rrTTmi Ons Weekoraatje. De Omzetbelasting. Bij Rüwe Gesprongen Handen No. 5. Zaterdag 13 Jan. '34. 57e Jrg. TWEEDE BLAD. 'n Mensch zou waarlijk gaan ge- looven dat we het ergste van de crisis al weer hebben geleden, als hij ziet, met welke beuzelarijen de kranten zich weer gaan bezig hou den. In alle meren en andere wateren ter wereld heeten plotseling vreemde en nog ongekende monsters van schrikbarende afmetingen op te dui ken en wie daar belang in sielt, kan eiken dag de vorderingen bestatigen, welke het onderzoek naar het wezen dier vreemde monsters oplevert. De kranten staan er vol vande ver halen over de nu al ouderwetsche zeeslang zijn er mets bij. De crisis is zoo goed als geweken öf de menschen worden het einde lijk beu om er nog langer over lastig gevallen te worden. De kranten vra gen aandacht voor de onbenulligste zaken. Hebt u het drama van Di eu- mel al vernomen In die Betuwsche gemeente verscheen onlangs een wethouder ja, een wethouder nog wel 1 ter raadsvergadering op klom pen 1 t Is toch wat Op klumpen Ter raadsvergadering in Dreumel De veldwachter, die «dienst» had ter verzekering van de Dreumelsche orde op en rond het raadhuis, viel bijna om van ontzetting en hij liet niet na om tegenover den wethouder van zijn misnoegen te getuigen. Het geschetste Dreumelsche drama ving haar weg aan door de Neder- landsche pers en schier geen krant bestaat er in ons land, die geen volle aandacht aan het merkwaardige voorval heeft gewijd. Met genoegen hebben we intus- schen geconstateerd, dat de Dreu melsche wethouder het er niet bij heeft laten zitten. Hij is in verweer gekomen en heeft z ij n voorstelling van zaken gegeven in een pootig verweersehrilt, hetwelk hij aan de redactie van een onzer groote bladen inzond. «Toen het enkele weken geleden zoo koud was», schrijft hij, «verzocht ik den buigemeester of hij het goed vond dat ik met klompen aan ter vergadering kwamhij vond het goed, zeer verstandig zelfs.» «Bij het verlaten der wethouders- vergadeiing werd ik aan de buiten deur door den gemeenteveldwachter opgewacht niet de vriendelijke woor den ik dacht dat een wethouder van Dreumel meer opvoeding had genoten oin met klompen op het gemeentehuis te komen. Waarop ik gezegd hebHoor eens veldwach- terlje, daar hebt u niets mee te ma ken ge hebt als ondergeschikte uw principalen geen wetten te stellen.» Wethouder Cruysen zoo heet de brave man merkt dan verder op, dat deze veldwachter wel aller minst de eerst aangewezene is om den eerbaren klomp in discrediet te brengen, daar de man, vóórdat hij gemeente-autoriteit te Dreumel werd, zelf het eerzame vak van klompen maker uitoefende. Ook oordeelt wethouder Cruysen het niet juist, dat de pers zoo'n op hef maakte over dit ge al. «Dat ik klompen draag», schrijft hij, «daar ben ik boer voor en ik ben trotsch op mijn stand. Waar zal de maatschappij vhet meest pro fijt van trekkenvan eenvoudige, werkzame, weinig eischende boeren, of van de ambtenarij, die bijna het totale volksinkomen opslokt?» Die zit, Cruysen 1 biedwekkende autoriteit werd. Wethouder Cruysen, hou jij je klompen maar aan 1 Hadden maar- meer menschen hun klompen be waard I Dan zouden velen niet zoo schuw geworden zijn vaneen\oudi gen arbeid en dan zouden ze thans gemakkelijker de moeilijkheden der lijden kunnen weerstaan. Betaling naar verkiezing in zegels of volgens aanslag. In een vorig artikel hebben we o.m. fabrikanten met eigen winkels) in een ongunstiger positie komen te staan. Nu kan de fabrikant-detaillist vol gens art. 4 der wet van den Minister van Financiën vergunning bekomen om, als een zuivere administratieve splitsing is doorgevoerd in een fa- brieks- en 'n