Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON
,StadTilliu[gl934'
««CMIIES iianal ll. 30
MMIES mal li 9.75
nsr
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Verbindende kracht van
Ondernemersovereenkomsten,
i?
BINNENLAND.
„VENETIË"
poetst Uw tanden met
Pe Nederlandsche Tandpasta
NUMMER 56.
ZATERDAG 14 JULI 1934.
ZATERDAG 14 JULI 1934.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Hrieven, Ingezonden stukken, gelden, ens
franco te zenden aaD den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regsl.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
De hoofdstrekking van tiit wets
ontwerp is den weg te openen voor
den Staat, om mede te werken aan
de ordening van het bedrijfsleven.
Daarom heeft het vooral een prin-
c.ipieele beteekenis.
Tweeërlei machtsbevoegdheid toch
wil dit wetsontwerp aan den Staat
geven, de eenc positief, de andere
negatief
Positief zal de Staat overeenkom
sten, tusschen een groep onderne
mingen gesloten ter ordening van
het bedrijfsleven in die groep ver
bindend kunnen verklaren ook voor
die ondernemingen, die zich er niet
bij hebben willen aansluiten, vin dien
deze bedingen of besluiten voor de
economische verhoudingen in den
belreffenden bedrijfstak overwegen
de beteekenis hebben en het alge
meen belang verbindendverklaring
vereischt».
Negatief zal de Staat dergelijke
overeenkomsten onverbindend kun
nen verklaren, wanneer ze met het
algemeen belang in strijd zijn.
Ziedaar de beteekenis van dit wets
ontwerp.
Hoewel in de considerans alleen
gesproken wordt van takken van
«handel en nijverheid», wordt dit
in de artikelen 2 en 5 uitgebreid tot
«handel en nijverheid in den ruim-
sten zin». Uit de Memorie van Toe
lichting blijkt, dat deze ruimere
formuleering gekozen is, om er ook
de scheepvaart onder te kunnen
van „De Echo van het Zuiden".
betrekken. Zoo zal dan ook de
visscherij er wel onder te begrijpen
zijn. Maar niet is het de bedoeling,
dat landbouw en veeteelt (en bosch-
bouw?) er onder vallen. Het is
daarom de vraag, of de gekozen
terminologie, al verschillend in
considerans en artikelen, daarom
economisch wel juist kan worden
geacht, afgezien nog van 't twijfel
achtige of nu het bankwezen, het
credietwezen en het geldverkeer al
of niet onder «handel en nijverheid
in den ruimsten zin» te verstaan
/uilen zijn.
Het wetsontwerp heeft alleen be
trekking op overeenkomsten, geslo
ten door ondernemers, letterlijk
«personen, die een bedrijf uitoefenen
in cenigen tak van handel en nijver
heid in den ruimsten zin, of daarbij
betrokken zijn».
Dus vallen collectieve arbeids
overeenkomsten er niet onder, omdat
deze niet gesloten zijn door onder
nemers, maar door de organisaties
van werkgevers en van arbeiders.
Toch gelden alle argumenten,
welke in de Memorie van Toelichting
ter verdediging van dit wetsontwerp
worden aangevoerd, ook voor de
verbindendverklaring en de onver-
bindendverklaring van deze over
eenkomsten.
Er is zelfs vaak enge samenhang
tusschen deze heide soorten van
overeenkomsten. De atspraken over
prijzen zitten vaak onverbreekbaar
vast aan de afspraken over de
arbeidsvoorwaarden (minimum
loonen, pensioenfondsen, kinder
toeslagfondsen, vacantie-regelingen,
uitbetaling van loon op algemeen
erkende christelijke feestdagen, enz.).
Meermalen zelfs zijn de collectieve
arbeidsovereenkomsten een middel,
om de economische afspraken te
handhaven. Men denke b.v. aan de
bepaling, dat de arbeidersorganisaties
zich tegenover de werkgeversorgani
saties verbinden, de bepalingen van
de collectieve arbeidsovereenkomst
ook door te voeren bij ongeorgani
seerde werkgevers.
Hier rijst nog een andere moeilijk
heid. In de bedoelde ondernemers
overeenkomsten komen meermalen
ook bepalingen vc.or over maximum-
loonen. Deze zullen dus verbindend
kunnen worden verklaard, maar
niet de overeenkomst betreffende
minimum-loonen in collectieve ar-
beidscontracten.
Misschien is de Regeering hierbij
uitgegaan van een scheiding tusschen
economische en sociale overeen
komsten. Maar dan zag zij over het
hoofd, dat de meeste collectieve
arbeidscontracten voor de onder
nemers, afgezien van goede sociale
bedoelingen, toch primair van eco
nomische beteekenis zijn. Wie denkt
aan bijv. het bekende boekdrukkers
contract, zal dit gemakkelijk inzien.
Heden Vrijdag onderzoekt de
Kamer dit welsontweip in de afdee-
lingen. Men hoopt het spoedig tot
stand te brengendit zal ook wel
de weg zijn, wil men dat de onder
linge afspraken, zooals daar b.v. zijn
bij de H.L.S. gehandhaafd blijven.
