Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
hflflR ERFDEEL.
mm
sm
li
FEUILLETON
NIEUWE BELASTINGEN.
ÉUSLÖ^s
NUMMER 15.
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1934.
57e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
UITGAVE i
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Brieven, Ingezonden stokken, gelden, ens.
waalwijkschk
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN
Reclames 40 cent per regM.
franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën moeten Woensdag en
Abonnementsprijs per 3 maanden 1 1.25.
Telegr.-adreiECHO,
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
Telefoon No. IS.
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
FASCISTEN EN
BURGERWACHTEN.
Nu de regeering zich met alle
kracht verzet tegen de opdringende
fascLtische slroomingen, komt «De
Telegraaf» vertellen dat hij het met
de tact ek der regeering tegenover
de Nationaal-socialistische beweging
niet eens is. Deze tactiek verscherpt
onnooilig de verhoudingen in ons
land en brengt vele jongelieden, die
door inborst en aanleg behooren tot
de opbouwende krachten, in conilict
met den Staat, zoo meent het blad.
En verder lezen wij in het hoofd-
artikel de volgende opmerking:
«Men is begonnen met van onze
jeugdige fascisten bovenmenschelijke
dingen te verlangen. Deze jongelieden
hooren door hun geaardheid in de
burgerwachten thuis en mits de re
geering er voor zorgt dat de leiding
van deze corpsen volkomen betrouw
baar is, kunnen zij daarin goede
diensten bewijzen.»
Dit is een zienswijze die, naar wij
meenen te mogen veronderstellen,
door slechts heel weinigen wordt
gedeeld. Is het niet overduidelijk be
wezen dat het fascisme in zijn wezen
een revolutionair streven is? En
sinds wanneer hooren jonge heet
hoofden, die een revolutionaire rich
ting zijn toegedaan, thuis in burger
wachten, die den staat in tijden van
oproer mee zullen moeten bescher
men Wat zouden deze jongelieden
doen in het geval dat zij werden
opgeroepen om op te treden tegen
een revolutie van rechts? Het zou
er met de betrouwbaarheid van onze
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
van
Joseph Hocking.
burgerwachten al heel droevig uit
zien, als een goed deel der leden
revolutionair was, want wie waar
borgt ons dat de fascisten achter de
regeering zullen staan, zelfs indien
het tot een linksche uitbarsting zou
komen Men zie slechts naar Oos
tenrijk.
Wij gelooven dat »de Telegraaf»
ondanks zijn slogan »de'lelegraat»
dat is Jong Nederland» toch geen
helderen kijk heeft op het jeugd vraag
stuk. Er is in de kolommen van
het blad ai langer een zekere sym
pathie te bespeuren jegens de fas
cistisch doende jongeren. Nu missen
wij niet alle appreciatie voor de
»goede bedoelingen» van vele N. S
B.'ers, maar dal mag toch niet leiden
tol een blinde sympathie. En dit is
het juist wat ons in de Telegraaf
vleierij misschien is dit het meest
juiste woord zoo tegen staat. In
den strijd tegen de fascistische goll
moet men op de eerste plaats prin
cipieel stelling durven nemen, dan
zal de sympathie jegens de over
ijverige jeugd eerst echt zijn, echt
d. w. z. voorlichtend en uitdragend
de ware »Weltanschauliche» begin
selen.
Maar het is geen wonder dat men
zoo niet zijn taak kan opvatten, als
men zelf die principes mist. Dan
komt men er licht toe mee te waaien
met alle politieke windstoolen.
Wie op hechtere basis staat zal er
niet zoo spoedig tegen opzien een
doorvretend kwaad, waar vooral de
onvoorzichtige jeugd ontvankelijk is,
nog in zijn aanvang te stuiten. Ook
al moet dat gebeuren met middelen
die, vooral voor een volk als het
onze, zeer hard zijn.