handelsafdeeling, de pro ducten direct bij overgang van de fabrieks- naar de handelsafdeeling te doen belasten. De belasting zal dan ge heven worden naar den groothandels- prijs der goederen die natuurlijk in het algemeen belangrijk lager is dan de verkoopprijs aan den verbruiker. Deze bepaling heeft blijkbaar velen ■Ctv rssr nog uitsluitend over omzetbelasting, waaraan onderworpen zijn alle leve ringen hier te lande van goederen door fabrikanten. Bij invoer uit het buitenland met bestemming tot verbruik binnenslands treedt een bijzonder invoerrecht in de vermeld, dat de belasting als regel be- aanlokkelyk toegeschenen en wij hoor- piaats van de Omzetbelasting. Dit is taald werd door het plakken van een I(,en °-a- van banketbakkers en maat- zegel op de factuur. Dit is voorname- kleermakers die ook een dergelijke lijk voorgeschreven voor fabrikanten I vergunning hadden aangevraagd o bij levering aan fabrikanten of hande- wilden aanvragen om hun producten De menschheid is gedenatureerd iaren. Slechts bij uitzondering wordt te8en een. lageren prfjs aan belasting en daaiom zie je tegenwoordig min der boeren op klompen en meer dure veldwachters, die de grenzen hunner bemoeiingen niet meer ken nen en zicb polenlaaljes voelen. De menschheid is gedenalUt eerd en daarom is een boer op klompen niet meer in tel en richten de res pecten zich meer op de mannen in mooie pakjes, die zoo gemakkelijk voor meneer kunnen spelen, omdat ze maar weinig te doen hebben en hun bestaan toch meer verzekerd is dan dat van de ploeterende boeren, die voor hun werken van den vroe gen ochtend tot den laten avond worden afgescheept met een gemeeii- schapsfooi, een slcunpenning. Als alle boeren hun eenvoud had den bewaard en als de burgerij haar I ring beteekenen. Als de belastingzegels hiervan ontheffing verleend voor fa brikanten, die een zeer groot aantal factuurs dagelijks te zegelen zouden krijgen. De fabrikant, die rechtstreeks aan verbruikers levert (voorbeeld: de kleermaker, de bakker, de drukker) behoeft geen zegels te plakken, doch betaalt over zijn omzet aan belaste* ar tikelen de belasting als regel per h- maandelijksche aanslag. Door de Kamer is inmiddels echter een bepaling goedgekeurd, dat voor levering door fabrikanten rechtstreeks aan verbruikers de fabrikant naar be lieven met zegels of volgens aanslag mag betalen. Hij mag zelfs beide me thoden naar omstandigheden toepas sen. Zulks kan voor velen een verbete- ievenseischen niet zoo hoog bad op gevoerd, dan zou de crisis mans niet zoo zwaar drukken. Veel gemakke lijker zouden we ons hebben aan gepast. We hebben in de iia-oor- logsche jaren allemaal ver boven onzen stand geleefd, ïijtten en armen. Als we thans uen weg terug moeten naar een eenvoudiger levenspeil, dan beteekent dat niet alleen, dal we van onzen huisbaas vermindering van huur moeten zien te krijgen, maar moeten we over heel de levenslinie versoberen. De rijke moet weer lee- op de factuurs zitten, heeft de afne mer gewoonlijk geen bezwaar tegen de betaling daarvan en schrijft de wet uitdrukkelijk voor, dat hij deze moei betalen. Ook is er bij betaling met be lastingzegels van vergissing bij aangif te of van moeilijkheden over te hoogen aanslag geen sprake. Plakt men geen zegels, dan kan het voorkomen, dat een cliënt moppert over het bijberekenen van de 4 of 10% en hoewel de wet van het beginsel uitgaat, dat de verbruiker de belasting betaalt, heeft de fabrikant, die geen onderhevig te maken. Zij behoeven zich hierover echter geen illusies te maken. Blijkens de uitvoeringsresolutie is de bedoeling van den wetgever deze vergunning te verleenen aan bedrijven cfie één of meer schakels in het distributiebedrijf