gauw gevraagd, wanneer Nelissen's absentie is opgevallen. Zou-ie dood zijn? Of failliet? Of verhuisd? Of We hopen, dat er geen meer duistere onderstellingen omtrent Nelissen's afwezigheid worden ge opperd I Nieuwjaarsadvertenties zijn een ware en goedkoope uitkomst voor allen, die relaties hebben. Ze ont heffen ons van tijdroovende en misschien vervelende visite's en van de angstige zorg, of we niemand vergeten hebben. Met een wensch, geuit in de plaatselijke krant, kan niemand zich gepasseerd gevoelen, maar m-n plaatse zulk een annonce dan ook in de courant van plaats en streek Of toch wel, een enkeling, of onze allerbeste relaties. Neen, de gebrui kelijke kaartjes kunnen we niet geheel en al missen. Een patroon b.v. zou zich misschien gepikeerd kunnen voelen, als we van zijn persoon niet op meer bijzondere wijze notitie zouden nemen. We sturen hem een kaartje. Een heel goede klant stelt het evenzeer op prijs, wanneer er een persoonlijke attentie van ons uitgaat. Onze plicht van dankbaarheid drijft ons er toe om ook den dokter een kaartje te sturen, die ons laatst bij die ernstige ziekte heeft bijgestaan. Bij den pastoor of den dominé laten we ook liever een kaartje in de bus sloppen. 't Zijn zoo van die kleine plicht plegingen in het leven, waar we moeilijk buiten kunnen. En daarom, als ge U straks op een der vele Kerstzondagen zit af te vragen: Heb ik voor dit jaar nu niets vergeten herinnert u dan de beertjes, die nog moeten worden betaald, de opgave van de Nieuw jaarsannonce in dit blad en het bestellen van de kaartjes en daarvoor lijkt mij een puik adres de drukkerij van dit blad. ii Wij constateeren met genoegen dat wij met ons vorig artikel, waarin we speciaal Art. 19 der Omzetbelas ting behandelden, zeer vele fabri kanten en handelaren een goeden dienst hebben bewezen, wijl zij er aanleiding in gevonden hebben direct de noodige vergunningen voor be lastingvrije inslag van grond- en hulpstoffen, resp. koopwaren, etc. aan te vragen. Belanghebbenden die nog geen aanvrage voor belastingvrije inslag aan den betrokken inspecteur dei- Accijnzen hebben ingezonden raden wij in hun eigen belang nogmaals dringend aan zulks onverwijld te doen. De benoodigde formulieren kunnen abonné's op ons blad gratis aan ons bureau bekomen. Zooals te verwachten was bereik ten ons legio vragen om nadere inlichtingen voor de practische toe- pa-sing van diverse wetsbepalingen We kunnen de vragenstellers ge voeglijk in twee categoriën splitsen en wel Zij die willen weten wat hun straks bij de inwerking—treding der wet (dus na 1 Januari a.s.) te doen staat en, zij die nog inlichtingen wenschen over hetgeen vóór dien tijd nog diende te geschieden. De beantwoording der eerste cate gorie kan dan zonder bezwaar nog wel tot een volgend artikel wachten wij kunnen dan ditmaal eerst even die inlichtingen geven waarmee men nog vóór 1 Januari zijn nut kan doen. De vragen zijn zooveel mogelijk samengevat en volgen hieronder miet hunne antwoorden Vraag A. U heeft verschillende plaatsen genoemd gelegen in den dienstkiing van den insp. der Acc. te 's Bosch, maar tot welken dienstki ing behooren o a. Waspik, Raamsdonk en Dongen Antw. A, Deze en de meer Zuide lijk en Westelijk hiervan gelegen plaatsen behooren tot den diénst- kring Breda. Vraag B. Zou U misschien nader kunnen aangeven hoe een schoen fabrikant de verschillende grond en hulpstoffen op zijn aanvraag formulier ingevolge art. 19 het beste kan omschrijven? Antw. B. Het bleek ons dat vele schoenfabrikanten met deze om schrijving 'n beetje verlegen zaten. Met de volgende opsomming kunnéh zij er wel van verzekerd zijn dat al het benoodigde waarvoor vergun ning verleend word in die aanvrage is begrepen: A. GrondstoffenLeder, kunstleder, rubber, kurk, papier, hout, celluloid, metaal, wasdoek. Alsmede voorwerpen van al deze artikelen, die als grondstof voor de schoenfabricatie worden aangewend. Garens, schoen versieringen, schoen sluitingen, echt- en imitatiebont, neuzenstoffen, vilt, weefsels en vezel stoffen, al dan niet