Men mag van onze regeering zeg
gen wat men wil, men kan niet ont
kennen, dat haar een groote dosis
fijngevoeligheid eigen is. Met genoe
gen h.v. luistert de belastingbetaler
naar haar mededeelingen inzake
nieuwe fiscale maatregelen. Geen
dokter kun 'n mensch zoo tactisch
voorbereiden op zijn naderend einde,
als de regeering dat doet omtrent
nieuwuitgevonden heffingen.
Een poosje geleden reeds werd 't
bericht gelanceerd, dat het in een
zekere toekomst mogelijk zou kunnen
zijn, dat ook tot de heffing van een
radiobelasting zou worden over
gegaan. De bezitters van radio
toestellen kregen daardoor een klein
schokje. Een tweede mededeeling
hield de aankondiging in, dat ook
de abonné's bij een »centrale» ver
moedelijk in de nieuwe belasting
tr:r.'
Nadruk verboden.
52.
Nancy's hart klopte wild. Nooit had ze
aan zoo* iets gedacht. Ben's aanbod maak
te niet alleen de liefde voor haar huis,
maar cok die voor haar landstreek wak
ker. De vrouw te zijn van een lid van het
parlement, te leven in Trevanion Court,
tusschen haar geliefd volk!
Iedere zenuw van haar lichaam stond
gespannen, haar trots werd gestreeld en
alles in haar verlangde om ja te zeggen.
Waarom ook niet?
Dan zou haar hartewensch in vervul
ling gaan; een andere kans was er niet.
John Trefry scheen niet werkelijk van
haar te houden; hij had haar niet eens
de gelegenheid gegeven hem te schrij
ven en als hij met haar trouwde, zou ze
armoede met hem te lijden. Het gesprek
met Ben had haar tot in haar binnenste
geschokt.
Ik moet mijn besluit binnen een
week mededeclen, zei Ben, terwijl hij op
stond, en je zult er nog eens over na
denken, nietwaar, Nancy?
Ja, ik zal er over nadenken, ant
woordde ze. Maar laat me nu alsje
blieft alleen. Ik ben overspannen en ze
nuwachtig en wil er graag rustig over
denken.
En mag ik over drie dagen je be
sluit hooren? vroeg Ben.
Ja. Als je tot Vrijdag niets van me
hebt gehoord, ben ik dien avond thuis.
Toen Ben was weggegaan, zuchtte Nan
cy diep. Ze wist dat, als Ben langer had
aangedrongen, ze voor het verleidelijk
voorstel zou zijn gezwicht.
zouden moeten bijdragen. Thans
vernemen we dat voor beide cate- j
goriën een belasting van f3.— per
jaar wordt «overwogen». We hebben
ons zoo zoeljes aan reeds aan de
gedachte gewend, dat aan de radio— j
belasting niet te ontkomen zal zijn
en »dus» is nu wel spoedig de offi-
cieele mededeeling van de indiening
van het desbetreffende wetsontwerp
te verwachten.
Och, ook deze nieuwe aanslag op
onze porlemonnaie kan ons den kop
niet kosten, maarzoo langzamerhand
wordt het toch wel een toer om
dienzelfden kop boven water te
houden. Er zit iets onbillijks in al
die belastingen, welke met 't inkomen
geen verband houden. De kleine man,
de burgerij, het groote gezin, ze
worden onevenredig zwaar getroffen.
Voor den aanslag in de Inkomsten
belasting past men een prog. essieve
regeling toe, maar in de taaiste jaren
wordt steeds getracht om aan een
verhooging van de Inkomstenbelas
ting te ontkomen door méér indirecte
hetlingen en belasting op gebruiks
artikelen. Als de indirecte belastingen
niet te zeer worden uitgebreid, dan
is er iels te zeggen voor ze. Ze ver
verplichten ook degenen tot het
meedragen van de gemeenschaps
lasten zij net op bescheiden wijze
die met directe hellingen niet te
treffen zijn. Nu echter accijnzen en
belastingen worden gelegd op zoo
velerlei verbruiksarlikelen, komt de
belasting onevenredig zwaar te druk
ken op de gezinnen van arbeiders
en kleine burgers.
