r/
4
W--*
De wonderbaarlijke geschiedenis
van een Paaschei.
0
r-
r—
4 -r
r
r
-4
Zoo'n haast hadden ze, dat sommigen struikelden
en languit in de wolken vielen.
Er heerschte groote opwinding in
Wolkenland de wol ken kin der lj es
fluisterden opgewonden tegen elkaar,
over de verrassingen, die zouden
komen; Maar niemand wist iets
zeker. Moeder Zon lachte alleen, als
de kindertjes haar vroegentante
Maan trok een heel geheimzinnig
gezicht en verstopte zich achter de
wolken. Maar dit wisten de wolken-
kindertjes zeker, het Paaschfeest zou
dit jaar heel bijzonder gevierd wor
den in Wolkenland. Ze holden dooi
de wolken en staken hun kleine
neusjes in alle hoeken en gaatjes,
Ze slaken hun kleine neusjes in
alle hoeken en gaatjes..
maar ze konden niet vinden, waar
de verrassing uit bestond.
Eindelijk was het Paaschmorgen
Moeder Zon stond groot en stralend
aan den hemel. De wolkenkinder-
tjes waren nog nooit zoo vroeg uit
hun donzen bedjes gesprongen.
Achter elkaar holden ze naar
Moeder Zon. Zoo'n haa^t hadden
ze, dat sommigen struikelden en
languit in de wolken vielen. Maar
toen stonden ze stil van verbazing,
want daar voor hen op een tafel
stonden allemaal Paascheieren uit
gestald 1 En zulke groote....
»Ooooh,» deden de wolkenkin-
dertjes, »wat mooi I» Toen holden
ze er naar toe, om te zien, welk ei
voor ieder van hen bestemd was.
Want Moeder Zon, die wel wist, dat
de wolkenkindertjes ook wel kunnen
kibbelen, had bij ieder ei geschreven
voor wie het bestemd was. Tinkie,
het kleinste wolkenkindje had een
ei, zoo groot als hij zelf was. Met
de grootste moeite kon hij het
dragen. Het was heelemaal van cho
colade. Tinkie wist van blijdschap
niet, wat hij doen moest.
Heel voorzichtig droeg hij het op
zijn armpjes voor zich uit. Het ei
was zoo groot, dat hij er haast niet
overheen kon kijken. En toen ge
beurde het ongeluk.... Tinkie stapte
in een gat, kon zijn evenwicht niet
meer houden en.... viel met zijn ei
naar beneden. Van angst deed hij
zijn oogjes stijf dicht. De wind
suisde langs zijn ooren.
BoemMet een schok kwam hij
op de aarde. Gelukkig op een plaats
waar dik gras groeide, zoodat het
ei niet brak. Tinkie, die zijn oogen
open deed, zag nog net hoe een
paar hazen verschrikt wegsprongen.
Tinkie zag nog net hoe een paar
hazen verschrikt wegsprongen.
Daar stond kleine Tinkie nu op de
aarde. Aan den hemel zag hij Moeder
Zon, maar die was zoo ver weg
Verdrietig stak hij zijn armpjes naar
haar uit. Er dreven een paar kleine
wolkjes. Tinkie zag hoe zijn broertjes
en zusjes met angstige gezichtjes
naar beneden keken. Ze hadden
hem zeker zien vallen. Kijk, nu
gingen ze Moeder Zon waarschuwen.
EIEREN ZOEKEN.
Paschen, 's morgens tegen achten,
liggen, goed verstopt, te wachten
eieren met gekleurde schaal
voor een feestelijk Paaschonthaal.
Paaschhaas wijdde aan hem z'n zorgen
en hij heeft ze goed verborgen
in de boomen, achter hekken.
rioen ging hij de kinderen wekken.
Kijk, daar komen allen aan,
Vader, Moeder, achteraan
Hans en Lucie, Frits en El
en de trouwe hond Fidel.
Frits klimt dadelijk in den boom
»Wat een ei het is een droom I
Dik en rond, van chocola».
Hans haalt ook zoo'n ei voor mij.
Lucie treft het nog het best,
grijpt terstond in 't volle nest
en 1-idel denkt: «Hondenmagen
kunnen ook een ei verdragen
Kleine El heeft ook wel zin
in een ei en bijt er in
maar blijft dan verwonderd staan
omdat 't ei niet stuk wil gaan.
't Ei, dat zij had opgebeurd,
was eenvoudig bruin gekleurd.
Ma zegt»Geeft het hier maar El,
opdat ik het strakjes pel».
Zoo heeft Paschen ingezet
met de leuke eierpret.
