ft r
ONS
PCUQD
Ons Ws3k$>raatje.
No. 29. Zaterdag 7 April 1934. 57e Jrg.
TWEEDE KLAD.
Ons dunkt: een kleedingspraatje
is wel van pas gedurende deze
eerste mooie ientedagen, welke we
mochten beleven, 't Is al sedert
jaar en dag, dat de mensch bij de
herwaking van de natuur zich zelt
naar de nieuwe eischen van tijd en
seizoen tooit, m.a.w. op z'n Paasch-
best tracht tc verschijnen. Een paar
decennia terug had die metamor
phose nog niet zooveel om het lijf.
Het trouwpak van jaren her werd
eens ontvlekt en opgeperst, een
nieuw overiiemd of boord, een paar
stijve manchetten, werden aange
schaft, daarmee kon de seizoen-
wisseling behoorlijk worden aange
geven. Oude plunje werd vernieuwd
door verjonging eer de vernieuwing
tot stand kwam door vervanging
moest een halve menschenleettijd
verloopen.
Tegenwoordig leven we sneller
en ontdoen we ons heel wat vlotter
van oude plunje zonder dat de
wereld zich er over ergert.
Wat 'n tijd I Plunje van een vorig
jaar heeft radicaal afgedaan I
We leven naar het oogenblik.
Met Paschen zaten we in een be-
huizinge langs een grooten verkeers
weg. Daags te voren was het nog
vrij koud geweest, dus brandde de
kachel lustig. We zijn trouwens nog
van ouderwetsche stempel en geven
ons niet gauw gewonnen. Maar lieve
help, wat hadden de duizenden, die
ons langs den weg passeerden, het
lente zonnetje al in hun hoofd.
Talloozen bleken hun wintersche
plunje al in een hoek te hebben
geworpen en zaten op fiets of motor
in een kleeding, welke ons deed
huiveren bij de kachel. Daar gingen
ze, luchtig en bloot 1 Het schijnt,
dat de menschheid tegenwoordig
net zoo gemakkelijk van kieediug
en toilet verwisselt als van politieke
overtuiging en principieele inzichten.
Duizenden automobilisten, motor
en fietsrijders hebben we gezien met
de Paaschdagen en velen van die
passanten hadden zich gestoken in
de grilligste voorjaaistenue's. De
opmerkelijksten onder hen echter
was het soort Übermenschen, dat
we in den kouden winter een
oogenblik uit het oog verloren
hadden en daardoor min of meer
waren vergeten. Het Paaschzonnetje
heeft ook hen wederom naar buiten
gelokt. Daar gingen ze, de lange
spichtige gras-eters, in d'r bloote
knieën, met een roode of blauwe
blouse, naakte armen, een apenbril
op d'r spitse neus, een plakkerige,
piekerige scheiding in het haar,
blootshoofds, torsende een rugzak
met appelen en noten. Het vrouwelijk
deel draagt knierokken en heeft
een kort, los manteltje over de
mannelijke blouse, aan een schou
derriem hangt een veldllesch met
onvervalscht pomp- of leidingwater.
Ze dragen sandalen aan de voeten
en het hoofd dezer vrouwen is in
niets onderscheiden van dat van
haar mannelijke genooten.
Ze loopen, omdat elke andere
manier van gaan ze minderwaardig
voorkomt. Ze worden gepasseerd
door honderden auto's en duizenden
fietsen, maar hebben er geen oog
voor. Ze ersmachten misschien van
den dorst, maar loopen met een zeer
demonstratief meerderheidsgevoel
langs een caféterras, waar de levens-
zwelgers gezeten zijn, die zich te
buiten gaan aan limonade, of zich
verdoen aan schuimend bier.
Ze zien u niet en ze zien mij
niet, deze ascetische figuren dwalen
tusschen de vulgaire massa als
ongegrepen goden en godinnen,
welke superieuriteit alleen door hen
zelve wordt aangevoeld en hoogelijk
gewaardeerd. Ze dolen tusschen ons
nolens volens omdat ze de
heirwegen nu eenmaal behoeven
om ten slotte te geraken tot de
natuur, welke ze zoeken, de zuivere
natuur van bosch en wei, van beemd
en hei.
De stakkerds Zoek ze daar I uiten,
in de natuurlijke verlatenheid, maar
niet, want men vindt ze er slechts
sporadisch. Deze geëxalteerden zijn
altijd op weg naar de natuur, ze
zijn deze altijd zoekende, maar het
is, of het noodlot ze er van ver
wijderd houdt.