Rijwielbelasting, radiobelasting,
accijns op tabak en sigaren, op
alcoholhoudende dranken, op suiker,
thee, koffie en zout, op vleesch, vet
en olie, op melk en boter, op brood
vtarwe) en aardappelen tesamen
geven deze een zoetjesaan té gevoe-
ligen druk op het huishoudelijk
budget. En het ergste is, dat die
druk het zwaarst neerkomt, niet op
de meest kapitaalkrachtigen, maar
op het groote gezin.
Wanneer men nagaat wat in een
burgergezin momenteel aan indirecte
belastingen moet worden opgebracht,
dan blijkt, dat de juiste verhouding
weggevallen is. Wat de progressie,
voor de Inkomstenbelasting geregeld,
aan billijkheid schept, verwordt door
deindirecte heffingen tot een onrecht.
We zeiden boven, dat de regeering
in de laatste jaren steeds heeft ge
tracht om aan een verhooging van
de Inkomstenbelasting te ontkomen.
Dat zal blijkbaar niet gelden voor
de naaste toekomst, want een wets
ontwerp is ingediend tot heffing van
een Crisis Inkomstenbelasting. Tien
procent zal gedokt moeten worden
van het deel van het inkomen dat
uitgaat boven het inkomen van vóór
de crisis, nadat dat laatste met 10
procent is gedrukt.
De financieele baten van deze
nieuwe belasting worden niet be-
langrijk geacht door de regeering.
Zij heeft meer 't oog op de moreele
uil werking van de C.W. belasting,
welke die menschen tevreden schijnt
te moeten stellen, die het niet ver
kroppen kunnen dat een ander een
behoorlijk inkomen hehoudtóndanks
de crisis, terwijl zij zelve met ten
minste 10 pet. zijn «gekort».
We voorzien nog een andere mo
reele uitwerking: verhoogde belas
ting—ontduiking. Het vraagt al heel
wat van iemands goedt n 1 urgerzin,
wanneer hij eigener beweging voor
de belasting moet opgeven dat hij
een paar honderd gulden meer heeft
verdiend dan een jaar daarvoren.
Die burgerzin ontvangt geen prikkel
Ik moet er rustig over denken, zei
het meisje in zichzelf. Ik moet het met
mezen uitvechten.
HOOFDSTUK XXIX.
Sarah Ellen in het nauw.
Nooit had Ben's voorstel zoo aanlok
kelijk toegeschenen. Ze moest wilde naar
plan ten uitvoer brengen, ze wilde Tre
vanion Court terug koopen. Maar hoe?
John Trefry was uit het gezicht ver
dwenen, bovendien had hij naar teleur- j
gesteld en gekwetst; hij had haar eigen-
liefde beleedigd! In een uur van zwak
heid had ze hem verteld, dat ze alles zou
willen opofferen en in armoede met hem
zou willen leven, omdat ze hem liefhad,
maar John was weggegaan, zonder zelfs
te zeggen, waarheen! Bovendien was hij
een onpractische droomer, iemand, die
wel nooit zou slagen in het leven. Over
den jongen Jack dacht ze niet eens meer.
Na de scène bij het oude huis kon ze
niet zonder walging aan hem denken,
dat was onmogeliik. Maar met Ben Briggs
was het heel anders. Hij was tenminste
een man van beschaving, het was een
sterke, prachtige, jonge kerel en in veel
opzichten een gentleman. Hij hield van
haar, al jaren, en dat streelde haar ijdel-
lieid. Ben was erop vooruitgegaan in dien
tijd. Hij was niet langer de zelfzuchtige
j eigenwijze jongen van vroeger; hij was
bescheidener en sympathieker gewor-
i den. Bovendien zou het heerlijk zijn om
op Trevanion Court terug te komen; Jack
Beel zou eruit verdreven worden en ze
was terug in het land waar ze zooveel
van hield. Maar ze voelde zich niet vol
daan.
