ri
No. 39. Zaterdag 12 Mei '34. 57e Jrg.
GEMEENTERAAD.
EETHEN.
De schoolkwestie.
Opheffing van Eelhen.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeenle, gebonden op 8 Mei
1934, des voormiddags om 10 uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer
D. F. Brune.
Secretaris de WelEdele heer D. A.
van der Schans.
Aanwezig alle leden.
Na opening leest de secretaris het
formuliergebed, waarna de notulen
onveranderd worden vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
Van den Directeur van het Kabinet
der Koningin is namens Hare Ma
jesteit een dankbetuiging ingekomen
voor het bewijs van deelneming door
het gemeentebestuur betoond met
het overlijden van Hare Majesteit de
Koningin-Moeder.
2. Adres van de ingezetenen uit
het dorp Doeveren aan den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen.
Dit adres i; in afschrift aan den
gemeenteraad medegedeeld met het
verzoek om adhaesie te betuigen aan
den Minister. Inmiddels is dit adres
echter door den Minister aan Bur
gemeester en Wethouders gezonden
met het verzoek het te willen be
schouwen als aan hun College te
zijn gericht. Er zijn dus geen termen
meer aanwezig om adhaesie aan den
Minister te betuigen.
De Voorzitter leest het adres voor
waaruit blijkt dat de ingezetenen uit
Doeveren verzoeken om hun kin
deren op kosten van het Rijk of
voor rekening van de gemeente
Eethen of Heusden of voor hunne
gezamelijke kosten van Doeveren
naar Heusden te vervoeren. De af
stand bedraagt 4.8 K.M.
Dhr. v. Buuren zegt dat de minister
er zich wel wat gemakkelijk van af
maakt. Spreker vindt dat, nu de
minister de school in Ileesbeen heeft
opgeheven, het Rijk ook maar de
kinderen naar school moet vervoeren.
De heer Donken zegt dat er iets
gedaan moet worden om den mi
nister te bewegen de dorpen ter
wille te zijn.
De Voorzitter zegt dat het gemak
kelijk is te zeggen dat er iets gedaan
moet worden. Spreker raadt de heer
Donken zelf maar eens te schrijven.
De wet bestaat eenmaal en als raads
lid legt ieder den eed van trouw aan
de wetten af. De minister kan toch
geen uitzondering maken. Spreker
vindt zelf de afstand groot. Het is
een onaangename maatregel, maar
het is overeenkomstig de wettelijke
voorschriften, die in de Staten-Ge-
neraal zijn goedgekeurd.
De heer van Buuren merkt op dat
er door den Raad tegen geageerd
moet worden, hoewel hij overtuigd
is dat het niet helpt. De Regeering
leeft zelf nog op te groolen voet en
deze maatregel vindt hij een treurig
regeeringsbeleid. huidige secretarie.
De Voorzitter zegt dat er nog wel De Voorzitter merkt op, dat niet
onaangenamere maatregelen getrof-Donken maar spreker toen dit
fen zullen worden. onderwerp ter sprake heeft gebracht.
De heer Donken zegt dat de Voor- Spreker waardeert dat de heer
zitter geen moeite heeft gedaan om Donken niet met het voorstel is
de opheffing tegen te gaan. In andere gekomen, daar het in verband met
gehuchten zijn de eenmansscholen 1 de financiën der gemeente niet
wel behouden.
De Voorzitter vraagt aan Donken
hem deze gehuchten te noemen, daar
hij niet kan gelooven dat de regee
ring met verschillende maten meet.
Op voorstel van den Voorzitter
wordt het stuk voor kennisgeving
aangenomen.
2. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten tot opheffing der gem. Eethen.
De Voorzitter leest den brief,
waaruit blijkt dat Gedeputeerde Sta
ten voornemens zijn het gedeelte der
gemeente Eethen, gelegen ten Zuiden
van de Bergsche Maas, bij Heusden
te voegen en de rest der gemeente
met Wijk te vereenigen. Het oordeel
van den Raad en een commissie uit
de ingezetenen, als bedoeld in art.
158 der gemeentewet, wordt voor 10
Juni bij Gedep. Staten ingewacht.
De heer Donken zegt dat de dor
pen Heesbeen en Doeveïen ontevre
den zijn. Door deze gemeente wordt
er voor deze dorpen niets gedaan.