geracheerd, ge doubleerd of geprepareerd afval- B. Hulpstoffen. Industrieele oliën en vetten, was, pek, wasch-, bleekleder en finish- middelen en verdere chemicaliën, chemische producten verf en kleef stoffen in vasten-, poeder- en vloei baren vorm. Afdrukpapier. C. Brandstoffen. Vast, vloeibaar of vluchtig. D. Emballagemiddelen. Als: doozen, touw, pakpapier,in- wikkelpapier, enz. Vraag C. Zijn er onder de goederen die vrijgesteld zijn van omzetbe lasting ook artikelen die als grond- of hulpstoffen voor de schoen industrie dienen en waarvoor dus geen vergunning volgens art. 19 behoeft te worden aangevraagd? Antw. C. Voorzoover wij met de techniek der schoenindustrie op de hoogte zijn vinden wij onder de vrijstellingen de volgende artikelen vermeld die wij voor deze branche van belang achten Afval, Electrische energie en gas voor industrieele doeleinden, Huiden en vellen, Houten schoenhakken, Leder, Leestklaar schoenwerk en losNe deelen van schoenschachten, Schoenzolen met hak (van rubber). Het hindert echter in het geheel niet als een of meer dezer goederen ten overvloede in Uw vergunning aanvraag zouden zijn vermeld. Vraag D. Moeten behalve de bestel- oruers ingevolge art. 19 nog andere nieuwe drukwerken aangeschall worden of bestaande gewijzigd. Autw. D. Dal zal nogal meevallen. Behalve het gebruik van de beslel- orders ingevolge art. 19 schrijlt de wet o.m. voor dat de fabrikant ver plicht is den kooper een van hel vereischte belastingzegel voorziene lactuur uil te reiken vermeldende dagleekening der levering, namen en woonplaatsen van fabrikant en kooper, aard en hoeveelheid van de geleverde goederen en den verkoop- priis. Een duplicaat van deze factuur, dat dezeliue gegevens bevat en door middel van carhon doordruk ge maakt mag worden, moei hij be waren. Deze bepaling brengt dus weinig bezwarends omdat de meeste fabri kanten factuurs gebruiken die de verlangde gegevens bevallen, en er een doordruk van maken en bewa ren. Alleen zal de doordruk, die meestal op blanco papier is gemaakt, voorzien moeten worden van de eigen firmanaam, omdat hij dezelf de gegevens moet bevatten als de lactuur zelf. Een stempel er op is voldoende. Gemakshalve zas. men in de toe komst bij bestelling van nieuwe acluurs hiermee rekening kunnen houden en aeze in blocs of met aangehecht doorslag bestallen. Een ander voorschrift bevat art. 23 dat fabrikanten, groot- en klein handelaren de verplichting oplegt de aan hen uitgereikte facturen bin nen 6 dagen na ontvangd in te schrijven in een nader in de wel omschreven register. Verder verplicht dit artikel den fabrikant om binnen 3 dagen de door hem uitgereikte factuurs in een eveneens in de wet vooi geschreven register in te schrijven. Deze registers hebben dus het ka rakter van een inkoop- en verkoop- boek waaruit voor den liscus duide lijk blijkt welke bedragen resp. met lü pet. en 4 pet. ingevolge deze wet zijn belast. Men zal thans de vraag stellen of men verplicht is deze voorgeschreven registers te gebruiken ais men in zijn administratie reeds geschikte in- en verkoopboeken heeft die de ver langde gegevens evengoed ver- scfi allen. De uitvoerings—resolutie geeft hierop het antwoord door te bepalen dat ieder die ontheffing verlang, van deze verplichting zich met een ongezegeld verzoekschrift tot den betiokken inspecteur der accijnzen kan wenden. Als eerste voorwaarde voor inwilliging eischt deze dat in de boekhouding van den aanvrager op zoodanige wijze aanteekening wordt gehouden van de ontvangen en afgegeven factums, dat zij de zelfde gegevens verschaffen als de voorgeschreven registers. Wie dus liever niet tot aanschaf fing en gebruik der voorgeschreven registers wenscht over te gaan en meent te kunnen volstaan met zijn bestaande, zij het naar omstandig heden gewijzigde methode van boe king der in- en uitgaande factuurs, raden wij aan zich thans omgaand tot den betrokken inspecteur te richten waarbij hij goed doet een schema van zijn eigen in- en verkoop- boeken over te leggen, opdat de in specteur behoorlijk