fienis nil KaalsheoTel. Installatie Burgemeester J. A. F. MALLENS. Een spontane verwelkoming. De gemeente Loonopzand Kaats heuvel vierde Zaterdag feest. De tijden zijn er wel niet na om groote uitgaven te maken, doch een zuur gezicht en een voortdurend praten over malaise en crisis brengt ook geen verbetering. Daarbij de ge meente had thans reden om feest te vieren, want met den WelEd. Achtb. Heer J. A. F. Mallens deed een nieuwe burgemeester in onze gemeente zijn intreden, hartelijk toegejuicht door de gehcele be volking. Loonopzand zou met de huldiging beginnen. Door het Dag. Bestuur en den geheelcn Gemeenteraad werd Zijn EdelAchtb. nabij café »Financien« afgehaald. Wethouder van Lier hield hierbij de volgende rede Voorafgegaan door den volgenden stoet werd de burgemeester naai de kom der gemeente geleid alwaar hij door Pastoor Schoenmakers op de Pastorie ontvangen werd. De stoet was samengesteld uit 1 Rijver. St. Joachimsmoer. 2 Gilde St. Ambrosius. 3 Harmonie Concordia. 4 R.K. Boerenbond. 5 Gilde St. Grispijn. C> Katholieke Radio Omroep. 7 R. K. Middenstandsvereeniging. 8 R.K. Werkliedenverccniging. 5) Zangver. Fcho der Duinen. 10 Gilde St. Ilubertus. 11 Jonge Boerenstand. 12 Jonge Werkman. 13 Voetbalver. Uno Animo. 14 Vereenigingen St.Joachimsmoer. 15 Harmonie Sophiavereeniging. 16 Kinderen Kath. Meisjesschool. 17 Kinderen R.K. Jongensschool. 18 Burgerwacht. 19 Bestuur Loonopzands Belang. 20 Leden van den gemeenteraad, met tot slot Rijvereeniging Loon opzand. Langs de Pastorie werd door den keurigen stoet gedefileerd, waarna de WelEd. Heer H. W. V. van den Wildenberg, Voorzitter van de Vereeniging Loonopzands Belang een woord van welkom sprak EdelAchtbare Heer Burgemeester. Sedert het heengaan als hoofd onzer gemeente door den EdelAchtb. Heer van Besouw, hebben wij met spanning uitge zien naar zijn opvolger, tot ons het heu gelijk nieuws van Uwe benoeming be reikte. U is voor ons nog onbekend. Maar dc mare van Uw kennen en kunnen, van Uw veelzijdige ontwikkeling, van Uw betee- kennisvollen staat van dienst, is U voor afgegaan en geeft ons de zekere overtui ging dat U (Ie zware taak van deze zoo uitgebreide gemeente met succes te be sturen, volkomen meester zijn zult. My aansluitende bij het welkom in de ge meente, U zooeven door Wethouder van Lier toegeroepen, is het voor mij als voor zitter der Vereeniging Loon op Zands Belang, een groote eer en vreugde U spe ciaal welkom te heeten in deze plaats, in ons geliefd Loon op Zand. Aan Mevrouw Mullens werden bloemen aangeboden, door een dei- kinderen van de school van de Moer en van de Zustersschooi te Loonopzand. De jongens van de Fratersschool zongen keurig een tweestemmig toastje, terwijl de Harmonieën en de Liedertafel eenige nummers ten gehoore brachten. Aan de receptie op de pastorie werd door zeer velen deelgenomen. Burgemeester Mallens dankte in korte doch keurige bewoordingen voor de gebrachte hulde. Naar Kaatsheuvel. Om 2 uur werd naar Kaatsheuvel gereden waar eveneens een feest stemming heerschte wat de vlaggen looi en de drukte op straat be wezen. Bij café de Wed. Mej. van Berkel stond onder veel belangstelling het bestuur der vereen. Kaatsheuvels Belang opgesteld om den Burge meester met zijne echtgenoole een eerste welkom toe te spreken. Waar Voorzitter en Vice-Voorz. der Vereeniging Kaatsh. Belang als Secretaris en loco-Burgemeester in den stoet welke de Burgemeester begeleidde aanwezig waren, werd door den Secretaris der Vereenig. Kaatsh. Belang een welkomstwoord gesproken. Aan het gemeentehuis werd zijn