Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De ïledectarulsche Tandpasta U FEUILLETON ft h^enl" """eerste blad. De nieuwe Minister. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ens, franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.00. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons besit sijn. Mr. M. P. L. Steenberghe. Het „Nieuwsblad van het Zuiden te Tilburg schrijft: Er zijn politici geweest, die zich binnenskamers erg verwonderd, toen minister Colijn zijn kabinet vormend, daarin mr. Verschuur opnam, als minister van Economische Zaken. Volstrekt niet omdat men meende dat deze eigenlijk niet thuis zou be- hooren in het gezelschap gezagvolle en knappe staatslieden, die de nieuwe regeering gingen vormen. Integendeel mr. Verschuur had zich in 't kabinet Ruijs de Beerenbrouck een knap, werkkrachtig, slagvaardig minister getoond, die in de Kamers bovendien persona grata was, hij had er slag van de meerderheid naar zijn hand te zetten. Maar toch voor wie scherp zagen had het overnemen van Minister Verschuur ook z'n schaduwzijden. Want tegen de vorige regeering was al meer ontstemming gegroeid om haar handelspolitiek, om haar te weinig en te laat ingrijpen ter ver dediging van eigen industrie tegen de aanvallen van het buitenland Reeds had de harde werkelijkheid verklaarde doctrinaire vrijhandelaars leeren inzien dat men er met schoone theorieën niet kwam, dat actieve handelspolitiek geboden was. Maar die harde werke lijkheid had de vorige regeering in deze niet tot groote activiteit ge prikkeld. En dat kwam mede omdat de minister van Handel, Arbeid, Nijverheid, de heer Verschuur inzake handelspolitiek inzichten huldigde van geheel anderen aard dan steeds sterker ter Rechterzijde en ter Rechter, zijde niet alleen gingen leven. ^Dit was natuurlijk zijn goed recht, maar men vroeg zich toch af of de andere koers die wij hoopten, dat nu toch genomen zou worden wel werke lijk zou worden ingeslagen met minister Verschuur aan het hoofd van het departement voor Econo mische Zaken. Die vrees is niet zonder grond gebleken. Zeker, onder de nieuwe regeering heeft mr. Verschuur weer getoond te zijn een man van immense werk kracht en het zou dwaas zijn te willen beweren dat er in het laatste jaar niets gedaan is om onze indu. strieën te beschermen, ons tegen buitenlandsche maatregelen te weren Maar Verschuurs gevestigde over tuigingen in deze, die hem de toe- juichingen der doctrinaire liberale economen deden verwerven, beletten, dat er gedaan werd, wat er naar onze overtuiging gedaan moest worden om de industrie in minder peniblen toe stand te brengen. En zoo zagen wij het merkwaardige feit, dat het kabinet Colijn inzake onze handelspolitiek al meer ont- stemming en teleurstelling wekte, vooral ook in het katholieke zuiden, wijl de Katholieke minister voor Economische Zaken hier remmend werkte. Dat mocht wel heel jammer genoemd worden. Toen minister Verschuur, helaas door ernstige ziekte zich genoopt zag, H. M. de Koningin zijn ontslag aan te bieden, was het een vraag van groote beteekenis, wie hem zou op. volgen Een knap man natuurlijk moest het zijn. Indien mogelijk, waar hier een Katholiek minister aftrad, weer een katholiek, maar zou het zijn iemand die strak voortging in de lijn welke zijn voorganger zich had uit gestippeld Of iemand, die meer verwachtingen mocht wekken op aan passing bij de nooden onzer industrie, die beslister de lijn onzer handels politiek zou durven ombuigen. Dat bleef de groote vraag Nu officieus bekend gemaakt is, dat dezer dagen tot minister van Economische Zaken door H. M. de Koningin benoemd zal worden de heer mr. M. P. L. Steenberghe kan het wel niet anders of wij voelen ons daarover uiterst voldaan. De benoeming van mr. Steenberghe verheugt on9. Om zijn persoon, want wij hebben reden, te gelooven, dat deze jonge ervaren kracht in de regeering, door z'n kennis en karakter en werkkracht een waardig figuur zal maken. Omdat voorts de nieuwe minister een leidende persoonlijkheid was van het indutrieele Zuiden en van het bedrijfsleven in het land, dat door de gewijzigde economische omstandig heden op nieuwe mogelijkheden zich moet instellen. Iemand uit de praktijk van het industrieele leven hier, ook weten schappelijk volkomen onderlegd, dat DUBBEL ZUIGVERMOGEN - NEDERLANDSCH FABRIKAAT LAAGSTE PRIJS BUITENGEWONE CONDITIËN VRAAG DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE My. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. Nadruk verboden. 29) Ik vind het ellendig als je ver driet hebt, maar ik ik kan er niets aan doen, heusch niet. Dus je hebt wel medelijden met me? O, ja. Maar hoe komt het dan toch dat ik den sterken indruk van het tegen overgestelde heb gekregen? Ik kan het niet helpen, Winifred, maar ik geloof dat de fout bij jou ligt. Jij liet me ho pen, misschien zonder het zelf te wil len, dat je me gelukkig zoudt maken. Je had moeten zorgen dat die verkeer de meening niet bij mij kon postvat ten en de waarheid wel, daarmee had je me toch niet zoo rauw en on barmhartig op het lijf behoeven te val len. Ga zitten alsjeblieft. Je bent niet billijk tegen mij. Ik wist niet dat je van me Je wist niet dat ik van je hield Dat is niet waar meisje. Ik bedoel, ik wist niet dat je zooveel van me hield. Ik begreep wel dat je me aardig vond, maar ik dacht dat je. dat je. wel, zoo'n beetje met me flirtte, zooals ik misschien ook met jou gedaan heb. Sir Reginald was nu totaal van zijn stuk gebracht. Ben jij het werkelijk die ik dat hoor zeggen, Winifred hijgde bij. Het lijkt wel of ik droom en of de stem van een vreemde me in de ooren klinkt. Heb jij met mij geflirt? Maar dat kan toch niet het moet een ander meisje zijn, die me dat ver teld. Hij zweeg even, toen vervolgde hij hoofdschuddend en op langzamen triesten toon: Neen, dat komt te plot seling, zooiets moest niet mogen ge beuren. Je moet gaan zitten of weggaan, viel Winifred wild als een opgejaagd dier en schor van zenuwachtigheid uit. Haar zelfbeheersching dreigde uitge put te raken. Ja, ga liever weg, dat is beter, heusch, dat is beter. Laten we nu afscheid nemen en elkaar nooit meer ontmoeten. Als je dat met alle geweld wilt, zal ik gaan, stemde Sir Reginald ge laten toe. Het is anders wel heel plot seling. Ik ben er nog steeds niet zekei van of ik droom of niet. Maar een pret tige droom is het in ieder geval niet, voegde hij er bitter bij. Maar iets an ders: Hebben we geen nuchter-zake- lijke dingen af te spreken, voor je one op die manier weg stuurt? Ben je van plan mijn hulp net zoo van den hals te schuiven als je het mij doet. En zoo ja, hoe stel je je dan voor je er door heen te slaan? Dat zal wel in orde komen! Die brief hierze zwaaide de enveloppe, die ze al dien tijd in de hand had ge houden, heen en weer bevat een aanbieding voor een betrekking. Ik zal gauw weer aan het werk zijn en dan zal ik het geld dat ik je schuldig ben terugbetalen, afschoon ik weet dat 't je niets kan schelen. En eindigde ze zacht, er is natuurlijk een heeleboel dat je voor me gedaan hebt en dat ik je niet met geld vergoeden kan. Hij ging niet op haar woorden in en zei alleen maar: Dus ik kan nu heen gaan? Ja. Maar het is toch niet mogelijk dat je dit ernstig meent! Bedenk wat dat voor mij beteekent, te moeten ver der leven, maanden, jaren, en jou nooit meer te zien.... Het is zoo'n intens troosteloos vooruitzicht. Dat moet je toch kunnen meevoelen. Heb je dan geen greintje medelijden? Zeker voel ik met je mee, maar. Ze maakte den zin niet af. Wat wilde je zeggen, drong hij. Niets, adieu. Ga nu asjeblieft. Houdt me dan tenminste op de hoogte waar je bent. Ik zou het ver schrikkelijk vinden je totaal uit het oog te verliezen. Voorloopig blijf ik hier. Maar je moet niet komen ik smeek je om niet te komen. Het is niet goed dat we elkaar zien. Goed. Als je me dan persé niet wilt zien, zal ik niet meer komen. Maar je moet me van jouw kant be loven dat, als je iets noodig hebt, geld of wat anders, je me het zult laten we ten. Dat mag ik toch wel als laatste gunst van je verlangen? Ja, ik beloof het je. Nu, adieu dan. Ik begrijp er wel iswaar niets van, maar ik zal gaan om- kan slechts het land ten voordeele strekken. Maar er is meer. Toen er telkens weer geruchten opdoken, dat