overslaan. Dit kan zeer zeker gezegd worden van schoen- en confectiefabri- kanten die rechtstreeks aan het pu bliek leveren, omdat als regel derge lijke fabrieken aan winkeliers leveren. Maar van maatkleeding en banket zal niemand kunnen beweren, dat dit als regel aan winkeliers inplaats van aan particulieren verkocht wordt. Hier is geen sprake van het overslaan van een of meer schakels in het ver— koopsproces en dus wordt aan derge lijke bedrijven geen vergunning inge volge art. 4 verleend. Welke fabrikanten vallen buiten de Omzetbelasting eveneens 4 of 10% en voor goederen die van Omzetbelasting zijn vrijgesteld wordt ook dit bijzonder invoerrecht niet geheven. Bij de berekening wordt het gewone invoerrecht ingevolge de Tariefwet bij de waarde geteld. Voorts wordt bij invoer een z.g. compenseerend invoerrecht geheven. De wetgever is daarbij uitgegaan van de redeneering, dat den binnenland- schen fabrikant door de invoering der Omzetbelasting meer moeiten en kos ten worden opgelegd dan den impor teur en daarom wordt 1% voor de met 4% belaste goederen en 2% voor de met 10% belaste weelde-artikelen ex tra als compenseerend invoerrecht ge heven. Zij die echter ingevolge art. 19 ver gunning voor belasting-vrije inslag hebben bekomen, kunnen de betref fende goederen invoeren ook zonder betaling van dit bijzonder- en compen seerend invoerrecht. Voor deze invoerrechten gelden nog tal van bijzondere bepalingen, die ech ter te uitvoerige toelichting zouden eischen om in het bestek van dit ar tikel te kunnen behandelen. ren.... loopen, üe rooker moet zich zegels heeft geplakt, nooit die rechts- heiinneren dat een pijp tabak óók. goed kan smaken, de arbeider zal zicli bewust moeten worden, dat bij als mensch geen graad minder in aanzien behoeft te wezen, ais hij in plaats van een modern overhemd gedurende zijn werk weer eens een boezeroen zou aantrekken. De mo derne mensch heelt zijn maatschap pelijke opheiling te veel in uiterlijk heden gezocht, in mooie kleeren en dure aanwensels, maar elk welden kende zal meer respect vcrioonen voor de lilosolie van den Dreuinei- schen boeren-wethouder op klompen dan voor de eigenwijze hooghartig heid van den gewezen Dreumelschen klompenmaker, die met net mooie pakje dat hij mocht aantrekken, nóch een paedagoog, n ch een eer middelen ter beschikking om den koo- per tot betaling te dwingen als de fa brikant die zulks wel deed. Admini stratief eenvoudiger en practischer is de methode van betaling bij aanslag in vele gevallen echter wel. De betrok kene make dus zei* maar een keus uit beide methoden. Splitsing in fabrieks- handels-afdeeling. en Wanneer een winkelier zijn goede ren van een fabrikant betrekt, betaalt hij Omzetbelasting over den inkoop- prijs der goederen. Een fabrikant die rechtstreeks aan verbruikers levert, betaalt belasting over den verkoopprijs. Daardoor zouden vooral grootere fabrikanten (o.a. schoen- of confectie- De Minister heeft bij maatregel van bestuur nader bepaald dat iemand, die voor niet meer dan 1000.per j'aar aflevert aan belaste producten, die hij zelf heeft vervaardigd uit grond stoffen, waarvan leeds Omzetbelasting is betaald, vrijgesteld is van omzetbe lasting. Voor een groote categorie, vooral van kleinere bedrijven, is deze bepaling van groote beteekenis. Nemen we o.a. een schoenreparatie- inrichting tevens maatschoenmakerij, die niet voor 1000.per jaar aan nieuwe schoenen aflevert, of een bak kerij, die wel een flinken omzet in brood heeft (brood is niet belast) maar voor geen 1000.per jaar aan ban ket e.d. levert. Zij vallen dus geheel buiten de beslommeringen van deze wet. Wel betalen zij van hun grond stoffen, voor