EdelAchtb. met familie opgewacht door de schoolkinderen. Tusschen een cordon Burgerwachters schreed de Burgemeester naar de hal van iet Gemeentehuis terwijl een tweede vendel burgerwachters saluutschoten osten. Onder leiding van den Eerw. 3roeder Joad zongen de schoolkin deren een welkomstlied met bege leiding van muziek van de Harmonie »Euphonia»." Het dochtertje van den heer J. fuellings bood onder het opzeggen van een lief versje aan mevr. Mallens een keurig bouquet rozen aan. Na deze korte verwelkoming be gon de officieele installatie ten ge meentehuize. Nadat Wethouder van der Horst het Koninklijk besluit tot benoeming van den EdelAchtb. Heer J. A. F. Mallens tot burgemeester der ge meente Loonopzand had voorgele zen hield hij de volgende installatie rede .Mijnheer de Burgemeester. Hij Uw eerste schrede op Loon op Zand's grondgebied, valt mij de eer te beurt, U een hartelijk welkom toe te roe pen, namens de geheele bevolking der gemeente Loon op Zand. De opkomst van de inwoners hier aanwezig moer voor (jw Edel Achtbare wel het bewijs zijn, dal Uwe komst ten zeerste aangenaam is. Immers de geheele bevolking erKcnt in U, Edelachtb., volgens oude traditie de drager en vertegenwoordiger van het hoogste burgerlijk gezag in deze gemeen te. Met hetgeen U EdelAchtb. hebt ge presteerd in Uwe vorige standplaats Zon dert, hebben wij het volste vertrouwen, dat onze belangen in veilige handen zijn. Ik meen daarom de bevolking van Loon op Zand te mogen feliciteeren, daar vij in U Edelachtb. de rechte man op de rechte plaats mogen verwachten. Ook UEdelAchtb. meen ik te kunnen feliciteeren, wijl U als hoofd, als Bur gervader over deze gemeente zijl aange steld, een gemeente, die ondanks malai se, die ook hier heerscht, zich in ver schillende takken van bedrijf nog steeds uitbreidt. Een uitgestrekte groote gemeente, waai de bevolking volgzaam is, zoowel aan het Burgerlijk als aan het Geestelijk ge zag, waar de bevolking zeer ijverig is en vol van levensblijheid. Moge deze feestelijke intocht voor U zelf een begin zijn van een gelukkige pe riode, voor U en uw gezin en voor de bevolking een tijdperk van welvaart en bloei. Dat Gods mildsten zegen op 1' en de Uwen en over de gansche bevolking der gemeente Loon op Zand moge neerdalen. Ik doe dit namens de geheele bevol king, zoowel werkgevende, als werkne- mende of landbouwende, namens klein en groot! Ook wij, Burgemeester, zijn voor U nog onbekend. Maar als waarborg voor een goede verstandhouding onzerzijds in de toekomst, spreekt het verleden. Wij Loon op Zandsche menschen heb ben steeds eerbied gehad voor het wettig gezag en betuigen daaraan gehoorzaam heid. Doch naast deze maatschappelijke deugden hebben wij ook onze verlangens en verwachtingen. Moge ons dorp dat trots de belemmerende omstandigheden zich nog uitbreidt, onder Uw voortva rend bestuur die veranderingen die verbeteringen en verfraaiingen onder gaan, die met die toenemende uitbreiding gelijken tred houden. EdelAchtb. Heer Burgemeester, moge met Gods steun Uw bestuur zegenrijk en gélukkig zijn. Ook aan U Mevrouw Mallens, biedt de Loon op Zandsche bevolking haar beste wenschen op dezen zeker voor U ook heugelijken dag. Lang leve onze Burgemeester. Lang leve Mevrouw, zijne echtgenootc. Mijnheer de Burgemeester; Mevrouw. Ik geloof, dat mij niemand zal betich ten een gemeenplaats misbruikt te heb ben, als ik zeg, dat ik het mij als secreta ris der vereeniging Kaatsheuvels Belang, een groote eer reken, U niet uwe Echt genootc in Kaatsheuvel het eerste wel kom te mogen toespreken. Wij