Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON
I
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
IXX3R, EPVAPINC
IfTE43K«
NUMMER 68.
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934.
57e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ens
franco te zenden aan den Uitgever,
WAALWIJKSCHE
UITGAVE;
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 8 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Reclames 40 cent per regel.
Franco p. post door 't gebeele rijk 1.40
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
DE FINANCIERING DER
WERKLOOSHEID.
In de Maasbode heeft Mr. H. Loeff,
burgemeester van Vught, de nieuwe
regeling der i werkloosheidsfinancie-
ring onder de loupe genomen.
De heer Loeff betoogt op de eerste
plaats, „dat het juist en billijk is, dat
de regeering haar voorgenomen rege
ling, wat de ontvangsten van het werk
loosheidsfonds betreft, aldus herziet,
dat niet geheven worden 75 opcenten
op de personeele belasting volgens het
tarief der wet op de Personeele Belas
ting van 1896 en volgens de klasse,
waarin de gemeenten zichzelf hebben
gerangschikt, maar volgens een klasse-
indeeling, zooals deze door de jregee-
ring voor iedere gemeente nader zal
worden vastgesteld en waarbij weder
om van hlgemeene normen zal worden
uitgegaan."
De schrijver acht voorts inschake
ling der bedrijfswinsten en toekenning
van minimum subsidie gewenscht.
Over deze heide punten schrijft hij
o.m. het volgende:
„Al jheeft 'n gemeente thans 100 op
centen op de gemeenlefondsbelasting
en al zijn ook jhare overige belastingen
reeds tot een zeer hoog peil opgevoerd,
zoo wil dit nog niet zeggen, dat zulk
een gemeente reeds daarom uit dien
hoofde recht zou hebben op het maxi
mum subsidiepercentage, wat inzake
werkloosheidszorg verleend wordt.
Immers het heffen van zware [belas
tingen kan zeer zeker het gevolg zijn
van een onjuist gevoerd gemeentebe-
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
Nadruk verboden.
47.
Maar wat heb ik daar in vredes
naam mee te maken? vroeg Winifred
verbaasd. Jullie kunnen die Afrikaan-
sche plannen toch heel best uitvoeren,
zonder mij zooveel narigheid te be
zorgen.
Greijfoot's antwoord was niet be
paald duidelijk.
Dat kan ik je allemaal niet zoo
precies uitleggen. Maar waar het op
neerkomt is dit: of je bent vóór ons, of
je bent tegen ons. Als je vóór bent, hoef
je je nergens bang voor te maken, in
tegendeel, dan zul je ook je deel van de
rijkdom hebben, maar wanneer je je
vastklampt aan dien Carshaw
Zijn woorden knapten af. Het geluid
van heftige slagen en het forceeren van
een deur dringt tot hen door, zooals het
de ooren van de wachtenden in de auto
bereikte. In het groote huis, in een ka
mer bovendien, die aan de achterzijde
gelegen was, konden ze echter Regi
nald s opgewonden kreet nadat hij even
naar binnen had gegluurd, niet hooren.
Daar zijn ze, Voles en Fowle!
Laat nu eens kijken wat je waard bent,
kerel!
leid, van niet voldoende doorgedron
gen bezuiniging enz., waarvan de be
lastingbetalers uit andere gemeenten
toch niet de dupe van mogen worden.
Onze vraag is nu deze: Waarom
wenscht de regeering bij de inkomsten
factor, die aan de subsidieregeling
mede ten grondslag ligt, uitsluitend
rekening te houden met de opbrengst,
die in iedere gemeente verkregen
wordt bij het heffen van een aantal
belastingen en waarom worden bij de
inkomstenfactor ook niet betrokken,
zooals zulks bij de regeling van 1933
wel het geval !was, de soms geweldige
bedrijfswinsten, die in menige ge
meente hij zelfs lage bedrijfstarieven
worden gemaakt, benevens b.v. de in
komsten, die een gemeente uit z.g. pa
triarchaal bezit heeft?