De ingezetenen zouden graag elec-
trisch licht hebben. Wanneer deze
dorpen bij Heusden worden gevoegd,
zal deze gemeente onmiddellijk tot
electrificatie overgaan. Deze gemeente
kon het toch net zoo goed doen als
de gemeente Heusden. Verder merkt
spreker op dat, hoewel hij er her
haaldelijk op heeft aangedrongen, er
in deze gemeente nog steeds geen
nieuw raadhuis is gebouwd. Wanneer
het gebeurd was, kon dit een argu
ment zijn om er op aan te dringen
om niet tot opheffing over te gaan.
De Voorzitter zegt dat de heer
Donken vandaag wel wat critisch
aangelegd is. Reeds in een vorige
openbare vergadering heeft spreker
medegedeeld bereid te zijn om met
iedereen die mee wilde gaan, de zaak
in Den Bosc.i bij de P.N.E.M. te
gaan bespreken. Bij die gelegenheid
heeft spreker ook de corresponded
tie, die met de P.N.E.M gevoerd is,
voorgelezen, waaruit bleek dat de
Electriciteitsmaatschappij niet tot
aansluiting der dorpen Doeveren en
Heesbeen wilde overgaan, omdat het
net niet rendabel zou zijn.
Nadien heeft spreker nog opgaaf
der kosten gevraagd, doch hij heel t de
ze nooit gekregen. Dit komt,omdatjze
er in Den Bosch niet aan willen
beginnen en deze toestand zal ook
niet veranderen, wanneer deze
dorpen bij Heusden worden gevoegd.
Voor den bouw van een nieuw
gemeentehuis was geen geld. Spreker
merkt op dat de heele opzet van
den heer Donken verkiezings
reclame is geweest. Voor de ver
kiezing in 1931 werd er door deze
herhaaldelijk op aangedrongen en
Donken heeft toen gezegd, dat hij
met een voorstel zou komen. Na
de verkiezing heeft hij er echter
niet over gesproken.
Dhr. Donken protesteert en zegt
dat de Voorzitter hem niet tot
leugenaar moet maken, daar hij
over den bouw van een nieuw
gemeentehuis heeft gesproken in
verband met de uitbreiding dei-
mogelijk was, er ernstig over te
spreken.
Verder merkt spr. op, dat een
nieuw gemeentehuis geen argument
zou zijn om de opheffing der ge
meente te voorkomen. Donken zegt
dat hij niet begrijpt, waarom de
P.N.E.M. de dorpen Heesbeen en
Doeveren niet en andere gehuchten
zooals Luttel-Herpt wel gelectrifi-
ceerd zijn.
Spreker merkt op, dat in den
brief van Gedeputeerde Staten geen
cijfers worden genoemd, zoodat de
bezuiniging niet blijkt.
De heer G. van der Beek LGzn.
wil er den nadruk op leggen dat
het een geluk is voor de gemeente,
dat hel nieuwe raadhuis nog niet
gebouwd is daar zij, indien de op
heffing wordt verwezenlijkt, er
geen strop aan heeft. Spreker kan
echter niet zien dat de opheffing
in het belang der gemeente Eethen
is. Het zou erg nuttig zijn er iets
meer van te weten. Het schrijven
van Ged. Staten is niet overeen
komstig de waarheid. De volksaard
van Veen en die in deze gemeente
staan lijnrecht tegenover elkaar.
Tusschen de kerkelijke gezindten
en op het kerkelijk gebied in het
algemeen heerscht een niet uit te
spieken groote tegenstelling, die
iedereen, die er mee op de hoogte
is
onder oogen gezien. De Ned.
voor Tentoonstelling8belangen,
wie de Raad overleg pleegt, is
kan aandikken. Verder vraagt
spreker, welke de financieele ge
volgen zullen zijn. Wannneer Doe
veren en Ileesbeen bij Heusden
worden gevoegd kan spreker niet
anders veronderstellen of de voor
deden zullen zeer miniem zijn.
De Voorzitter geeft hierop een
overzicht van den belastingdruk,
waaruit blijkt, dat in de drie ge
meenten bijna alle belastingen tot
in maximum zijn opgevoerd. Een
uitzondering maken hierop de ge
meenten Eethen en Wijk ten opzichte
van de Personeele Belasting, waar
respectievelijk 150 en 140 opcenten
worden geheven, terwijl Wijk 80
opcenten op de gemeentefondsbe
lasting heeft tegen 100 in Eethen
en Veen. In de gemeenten Eethen,
Wijk en Veen bedraagt respectieve
lijk het aantal inwoners 2372, 2518
en 950, opbrengst gemeente-eigen
dommen 2530, 1400, 500, schulden
916161, 73450, 46000.