roepen U dit welkom toe, namens de bevolking van Kaatsheuvel, dal het centrum van uwe gemeente, het middel punt van het gemeentelijk bedrijfsleven is, de wijk, waar U als Hoofd der Ge meente uw werklust en werkkracht gaat ontplooien. Wij doen dit met meer recl.t, omdat Kaatsheuvel het meest in zijn midden zal hebben, omdat Kaatsheuvel daardoor meer innig met U zal verbon den zijn, omdat U de Kaatsheuvelsche be langen meer van nabij zal beleven. Moge de bevolking van Kaatsheuvel momenteel nog geheel vreemd aan U zijn, wij zijn overtuigd, dat de mare, hoe Kaatsheuvel het gezag weet te eerbiedi gen, uwe komst is voorafgegaan, en Gij aangenaam zult getroffen worden, dooi de spontane wijze, waarop Kaatsheuvel zijn nieuwen Burgemeester gaat ontvan gen, cm hierdoor de achting voor uw ambt, de gastvrijheid voor uw persoon, de behoefte om U en de Uwen bij uw eerste schreden in Kaatsheuvel vriende lijk tegen te treden, te demonstreeren. Mijnheer de Burgemeester, ik maak mij de tolk van de geheele bevolking van Kaatsheuvel, wanneer ik U met Mevrouw van harte welkom heet. Aanvaardt de verzekering, dat onzer zijds alles zal worden aangewend om U het verblijf onder ons zoo aangenaam mogelijk te maken, dat de verhouding tusschen U en ons hartelijk moge wezen, dat Uw gezin, zoo het zich eventueel eens in Kaatsheuvel vestigt, zich onder ons werkelijk thuis moge gevoelen, dat voor al U, Burgemeester, in de illusies, die gij U gemaakt hebt, niet zult worden teleur gesteld. Moge de plechtige intocht van heden en het welkom dat Kaatsheuvel U toeroept, het begin zijn van een lange Begeeringsperiode, die voor U en de Uwen, een hoogst aangename, voor Kaatsheuvel en de geheele gemeente een zegenrijke moge zijn. Dat Gods zegen bij de aanvaarding van Uw ambt U en Uw gezin in de ruimste mate worde toegemeten. Mijnheer de Burgemeester. I Wanneer wij zoo juist vernomen heb ben dat U, by Kon. Besluit benoemd bent tot Burgemeester, dus tot de hoogste waardigheid wat betreft het burgerlijk 1 gezag in de gemeente Loon op Zand j Kaatsheuvel, dan begroeten wy U allen zonder uitzondering, als vertegenwoor digers van onze gansche bevolking, op recht hartelijke wijze, omdat wij weten en overtuigd zijn, dat de keuze, gedaan door onze geëerbiedigde Majesteit Konin gin Wilhelmina, ecne zeer gelukkige is geweest voor onze gemeente. Wy stellen het op prijs dat aan 't hoofd hiervan een man zal staan die reeds vele jaren het hoogste gezag heeft vertegen woordigd in een andere gemeente, doch vooral omdat U daar getoond hebt, ge trouw aan de wetgeving, een man te zijn, van groote werkkracht, voorgaande in plichtsbetrachting, wars van eenige par tijdigheid, met een practischen kyk op de dingen, hetgeen zoo sterk blijkt uil de woorden, gesproken door den heel de Bie, namens dc H.K. Raadsfractie bij Uw afscheid in Zundert. Wanneer in onze ooren de woorden klinken door hem gesproken, terwijl hij U geluk wenschte met Uwe benoeming: „Uw groote werkijver, gevoegd bij een energieken wil en de grootsche opvat ting van Uw taak, dwingt de gelukwen- schen af voor de plaats die over Uw 1-rachten mag beschikken". Zie, hooggeachte Heer Burgemeester, dan zijn de gelukwenschen wederkeerig, dan gaan mijne gedachten uit naar ons volk, dat U zoo blij en op zulk een spon tane wijze begroet en roep ik hen toe: Wy allen kunnen tevreden en gelukkig zijn met de benoeming van Burgemeester Mallens, die voor ons allen zonder uit zondering zal zijn een man, die op strikt eerlijke wijze onze belangen in het alge meen, maar ook ieders belangen in het