PUROL
ATTENTIE.
ifij
TWEEDE BLAD.
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen.
ONS WEEKPRAATJE.
BINNENLAND.
Geneest
No. 55. Zaterdag 7 Juli 1934. 57e Jrg.
Onze kantoren zijn ge-
sloten vanaf Zaterdag
middag 5 uur tot en met
Dinsdagavond [Spoedge-
vallen uitgezonderd.)
De verdere dagen geopend
van 8—6 uur.
„De Maandagmorgen" is
Maandag verkri.gbaar van
8-11 uur.
Ons blad verschijnt in de
a s. week slechts eenmaal
en wel
Zaterdag 14 Juli a.s.
Advertenties worden inge
wacht tot uiterlijk Vrijdag
ochtend 9 uur.
FRAUDE IN EEN RECHTSSTAAT.
FRAUDE EN DICTATUR.
Er zijn menschen, die zich onledig
plegen te houden met het doen van
onthullingen over de slechtheid van
hun medemenschen. Voor zoover dat
geschiedt door politioneele en justi-
lioneele ambtenaren, kan men daar
vrede mee hebben, want aldus doen
die menschen hun plicht en ze bewaren
de gemeenschap voor scha.
Voor zoover particuliere personen
aan het „onthullen" slaan, kan men
ze prijzen, wanneer ze door rechtsge-
voelens worden gedreven, maar ge
woonlijk zijn het politieke slimmelin-
gen, die zich op deze wijze verdien
stelijk plegen te maken. Ze speuren
naar de slechtheid van menschen om
le trachten het verderf aan te toonen
van een stelsel en de superioriteit te
suggereeren van een ander stelsel. De
ze lieden handelen in schandalen, zoo-
j»ls een ander in boter, kaas en eieren;
ze doen het om gewin, zij het dan po
litiek gewin, waarmee ze later hun
boterham hopen te smeren.
Hoewel we eenig verband mogelijk
achten tusschen een geldend maat
schappelijk stelsel en de zedelijke
waarde der menschen, is dat verhand
in elk geval maar zéér losjes. In elk
stelsel zal de mogelijkheid tot het ple
gen van fraude blijven bestaan; de
remmen daartegen zijn de strafbe
dreiging, maar bovenal de individu-
eele karaktersterkte.
Individueele karaktersterkte wordt
niet opgevoerd, doordat we van maat
schappelijk stelsel veranderen. Wie
ais anti-revolutionnair, als katholiek
of socialist in staat is om de democra
tisch geregeerde gemeenschap te be-
gappen, zal dat, als hij er de kans toe
krijgt, als nationaal-socialist onder
een Mussert-regime niet laten.
Fraude-achterhalen is op zich ver
dienstelijk, maar men moet die ver
dienste niet aan de politiek koppelen.
Fraude wordt gepleegd, waar de
minste kans is, dat ze wordt achter
haald, gestraft en openbaar gemaakt.
De beste controle is publieke con
trole.
In een rechtsstaat maakt men over
het algemeen geen geheim van fraude
zaken. Men erkent ze, waar ze geble
ken zijn en deelt ter afschrikking van
anderen, ook de opgelegde straffen
mee.
In zijn memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer ten aanzien van het
wetsontwerp tot nadere wijziging van
ue Landbouwcrisiswet, deelde minis
ter Colijn dezer dagen nog openlijk
mede, dat een aantal bij de crisisdien
sten betrokken controleurs ontslagen
is wegens ongeschiktheid of op grond
van hun antecedenten; verschillende
gevallen van fraude zijn achterhaald
en gestraft.
Bij ons gaan zulke dingen niet in
den doofpot.
Waar een dictatuur heerscht, hoort
men in het algemeen niet van fraude.
Wie in Duitschland naar een hoogen
Nazi-functionnaris zou durven wyzen en
hem beschuldigen van oplichting of
dergelijke fraaiigheid,1 die wordt opge
pakt en opgesloten. Berichten over
fraude bij overheidsorganen komen
daar ook niet in de pers voor.
Bestaat er daarom geen bedrog of
uitspatting in Duitschland?
Reken maar! Nu de dictatuur zich
genoodzaakt heeft gezien om een aan
tal gevaarlijke medestanders overhoop
te schieten, nu het in de dictoriale
kraam te pas komt, worden ineens
vreeselijke staaltjes van ambtelijke
fraude, -dwingelandij en zed el ooze uit
spatting bekend gemaakt.