De Voorzitter zegt te hebben ver
nomen, dat het overgroote deel
van Doeveren en Heesbeen heeft
geteekend om bij de gemeente
Eethen te blijven.
Dhr. G. van der Beek LGz. zegt, dat
bij hem de verzuchting opkomt
waarom zoo en niet anders. Hoe
komt het, dat de gemeente, die nog
slechts 10 jaar als zoodanig bestaat,
nu uit elkaar gescheurd moet wor
den en nu een gedeelte bij Wijk
en een gedeelte bij Heusden gevoegd
moet worden. Waarom moet Veen
nu bij Wijk, daar het geografiisch
toch eerder bij Andel past.
Dhr. v. Buuren zegt, dat er tegen
woordig te veel salarissen voor
burgemeesters wordt betaald. Vroeger J landsche industrie aan de expositie
was dit een eerebaantje en de
regeering moest weer naar dezen
goeden tijd teruggaan.
Minister Colijn moest den gulden
maar laten kelderen, dan kwamen
veel menschen uit den nood.
De heer E. van der Beek gaat
met zijn gedachten van Den Bosch
naar Wijk waar hij de schuld zoekt
bij den Burgemeester van Wijk. Nu
hij Veen niet baas kan, zoodat het
bij Wijk gevoegd moet worden
moet er Eethen ook maar bij ge
voegd worden. Iets dat niet begeerd
wordt, moet maar gezamenlijk ge
dragen worden.
De heer J. A. van der Schans
kan de bezuiniging niet inzien en
naar zijn bescheiden meening, loopt
deze bezuiniging slechts over enkele
centen per inwoner. Daar tegenover
staat den grooten last, die de in
woners wordt aangedaan door den
grooten afstand, naar de secretaiie.
In dezen crisistijd is het gewenscht
dat de hoofdambtenaren ter secre
tarie de gezinsomstandigheden der
inwoners kennen, wat in een groote
gemeente uiteraard niet 't geval is
Op onderwijs, politie, brandweer
e.d. kan niets bezuinigd worden.
De volksaard is ook heel ver
schillend, hetgeen zelfs een buiten
staander, wanneer hij vanuit Gen-
deren de Polstraat te Aalburg ingaat
zal merken, naar het allemaal
handelaars zijn.
De heer G. van der Beek LGz.
zegt dat van de bezuiniging op
ambtenaren ook niet veel verwacht
moet worden daar toch een groot
deel van de salarissen van burge
meesters en secretarissen voor
ambtenaren ter secretarie zal wor
den uitgegeven.
De heer van Buuren vraagt de
meening van den Voorzitter omtrent
de vereeniging der gemeenten.
De Voorzitter zegt dat hij er in
Den Bosch nog niet over heeft
gesproken en hij het nog niet ziet
gebeuren.
De heer Donken ziet geen finan
cieel voordeel en wil een krachtig
protest voeren.
De Voorzitter zegt dat de inge
zetenen hun gevoelens doen kennen
door den Raad en de Commissie
uit hun midden benoemd, zoodat
uit het besluit dier Colleges den
wil der ingezetenen blijkt.
De Voorzitter brengt het voor of
tegen de opheffing der gemeente
Eelhen en vereeniging daarmee met
Wijk in stemming. Alle stemmen
worden tegen de vereeniging uit
gebracht.
Met algemeene stemmen wordt
besloten aan Cornelis van der
Mooren een voorschot ingevolge de
landarbeiderswet toe te staan, mits
er twee gegoede borgen ten genoege
van Burgemeester en Wethouders
worden gesteld.
BINNENLAND.
Nederland op de tentoonstelling
te Brussel.
Nu de regeering besloten heeft, met
een klein officieel paviljoen deel te
nemen aan de in 1935 te Brussel te
houden internationale tentoonstelling
heeft de Nij verheidsraad- de mogelijk
heid van een deelneming der Neder
nader
Ver.
met wie de
bereid hare medewerking te verleenen
aan het tot stand brengen van een
gemeenschappelijke Ned. afdeeling op
genoemde tentoonstelling. Door middel
van de werkgeversorganisaties wordt
een onderzoek ingesteld, of er bij de
Ned. industrie voor deze expositie
belangstelling bestaat. Tot nu toe heeft
de Raad den indruk gekregen, dat ten
aanzien van een deelneming van de
Ned. industrie aan de Brusselsche
tentoonstelling geen hooge verwach
tingen mogen worden gekoesterd.