zoover die belast zijn, de 4% belasting bij aankoop, maar hun product wordt overigens bij levering niet meer belast. Natuurlijk moeten zij, die hiervoor in aanmerking komen, geen vergun ning voor belasting-vrijen inslag van grondstoffen aanvragen. Bijzonder- en compenseerend invoerrecht. Wij spraken in onze uiteenzettingen Materiaal voor eigen zakelijk gebruik is belasting-vrij. Blijkens verkregen inlichtingen is 't materiaal dat de fabrikant voor eigen zakelijk gebruik noodig heeft en wat hij zelf fabriceert, vrij van belasting. Een drijfriemenfabrikant die voor eigen bedrijf riemen noodig heeft, be hoeft daarover geen belasting te be talen, evenmin als een drukker over de voor zijn bedrijf benoodigde druk werken. Wel echter een schoenfabri kant over de voor eigen gebruik ge nomen schoenen en de bakker voor 't banket, enz. dat hij of zijn gezin ver bruikt. Deze laatste gevallen betreffen immers geen zakelijk- maar privé- verbruik. Zijn alle drukwerken belas tl belastl Drukwerken worden in het alge meen gerekend onder de artikelen waarvoor men geen vergunning voor belastingvrije inslag kan bekomen. Toch is, naar wij ter bevoegder riaatse vernamen, voor artikelen als etiketten, adressen, labels, e.d. wel een weg te vinden om ze zonder belasting in te slaan. Bij eventueele interesse voor deze artikelen vrage men ons na dere inlichtingen. Zonder schriften) ke toestemming is eeni B'e overname uit deze rubriek verbod n. HOE MIENEKE HAAR VERDRIET VERGAT. Toen Mieneke dien ochtend haar oogen open deed. begon ze meteen te zingenwant vandaag zou Vader komen, om haar te halen. Niet, dat ze geen heerlijke vacantie had ge had bij tante Miep... het was juist fijn geweest; maar thuis waren Mammie en kleine Kees en de poppen 1 Mieneke had haar Kerstvacantie doorgebracht in het klein dorpje bij oom Hein en tante Miep; maar bet naar huis gaan, was het heer lijkst van alles. Toen ze zich aangekleed had en naar beneden ging, vond ze tante Miep al in de huiskamer. Ze stond een brief te lezen. «Mieneke, ik heb net een brief van je huis gekregen, dat je Vader niet kan komen om je te halen. Je mag blijven tot overmorgen. Nu, hoe vindt je dat? Mieneke stond heel stilineens was het, of de zon niet meer scheen, of de heele kamer donker was ge worden... Overmorgen kwam Vader pas, dat beteekende dus, dat zij nog twee nachten moest slapen in het groote logeerbed van tante Miep, dat het nog twee dagen zou duren voor ze kleine Kees weer zou zien. En zonder dat ze het wilde liep er een nare traan langs haar neusje. »Kom, kom», zei tante Miep glim lachend. »Wil ons Mieneke zoo graag naar huis? Heeft ze zoo'n nare vacantie gehad?» »Nee», schudde Mieneke heftig en ze boende met haar vuistjes langs haar oogen. »Nee, dat niet» en er klonk een heusche snik in haar stem, »maar twee dagen duurt nog zoo lang.» Toen lachte tante hardop. Aan het ontbijt met oom en tante is Mieneke erg stil; zelfs de grappen van oom Hein kunnen haar niet aan het lachen krijgen. Na het ontbijt vraagt tante haar mee te gaan boodschappen doen in het dorp. Dat is leuk, iedereen kent Mieneke nu in het dorp, waar oom dokter is en overal krijgt ze wat. Het eerst naar den kruideniers winkel van vrouw Smit; het is niet alleen een kruidenierswinkel; vrouw Smit verkoopt van alles; linnen goed, boeken, sigaren. Zoo ook nu als vrouw Smit tantes boodschappen heeft klaar gemaakt, bukt ze zich achter de toonbank en haalt een prentenboek te voor schijn. «Dat is voor de jonge juffrouw 1» Mieneke krijgt een kleur van plezier. Zoo blij is ze, dat ze bijna vergeet vrouw Smit te bedanken. Het is een heel mooi prentenboek met allemaal kleine gekleurde plaat jes, groen