Hitier heeft persoonlijk geopen
baard
dat S. A.-leiders openbare gelden
plachten te besteden voor weelderige
drinkgelagen;
dat stafkwartieren op schromelijk-
luxueuze wijze waren ingericht;
dat het stafkwartier te Berlijn al
léén reeds 30.000 Mark per maand
behoefde voor feestmaaltijden;
dat S. A.-leiders zich te buiten gin
gen aan z.g. diplomatieke diners;
dat S. A.-leiders in kostbare limou
sines of cabriolets rondreden;
dat velen hunner zich dompelden in
poelen van de grofste en ergerlijkste
zedeloosheid
dat de Duitsche moeders niet zonder
vrees haar zoons konden afstaan voor
de S.A., de partij of Hitlerjeugd.
dat de grofste willekeur werd be
gaan
dat klachten geen enkel gevolg heb
ben.
En zijn thans die schuldige S. A.
leiders om de bovengenoemde misda
den gevonnist?
Neen! Hitier beroemt er zich zelfs
op, dat hij ondanks alles wat hij wist
zijn onderbevelhebbers herhaaldelijk
dt hand boven het hoofd heeft gehou
den. Alle zonden werden hun regel
matig vergeven; slechts de zonde van
intrige legen den leider kon niet wor
den geduld en moest met den dood
worden gestraft.
Omdat ze naar de macht hadden
gegrepen, daarom alleen werd hekend
gemaakt, wat ze nog meer hadden
misdreven.
Anders zou men er nooit van heb
ben gehoord.
Anders zouden ze nog hebben zitten
schransen en de zoons van de Duit
sche moeders hebben verpest.
Anders zouden sommige menschen
hier in ons land nog „ach en wee"
hebben loopen roepen over eigen ver
dorvenheid des volks en hebben ge
roemd de zegeningen van een dicta
tuur, van een Duitschland, waar men
van geen fraude meer.hóórde!
Inderdaad.
Laat ons de openbaarheid en het in
zicht van onze verdorvenheid dan
maar behouden.
Die kunnen niet zoo erg zijn, dan
een in wezen verdorven schijn.
Zonder lehriftedjke toestemming is cent 'e overname uit deze rubriek verbod n.
HET GOEDE IDEE.
Dat jaar verborg de oude dame haar
ongerustheid niet langer. De zomer
was al gevorderd; alle hotels waren
vol gasten, maar in het familie-pen
sion van juffrouw de Lange had nog
geen enkele gast zijn intree gedaan.
Waar lag dat aan, vroeg de oude dame
zich wanhopig af. Waarschijnlijk daar
aan, dat ze geen reclame kon maken.
De winter was ook al slecht geweest,
ze was zelf ziek geworden en boven
dien hadden er noodzakelijk eenige
herstellingen aan de villa plaats moe
ten vinden. Om deze reparatiekosten
te betalen, had ze gerekend op een goe
den zomer met veel gasten. Dat was
leelijk tegengevallen en juffrouw de
Lange zag gee nkans meer haar schul
den te betalen. Haar zuster, weduwe
en moeder van vijf kinderen, die in het
zelfde plaatsje woonde, kon haar niet
helpen; ze had juist genoeg voor haar
eigen talrijk gezin.
De oudste, Gerrit, die veel van zijn
Het overlijden van
Z. K. H. Prins Hendrik.
De bijzetting.
Het stoffelijk overschot van Prins
Hendrik zal Woensdag in de Nieuwe
Kerk te Delft worden bijgezet.
Evenals bij de uitvaart van Konin
gin Emma zal een lange gang wor
den gemaakt in het schip der kerk.
Men is op hetoogenblik reeds bezig
den planken vloer uit het koor,
waar de grafkelder ligt, op te breken
teneinde den kelder bloot te leggen.
Tegelijkertijd heeft men reeds
maatregelen genomen om het dak
van de kerk, dat gesloopt en ge
deeltelijk vernieuwd is, voor zoover
het ontbreekt door een tijdelijke
overspanning van zeildoek te ver
vangen.
De tijdelijke inrichting van de
kerk, die de restauratiewerkzaam
heden moet maskeeren, zal weer op
dezelfde wijze geschieden als bij de
begrafenis van de Koningin-Moeder.
De bekleeding van de kerk zal even
wel anders zijn.
Dinsdag zal de Koningin zich
persoonlijk van de vorderingen van
de werkzaamheden overtuigen.
Overeenkomstig den herhaaldelijk
door Z. K. H. geuiten wensch zal
hij de teraardebestelling worden
afgeweken van het gebruik van zwart
en zullen de lijkwagen en de paarden
met wit overkleed zijn.
Het was eveneens de wensch van
den overledene dat aan de gevoelens
over het verscheiden van Z. K. H.
geen uiting zou worden gegeven
door uiterlijke teekenen van rouw.