Stel, men heeft twee gemeenten: de
gemeenten A en B; bij heide gemeen
ten zouden de voorgestelde belastin
gen, die als inkomstenfactor gelden,
f 200.000 opbrengen en beide gemeen
ten geven voor werkloosheidszorg, in
zooverre de betreffende uitgaven voor
subsidie in aanmerking komen, een
bedrag van 50.000 uit.
Volgens de door de regeering voor
gestelde regeling zullen nu beide ge
meenten thans ieder ,40 subsidie in
de bedoelde werkloosheidsuitgaven
oi tvangen of te wel in casu een be
drag van 20.000. Nu blijkt echter
dat de gemeente A, zelfs bij lagere be-
drijfstarieven dan de gemeente B, uit
bedrijfswinsten ontvangt een bedrag
van 35.000, terwijl uit patriarchaal
bezit alsnog verkregen wordt een be
drag van 5000. De gemeente B daar
entegen heeft geen patriarchaal bezit
en ontvangt uit bedrijfswinsten slechts
een bedrag van 5000. De uitgaven
van beide gemeenten zijn overigens
vrijwel gelijk. Is het nu billijk, dat in
derdaad Ideze beide gemeenten een
zelfde subsidiebijdrage ontvangen?
Wij aarzelen geenszins, om, juist in
het gekozen systeem der regeering, de
ze (vraag ontkennend te beantwoorden,
temeer ook, omdat de gemeente A een
subsidie ontvangt, dat thans, in tegen
stelling met vroeger, mede door ge-
rneentebelastingbetalers van andere
gemeenten is opgebracht.
Het is daarom te hopen, dat hij de
vaststelling van den inkomstenfactor
nog eens ten volle aandacht ook aan
deze inkomsten wordt geschonken,
met name aan de inkomsten, die de
gemeenten uit ;hare bedrijven hebben
en wel uit die bedrijven, die vrijwel in
iedere gemeente worden aangetroffen.
Voor het vaststellen dier winsten
volgens objectieven maatstaf, zullen
zeer zeker normen zijn te vinden die,
al worden zij niet volmaakt, toch bij
haar toepassing zeker jneer bevredi
ging zullen schenken, dan het totaal
uitschakelen dier bedrijfswinsten, die
in vele gemeenten langzamerhand het
karakter van belastingen hebben aan
genomen en die daarom, zelfs voor 't
vaststellen der belastingcapaciteit,
maar zeker voor het aangeven eener
algemeene inkomstencapaciteit, waar
op toch eigenlijk billijkheidshalve de
voorgenomen regeling zooveel moge
lijk dient te steunen, niet mogen wor
den gemist.
Tenslotte nog dit.
Tot heden heeft de regeering er
practisch steeds aan vastgehouden, dat
aan iedere gemeente, ongeacht haar
eigen financieele positie, althans ee
nige subsidie in haar werkloosheids
uitgaven werd verleend.
Dit is in de voorgestelde regeling
losgelaten.
Wij betwijfelen, of ook dit wel vol
komen billijk is, temeer nu de finan
cieel draagkrachtige gemeenten, zoo
als reeds is vermeld, in tegenstelling
met vroeger, met haar plaatselijke be
lastingen gaan bijdragen in de werk
loosheidslasten van andere gemeen
ten. Wij willen van dit laatste in de
huidige tijdsomstandigheden de bil-
DUBBEL ZUIGVERMOGEN NEDERLANDSCH FABRIKAAT
LAAGSTE PRIJS BUITENGEWONE CONDITIËN
VRAAG DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE My.
Dit laatste tegen Jim.
Bij de eerste alarmeerende geluiden
van buiten, was Voles opgesprongen
een revolver in de vuist. Hij begreep
wat er gaande was en door een reet
van een blind glurend, zag hij dat Cars
haw met behulp van een van de meege
nomen inbrekerswerktuigen bezig was
een venster te forceeren, om zich op die
manier toegang te verschaffen. De ste
vige voordeur bezweek niet vlug ge
noeg naar zijn zin.
Hij bedwong zijn lust om te schieten:
er kon politie buiten zijn. En daarbij,
moord zou zijn schoone droom van rijk
dom en weelde in rook doen vervliegen.
Hij moest list tegen de aanvallers ge
bruiken, geen geweld.
Rachel Craik kwam. ontsteld uit de
keuken hollen.