Ze paradeeren steeds daar, waar
de »gewone« menschheid tesamen
stroomt, om er door een volko
men negatie op te vallen en er
zich te koesteren in hun gevoelen
van zelfverhevenheid.
Ja, ook deze maniakken pro
ducten van moderne zelfgenoeg
zaamheid, oppervlakkiggeid en ver
watenheid, hebben zich met deze
zonnige Paaschdagen weer op den
weg vertoond.
In haar oude, onsmakelijke plunje.
BUITENLAND.
De Katholieken in Duitschland.
ȟe Katholieke pers overbodig
Het Landgerecht te Duisburg heelt
gisteren een voor de geheele Duitsche
pers belangrijk vonnis geveld in de
volgende zaak. De uitgevers van de
katholieke »Neuer Tag« hadden
tegen een colporteur van de Nat.
soc. National zeitung te Essen een
actie ingediend wegens oneerlijke
concurrentie. De colporteur had bij
zijn pogingen om abonné's te werven
dreigementen gebruikt jegens hen
die zich niet wenschen te abon-
neeren
De rechtbank heeft de aanklacht
afgewezen op grond dat de z.g.
katholieke pers heden ten dage een
overbodige instelling is.
De bisschop van Freiburg heeft
in een preek, die zeer de aandacht
heeft getrokken, den moeilijken toe
stand behandeld, waarin de Katho
lieke Kerk in Duitschland verkeert.
Men verwacht thans, dat het
overigens zeer gematigd optreden
van de Duitsche bisschoppen met
een woesten tegenaanval van de
nalionaal-socialisten zal worden be
antwoord, waarbij in de eerste
plaats de katholieke bladen het
zullen moeten ontgelden.
Hitler en Duitschland's weermacht.
In een gesprek met een Engelsch
journalist heeft Hitier o.m. de
volgende verklaringen afgelegd
»Iedere vertegenwoordiger van
een groote mogendheid zal bij zijn
bespreking met mij vinden, dat ik
met volkomen openhartigheid zeg,
wat Duitschland bereid is te doen
en dat ik mijn eischen niet hooger
stel dan noodig is. Wanneer ik
>ijvoorbeeld zeg, dat wij een weer
macht van 300 000 man noodig
hebben, dan ben ik er niet voor te
vinden later genoegen te nemen
met '250.000 man.
Ik wil Duitschland's woord- en
handteekening weer doen gelden.
Onder geen omstandigheden zal ik
mij onderwerpen aan een dictaat.
Wanneer ik er eenmaal van over
tuigd ben, dat een bepaalde koers
de eenige en juiste voor mijn volk
is, dan blijf ik dezen koers houden
wat cr ook gebeure. En wat ik doe,
dat doe ik openlijk.
«Niemand zal zich meer dan ik
erover verheugen, wanneer de
wereld zou ontwapenen. Wij zouden
al onze krachten willen wijden aan
productieve doeleinden. Maar als
staatsman, die verantwoordelijk is
voor het welzijn van zijn land, kan
ik niet toelaten, dat Duitschland
wordt blootgesteld aan de moge
lijkheid overvallen te worden door
een buurstaat. Slechts om die reden
eischen wij een weermacht, welke
voldoende verdedigingsmogelijkheid
biedt«.
BINNENLAND.
Opgewekt leven in de R.K.
Staatspartij.
Er heerscht in de ra igen der R.K.
Staatspartij een opgewekte activiteit.
Wij lezen in het maandblad De R K
Staatspartij";
De voorlichtingsactie wordt tot heden
over het geheele land met onvermin
derd enthousiasme voortgezet. Een
verrassende belangstelling voor het
staatkundig gebeuren blijkt alom te
bestaan. Al de rapporten, welke bij
ons binnenkomen,spreken over,groote
belangstelling", .eivolle zalen", .leden
winst", .oprichting van nieuwe afdee-
lingen" enz.
Verheugend is het ook, steeds weer
kennis te mogen nemen van de op
richting van nieuwe kernen.
En nog steeds komen er nieuwe
aanvragen voor sprekers en propa
gandamateriaal binnen. De brochure
„Houzee of Houvast" is uitverkocht
en toch blijven de bestellingen bin
nenkomen. Blijft dit in voldoende
mate doorgaan, dan zal een vierde druk
overwogen dienen te worden.