bijzonder, zal voorstaan, voor zoover dit mogelijk is. Burgemeester Mallens, 33 jaren heeft Uw ambtsvoorganger gezeteld in den Voorzütersstoel. heeft hij lief en leed ge deeld met zijn volk, was hij de man, ge zien hij groot en klein, bij arm en rijk. Hij heeft aanschouwd het groot wor den van onze gemeente, want klein en onaanzienlijk eertijds, is onze plaats uit gegroeid door werkkracht, ijver maar vooral door practische bekwaamheid tot een van de belangrijkste op het gebied van de schoen- en lederindustrie in de Langstraat. Hij heeft de evolutie medegemaakt, die leidde van kleine handschoenmakerijen tot groote machtige fabrieken, ingericht geheel volgens dc eischen des tijds, waar vervaardigd wordt van het eenvoudige tot het meest luxueuse schoenwerk, in kleine goed geoutilleerde fabrieken, maar ook in fabrieken, die een capaciteit heb ben van duizenden paren per week. Hij heeft het mede gemaakt, dat het le der op de meest primitieve wijze gelooid werd, nu bereid wordt op de meest mo derne wijze in economisch ingerichte fa brieken voorzien van de meest doelma tige machines. Dan mogen wij niet vergeten te gewa gen van een nieuwe industrie, die zich in de laatste jaren ontwikkeld heeft, n.l. het vervaardigen van lederwaren en mo derne dames en heeren handschoenen. Wanneer U 't vervaardigen van schoe nen en leder op de U eigen serieuse wijze zult aanschouwen en l' stelt dan voor cogeii, dat velen, ja bijna alle van die fabrikanten van kleine werkers opge klommen zijn tot die groote trap van ontwikkeling op het gebied der nijver heid, dan zult U ontzag krijgen voor het ïolk, dat Uw volk zal zijn. Ik zeg, ontzag voor het volk, omdat ieder zonder uitzondering, zoowel ar beiders als patroons, daartoe medege. werkt heeft. En hoe is het met het inwendige van onze plaats? Wy mogen er trots op zyn, dat men schen die in eenige jaren onze gemeente niet bezochten met voldoening spreken over de groote veranderingen ten goede, die hier aangebracht zijn. Nieuwe straten zyn geprojecteerd. Waar we eertijds door de modder waadden zijn overal trottoirs aangelegd, krotwoningen zijn en worden opgeruimd, terwijl vele mooie economisch ingerich te arbeiderswoningen zyn gebouwd en nog steeds gebouwd worden. Het aanzien van een plaats verhoogt de waarde. En wanneer U op Uwe toch ten de voet zet buiten de kom van de ge meente dan, Mijnheer de Burgemeester, zult U ook spoedig ontwaren, dat onze nijvere landbouwbevolking niet stil heeft gezeten. De ouderwetsche boerderijtjes zult U nog slechts hier en daar spora disch ontmoeten, in tegenstelling hier van zult U binnentreden in huizen en stallen, ingericht volgens de hoogste eischen des tijds, als gevolg van practi sche ervaring, maar ook niet het minst door het met vrucht volgen van het land bouwonderwijs door onze jongens en boerinnen-cursussen door de meisjes. Zoo Gij Uwe tochten om onze gemeen te te leeren kennen nog verder uitstrekt en U komt in St. Joachimsmoer, dan zal ieder bewoner U mededeelen, dat de ein- deloozc heidevlakten herschapen zyn in vruchtbare weilanden, waar duizenden stuks vee in den zomer voedsel vinden. En wanneer gij vermoeid van Uw dag taak, ontspanning wilt zoeken, welnu richt dan, vergezeld van Uw huisgezin, Uwe schreden naar die weergalooze schoone bosschen met prachtige lanen en vergezichten. Hier kunnen Uwe kin deren vrij in de natuur dartelen, terwijl uw voorhoofd, gerimpeld door de zor gen der gemeente, huishouding en de tijdsomstandigheden, zich zal ontspannen en Gij nieuwe krachten kunt verzamelen om Uw werk naar behooren