Men heeft hiervan de regeering in
verzoeken en moties al meermalen
kennis gegeven. In elk geval zooals
de toestand thans is kan hij in geen
geval blijven. Er moet dus een be
slissing komen ten spoedigste naar
den een of anderen kant.
Minister Steenberghe.
De minister van economische zaken
kwam gisteren voor 't eerst voor de
Kamer. De pers is vol lof over dit eer
ste optreden inzake de centralisatie van
't crisisbeleid en omtrent de verruiming
der verkoop-gelegenheid op Zondag.
Optreden tegen de C.P.H.?
Op de vraag van den heer Wester
man, of de minister niet van oordeel is,
dat een rechtstreeksch verband bestaat
Bezoekt de Internationale
Tentoonstelling v. Handel
en Industrie
met het feëeriek
Attractieterrein
tusschen de actie van de Communisti
sche Partij Holland, gelijk deze zich den
laatsten tijd heeft geopenbaard in het
dagblad De Tribune en de genoemde
onlusten, antwoordt de minister, dat hij
het aannemelijk oordeelt, dat de oprui
ende taal in de artikelen van het dag
blad „De Tribune" het ontstaan der on
lusten heeft bevorderd, hoewel niet met
zekerheid valt te zeggen of er een
rechtstreeks verband bestaat.
De vraag of de minister zou willen
mededeelen of op grond van het voor
gevallene een verbod van de Commu
nistische Partij Holland in overweging
zal worden genomen, beantwoordt de
minister aldus: „Het in deze vraag ge
stelde heeft blijkbaar betrekking op een
aanvulling van de wet van 1885, daar
vereenigingen, strijdig met de openbare
orde, als in die wet bedoeld, verboden
zijn. Het vraagstuk of het wenschelijk
is die wet aan te vullen, heeft de aan
dacht der regeering.
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
Nadruk verboden.
34)
Ze liep haastig de kamer uit en
kwam terug met een ongeopenden
brief. Sir Reginald bedacht zich niet
lang om van den inhoud kennis te ne
men. Het was de te-laat-gekomen me-
dedeeling van den theater-agent dat
hij miss Barlett nooit over een samen
komst in Uxbridge had geschreven.
Ook deze brief verdween in Sir Re
ginald's binnenzak.
Hij wendde zich weer tot de hospita.
U moet mij eiken ochtend en
avond telegrafeeren; als zich iets bij
zonders voordoet, laat u me dat na
tuurlijk weten en zoo niet, dan seint
u eenvoudig: „geen nieuws." Hier is
mijn adres en een pond voor uw uit-
schuldig?
Neen, ze heeft gisteren heelemaal
met me afgerekend, toen ze zei dat ze
wegging.
Aha! Maar houdt u de kamers op
mijn kosten voor haar vrij: ik wil niet
dat ze door een ander betrokken wor
den.
Verwacht u dan dat ze terug
komt? vroeg de hospita hoopvol, den
kend dat de brieven hem wellicht een
gaven. Was Miss Barlett u nog iets
weg hadden gewezen, om haar spoedig
te vinden.
Direct zeker niet, luidde het ant
woord. Ze is misleid en hier vandaan
gelokt. Ik moet er nu achter zien te ko
men wie dat gedaan heeft.
HOOFDSTUK XXI.
De Debacle.
Sir Reginald Carshaw vertrok van
het pension van juffrouw Goodman in
een taxi, om zich naar het huis van zijn
moeder in Harley Street te begeven.
Zijn oogen waren gedurende den hee-
len rit* half-toegeknepen en onbeweeg
lijk op één punt gericht, als van iemand
die tracht in een dichte duisternis iets
te ontdekken.
Even voor het einddoel van zijn
tocht liet hij den wagen stoppen en
stapte uit. Hij ging het koetshuis, dat
zijn rijpaarden en auto's onderdak ver
leende, binnen en gaf den chef-stal
knecht een opdracht, die den man bui
ten zichzelf van verbazing bracht.
Alles verkoopen? riep de man ont
hutst uit. Meent u dat werkelijk. Sir
Reginald?
Zie ik er uit, alsof ik een grapje
maak, Bater?
N... neen, mijnheer: dat kan ik
inderdaad niet zeggen.
Nu dan; begin dan vanmiddag
nog de noodige stappen te doen. Over
je eigen lot hoef je je niet ongerust te
maken. Lord Worple heeft juist een
flinken kerel noodig. Je hoeft er maar
naar toe te gaan en je hebt een betrek
king.
Hij vond zijn moeder thuis. Ze wierp
een snellen, monsterenden blik op hem,
toen hij haar boudoir inkwam en met
haar tact van vrouw-van-de-wereld
begreep ze onmiddellijk dat het nutte
loos zou zijn hem op dit oogenblik lastig
te vallen met vragen naar zijn gemoeds
toestand.
Dineer je vanmiddag hier? was
dan ook alles wat ze vroeg.
Ja moeder. En u?