Knoeierijen bij varkenslevering.
Na een langdurig onderzoek is de
politie er verleden week Vrijdag toe
overgegaan den 45-jarigen koopman S.
van H. te Groningen aan te houden.
Deze arrestatie hield verband met
ontdekte knoeierijen bij de leverantie
van varkens. Een aanzienlijk bedrag
zouden de varkensmesters dientenge-
volge hebben moeten derven. Thans
schijnt in deze buitengewoon inge.
wikkelde zaak meer licht te zullen
komen. Gisteren is namelijk een
tweede arrestatie geschied n.l. van den
zaakvoerder der gewestelijke varkens
centrale G N. Deze zou hebhen
samengewerkt met de handelaarvan H.
Vrijgestelden uit de openbare
lichamen.
De indiening van een wetsontwerp
waarbij bezoldigde bestuurders van
vakvereenigingen van personeel in
overheidsdienst niet verkiesbaar voor
gemeenteraden en provinciale staten
worden verklaard, is thans spoedig te
verwachten.
N.C.R.V. - Jubileumfonds 1931/.
Onder de leden van de Neder-
andsche Christelijke Radio Vereeni.
ging is de gedachte opgekomen om
ter gelegenheid van het tienjarig be
staan aan het Bestuur der N.C.R.V.
een som gelds aan te bieden voor
den bouw van een studio. Er heeft
zich uit da luisteraars een Comité
gevormd, dat voor haar plannen reeds
de instemming van het bestuur heeft
verkregen. Dit comité heeft te Utrecht
vergaderd met de leden van de Pro-
vinciale Commissies der N C R V.
Besloten is. dat een actie gevoerd
zal worden, uitgaande van deze Pro
vinciale Commissies, om tegen het
eind van het jaar aan het Bestuur der
vereeniging aan te bieden een „N C.RV.
Jubileumfords 1934*. welk fonds ten
minste f150 000 - groot moet zijn.
Voor den bouw en de volledige
inrichting van een radio studio, die
aan de eischen van de hedendaagsche
techniek voldoet, is dit bedrag niet
voldoende Gezien de moeilijke maat
schappelijke omstandigheden, meenen
de initiatiefnemers echter, dat zij
eenerzijds niet op een hooger bedrag
mogen aansturen, terwijl zij anderzijds
van oordeel zijn, dat dit bedrag zeer
zeker te bereiken is, wanneer ons
volk maar voldoende wordt door
drongen van het belang van de zaak.
Het zal bij de inzameling gaan om
een dankoffer van geheel ons orthodox-
protestantsche volk voor het zegenrijk
werk, dat de N.C R.V. gedurende 10
jaren in ons land en ver daarbuiten
verrichten mocht.
Over de wijze, waarop dit offer
gebracht zal worden, zullen te zijner
Zonder schriftelijke toestemming is eeni /e overname uit deze rubriek verbod n.
Wiesje en haar hondjes.
Toen Wiesje op een ochtend in
de schuur kwam, gromde Nora de
hond heel hard.
»Wat is dat nu, Nora?», vroeg
Wiesje verbaasd. «Waarom grom
je tegen me
Ze liep naar de mand, waar Nora
altijd 's nachts in lag, gaf toen een
schreeuw van verbazing.... want
Nora lag niet alleen, naast haar zag
Wiesje drie kleine hondenkopjes.
Ze holde naar binnen
»Vader, Mam, Nora heeft jange
hondjes bij zich Vader en Moeder
volgden hun dochtertje naar de
schuur. Nora gromde, toen ze bij
haar kwamen. Maar toen Wiesje
haar zachtjes streelde en tegen haar
zei»Wees maar niet bang, Nora.
We zullen je kindertjes geen kwaad
doen werd de hond rustig en ze
liet zelfs toe, dat Wiesje de kleine
diertjes streelde.
Vanaf dezen dag was Wiesje altijd
in de schuur te vinden. Zoodra ze
uit school kwam vloog ze naar de
schuur. En het kostte moeder
's avonds heel wat moeite om haar
naar bed te krijgen.
De jonge hondjes Flik, Flak en
Flok, waren nu al wat grooter en
mochten van moeder Nora al alleen
door de schuur loopen. Het was
zoo grappig de kleine diertjes zoo
onbeholpen over den grond te zien
loopen. Soms struikelde er een over
zijn pootjes en viel om. Dan schaterde
Wiesje van de pret.
Al haar andere speelgoed vergat
ze voor de jonge hondjes. En wat
erger was haar huiswerk soms ook.