-Fowle, beet Voles zijn doodsblee-
ken handlanger toe, zorg dat je ze een
paar minuten ophoudt, hoe dan ook. En
tot Rachel: Jij kunt ook helpen. Je weet
waar je me vinden kunt als de kust vei
lig is. Ze kunnen je niets doen, denk
daar goed aan. En ik veronderstel dat
ze geen bevel tot huiszoeking hebbend
anders zouden ze niet direct op die ma
nier te werk gaan. Zet een grooten
mond tegen ze op, houdt ze aan den
praatals ik maar even tijd heb zie
ik wel kans het meisje in veiligheid te
brengen.
In het besef zich in deze hachelijke
omstandigheden meer te kunnen verla
ten op Rachel, dan op den onthutsten
Fowle, spoedde hij zich naar boven,
hoewel zijn nog niet geheel genezen
been hem in zijn bewegingen belem
merde.
Hij liep een kamer binnen en greep
een kleine handtasch, die blijkbaar met
het oog op de wenschelijkheid van een
overhaaste vlucht gereed was gezet.
Daarop vervolgde hij zijn haastigen
weg naar het vertrek waar Winifred
en Greyfoot met zeer gemengde gevoe
lens luisterden naar het lawaai dat dof
van beneden opklonk. Hij rammelde
aan de kruk. Gesloten, en Rachel had
den sleutel in haar zak.
Door een dergelijke kleinigheid liet
een man als Voles zich niet ophouden.
Met zijn sterken schouder ontwrichtte
hij het slot en stond de volgende secon
de van aangezicht tot aangezicht met
Greyfoot, wiens eenige bruikbare hand
een pook omklemd hield.
Er op los, kerel!, schreeuwde Vo
les tegen zijn adjudant. En je geeft ze
maar van katoen als ze komen. Je hebt
een gezonden arm gebruik dien! Ze
kunnen je niets maken, ze hebben geen
recht om op die manier binnen te drin
gen
Het vecht-instinct in Wolf Greyfoot
was gewekt. Hij mocht dan al een
vreemde sympathie voor het hulpelooze
meisje bij zich zelf hebben bespeurd, dat
zou hem niet weerhouden zijn ouden
bondgenoot bij te staan nu er gevaar
dreigde.
Met een hartige verwensching stoof
hij naar de hall en Inspecteur Winter,
die inmiddels ook op het oorlogstoo-
neel verschenen was, had al zijn kracht
noodig om den woesteling, die met zijn
eenen beschikbaren arm ook nog een
geduchten tegenstander bleek, te over
weldigen.
Het eind van den veldslag was, dat
Greyfoot, kreunend en vloekend, door
de knie van den Inspecteur op den
grond gehouden werd, dat Fowle mach
teloos hijgde in de metalen greep van
Sir Reginald en Jim de gillende Rachel
Craik in bedwang hield.
Het drietal kreeg de handboeien aan,
Jim werd met hun bewaking belast en
Reginald en Mr. Winter begonnen een
onderzoekingstocht door het huis naar
Winifred en Voles.
Maar ofschoon ze, van den zolder
tot den kelder, in ieder hoekje en gaatje
snuffelden, van geen van beiden was 'n
spoor te bekennen.
Toen ze in de hall terugkwamen,
snauwde Reginald, buiten zichzelf van
woede, Rachel Craik toe:
Waar is ze? Wat hebben jullie
met haar uitgevoerd? Als ik haar niet
terugvind, zul je er voor boeten, dat be
zweer ik je!
Met een boosaardige glinstering in
haar oogen keek ze hem aan.
-'Wat zijn dat voor manieren, ant
woordde ze scherp en uitdagend, om
fatsoenlijke menschen zoo te behande
len? Dat zou ik wel eens willen weten.
Om met geweld een huis binnen te drin
gen en ons als wilde beesten aan te val
len
Ik zou de moeite maar sparen. Sir
Reginald, adviseerde Winter droogjes.
Ik herinner me haar van de Yard. Je
krijgt toch geen woord uit haar wat ze
niet wil loslaten. We doen beter om
maar eens een onderzoek in den tuin in
te stellen.
HOOFDSTUK XXVIII.