Wij vernemen dat het de wensch
is van H. M. de Koningin dat door
de weermacht niet wordt gerouwd.
Tot den dag der begrafenis blijven
echter de vlaggen halfstok hangen
en worden ook de signalen niet
geblazen.
De minister van Binn. Zaken heeft
telegrafisch een circulaire aan de
Commissarissen der Koningin in de
verschillende provincies gezonden,
waarin hij verzocht heeft het over
lijden van den Prins in alle ge
meenten binnen hun provincies te
doen afkondigen. Verder noodigt de
minister de Commissarissen uit te
willen bevorderen dat alle tooneel-
voorstellingen en openbare verma
kelijkheden tot den dag der begra
fenis worden geschorst.
Herdenking in de Staten-Generaal.
In bijeenkomsten, welke troffen
door plechtigen eenvoud en stemmige
piëteit, hebben de Staten-Generaal den
gestorven Prins-Gemaal herdacht. In
beide Kamers hebben de Voorzitters
redevoeringen gehouden, waarin zij
den persoon en de beteekenis van den
Prins schetsten en dank jegens hem
uitspraken voor hetgeen hij, in zijn
delicate staatsrechtelijke positie voor
land en samenleving heeft verricht.
Een maand halve rouw.
In overeenstemming met de laatste
wenschen van Z.K.H. den Prins der
Nederlanden zal de hofrouw beperkt
worden. H.M. de Koningin heeft be
paald, dat met ingang van 7 Juli a.s.
door het hof gedurende een maand
halve rouw zal worden gedragen.
Naar wij vernemen zal de groote
begrafenisstoet Woensdag a.s. om
streeks elf uur van het Koninklijk Pa
leis aan hel Noordeinde vertrekken.
De volgende route zal worden geno
men: Noordeinde, Heulstraat, Kneu
terdijk, Plaats, Hofweg, Spui, Pletterij-
lcade, Rijswijkscheplein, Rijswijksche-
weg, Haagweg, Hoornbrug, Nieuwe
Rijksweg en vervolgens denzelfden
weg in Delft als bij de begrafenis van
H M. de Koningin-Moeder. De route
gaat dan langs het Noordeinde, het
Oude Delft-Westzijde, Nieuwstraat,
Camaretten, Markt. De tunnelgang,
welke wordt aangebracht voor den
hoofdingang der kerk naar het koor,
zal met een wit kleed behangen en af
gezet worden met grijs en lila.
Défilé langs het stoffelijk overschot.
Het ligt in de bedoeling dat er gele
genheid gegeven zal worden voor het
stoffelijk overschot van Z. K. H. den
Prins te defileeren. Dit zal op onge
veer dezelfde wijze plaats hebben als
na het overlijden van Koningin Emma.
Uit 't leven van den Prins.
De redacteur „Onder de menschen"
van de N. R. Crt. vertelt:
Later heb ik een paar maal op een
kleine sleepboot in een gezelschap van
vier, vijf genoodigden dagen aaneen
inet Prins Hendrik inspectietochten
betreffende het reddingswezen op de
Waddeneilanden mogen meemaken.
In het kleine roefje werden de maal
tijden gebruikt. Naast de gloeiend ge
stookte potkachel zat de Prins en ver
kneuterde zich in de ongedwongen
vrijheid te water. Hij was dan. ja,
rnag ik zeggen, als een kameraad, vol
kleine zorgen voor zijn omgeving. Ik
herinner mij, dat hij telkens weer bang
was dat ik kou zou vatten, als ik naar
gewoonte blootshoofds aan dek ging
lachend rondzocht naar mijn hoed,
ja, eenmaal zelfs over den grond on
der stoelen en tafels, aldoor met dien
oolijken humor, om mij het viltje te
komen brengen. De Prins kon dan
heel, heel vertrouwelijk spreken over
zijn eigen intiemere leven over zijn
jonge jaren als officier te Potsdam,
over zijn jagen, over zijn allereerste
ontmoetingen mei de Koningin, ook
op een klein scheepje in de Duitsche
wateren opmerkelijk ,van schier
jongensachtigen eenvoud. Maar ook
kon hij doorvragen over het persoon
lijke leven van de anderen. En hij deed
dit op een eigendommelijk grappige
manier.
Nu en dan schreef ik in zijn nabij
heid aanteekeningen. Eens maakte hij
met de hand het gebaar van schrijven.