kan oriënteeren. Zonder verkregen oniheffing is ieder dus verplicht de registers vol gens art. 23 te gebruiken. Wij wijzen er belanghebbenden nog op dat voor Bcstelorders, Fac tuurs met dubbelen en Registers volgens art. 23 het billiikst en ver trouwdst adres isW aalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, waar men U gaarne nader over deze aangelegenheid van advies dient. In een volgend artikel kiijgen de andere vragers een beurt als we omtrent aard, gebruik en verkrijgt baar.stelling der belastingzegels, om trent het belastbare bedrag, omtren- de restituties, het invoerrecht en andere bijzonderheden nadere toe lichting zullen geven. J. v. M. Belasting consulent. Een Kerstverhaal door Dr. H. Knippenberg. Waar thans het landgoed Klaren- beek ligt, op den rand der Veluwe bij Arnhem, waren eens de Kartuizers ge vestigd. Hun klooster verrees er in 'n boschrijke omgeving, tusschen eenige heuvels in een dal, dicht bij een beek. Bij het volk stond het bekend als Munnikhuizen. Het verhaal der stichting is 'n meng sel van historie en sage. Reinoud II, graaf en later hertog van Gelder, bezat uitstekende eigen schappen als vorst; als mensch was zijn leven verre van onberispelijk. Met zijn vader, graaf Reinoud I, die ge krenkt van geestvermogens was, wel licht tengevolge van een verwonding in den slag bij Woerden, leefde bij voortdurend in onmin. Terwijl de zoon als ruwaard het land bestuurde gedu rende een zestal jaren, bleef de oude graaf in gevangenschap. Na den dood van zijn vader tot de grafelijke waardigheid verheven, kreeg Reinoud aanstonds geleeenheid zijn dapperheid te toonen. Zijn neef, Adolf van der Mark. was bisschop van Luik. De roerige stad kwam teeen haar bisschop in verzet. Reinoud snel de hem ter hulp met een legert ie van nauwelijks tweeduizend manschappen. Daarmee wist hij niettemin te zege vieren over de geduchte krijgsmacht der Luikenaren. Om God te danken voor de behaalde overwinning en tot verzoening voor de gesneuvelden, be loofde de graaf een klooster te stich ten. Het zou echter nog geruimen tijd duren, eer hij die belofte gestand deed. Want hij dacht lang na over de plaats waar het convent zou verrijzen. Omstreeks het jaar 1342 was hij op zekeren dag uitgereden in de omstre ken van Arnhem. Niemand vergezelde hem dan de abt van Marienweert, die het vertrouwen van den hertog ge noot. Terwijl de ruiters langzaam hun weg vervolgen door een eenzame en boschrijke strek, treedt hun opeens eens grijsaard tegemoet in de schame. Ie kleeding van het landvolk dier ty- den. Hij werpt zich neder voor het paard van den vorst en spreekt: „Heer ik weet, dat gij voornemens zijt, ter eere van God en zijn heiligen en ten bate uwer onsterfelijke ziel, 'n kloos ter te stichten, waar vrome monniken, ver van de drukte der wereld, zich in de eenzaamheid kunnen wijden aan zelfheiliging en verdieping van het geestelijk leven. Gij schijnt u nog te beraden, op welke plaats gij dit god gevallig werk wilt tot stand brengen Mag ik u de plek aanwijzen, die door den Hemel zelf hiervoor uitverkoren en voorbestemd schijnt?. Knielend en met gebogen hoofd had de grijsaard die woorden gespro ken. Dan stond hij op en vestigde den blik op den hertog, die onthutst bleek door deze zonderlinge ontmoeting. Toch boezemde de oude man met zijn lange grijze haren en baard,, zijn donkere oogen en een uiterlijk, dat getuigde van godsvrucht en deemoed, hem vertrouwen in. Dus vroeg hij na dere verklaring van het geheimzinnige dat hij zooeven gehoord had. De grijsaard hernam: Hoe ongeloofelijk het klinken moge hetgeen ik u verhalen zal is niettemin de loutere waarheid. Ik deel u slechts mede, wat ik met eigen oogen gezien en met eigen ooren gehoord heb. Ter zijde van dezen weg, nauwelijks twin tig passen van hier, staat een hut, half tusschen het geboomte verscholen. Ik woon daar reeds meer dan vijftig ja ren en sleet er mijne dagen in boete en gebed ter verzoening van vroegere mis daden, waaraan ik mij schuldig maak te, maar die, naar ik hoop, my door God vergeven