Nancy hield niet van Ben Briggs. Ze
vond aardige dingen in hem, maar van
hem houdenneen. Kon ze de ge
dachte verdragen, om haar heele leven
aan Ben Briggs zijde te slijten? Was het
niet beter alleen te zijn, met het werk
voor John Shawcross en in Leeds te
blijven? Ze dacht aan Mary Judson en
aan het doel dat de vrouw jaren had na
gestreefd. Maar Mary was gestorven zon
der haar hoop te verwezenlijken; als zij,
Nancy Trevanion, die formule maar kon
vinden
En de gedachte aan Mary nam een
grooter plaats in haar geest in dan die
aan Ben Briggs. Ze herinnerde zich
brokstukken van een gesprek met Mary,
ze herinnerde zich hun experimenten in
het laboratorium. Er moest een formule
bestaan, anders had ze nooit rubber kun
nen maken. Het was waar, dat het niet
altijd even goed was uitgevallen, maar
ze had het voor Nancy's oogen gemaakt;
bet moest mogelijk zijn. En iemand moest
de formule gestolen hebben. Ze wist het
zoo zeker als ooit tevoren. Maar wie zou
de dief kunnen zijn? Plotseling dacht ze
aan den allereersten keer dat Mary haar
had meegenomen en het geheim had ver
teld. En ze had zich verbeeld buiten voet
stappen te hooren in den duisteren nacht
en het was nog eens voorgekomen, kor
ten lijd daaropHet was midder
nacht; iedereen sliep; er was maar één
persoon, die van hun werk afwist. Wie
was het! Sarah Ellen?
Die gedachte flitste als een bliksem
straal door haar heen. Waarom zou Sa
rah Ellen niet aan de deur geluisterd
hebben om het geheim te weten te ko
men?
Een andere herinnering: Mary had
haar rubber laten zien op den dag, dat
John Shawcross bij haar was gekomen
met het contract. Dien avond was ze
naar Elvah Briggs gegaan om raad te
vragen. Ze herinnerde zich Ben's vreem
de manier van doen en dat hij het huis
■was uitgegaan zoodra zij gekomen was.,
meer dan eens had ze Ben met Sarah El
len zien pratenwat kon dat betee-
kenen? En Langham?Had ze niet
gehoord dat Langham en Ben Briggs met
elkaar in relatie stonden? Duizend din
gen schoten haar te binnen. Ze herinner
de zich den morgen van Mary's dood.
Sarah Ellen was het eerst de kamer bin
nen gekomen en die oude „getrouwe"
wist waarschijnlijk waar de formule te
vfnden wasen ook, waar Mary de
sleutel bewaarde. Zou het mogelijk zijn,
datAlles klopte precies. Mary
Judson had haar den avond voor haar
dood verteld dat de formule in de brand
kast naast haar bed lag en toen Nancy
de kluis opende, was de formule plotse
ling verdwenen. Wie was in de kamer
geweest? Een of twee vreemde menschen
die niets van het bestaan afwisten. Al
leen Sarah Ellen wist er wel van, dus..
dus
Nancy reconstrueerde de heele situa
tie. Ze wist, hoe graag Ben Briggs met
haar trouwen wildehij wist hoe
ze van Trevanion Court hield; hij wist
eveneens dat het haar nooit lukken zou
tienduizend pond bij elkaar te krijgen als
het niet op een bijzondere manier gebeur
deHy stond in relatie met Sarah
Ellen, dat wist ze. Zou hij bang zijn dat
ze zou slagen?
In enkele seconden schoot haar dit al
les door het hoofd en ze was hoe langer
hoe meer van de juistheid van haar theo
rie overtuigd. Ze kende Ben door en door
en bovendien
Het eten is klaar, miss Nancy, kwam
Sarah Ellen zeggen; ik zal direct op
doen.