Ik ik heb zoo goed als beloofd
bij de Towers te gaan eten. Heelemaal
en
Het is beter dat u thuisblijft. We
hebben een heeleboel dingen af te han
delen.
Wat zeg je dat ernstig. Af te han
delen! Wat voor dingen?
Voornamelijk zakelijke kwesties.
O, zakelijke kwesties! Een ge-
dachtenwisseling daarover
Ik had het niet over een gedach-
tenwisseling, moeder, viel Reginald
haar in de rede. Ik ben tot nu toe altijd
nogal zorgeloos in mijn manier van
doen en praten geweest, maar dat is
uit. Ik heb mij heel precies uitgedrukt:
het gaat niet om een gedachtenwisse-
ling, maar zooals ik zei, om dingen af
te handelen.
Reginald, zoo heb ik je nog nooit
hooren praten.
Ik ben blij dat u dat zegt, want
het bewijst me dat ik op den goeden
weg ben. Uw ooren zijn zoo lang aan
valschheid en er-om-heen-draaien ge
wend geweest, dat de waarheid vreemd
voor u klinkt.
- Toe, jongen, wees niet zoo bitter
tegen me. Alles wat ik ooit met betrek
king tot jou ondernomen of gedacht
heb, is altijd door de beste bedoelingen
ingegeven geweest.
Hij keek haar strak aan. Hij beluis
terde een bekentenis en een verdedi
ging in haar woorden.
Laten we niet tragisch doen, moe
der: tenminste niet tragisch praten.
Kort en goed: op wiens aansporing bent
u naar Winifred gegaan?
Dus ze heeft het je verteld?
Ze heeft me niets verteld. Vrou
wen schijnen engelen of duivelinnen te
zijn... een tusschensoort ontmoet je niet
dikwijls! En deze onschuldige kleine
engel is uit haar paradijs verjaagd in de
hoop dat haar vleugels door de modder
van Londen zullen bedoezeld worden.
Nogeens: wie heeft de hand gehad in
uw bezoek aan Winifred?
Mr. Meiklejohn, antwoordde lady
Carshaw zonder een zweem van aar
zeling, uitdagend bijna.
Die misselijke huichelaar, viel Re
ginald fel uit. Wat voor argumenten
heeft hij gebruikt om u er toe te bewe-
gen?
Hij vertelde dat iedereen den
mond vol had over jou en dat meisje
en dat lady Helen
Ziezoo, nu zijn we waar we we
zen moeten lady Helen! Ik begin
'n klein beetje te begrijpen hoe de vork
in den steel zit. Het was harteloos van
u, moeder: dat is het eenige wat ik er
van kan zeggen. Heeft het verdriet en
de ellende op dat lieve meisjesgezicht,
door uw leugens veroorzaakt, u geen
seconde tot nadenken gebracht? Hebt u
niets gevoeld dat op berouw of schaam
te lijkt?
In 's hemelsnaam, Reginald, spreek
niet op dien verwijtenden, onbarmhar-
tigen toon. Ik heb het terwille van jou
gedaan; voor jouw toekomst, voor jouw
geluk. Het heeft me meer gekost dan je
kunt beseffen.
Het doet me genoegen, dat te hoo
ren. Van nature ontbreekt het u niet
aan menschelijkheid, maar de „society"
heeft u door-en-door bedorven.
En gaan we nu onze zakelijke aan
gelegenheden afhandelen.
Stel het nog een uurtje uit. Ik voel
me slap en zenuwachtig.
Als eenig antwoord liep hij naar den
knop van een electrische bel en drukte
erop.
Een huisknecht verscheen.
Breng brandy en soda en twee
glazen, verzocht Sir Reginald.
Het was een ongewone dronk voor
dit uur van den dag. Zwijgend bracht
de bediende het gevraagde. De jonge
man keek uit het venster, terwijl zijn
moeder, zooals het in haar kringen be
hoorde, zich inspande om tegenover
den ondergeschikte een indruk van on
verschilligheid te maken.
Drinkt u dit op. zei Sir Reginald
kortaf, toen ze weer alleen waren. Dat
sterkt de zenuwen.
Lady Carshaw raakte meer en meer
van haar stuk. Met een onvaste hand
nam ze het aangeboden glas aan.
Wat is er toch? vroeg ze schor.
Nooit tevoren had ze haar zoon zoo ge
zien: er was op eens iets onverzette-
lijks-energieks in de uitdrukking van
zijn gezicht en manier van optreden,
dat haar beklemde.
Weest u maar niet bang; niets
anders dan zakelijke dingen. Over Wi
nifred zullen we geen woord meer ver
liezen. Vroeg of laat zal ik haar terug
vinden en dan trouwen we zoo gauw
mogelijk. Dat is alles. Wat ik u te zeg
gen heb is dit. Ik vond dat het meer
dan tijd was, om me eens aan den stand
van onze zaken gelegen te laten liggen.
(Wordt vervolgd).
o van het Zuiden,
Waalw^kscbe en Lanptraatsehe Coorant,
VEIO'S zijn goedkoop