Sinds de oprichting van onzen dienst
werden meer dan 300 vergaderingen
.bemiddeld" welk aantal nog steeds
van dag tot dag stijgt En dan te weten,
dat een groot aantal afdeelingen haar
bijeenkomsten hebben georganiseerd,
zonder van de diensten der Centrale
Propaganda gebruik te maken.
Ook het aan de Kernen gerichte
verzoek om het abonnementsaantal
van ons orgaan uit te breiden, is niet
zonder succes gebleven. Dagelijks
komen nieuwe opgaven binnen. De
oplaag is sinds verleden maand met
meerdere honderden exemplaren ge-
stegen, terwijl nog slechts een klein
gedeelte der Kernen haar .buit" heeft
toegezonden. Dat belooft iets, wanneer
alle opgaven zullen zijn binnenge
komen.
Amsterdam's zesden wethouder.
De gemeenteraad van Amsterdam
heeft tot wethouder benoemd de heer
Jan ter Haar Jr., in de vacature-
Abrahams.
De werkloosheid daalt.
De Directeur van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en Ar
beidsbemiddeling deelt mede, dat de
werkloosheid onder de 593 000 leden
ingevolge het Werkloosheidsbe-
346 596 personen, waaronder 334 713
mannen
Op 24 Februari 1934 bedroeg het
totale aantal werkloozen 359 511 per
sonen. Het aantal werkloozen is dus
gedaald met 12.915
Werkfonds193b geïnstalleerd.
De minister.president, dr. H. Colijn,
heeft geïnstalleerd het .Werkfonds
1934", dat, zooals men weet, is inge
steld voor de uitvoering van het 60
millioen plan der regeerirg ter bestrij
ding van de werkloosheid. De minister
wees er op, dat de werkverschalfing
onvoldoende uitkomst biedt voor het
euvel der werkloosheid. Want al
vinden ook 50.000 gezinshoofden en
kostwinners daardoor arbeid, toch kan
men daarmede niet tevreden zijn. De
regeering acht méér werkgelegenheid
noodzakelijk en vooral acht zij het
noodig, dat onze geschoolde arbeiders
in hun eigen vak weder kunnen worden
te werk gesteld. Vandaar het voor
nemen om een aantal normale werken
te vatten.
van
sluit 1917 gesubsidieerde vereenigingen
in de week van 5 tot en met 10 Maart
1934 heeft bedragen 25 4 pCt. In de
vorige verslagperiode (19 tot en met
24 Februari) bedroeg het percentage
26 9; de werkloosheid is dus in den
loop van twee weken gedaald met
1 5 pCt. In de overeenkomstige week
van het jaar 1933 bedroeg de werk
loosheid 30 3 pCt
Op 10 Maart 1934 waren werkloos
aan
Nederland toch op de Expositie
te Brussel?
Eenigen tijd geleden heeft de
Nederlandsche regeering aan den
commissaris generaal van de interna
tionale tentoonstelling welke in 1935
te Brussel zal worden gehouden, laten
weten dat NederDnd om financieele
redenen niet officieel aan de tentoon
stelling zou kunnen deelnemen. Deze
mededeeling heeft in officieele Bel
gische kringen teleurstelling gewekt,
vooral omdat de betrekkingen tusschen
beide landen van den meest vriend,
schappelijken aard zijn.
Van Belgische zijde zijn daarom
stappen gedaan om de Nederlandsche
regeering te bewegen op haar besluit
terug te komen en naar de Msb ver-
neemt, hebben deze pogingen succes
gehad. Nederland zal een paviljoen
op de tentoonstelling krijgen en de
regeering onderzoekt op het oogenblik
op welke wijze zij haar beslissing zal
kunnen herzien.
Onderhandelingen tusschen
Nederland en Engeland.
De onderhandelingen tusschen de
Nederlandsche en de Engelsche regee
ring over de regeling van de handels
betrekkingen tusschen beide landen,
zullen aan het einde dezer maand te
Londen beginnen.
Flinke inkomsten bij P.T.T.
Het staatsbedrijf van de P.T.T.
heeft in de eerste twee maanden van
dit jaar ruim 5'ton meer ontvangen
dan de begrooting en 4!/a ton meer
dan in deze maanden van het vorige
jaar.