„Waarom doet u altijd zóó, zóó.
zóó? Altijd zóó?" Eindelijk begreep
ik het manuaal. „Schrijven, Ko
ninklijke Hoogheid? Omdat dit nu
eenmaal mijn val. is." Uw vak? Uw
vak, zóó te doen, altijd zóó?" „Ja,
lachte ik. Dat moest u toch niet
meer doen, op uw jaren". Ik was
toen omstreeks de dertig. „Maar ik
moet er van leven, Koninklijke Hoog-
zonnebrand
tante hield, was diep bedroefd, dat
haar zaken zoo slecht gingen.
„Moeder", zei hij op een dag, „wat
kunnen we toch bedenken, dat er maar
menschen komen in tante's hotel?"
„Ik weet het niet, jongen!" zei zijn
mjoeder. „Ik heb al geprobeerd men
schen te winnen; maar het lukt me
niet erg!"
Onafgebroken dacht Gerrit er over
na. Op een keer, toen hij zijn tante in
tranen had gevonden, riep hij
„Ik heb het gevonden".
En zonder iets aan iemand te zeggen,
begon hij te wroeten in de naaimand
van zijn moeder.
Hij vond er een breeden witten band,
die lang genoeg was om er een arm
band van te maken en schreef daar
met groote blauwe letters op: Villa de
Rust.
Zonder dat iemand hem zag, holde
hij toen naar het station, waar hij wist
dat de sneltrein van 11.10 uur aan zou
komen. Daarmee kwamen de meeste
reizigers mee.
Onderweg ontmoette hij vrienden,
die hem vroegen:
„Waar ga jij zoo vlug naar toe?"
„Menschen veroveren!"
„En die band om je arm?"
„Mijn verdedigingswapen!"
„Zeg, ben je soms niet wijs gewor
den?"
„Integendeel; juist wijs!"
En zonder iets meer te zeggen, hol
de hij door.
Hij kwam juist op het oogenblik, dat
met luid geraas de sneltrein het sta
tion binnen stoomde. Toen de reizigers
uitstapten, begon hij te roepen:
„Villa de Rust. Het beste familie
pension. Prachtig uitzicht op de zee.
Goede keuken. Kamers met stroomend
water. Billijke prijzen!".
„Villa de Rust?", zei een heer, ter
wijl hij zich naar een oude dame met
wit haar naast zich wendde. „Daar
moeten we zijn! We komen hier toch
om' rust te nemen na een jaar hard
werken. We zoeken niet verder; daar
gaan we heen".
„Zal ik uw valies dragen?" vroeg
Gerrit, die van het gunstige oogenblik
gebruik maakte. Een kruier droeg de
rest.
In zijn andere hand nam hij de
tasch van de dame en verheugd bracht
hij den heer en de dame naar het huis
van zijn tante, die niet wist wat ze zag
bij het aanschouwen van de eerste
gasten.
Een uitstekende tafel werd verzorgd
en de gasten verklaarden zich opgeto
gen over hun kamer, het uitzicht, de
keuken en de bediening. Bij den trein
van half 3 was Gerrit weer op zijn post.
„Villa de Rust. Prachtig uitzicht op
de zee. Billijke prijzen". Dien avond
bracht hij een familie van vier leden
naar het pension.
heid, en ik doe 't ook graag. Dit zit
ons journalisten nu eenmaal in het
bloed". Weer hetzelfde manuaal.
„Maar nu bent u toch oud genoeg
geworden, om niet altijd meer zóó te
doen!" En in zichzelf lachend om
't geval, ging hijsoep voor ons op
't potkacheltje zetten.
De Prins had dan een onbedwing
baar verlangen om eens buiten alle
ceremonieel om, maar gewoonweg een
beetje grapjes te maken. Zeer ver
maakt stak hij telkens den vinger in
de pan, om te voelen of 't al warm
werd. Een keer brandde hij zich.
„Trek uw handschoenen aan", gaf ik
de raad. Hij deed 't probeerde 't op
nieuw. En schudde opeens van de pret.
De lakei, die als kok en voor 't ta
feldienen was meegegaan, stuurde hij
dan met een grap het kombofje uit. De
Prins wilde borden wasschen. „Want
o, o, dat protocol" verzuchtte hij
guitig. En nu en dan stelde hij zijn
gezelschap voor snakerijen, zoo onver-
hoedsch fantastisch, dat wij 't allen
moesten uitproesten. Zijn eigen pince
sans l ire was dan nog wel het verma-
kelijkste.
Ook vertelde hij soms van ontmoe
tingen met menschen, die de hoflucht
volkomen van streek bracht. En dan
weer van zijn eigen opzet om zeer
plechtig doende kopstukken heel even
door een onverwachte vraag, een op
merking, van hun stuk te brengen.