mr. M. P. L Steen berghe minister Verschuur'9 opvolger zou worden, schreef een Haag9che Briefschrijverdat hem inderdaad een ministerportefeuille zou kunnen worden toevertrouwd, want wij kennen hem als een zeer bekwaam man, als een krachtig figuur. En hij is jong en flink, zoodat gezondheidsbezwaren ook al geen beletsel zouden zijn.... Alleen het is eenvoudig ondenkbaar, dat hij minister van Economische Zaken zou kunnen worden in het huidige kabinet. Welk beletsel noemde deze schrijver dan dat er zijn zou? Wel de econo mische en handelspolitieke denk beelden, die in veel opzichten niet die van het Kabinet Colijn, dat wil dus zeggen niet die van minister Voor sla-gerechten, mayon naise en overal waar slaolie aan te pas komt, bereikt U met Saladine de beste resultaten. De verstandige huisvrouw die weet wat goed voor haar gezin is, zal minstens 1 maal per dag sla op tafel brengen. Doch geen sla zonder Saladine! Want zij weet dat zij alleen met Saladine dat fijne, koele sla-gerecht - zoo zacht en aromatisch van smaak-verkrijgt, dat haar gezin er lederen dag opnieuw naar verlangt. Ge kunt probeeren watgewilt, steeds zult U weer tot Saladine terugkeeren. dat je het wenscht. God zegene je, Winnie. Sir Reginald drukte zijn droge lip pen op haar hand en verliet met loome voeten het vertrek, dat hij kort tevo ren zoo welgemoed was binnengeko men. De deur was ternauwernood achter hem dichtgevallen, of ze riep zijn naam, met een gesmoorde stem die hij niet hooren kon en languit viel ze op de sofa neer. Een poosje bleef ze zoo liggen; haar adem kwam zwaar en stootend en ze had een gevoel of haar heele lichaam pijn deed. Toch was, wat ze inwendig voelde, niet alleen pijn ze was zich vaag bewust van iets zoets bij alle bitterheid die haar vervulde: het besef van haar zelfopoffering, van den plicht die zij \olbracht, van een goed werk dat zij gedaan had. Lady Carshaw had een beroep op de algemeen vrouwelijke neiging tot het martelaarschap in haar gedaan William Meiklejohn's cynische psy chologie bleek juist en Winifred moest zichzelf bekennen dat er een verholen glimlach in was en een ver rassend licht. Ze bleef liggen tot juffrouw Good man met het theeblad kwam. De hos pita verwachtte, zooals gewoonlijk, Sir Reginald te zullen zien, want ze had hem niet hooren weggaan. Inplaas daarvan vond ze Winifred alleen, uitgestrekt op de sofa en nog telkens droog nasnikkend. De vrien delijke vrouw knielde naast 't meis je, legde den arm om haar heen en begon, zacht troostend, haar te vragen naar de oorzaak van haar verdriet. In het eerst was er niet veel met Winifred te beginnen; ze trachtte Miss Goodman af te weren, bleef onbewogen onder haar liefkoozingen en liet haar vragen onbeantwoord, maar tenslotte brak haar verzet onder den milden, maar vastgehouden drang van de an der en aan het eind liet ze zich bewe gen op te staan en liep met moeilijke, langzame schreden naar de tafel, waar de theeboel was klaar gezet. Deze gedwongen activiteit was be ier voor haar dan ze zelf wist, en haal verdere inspanning om de hospita kwijt te raken en zich eenzaamheid te verzekeren, hielp haar verder de dofste donkerste wanhoop van zich af te werpen. Want ondanks het straaltje licht, dat de heimelijke zelfvoldoening om haar offer in haar ziel wierp, was er een diepe duisternis in haar ge moed. En toen juffrouw Goodman de ka mer uitging, was de storm die haar teisterde, over zijn hoogtepunt heen. Gedurende den langen, zich traag voortsleependen avond van ellende, die volgde, las ze nogmaals den brief, die haar verzocht naar Moorehousein Uxbridge te komen. Nu, bij herhaalde lezing, vielen haar enkele bijzonderheden op, die haar vanmiddag, zoo kort na het op windende gesprek met Lady Carshaw, waren ontgaan. Wie kon het zijn, die ze moest ont moeten, vroeg ze zich af. Uxbridge was nogal uit de buurt en dergelijke be sprekingen hadden in den regel in Londen plaats, op het kantoor van een theater-agent. Wordt vervolgd. het Zuiden, Waalwyssriie en Lanptraatsche Courant. I DOOS 20 CT.-TUBE 40 en 60 CT. VELO STOFZUIGER SAL 28C

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1