Allen zijn nu zeer voldaan,
en kunnen aan het smullen gaan.
E. W.
Die schrok Tinkie wuifde met zijn
handje naar haar.
»Hier ben ik, hier ben ik». Ge
lukkig, nu zag ze hem. Twee zonne
stralen schoten naar benedenpak
ten Tinkie voorzichtig vast en vlogen
met hem naar Wolkenland terug.
Het ei bleef liggen, dat was precies
in een klein kuiltje terecht gekomen.
«Mijn ei», zei Tinkie boven ver
drietig. Maar Moeder Zon was zoo
blij, haar kleine Tinkie weer terug
te hebben, dat ze hem dadelijk een
heeleboel kleine eieren gaf. Eén
groot was te gevaarlijkTinkie
mocht weer eens naar beneden
vallen. Dan zou hij zich kunnen
bezeeren.
Ondertusschen lag het ei in het
warme zandkuiltje.
Daar kwamen twee kuikens aan
gestapt. Kleine gele donzen balletfes.
Het waren Wiep en Piep, die een
wandelingetje waren gaan maken,
zonder dal hun moeder het wist.
»Wat is dat voor een groot ding
zei Wiep verwonderd tegen zijn
zusje. Die liep er eens om heen.
»Het lijkt wel een Paaschei, maar
een heel groot
»Ik weet wat», riep Wiep plotse
ling. »We gaan er een wip van
maken
Dat vond Piep goed. Wiep die de
sterkste was, plukte een sleutelbloem
af en legde die dwars over het ei.
»Ik ben zwaarder, ga jij maar aan
den kant van de bloem zitten», zei
hij tegen Piep.
Zoo gezegd, zoo gedaan 1 Het ging
heerlijk. Op en neer, op en neer.
Maar de pret duurde niet lang, want
daar kwam Moeder Kip aan.
Heerlijk ging het! Op en neer,
op en neer.
»Leelijke, ondeugende kinderen»,
riep ze al van ver. Wiep en Piep
schrokken en sprongen tegelijk op
den grond. »Naar huis» riep Moeder
Kip, »en gauw, anders krijg jullie
van vader».
Of ze liepen, Wiep en PiepIn
een paar tellen waren ze in het
kippenhok. Gelukkig had Vader
niets van hun ondeugendheid ge
merkt.
Weer lag het ei alleen. Maar niet
lang.
Heel toevallig kwam de Paasch
haas, die een wandelingetje deed
langs het plekje.
»Een Paaschei en wel zoo'n groot I
Hoe komt dat hier? Dat zal een of
ander menschenkind wel verloren
of vergeten hebben Ik zal het maar
mee naar huis nemen I»
Voorzichtig raapte hij het mooie
ei op en droeg het op zijn voor-
pooten naar huis.
Het was een heel leuk huis, waar
de Paaschhaas met zijn vrouw en
dochtertje woonde, n.l. een groote
vuurroode vliegenzwam.
Klazientje, het dochtertje stond
juist voor de deur, toen Vader
Paaschhaas eraan kwam stappen.
»Wat hebt U daar?» vroeg ze
verwonderd, toen ze zag, wat hij in
zijn aimen droeg.
»Dat heb ik gevonden», was het
antwoord. »Ik weet niet van wie
hoort.»
»Oh, Vader», riep Klazientje, »dat
treft prachtig. Ik ging daar straks
langs het kleine hutje, dat daar mid
den op de bei staat en toen hoorde
ik een vreemd geluid. Ik gluu rde
voorzichtig naar binnen en daar zag
ik de vrouw die rr woont, zitten
snikken. Haar dochtertje, U weet
wel, dat kleine meisje, dat altijd
broodkruimels voor de vogels strooit
en dat zoo lief zingen kan, is ziek.
Nu had de moeder haar graag een
Paaschei gegeven, maar daar had
ze geen geld voor. Kunnen we haar
nu dit ei niet geven
Nadenkend streek de Paaschhaas
langs zijn snor.
»Dat is een idee», zei hij toen.
»Ja, dat zouden we wel kunnen
doen. Het kleine meisje heeft mij
eens uit een val gehaald, waar ik
in geloopen was. Maar, dan zullen
Wie helpt!
Lu
i T"
1T
1""
r
t—
Lu
O
i—
L#
j
r.K
r
-
-
L
r
r
L L"
De Paaschhaas heeft voor dit kleine
meisje zes eieren verstopt. Wie helpt
haar den weg te vinden om bij de
eieren te komen
TANTE TINE.
we het ei eerst een beetje opknappen.