voort te zetten. Wij weten dat de verantwoorde lijkheid van hem, die het gezag van onze Koningin, het hoogste gezag in den Lande vertegenwoordigt, groot is, voor al in dezen lijd. Door de economische verwarringen, die elkander ontmoeten, door het niet oplossen van belangrijke wereldvraag stukken, door de grootere verdeeldheid der politieke richtingen, maar vooral door de slechte tijdsomstandigheden waardoor de armoede, laten wij het maar vrij zeggen, by velen haar entree doet en reeds lang gedaan heeft, wordt het besturen reeds een moeilyker taak. Daar wij allen hiervan overtuigd zijn, geven wij U de plechtige verzekering dat U op onzen steun en medewerking kunt rekenen om op rechtvaardige en billijke wijze te handelen en onze inwoners aan U meer en meer te binden, U te leeren hoogachten en waardeeren. Voor den goeden geest onder het volk is het zoozeer noodig, dat het geestelijk en burgerlijk gezag samenwerkt, vooral in deze tijden, waar een sterke strooming gaande is om angstvallig Kerk en Staat te scheiden en de jeugd te onttrekken aan de geestelijke leiding. Ik mag er op wyzen, dat ons Gemeen tebestuur altijd in de beste harmonie heeft samengewerkt met onze geestelijke overheid en dat in deze Raadszaal steeds besluiten zijn genomen die bevorderlijk zijn geweest om, in het waarachtig be lang van het volk, die goede geest te be vorderen. Wat het onderwijs betreft, kun nen wij met groote voldoening wyzen op de groote zorg, die het onderwijzend per soneel, religieuzen en leeken aan de op voeding der jeugd, zoowel in als buiten de school, besteedt. De meeste van onze scholen zien er keurig en aantrekkelijk voor de kindereu uit, het onderwijs staat op hoog peil. Ik moet er evenwel aan toevoegen, dat voor zulk een belangrijke industrie-gemeente goed MULO-onderwys een gebiedende tisch is. Met vreugde komen wy er van gewagen dat de Eerw. Broeders- in die richting werkende zijn en spreken de hoop uit, dat zij, gesteund door onze bevolking, in hunne pogingen mogen slagen. Sprekende over onze gemeente, mag ik zeer zeker wijzen op ons goed rendee- rend Gasbedrijf, dat beide deelen van onze gemeente van gas voorziet. Het per soneel heeft steeds getoond ter zake kun dig te zijn. Telken jare wordt er dan ook een behoorlijke winst bij niet te hooge tarieven gemaakt, terwijl de afschrijvin gen zeker niet laag genomen worden. In dit verband moet ik wijzen op de overgave van ons Elektriciteitsbedrijf aan de P.N.E.M. Onze tarieven waren, zoowel voor licht- als krachtverbruik, vergele ken met vele andere gemeenten, laag te noemen. Toch vernamen wy van vele zijden dat zelfs onze betrekkelijk lage tarieven een drukkende last waren voor onze indus trie en neringdoenden. Onderhandelingen, gevoerd met de N.V. vooral wat betreft de maximale belasting, hadden geen resultaat, zoodat de aanbie dingen, gedaan door de P.N.E.M. aan on ze gemeente, door den Raad in ernstige overweging zyn genomen met als gevolg dat we op gunstige voorwaarden ons net hebben overgegeven. Ik zou allerminst volledig zijn, indien ik er niet op wees, dat ook onze gemeen te dc harde slagen van de malaise onder vindt. Het werkloozenvraagstuk baart ook hier groote zorg, vraagt groote gel delijke offers en eischt de voortdurende aandacht van het Gemeentebestuur. Het noodzakelijk gevolg hiervan is, hoogere en drukkender belastingen. Vooral waar de regeering heeft gemeend de voor de gemeenten zeer ernstige maat regel te moeten treffen van belangrijke mindere uitkeering voor steun en werk- loozenzorg. Constateeren wij aan den ee- nen