Wiesje kreeg straf op school, kreeg
straf thuis; vermaningen van vader
en moeder, niets hielp. Al haar
vrijen tijd besteedde ze aan de
hondjes.
Toen kwam de tijd, dat moeder
Noia goed vond, dat de hondjes in
den tuin kwamen. En nu begon het
stoeien en ravotten pas goedde
drie diertjes renden elkaar na, rol
den over elkaar, liepen hard keffend
achter Wiesje; kortom hadden pret
voor tien. Moeder Nora zat goedig
te kijken, ze wist nu wel, dat Wiesje
haar kindertjes geen kwaad deed.
Flik, Flak en Flok renden dooi
de perkjes, wroetten met hun stompe
snuitjes in de aarde en maakten
zich zoo vuil mogelijk. En Wiesje....
Wiesje was na een stoeipartijtje in
den tuin zoo smerig, dat moeder
haar mee naar de badkamer nam
en haar flink waschte en kamde;
want anders mocht ze niet aan tafel
komen.
Op een middag aan tafel, zei
Vader
»Ja, Wiesje, je begrijpt zeker wel,
dat we niet vier honden kunnen
houden. Je moet er nu maar eens
over nadenken, aan wie jede hond
jes weg wilt geven 1»
Met groote kijkers had Wiesje
haar vader aangekeken. »Weg Flik,
Flak en Flok weg?» De tranen
waren in haar oogen gesprongen.
»Maar Papa, iemand neemt mij toch
ook niet van U weg
Toen had Vader haar uitgelegd,
dat ze één hond noodig hadden,
maar dat vier honden te veel van
het goede waren. «Een van de jonge
honden mag je dan nog houden
maar dan moet je er twee wegge
ven 1»
Dal
want
was
welk
moeilijk voor Wiesje
van de drie zou ze
houden Ze waren allemaal even
lief. Na lang denken besloot ze Flo
te houden, die kon zoo leuk opzijn
achterpootjes slaan als Wiesje hem
een koekje gaf. En de andere twee
Toen Grootvader op bezoek kwam,
vloog Wiesje hem om zijn hals.
«Opa, kom eens naar mijn hond
jes kijken I» Opa liet zich mee nemen
naar de schuur, waar de drie dieren
rustig in hud mandje sliepen. Ze
waren moe na hun stoeipartij. »Wat
een aardige diertjes», zei Opa. »I)eze
is lief I» en Opa wees op Flik. Will
U hem hebben, Opa
Opa keek even bedenkelijk. «Waar
om Ukkepuk.»
Toen vertelde Wiesje, dat ze er
twee weg moest geven. »Maar als U
er nu een neemt, kan ik hem nog
altijd zien 1» vleide ze. En.... Opa
liet zich overhalen.
De eenige, die nu nog weg moest,
was Flak. Toen Wiesje aan vader
vroeg, of ze hem niet mocht houden,
zei deze streng«Wiesje, ik heb
goedgevonden dat je Flok nog hield,
maar drie honden kunnen we niet
hebben.»
Wiesje had beschaamd haar mond
gehouden.
Ondertusschen was Flak er nog
altijd. Toen kwam Tine, Wiesjes
vriedinnetje een keer om de hondjes
te zien. «Weet je, ik mag een hondje
hebben voor mijn verjaardag. Nu
dacht ik, als ik Flak nam, dan kon
jij het hondje ook nog altijd zien
Wiesje holde naar binnen.
«Mam, Tine r cemt Flak
En zou gebeurde het, dat Wiesje,
ofschoon ze alleen maar Flok mocht
houden, Flik en Flak toch ook nog
altijd kon zien.
R. v. B.
VOOR DE KNAPPERTS.
Wat is hier fout
In een boek met dierenverhalen
komt de volgende zin voor: De
marter sloop omhoog langs de wijn
ranken van het huis, om bij het
nest te komen, waarin de angstig
piepende jonge merels zaten.
Wie van jullie weet, wat hierin
fout is?
Ik zeg vooruit, dat het een erg
moeilijke opgave is; maar met een
beetje opmerkingsgave en kennis der
natuur kun je het wel zien.
Oplossing volgende week
OPLOSSINGEN.
Geen voordeel zonder nadeel
Geen nadeel zonder voordeel.
Verborgen plaatsnamen
Ro'de Laren Kampen.
Raadselhoekje
el, hok, ja, ros, hek, dak, roe.
TWEEDE BLAD.