Nancy ging zonder een woord naar
haar kamer. Ze kon op dat oogenbük niet
in hetzelfde vertrek met die vrouw blij
ven. Ze wilde achter de waarheid ko
men, maar ze moest voorzichtig te werk
gaan. Bijna werktuigelijk verkleedde ze
zich, hoewel ze uiterlijk kalm was, tril
de ze inwendig van opwinding. Als ze
Sarah Ellen's achterdocht wakker maak
te, zou deze zich direct met Ben in ver
binding stellen!
Je ziet er niet goed uit, merkte Nan
cy op, toen de vrouw het eten binnen
bracht.
Ik voel me niet in orde, zei Sarah
Ellen; sinds miss Judson stierf, is het
hier erg eenzaam.
Je bent niet verloofd, hè? vroeg
Nancy.
Jawel, hij is vijf jaar ouder dan ik.
Ben je al lang verloofd?
Een paar jaar al; maar hij kan nog
niet trouwen; hij wil een winkel begin
nen en daar is veel geld voor noodig.
Hoeveel wel?
Twee of drie honderd pond.
Ken ik dien jongen van je?
Misschien wel. Ezra Dav heet bij.
Ik herinner mij zijn naam. Werkt
hij bij Mr. Briggs?
Ja, in de fabriek van Briggs. Maar
hij is geen flinke werkman, daarom ver
dient hij niet veel geld.
Dus zoo gauw jullie het geld bij el
kaar hebben, ga je trouwen?
Ja, antwoordde Sarah Ellen.
Hoelang zou dat nog duren, denk
Je?
Gauwer dan u wel denkt, zei de
vrouw. Ik ben niet geschikt voor
dienstmeid en ik zal het niet lang blijven.
Zijn er misschien vrienden die je
helpen? vroeg Nancy.
Sarah Ellen keek haar onderzoekend
aan, maar het gezicht van het meisje was
onbewogen. Nancy, op haar beurt, had
de vrouw vast aangekeken gedurende dit
gesprek en ze had geen notitie genomen
van de ontwijkende antwoorden.
Na het eten maakte het meisje een plan
de campagne. Ze moest spoedig bande
len. Ze moest te weten komen of haar
achterdocht gegrond was of niet.
Sarah Ellen, zei Nancy even later,
ik wil eens even met je pra'.en.
Wat hebt u me te zeggen?
-- Ik heb iets ontdekt.
Sarah Ellen zweeg.
- Ik heb ontdekt dat iemand de
brandkast opengemaakt heeft op den dag
dat Marv Judson gestorven is. Weet jij
wie dat geweest kan zijn?
Sarah Ellen's gezicht was bleek als 'n
doek geworden en ze kromp in elkaar of
iemand haar geslagen had.
Je geeft me geen antwoord, drong
Nancy aan.
Ik weet niet, waar u het over hebl.
Dat weet je wel.
Ik weet er niets van, zei de vrouw.
Als iemand aan de brandkast is ge
weest. ik ben het niet geweest.
Ik zeg niet dat jij 't was, antwoord
de Nancv; maar er was niemand in
huis behalve wij tweeën en ik weet ze
ker, dat iemand dien morgen iets uit de
safe heeft weggenomen.
Wat weggenomen? Wat heb ik weg
genomen?
Het komt er niet op aan wat. Iets
waaraan Mary Judson groote waarde
hechtte.
Ik ben geen dievegge! riep de vrouw
uit, hoe zou ik iets kunnen wegnemen?
Bovendien had ik de sleutels niet. Ik
wordt er toch niet van beschuldigd?
Nancy keek haar vast aan. Meer dan
haar woorden bevestigden haar manier
van doen Nancv's vermoeden.
Wordt vervolgd.
aalw ijksclie
donrant.