kant minder inkomsten van rijkswe ge, doch meerdere uitgaven voor werk- loozen, alsmede voor hulpbehoevenden door middel van het Burgerlijk Armbe stuur. Laten wij hier de hoop uitspreken dat door Gods hulp en eendrachtige samen werking de geesel der werkloosheid zich steeds minder zal doen gevoelen. Maar, zult u vragen, mijnheer de Burgemeester, wat is hier in mijn gemeente gedaan voor de zedelijke opvoeding? Reeds de zen dag zult u ervaren, dat onze bevol king ook op dit gebied niet achter blijft. Ik wil hier dan eerst wijzen op onze zoo zeer hekende, ja beroemde harmonie ën, zoowel in Loonopzand, Kaatsheuvel, als Berkdijk. Herhaalde malen bekroond met de hoogste onderscheidingen, mogen wij trots zijn op dat deel van onze jonge lingschap, dat hun tijd opoffert en zich de moeite getroost om roem te behalen op concoursen, festivals en muziekfeesten. Doch ook de zang wordt op de meest doelmatige wijze verzorgd, drie liederta- fels, 2 in Loonopzand en 1 in Kaatsheu vel, zijn hiervoor sprekende bewijzen. Ook zij hebben getoond door het behalen van de hoogste onderscheidingen met ernst hun taak op te nemen. Verder wijs ik op de Kath. Meisjesver- eeniging de K.J.V., de Jonge Werkman, de Gymnastiekvereniging K.G.V. en de verschillende voetbalverenigingen, die allen ten doel hebben de geestelijke en lichamelijke opvoeding van onze jeugd te bevorderen. Mijnheer de Burgemeester, Uw volk is een goed en gemoedelijk volk, aanhanke lijk en trouw aan haar Burgemeester. Ook rustig en volgzaam, zoodat de politie, die met ernst haar taak opneemt, zelden be hoeft op te treden. Maar, mochten er ooit in den loop der jaren, moeilijke tijden voor U en Uw bestuurders komen, welnu, richt dan Uw blikken op het kruisbeeld en het portret van onze geëerbiedigde Koningin, waarmede de wanden van de ze zaal versierd zijn en Gij zult kracht en sterkte vinden Uw zware taak te vol brengen. Het is mij een eer U als Burgemeester te installeeren en U Uw ambtsketen om te hangen, er de hoop bij uitsprekende, dat Gij die steeds zult dragen bij.verschil lende plechtigheden, doch nooit behoeft cm te hangen als teeken van Uwe waar digheid om het gezag te doen handhaven. Ik eindig met de hoop uit te spreken dat de goede God U temidden van onze bevolking een lang en gelukkig leven moge schenken tot heil van Uw huisgezin en tot heil van onze gansche gemeente. Leve onze Burgemeester! Met het leve de Burgemeester stemde de stampvolle raadzaal in, waarna burgemeester Mallens in keurige woorden zijn eerste officieel woord sprak Myne Hoeren, Nu ik hier voor het eerst als burge meester dezer gemeente, in de daaraan verbonden kwaliteit van voorzitter dezer vergadering, ga optreden, is het, naar het mij wil voorkomen, een gemakkelijk te vervullen, doch dure plicht om woor den van erkentelijkheid en van dank baarheid te richten tot Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, Die mij, krachtens Haar, U zooeven bekend ge maakt, besluit van 14 Februari j.l. No. 20, heeft waardig gekeurd om dit schoo ne, hoogst verantwoordelijke ambt in deze gemeente te komen vervullen. Niet minder erkentelijk en niet minder dank baar gevoel ik mij gestemd ten opzichte Hunner Excellenties den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Commis saris der Koningin in deze provincie, die mijne benoeming hebben mogelyk ge maakt door hunne voorlichting, welke pleegt te worden ingewonnen. Indien dat nog noodig zijn moest, zou ik Hun vanaf deze plaats en op dit oogenblik boven dien gaarne de verzekering geven, dat ik de verantwoordelijkheid, die