en rood en goud. Omdat Mieneke niet goed lezen kon, leest tante den titel: «Tobie, de geschiedenis van een witten olifant». »Oh», zucht Mieneke, »datzalwel een prachtig verhaal zijn». En dan gaat tante Miep naar huis en Mieneke ook. Niemand, die op straat loopt, kan weten, welke won deren het kleine prentenboek, dat Mieneke onder haar arm geklemd heeft, inhoudt. Maar Mieneke weet het Thuis kan ze niet aan tante vra gen of ze haar het verhaal wil voorlezen, want tante heeft wel andere dingen te doenallereerst gaat ze Anna helpen in de keuken, dan de bloemen en planten in huis verzorgen en dat zijn er heel wat, en dan is het zoo langzamerhand weer tijd om de koffietafel weer klaar te maken. In den tusschentijd vermaakt Mieneke zich, in een laag stoeltje gezeten, met plaatjes van haar prert- tenboek bekijken. Op de eerste bladzij, temidden van een woud met palmen, ziet ze een groote witte olifant met een kleintje ernaast, ook wit. Dat zal Tobie wel zijn, de held van de geschiedenis. Op ieder volgend plaatje is Tobie te zien, telkens een beetje grooter. «Mieneke lust geen eten klinkt plagerig de stem van oom Hein. Ze schrikt op, is het al zoo laat? De koffietafel staat al gedekt. »Tot direct Tobie 1» denkt Mie neke. Na het eten vraagt tante Miep »En heeft mijn kleine nicht me niets te vragen «Oh ja tante I» roept het meisje opgetogen. »Lees me alstublieft het verhaal van Tobie voor. En dan begint tante. Mieneke had goed geraden het kleine olifantje was Tobie. Tobie heeft een heele- boel goede eigenschappenmaar één heel slechte; die alles bederft; hij is ongehoorzaam. Door zijn ongehoorzaamheid (doordat hij niet luisferde naar den raad van zijn moeder), wordt hij gevangen door mannen met bruine gezichten en witte tulbanden op het hoofd. «Nu zie je, wat er van ongehoor zaamheid kan komen», zegt tante Miep. Tobie wordt in het paleis van den sultan gebracht, tenminste in de stallen. Daar is een oude olifant, die ja- loersch is en die Tobie het leven zuur maakt. Eindelijk wordt hij op gesloten in een groote kooi en Tobie krijgt rust. Het kleine olifantje is ondertus schen een groote olifant geworden en de lievelings—olifant van Sultan Braboeldoer. In het naburige rijk woont prinses Maneschijnde sultan zou graag met haar trouwenmaar tot nu toe heeft ze telkens geweigerd zijn vrouw te worden en de geschénken terug gestuurd. Sultan Braboeldoer besluit nog één laatste poging te doen Tobie wordt uit zijn stal gehaald, opge tuigd met goud, zilver en edelstee- nen, en als geschenk naar prinses Maneschijn gestuurd. Als die Tobie ziet, vindt ze hem zoo mooi, dat ze besluit toe te geven aan de wenschen van den Sultan en zijn vrouw te worden. En op het laatste plaatje ziet men. hoe ze, mooi en stralend, op den rug van Tobie het rijk van Sultan Braboeldoer binnen komt. Tante zwijgt. «Litl» zucht Mieneke. «Jammer». De beide volgende dagen doet Mieneke niets anders dan over witte olifantjes babbelen. «En veel leuker dan een automobiel, tante, en lang niet zoo gevaarlijk». Als eindelijk vader komt om Mieneke te halen en haar mee te nemen, geeft tante op het perron een pakje. «Er zit iets in, Mieneke, ter her innering aan je »nare vacantie bij oom Hein en tante Miepl» roept ze lachend, als de trein zich in bewe ging zet. En als Mieneke het pakje open maakt, zit er een snoezig wit olifantje in van wollen stof, met een kaartje om zijn hals, waarop staat Tobie. D. v. Z. Oplossingen. 1. Vaak, raak, mak, rijm, kam. ver, smaakijsvermaak. 2. k m a a a 1 tree traan wereld zeilree kalender 3. Schelde, Maas, Rijn, IJsel. 4. Ooievaar, reiger, kalkoen, patrijs, fazant.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 5