worden vanwege de bit tere tranen van berouw waarmede ik ze beschreide. Als aanvoerder eener sterke rooversbende hield ik het slot Woeringen bezet, toen het door her tog Jan van Brabant werd belegerd. Eindelijk moest ik voor de overmacht bukken. Heimelijk verliet ik het slot, in de hoop zoo den welverdienden dood te ontkomen. Maar de Brabant- sche krijgsknechten grepen mij bij die ontvluchtingspoging. Ik verzocht voor den hertog geleid te worden. Zij vol deden aan. dat verlangen. Om het von nis te ontgaan dat my wachtte, be loofde ik hertog Jan, zoo hij my het leven liet, dat ik in den stryd met de bisschoppelijken en Gelderschen, die stond uit te breken, mij tot den graaf van Gelder begeven en hem dooden zou. Ik pleegde den aanslag op uw vader, wiens dienaar ik vroeger ge weest was en wien ik vele weldaden te danken had. De moordpleging mis lukte. Maar die afschuwelijke daad bezwaarde sindsdien myn geweten zoozeer, dat ik ergens meer rust vond en als een vloekwaardig wezen rond zwierf in deze wildernis, waar Gods beschikking mij tot u voerde. Op zeke ren avond doolde ik hier door de bos- schen, totdat ik vermoeid ging liggen onder een eik. Geruimen tijd bleef ik daar, gekweld door naargeestige ge dachten. Volslagen duisternis heersch- te om mij heen, toen ik opeens kerk gezang hoorde en, de oogen nieuws gierig opslaand, op geringen afstand van mij een helder verlichte kapel aanschouwde, waarbinnen luisterrijk het Kerstfeest gevierd werd. Icgaan dorst ik er niet. Buiten wierp ik mij op de knieën en bad er vurig. Hoe lang ik daar geknield bleef, weet ik niet. Toen ik opstond waren kapel en licht verdwenen. Ik bevond mij weer alleen, door dikke duisternis en dood- sche stilte omgeven. Onweerstaanbaar gevoelde ik mij echter tot die plek getrokken en ik besloot er te gaan wonen. Zoo bouwde ik er een hut. Elk jaar in den Kerstnacht straalde voor mijn verwonderde oogen daar dc schoon verlichte kapel en ik hoorde er het verrukkelijk gezang. Da' is de reden, waarom ik vermoed, dot God deze plaats bestemd heeft voor het klooster, dat gij voornemens zijt te stichten. De hertog en de abt volgden den ouden man naar de schamele hut, in de nabijheid waarvan de grijsaard hun de plek aanwees van het viziuen. Daar steeg de prelaat van zijn paard, kniel de neder en bad godvruchtig. Op het zelfde oogenblik stak er een hevige wind op. De takken der boomen schud, den en kraakten. Huilend joeg de storm langs de forsche stammen. En Ie midden van dat natuurgeweld hoor de de abt een stem die tot hem zeide: „Deze plek heb Ik mij uitverkoren". Die teekenen van den wil des He mels deden bij Reinoud alle aarzeling wijken. Hij besloot daar ter plaatse tot den bouw van een grootsch kloos ter, dat hij door rijke giften begunsti gen bleef. Dankbaar aanvaardden het de Kartuizers en wijdden het toe aan de Koningin des Hemels. Aan deze toewijding bleef herinneren hun ze gel, dat Maria vertoont, met het Jezus- kind op den linkerarm. 't Is Kerstdag! Neen, 't en kraakt geen snee, 't en rijmt, 't en vriest, 't en ijzelt; toch lijden de arme menschen wee cn wordt hun hart verbrijzelt! Ze willen werken, maar 't en valt geen werk, geen loon, geen eten: wiens hert, van ijs of ijzer, zal 't nu 't Kerstdag is, vergeten? Geeft milde, geeft, die hebt en houdt van God zoo milde gaven: 't wordt anders al, uw geld en goud, naast u in 't graf gegraven. Geeft milde, gij die kersten zijt en Kerstdag komt te vieren; geeft milde aan mensch en dieren; en Hij, die mensch en dier bemint, die ii, o mensch, verheven, vergoddelijkt heeft, Hij zal 't zyu kind o mensch, eens wedergeven! Guido Gezclle. •ie ecu auoviuui volledige eclams wil heb voor plaats en plaatse zöne advertenties In Wdaiwcjuscne en Langs.faatscha Courant, en het voor Kaatsheuvel, Loonopzand. WaalwQlc en Waspik. Vollediger en beter reclame kan geen nkel b'ad bieden, men bereikt dan zoowat a?!e Inwoners dezer streek. W/ULWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. i 'ui i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 5