Zonder schriftelijke toestemming is eeni B'e overname uit deze rubriek verboden.
„VERBODEN TOEGANG.'*
»()b, wat jammer, wat jammer!»
De tranen stonden in Lenie'soogen,
toen ze naar het bloemperk keek,
waar gisteren nog prachtige narcissen
stonden en die nu kapot getrapt
waren.
»Iemand moet het vannacht ge.
daan hebben», zei Jaap, haar broer.
«Misschien wel een paar honden».
»Wie het gedaan heeft is minder.
Maar wij hebben nu geen bloemen,
om naar moeder te brengen, als we
haar morgen gaan bezoeken».
De moeder van de kinderen lag
in liet ziekenhuis van het kleine
stadje en Jaap en Lenie hadden
bloemen voor haar mee willen
nemen. Dat kon nu niet meer, want
in den nacht was het heele bloem
perk verwoest.
Langzaam liep er een traan langs
Lenies neus. Jaap dacht even na.
Als we eens naar het bosch gingen
je weet wel, naar die plek waar we
verleden jaar met moeder heen zijn
geweest. Daar was een heele plek
met narcissen. Laten we daar van
middag naar toe gaan, dan kunnen
we er net zooveel plukken als we
willen 1»
»Goed», riep Lenie verheugd.
Het was een lange wandeling naar
het bosch, maar het was zulk heer
lijk weer, dat de kinderen het niets
naar vonden integendeel, fijn
Toen ze bij het plekje kwamen,
waar de narcissen groeiden, klapte
Lenie in haar handen van vreugde
»Oh, wat zijn ze mooiVeel en
veel mooier dan verleden jaar. Wat
zal moeder ze beeldig vinden. Laten
we er heel veel plukken».
Ze begonnen te plukken, voorzich
tig om niets te beschadigen.
Zijn ze niet prachtig riep Lenie.
»We kunnen....»
Ze sprak niet verder, want ze werd
door een ruwe stem onderbroken
»Hé jullie booswichten, wat zijn
jullie daar aan het uitvoeren
Een man in een donkergroen pak
kwam met groote stappen op hen af.
»We plukken wat bloemen voor
moeder, die ziek is», stamelde Lenie.
»Wel dan zou ik ze maar gauw
neerleggen. Kun je niet lezen
»Jawel, mijnheer
»Dan zijn er bordjes genoeg,
waarop je had kunnen zien, dat
deze bosschen particulier eigendom
zijn», zei de boschwachter boos.
»De baron maakt korte metten met
overtreders».
»Maar we doen geen kwaadzei
Jaap opeens.
«Geen kwaad, geen kwaad Jullie
verjagen de vogels, die aan het
broeden zijn. Leg die bloemen maar
neer en maak dat je weg komt
Lenie keek hem smeekend aan
«Mogen we de bloemen dan niet
houden Ze gaan toch dood, als ze
hier blijven liggen 1»
»Je hebt gehoord, wat ik gezegd
heb. Maak maar dat je weg komt,
want daar is de baron zelf al en die
zal je niet zoo gemakkelijk laten
gaan als ik!»
Door het kreupelhout zagen de
kinderen een anderen man naderen
hij zag er norsch en boos uit, Met
een zucht liet Lenie haar bloemen
vallen. Jaap pakte haar bij de hand
en ze holden weg.
»Wat een nare man», zei Lenie,
toen ze veilig en wel weer op den
weg stonden.
»Nu heeft moeder heelemaalgeen
bloemen. Laten we naar huis gaan
Maar toen ze een paar stappen
gedaan hadden, hoorden ze plotse
ling gejank uit het bosch. Ze stonden
stil.
»Het lijkt wel een hondzei
Jaap, terwijl hij door de boomen
tuurde.
»Ja, ik zie het't is een jonge
hond zijn pootje zit ergens in Ik
zal er heen gaan».
Kijk eens» Lenie wees hem op
een bordje, waarop met duidelijke
letters stondVerboden toegang.
Overtreders worden gestraft.
»Durf je wel. Als de....» Maar
Jaap luisterde al niet eens meer, hij
was het bosch al ingesprongen. Het
hondje kermde, de jongen zag, dat
zijn pootje in een strik gevangen
zat. Het losmaken was het werk
van een oogenblik.