De ontsnapping.
Polly, buiten in de auto, luisterde met
ingehouden adem naar de geluiden, die
van het terrein van Moore House naar
haar overwaaiden.
Nadat de inspecteur in de duisternis
van het park verdwenen was, was ze
overeind in den wagen blijven staan,
met haar handen op den bovenkant van
den muur. In deze houding, bedacht ze,
zou ze het best de naderende voetstap-
Ooor het poetsen Uwer tanden met
merkbaar minder tandbederf
lijkheid geenszins ontkennen. Maar als
de gezamenlijke gemeenten volgens
objectieven maatstaf een deel van de
inkomsten van 't werklcosheidsfonds
opbrengen, dan is het ook niet onre
delijk, dat dan ook aan iedere ge
meente, die althans in niet onbedui
dende mate met werkloosheid heeft
te kampen, afgezien van hare financi
eele draagkracht, eenige subsidie, hoe
gering deze ook moge zijn, worde toe
gekend. Dit is thans, nu in de voorge
nomen regeling het toch willekeurige
normpercentage van 14.616 is aange
houden, niet het geval. Zulk een sub-,
sidie ware zeker te rechtvaardigen, in
dien de werkloosheidsuitgaven bij een
zelfs draagkrachtige gemeente een
niet te miskennen percentage vormen
van hare totale gemeentelijke uitga
ven. Er kan voldoende differentiatie
in het subsidiepercentage behouden
blijven, zoodat de voorgenomen rege
ling toch steeds ten volle aan haar
deel zal blijven beantwoorden, n.l. om
de werkloosheidslasten meer geleide
lijk, dan vroeger het geval was, over
de geheele bevolking van Nederland
te doen verdeelen.
Dat een gemeente bovendien een
goede belastingcapaciteit heeft, is niet
altijd en voor 100 afhankelijk van
toevallige factoren. Een goed en zui
nig gevoerd beleid in hetverleden kan
hare aantrekkelijkheid als gemeente
hebben verhoogd, waardoor hare bc-
lastingcapaciteit kan zijn gestegen.
Maar ook het omgekeerde kan het
geval zijn. Het gaat niet aan, om deze
pen kunnen hooren, wanneer straks de
bevrijders uit het huis zouden terugkee-
ren, zooals ze de voetstappen van Mr.
Winter langzaam had hooren wegster
ven.
Groot was dan ook haar verbazing,
tot plotseling het opensluiten van het
toegangshek tot haar doordrong, zon
der dat iets haar had gewaarschuwd,
dat er iemand in aantocht was.
Ze was op het punt omlaag te sprin
gen, toen een der hekken open zwierde
en een man zichtbaar werd, die een be-
wegenlooze vrouwengestalte in zijn ar
men droeg.
De koplampen van de auto waren
naar voren gericht en in de schaduw
van den muur en de hooge boomen was
het zoo donker, dat het onmogelijk was
gelaatstrekken te onderscheiden. Trou
wens, ze kende Voles niet, dus zijn ge
zicht had haar niets gezegd.
Polly was wel een heel schrander
meiske, maar tegen de verwikkelingen
van dit avontuur was haar combinatie
vermogen toch niet opgewassen! En dat
ze tegen de brutaliteit van een tegen
speler als Voles niet opkon, was haar
waarlijk niet kwalijk te nemen. Als
de simpele, voor de hand liggende ver
klaring van de verrassende verschij
ning van het tweetal, nam ze aan, dat
de redders al spoedig hun doel bereikt
hadden en terwijl ze verder met de „ge
vangenbewaarders" afrekenden, het
meisje vast door een huisknecht of zoo
naar de auto hadden laten brengen,
waar ze veilig zou zijn. Want dat de
man niet tot haar eigen klein gezelschap
behoorde, had ze wel gezien.
Ze dacht niet langer over het pro
bleem na, ook niet over de vraag, hoe
het kwam dat ze geen voetstappen had
gehoord. Echt vrouwelijk medelijden
met het slachtoffer van zooveel men-
schelijke boosheid, drong elke andere
overweging op den achtergrond.
Waalwyksclie en Laigxlraatsrlt Courant*
VELO STOFZMR