Zij ter zake te dragen hebben, zal trachten te doen zijn een licht te dragen last, een niet knellend juk. Gelijke gevoelens bezielen mij eveneens ten opzichte van allen, die aan mijne be noeming hebben medegewerkt ofwel het hunne daartoe hebben hijgedragen. Na deze korte inleiding verwacht u, mijne heeren, uiteraard myne meening te kennen omtrent het ambt van bur gemeester, meer speciaal omtrent het ambt van burgemeester in de gemeente Loon op Zand, de gemeente, die u lief is als geene andere en de behartiging van welker belangen u, krachtens den uitgesproken volkswil, meer speciaal is toevertrouwd. Gaarne wil ik onmiddellijk aan dit verlangen voldoen door de na* volgende uiteenzettingen Was reeds geruimen tijd geleden het ambt van burgemeester niet meer eene sinecure te heeten, in den tegenwoordi- gen lijd zou iemand, die dit ambt wensch te aan te duiden, zooals dat vroeger zoo vaak gebeurde, met dc niets en toch veel- zeggende uitdrukking „eerebaantje", di rect en zonder meer blijk er van geven, oat hij van het onderwerp van het ge sprek geen flauwe notie had. Voorzeker, het is en blijft nog altijd een zeer eervol ambt, maar het „eerebaantje" is nu een maal dood en begraven. Het was steeds en is nog altijd mijn innige overtuiging, dat het ambt van burgemeester groote en zware lasten op de schouders van den vervuiler van dat ambt legt en dat diens taak er eene is van de meest groote verantwoordelijk heid, welke mede voortvloeit uit de tal loos vele aan het ambt verbonden ver plichtingen. De burgemeester toch moet zijn de vraagbaak voor elk zijner inge zetenen. Hij moet de meest tegenstrij dige belangen der inwoners naar best vermogen, me! alles wat in hein is, we len te behartigen. Hij moet deze behar tiging inpassen in het kader van het algemeen belang en dan zóó, dat het be lang van het individu niet ofwel zoo min mogelijk wordt geschaad. Die vermeent door 's burgemeesters beslissing ge schaad of benadeeld te zijn, moet hij met vriendelijkheid en voorkomendheid trachten te overtuigen, dat de schade of benadeeling slechts denkbeeldig is of, wat nog minder gemakkelijk is, hy moet bij den klager het onjuist inzicht, wijl het met het algemeen belang strijdig is, trachten te doen plaats maken voor een beteren en breederen kijk op de zaken. Hij moet de man zijn bereid en in staat tot het nemen van het initiatief, zoowel in als buiten de vertegenwoordigende colleges. Doet hij dat inderdaad, dan volgt al heel vaak de opmerking, dat hy zich te veel stelt op het standpunt, dat cioor den gemeenteraad behoort te wor den ingenomen, dat hij tornt aan 's raads rechten, dat de Raad niets te vertellen heeft, dat de burgemeester een bemoeial in het vereenigingsleven is en zelfs pro beert ook daar de wetten voor te schrij ven. Maar doet hij het niet en wacht hij gaarne, initiatief-voorstellen van ande ren af, dan heet het dat hij de zaak niet behartigt, dat hij het wel gelooft en Gods water maar over Gods akker laat loopen, ciat hij oer-conservatief is, wijl hij to taal niets voelt voor het vereenigings leven en dergelijk fraais meer. Hij is uitvoerder van 's raads besluiten en van die van burgemeester en wethou ders. Maar juist dit bezorgt hem altijd de noodige critiek. Immers ofwel hij is te streng in de uitvoering en doet niet wat de raad bedoeld heeft of hij doet wat de raad onmogelijk bedoeld hebben kan, of wel hij voert de besluiten uit overeen komstig de daaraan ten grondslag gele gen hebbende bedoeling en wordt dan dadelijk beschouwd als iemand, die niet onpartijdig is, want vrienden