»Daar», zei hij, toen het hondje
met zijn staartje kwispelde. »Ga
maar gauw naar huis, anders jaagt
de baron je weg. Ga danMaar
het hondje ging niethet hinkte
achter Jaap en Lenie aan en ten
slotte nam het meisje het kleine
dier op haar arm.
»Wat een lief beestje», zei ze, toen
een ruw tongetje haar wang likte.
»Van wie zou het hooren, Jaap'?
Het heeft geen halsband om. We
zullen het maar mee naar huis
nemen, want we kunnen het hier
niet achterlaten.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Thuis
gekomen waschte Lenie het gewonde
pootje en deed er een verband om,
terwijl Jaap een mandje met stroo
vulde en het bij het vuur zette. Daar
lag het diertje, toen hun vader thuis
kwam.
«Zoolang niemand er naar vraagt,
mogen jullie het houden, kinderen»,
zei hij en Lenie was zoo blij, dat ze
alles van de bloemen vergat.
Maar den volgenden ochtend her
innerde ze zich, dat zenumetleege
handen naar moeder moesten gaan
dien middag.
»Wat een nare man is die baron.»
Tingelingeling.
Hard klonk de bel van de voor
deur. Lienie sprong op en keek door
het venster naar buiten. Ze werd
heelemaal wit en greep haar broer
bij den arm.
»Oh Jaap, het is een agentEn de
baron is bij hem Zou hij ons ko
men halen en in de gevangenis
stoppen
Tingelingeling
De agent belde weer; Lenie deed
de deur open de agent tikte aan
zijn pet. Hij zag er heelemaal niet
boos uit.
«Goedenmorgen, jonge dame 1 Hier
is de baron hij heeft een waarde
volle jonge hond verloren en Uw
vader zei, dat U er een gevonden
had».
«Een wit en zwart gevlekte hond»,
knikte de baron. Terwijl hij sprak,
was het hondje uit zijn mandje ge
sprongen en hinkte nu op drie
pootjes met een kwispelend staartje
op hem af.
»Dat is ie 1» riep de baron.
«Waar vond je hem En naar Lenie
kijkend, »wat heeft hij aan zijn
pootje
Hij stapte naar binnen. Lenie ver
telde alles. De baron keek haaron
derzoekend aan.
»Dus jullie waren die kinderen,
die gisteren in het bosch liepen
»Ja, Ja, mijnheer» stamelde Lenie.
»We wilden wat bloemen plukken
voor moeder, die in het ziekenhuis
ligt. We wisten niet, dat het niet
mocht
«Mijn bosch wachter was wat streng
voor jullie. Jullie hadden de bloe
men wel mee mogen nemen Maar
het is gelukkig nog niet te laat om
alles goed te maken. Jullie gaan
zeker vanmiddag je moeder bezoe
ken, niet?»
»Ja, mijnheer»,
»Wel, mijn auto staat voor de
deur», zei de baron. »Ik denk dat
er in mijn tuin nog veel mooiere
bloemen staan, dan in het bosch.
en dan mag je ook eens in de kas
kijken. Daar staan zeldzame bloemen
en er zijn ook vruchten. Denk je
dat je moeder daar van houdt?»
Het antwoord hierop was de kreet
van verrukking, die moeder gaf,
toen ze de kinderen 's middags de
zaal op zag komen met hun armen
vol bloemen en fruit.
»Is het niet geweldig?» vroeg
Lenie, toen ze alles aan moeder
verteld hadden.
»Oh ja, en we hebben ook nog
een belooning gekregen voor het
vinden van den hond. We mochten
kiezen tusschen geld en een fiets,
die van het dochtertje van den ba
ron gehoord heeft. We hebben de
fiets gekozen».
E. W.
Raadsel.
Dit zijn 8 Nederlandsche plaats
namen, die door de ontbrekende
letters op de streepjes in te vullen,
de juiste plaats aangeeft:
1 - - 1 - t
2 - - 1 - t
3 - 1 - t
4 - 1 - t
5 - 1 - t
6 1 t
7 - - 1 - t
8 - - - 1 - t
EN DA1 ZEG'l VADER!
»Waarom kom je zoo laat uit
school?» vroeg vader aan Hans.
»Ik moest school blijven!»
»Zoo», zei vader boos, »en waar
om dan wel?»
»Ik wist niet waar de Azoren
lagen.»
«Berg dan je boel dan in het ver
volg zoo op, dat je het een volgende
keer terug kan vinden.