Er zit zand aan en dat staat niet
mooi I»
KI «zientje bracht gauw verf en
een penseel en even later zat vader
Paaschhaas op het bankje voor zijn
huis te werken. Een pracht ei werd
Vader Paaschhaas zat op het bankje
voor zijn huis te werken.
het. Klazientje en haar moeder waren
sprakeloos van bewondering.
Eindelijk was vader Paaschhaas
klaar.
»We zullen het met zijn drieën
weg gaan brengen», stelde hij vast.
»Ik draag het Paaschei en jullie
moeten aankloppen. Dan leggen we
het neer en hollen weg 1»
Vlak voor de deur van het hutje
legde vader Paaschhaas het mooie
ei neer; Klazientje en moeder gaven
een paar harde kloppen tegen de
deur en weg sprong de hazenfamilie.
De vrouw, die binnen zat, had
verwonderd opgehoord. «Wie klopte
er bij ons aan Ze deed open, maar
zag niemand. Toen viel haar blik
op het prachtige ei.
»Oh, zei ze, dat heeft vast iemand
voor mijn zieke meisje gebracht
Haastig raapte ze het op en liep
naar binnen.
»Kijk eens, Pleuntje, wat er voor
je gebracht is
Het meisje sloeg haar oogen open
en toen ze het groote ei zag, dat
haar moeder haar voor hield stak
ze haar handje er naar uit. »Voor
mij Oh, wat mooi
Ze wilde het aanpakken, maar
doordat het zoo zwaar was, kon ze
het niet houden en viel het op den
grond.... »Oh», zeiden de moeder en
het meisje tegelijk. Want daar voor
hen blonk tusschen de stukken
chocolade een ster, zoo helder en
schilderend, dat ze hun oogen haast
niet open konden houden.
Het was de ster, die tante Maan
aan haar neefje Tinkie cadeau had
willen doen.
«Een diamant», zei Pleuntje's
moeder ademloos. »Pleuntje, kind,
nu zijn we geholpen. Ik zal een
dokter voor je uit de stad laten
komen en dan word je weer beter 1»
»Ik droomde, mam, dan 'n engeltje
het ei voor me naar beneden bracht»,
zei het meisje. »Zou 't waar zijn
«Misschien wel», antwoordde de
moeder.
Den volgenden dag ging ze raar
de stad om den diamant in te wis
selen voor geld. Ze kreeg er een
heeleboel voor en haar heele verdere
leven kon ze onbezorgd met haar
dochtertje in een huisje op de hei
blijven wonen.
Voor de hazenfamilie werd ook
goed gezorgd, want er ging geen dag
voorbij of Pleuntje strooide heerlijke
koolblaadjes en aardappelen voor
hen.
Zoo had het ei, dat uit den hemel
viel, een heeleboel goede dingen op
aarde tot stand gebracht.
R. v. B.
MET PENSEEL EN VERT.
Het is een oude, aardige gewoonte
om met Paschen eieren te beschil
deren. Het meeste succes hebben we
met gezichten en het is ook werke
lijk aardig een ontbijttafel te zien
met al die »kijkende» eieren.
Het is een kleine moeite om dit
jaar als verrassing de eieren voor
moeder te beschilderen. En je zult
eens zien, hoe leuk ze het vindt.
Op Paaschmorgen sta je dan een
beetje vroeger op, neemt penseel en
verf en verft van allerlei op de
eieren.
De voorbeelden hier zijn gemak
kelijk na te maken. Zijn ze klaar,
dan zetten we ze in het eierdopje.
Willen we het heel mooi maken,
dan vouwen we van papier, mutsen
en hoeden, die we he hen opzetten,
of we vleehten van wol kleine haar-
vlechtjes, die we er aan plakken.
Zoo zijn er allerlei aardige ver
rassingen, die we voor de ontbijt
tafel kunnen bedenken en vooral
als je er een paar uurtjes tijd voor
neemt, kun je heel wat grappige
dingen maken.
OOM KEES.
Oplossingen.
1 Best, vat, ver, vast, beest, bas,
ster; Bestevaer.
2 Stam, niet, ver, man, das, neef,
nier; ministerie van defensie.
3 A
esp
Assen
nee
n
4 Ar, aar, aard, aarde, aarden.
VROOLIJK PAASCHFEEST
VOOR DE JEUGD
'HA
-1 V-
i
i i
-rul r,
I-
1 l_
-4 U-
-J V—
-4 fc—
—4
—4 i-
L
-< h-
|b.
«4 f—
-H
T
1
1
-4 f-
—4 w
d
L L L