en kennis sen spaart, die dus verschil gebruikt en 's raads besluiten aan zijn laars lapt. Hij is hoofd der plaatselijke politie. Wil hy als zoodanig een nauwgezette plichtsbetrachting van zijn ondergeschik ten, en wie zou dat nu niet willen, on middellijk is hij in veler oog geworden een man, die niet eens de zon in het water kan zien schijnen, iemand, die den menschen nu letterlijk niets gunt. Han delt hij anders, dan is het weer: de poli tie is de baas, de politie doet niets, waar voor hebben we nu eigenlijk politie, moe ten wij die dure kerels maar betalen om niets te doen? Ziehier, mijne heeren, slechts een greep uil de lade, waarin de bescheiden zijn opgestapeld, nopens wat een burge meester zijn moet. Ik spreek hier nu nog niet eens van wat men aan de Rijks- en provincale regeering van hem verwacht. Het beste is in ieder geval, indien hij steeds maar gaat zitten in het hoekje waar de slagen vallen. Immers hij is zoo in den loop der jaren daarvoor en daar- uoor vrijwel immuun geworden. Ik heb dit alles niet aangehaald om daarmede te kunnen aantoonen, dat de op mijn schouders gelegde plichten en de aan mijn ambt verbonden verant woordelijkheid mij doen terugdeinzen of doen terugschrikken of in staat zouden zijn mij tenecr te drukken. Integendeel. Al blijft natuurlijk waar het „honos habet onus" (wie waardigheid bekleedt heeft er den last van), ik ben hier gekomen om die plichten te vervullen, welke mijn ambt mij oplegt of zal opleggen. Ik ben hier om de aan het ambt ver- bondenverantwoordelijkheid ten volle te dragen. De lasten aan het burgemeester schap verbonden zullen al mede ten volle door my en door mij alleen gedragen worden. Had ik in het verleden anders gedaan, had ik mijn plichten niet volkomen en nauwgezet vervuld, had ik de lasten niet gedragen zooals het behoort, had ik de verantwoordblykheid niet volkomen voor mijn rekening genomen, mijne heeren, geloof me, ik stond dan thans niet hier. Er is, vooral in den tegenwoordigen tijd, waarachtig keuze genoeg. De tijd van Jan Sali, de tijd der nietsnutters, de tijd van hen, die de kantjes er af loopen, die tijd is gelukkig reeds lang voorbij en die tijd komt, naar ik hoop, nooit meer te rug. Wil men nog wat zijn, wil men nog wat kunnen, wil men nog wat beteekenen dan behoort men te werken en hard te werken ook. En de burgemeester heelt hierin voor te gaan. Die behoort te zijn een wandelend voorbeeld van plichtsbe trachting, van werkkracht en werklust. Hij dient een stimulans te zijn voor zijn ondergeschikten, voor allen die in dienst der gemeente zijn en ook voor de wet houders en de raadsleden. Welnu, ik stel me voor dat te zijn, al dus te doen. Gemakkelijk zal dat ook in deze gemeente wel niet zyn. Immers ook hier treft men aan een door den crisis tijd geweldig geslagen industrie, een in dustrie, geslagen met nagenoeg onheel bare wonden. Als gevolg daarvan is ook hier aanwezig een arbeidersbevolking, die de ellende van dezen tijd reeds bard, heel vaak zelfs te hard, gevoeld moet hebben. Ook in deze gemeente is de nood van dezen tijd niet voorbijgegaan aan hare arbeidzame landbouwende bevolking. En ook hier zal de klasse der middenstan ders wellicht dagelijks bidden tot God, dat Hij uiteindelijk deze plage toch zal doen ophouden en haar toch weer in staat stelle het noodzakelijk levensonder houd te kunnen verdienen. In verband hiermede en ter illustratie van hetgeen ik zooeven zeide, nam ik met meer dan gewone belangstelling, kennis van het zoo nas uitgek

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 2