Ik herinner mij de ontmoeting met
een autoriteit, die zich bijzonder ver
dienstelijk gemaakt had op hippisch
gebied en hier fier op ging. Het
eerste wat de Prins, die deze reputa»
tie heel goed kende, vroeg, was„hebt
u wel eens op een paard gezeten?
's Prinsen eenvoud.
H. v. Wermeskerken vertelt in de
Telegraaf
Op een wandeling in Zwitserland,
toen er even werd uitgerust in de
waranda van een berghotelletje,
twamen er Hollanders binnen, ras
echte Amsterdammers, leden van de
Reisvereeniging. We hoorden Hol-
landsch praten en meteen zei er een
met de bekende Hollandsche vrij
moedigheid
Wel jandorie, zijne de heere
ook Hollanders Magge we derbij
komme zitten. Der is nergens anders
plaats.
En toen er eenigen tijd gepraat
was over het uitzicht, zei een van
hen
Is meneer ook van Amsterdam?
Nee, ik ben uit Den Haag.
Nu, die plaas bevalt me niet
erg. Maar me zuster het er een
garen- en bandwinkel in de (ik weet
niet meer welke) straat. Ken u die
misschien, meneer?
De prins deelde mede, dat hij haar
tot zijn spijt niet kende. Maar toen
de Amsterdammer besloot om een
«ansicht» aan haar te zenden en
verzocht ons allemaal mede te
teekenen, zette de Prins er ook
goedig onder: »Prins Hendrik der
Nederlanden». Het werd ineens
doodstil aan het tafeltje. De huise
lijke stemming die er geheerscht
had, was voorbij.
Zijn tante vroeg opgewonden:
„Hoe speel je dat toch klaar om al
die menschen te ontmoeten, die 'n pen
sion zoeken?"
Gerrit verklapte zijn geheim niet,
maar den volgenden dag bracht hij
nog twee dames in het pension, dat nu
vol was, zoodat hij zijn ijver een beet
je moest remmen.
En toen ging alles verder: de gasten,
die erg tevreden waren, schreven het
aan hun kennissen en vrienden en het
pension bleef vol.
Toen de zomer om was, kon juf
frouw de Lange haar schulden beta
len, dank zij het goede idee van haar
neef.
Deze was ondertusschen ook al be
loond; niet alleen doordat hij zijn tan
te geholpen had; maar de eerste heer
die hij naar Villa de Rust gebracht
had, was een professor aan een Uni
versiteit. Hij stelde veel belang in Ger
rit en toen hij merkte, dat deze ver
standig was en goed kon leeren, be
zorgde hij hem een beurs voor een
Middelbare School in de stad en hielp
hem zoo goed vooruit, dat hij daarna
aan de Universiteit kon gaan studee-
ren.
Toen hij weer eens in het badplaatsje
kwam, zei zijn tante:
„Wat kan het toch wonderlijk loo
pen in het leven!"
Gerrit's moeder glimlachte en zei:
„Ja, die armband was toch maar een
goed idee van Gerrit!"
„Welken armband?" vroeg juffrouw
de Lange.
Men vertelde haar alles en toen ze de
heele geschiedenis wist, kon ze niet
nalaten haar neef nog eens te omhel
zen.
„Dat goede idee van jou is een zegen
voor ons allemaal geweest!"
E. W.
RAADSELS.
I.
Mijn geheel:
1, 2, 3, 4, 5, P>, 7, 8, 9 is een ander naam
van Mei.
6, 3, 4 moeder.
6, 7, 2 dwaas, zot.
2, 7, 7, 8 weg met hoornen.
6, 7, 7, 8 hemellichaam.
1 2, 5, 8, 9 niet ziende.
1, 2, 3, 4, 9 vloeistof, die in ons lichaam
voorkomt.
II.
xxxx Hoofdstad in Zwitserland,
xgetal,
x dwarsmast.
x medeklinker.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde
woord.
III.
xxxxx groote rivier in Rusland,
x landstreek,
x deel van den mand.
x afkorting van Margo.
x klinker.
IV.
Verborgen boomnamen.
a. Wie plakt de gaatjes in het album?
b. Laat Nol maar gaan!
c. Tine, schaaf jij eens even die kom
kommer voor mij!, zei Moeder.
x medeklinker.
x onderricht.
xmeervoud van taal.
xxxxxxx beroemd natuurkundige.
x geschreven bericht,
.x. bewoner van Rusland,
x medelinker.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde
woord te staan.
*v«c ■utiw ■—■■III1HIII aiTT".mnuMnnnnHV'
met
Doos 30-60,Tube 80ct
V.