Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VIERDE BLAD.
Verlaging Pers. Belasting voor caféhou
ders aangehouden. - De politieverordening
aangenomen. - Conversie van geldleeningen.
Omzetbelasting op gas en electriciteit.
NUMMER 70.
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1934
57c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ens.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.2ft.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentifin moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit sijn.
Bij contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën
29 cent per regel; minimum 1.50.
De raad dezer gemeente vergader
de gisteravond ten raadhuize onder
voorzitterschap van burgemeester
Moonen.
Secretaris de heer J. v. Mierlo.
Afwezig met kennisgeving de heer
v. d. Waerden.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
a. Van de Ged. Staten.
1. Goedgekeurd raadsbesluit van
27 Juli '34 tot het verleenen
van pachtvermindering aan A.
van Velthoven.
2. Alsvoor tot verhuring van de
rijksbelastinggebouwen in de
Mr. van Coothstraat aan het
Rijk.
3. Alsvoor tot wijziging der be
grooting 1934.
b. Van den Minister van Binnen-
landsche Zaken:
Kon. Goedgekeurde verordening
als bedoeld in artikel 4 der Bios
coopwet, vastgesteld bij raadsbe
sluit van 29 Juni 1934.
c. Van N. Hendriks, alhier.
Verzoek aanleg trottoir vóór zijn
woningen aan den Noorder-Pa-
rallelweg.
Deze stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
d. Schrijven van eenige bewoners
van het Laageinde, waarbij de
aandacht wordt gevestigd op den
hinder, welke zij ondervinden van
de demping van het z.g. „Blanke
Wiel".
De Voorzitter zegt dat reeds aan
adressanten is medegedeeld dat de
vuilnis zal worden afgedekt met
zwarte aarde en voorts nog andere
maatregelen genomen worden om
de genoemde bezwaren te onder
vangen.
Het schrijven wordt voor kennis
geving aangenomen.
Personeele Belasting voor
caféhouders.
e. Van de R.K. Middenstandsveree-
niging alhier, verzoek tot verla
ging van de Personeele belasting
voor caféhouders.
De heer Spapens vindt de argu
menten, die B. en W. aanvoeren,
niet steekhoudend. Spr. vraagt of
deze categorie niet gelijk behandeld
kan worden als andere neringdoen
den. Indien de gemeente deze in
komsten niet kan missen, dan is dit
volgens spr. nog geen reden om een
onbillijkheid te blijven toepassen in
de belastingheffing. Wel is het café
bedrijf eenigszins beschermd, doch
in de huidige omstandigheden acht
spr. deze bescherming van weinig
beteekenis. Spr. voelt daarom voor
inwilliging van het verzoek.
De Voorzitter herinnert er aan dat
het hoofdargument van B en W. bij
de discussie, die vorig jaar over deze
kwestie gevoerd is, was, dat de rijks
wetgever in deze kwestie nog steeds
geen wijziging heeft gebracht. Zoo
lang het rijk zelf deze belasting ge
heven heeft, heeft men er nooit aan
gedacht om de vergunninghouders
minder te laten betalen. Was er
inderdaad sprake van een onrecht,
zooals de caiéhouders beweren, dan
zou men mogen verwachten, dat de
rijkswetgever al lang verandering in
de helling had gebracht.
Dhr. Spapens. blijkbaar heeft men
er in andere gemeenten anders over
gedacht.
De Voorzitter. Dat hebben wij ook
reeds gedaan ten opzichte van de
biljartbelasung.
De heer Spapens merkt op dat 't
rijk de bevoegdheid om de belasting-
helling te wijzigen op de gemeente
heeti overgedragen. Uit dit lelt blijkt
voor spr. dat ook het rijk deze be
lasting onrechtmatig acht.
De Voorzitter zegt dat de gemeente
de bevoegdheid altijd gehad heelt.
Het rijk zelt heeft echter de wijziging
nooit voorgeschreven, wat toch zeker
gebeurd zou zijn als er van een
onbillijkheid sprake was.
De heer Spapens zou het onjuist
vinden in deze de houding van hel
rijk af te wachten.
De heer van Haren betoogt dat de
meening der kasteleins, dat ze ver
keerd behandeld worden, op een
verkeerden grondslag berust. Eik
bedrijf betaalt belasting uit zijn winst
en het gaat hier slechts over het
middel toi belastingheifing.
Vergelijkt spr. de café's met fabrie
ken, dan vindt hij wel degelijk een
rechtsgrond voor deze belasting,
vooral daar het cafébedrijf er is ten
pleziere van het uitgaande publiek.
Het feit, dat de caféhouders in moei
lijke omstandigheden verkeeren, is
niet ontstaan uitsluitend tengevolge
van deze belastingheffing. Indien
het cafébezoek werkelijk afneemt
meent spr. dat de raad dit moet
toejuichen.
De Voorzitter wijst op de belang
rijke financieele maatregelen die te
wachten staan. Het rijk zal in de
toekomst 75 opc. van de Pers. Bel
vergen en 25 opc. van de G. F. B.
Een voorloopige berekening heeft
reeds aangetoond, dat de gemeente
daardoor naar de derde klasse zal
moeten overgaan, met de heffing
van het max. aantal opcenten van 75.
Volgens deze berekening zal de Pers.
Belasting de sluitpost der begrooting
moeten worden. Met deze welen-
schap voor oogen acht spr. het on-
gewenscht de Pers. Bel. te gaan
herzien en daardoor de gemeente
nog dieper in de put te helpen.
Spr. merkt nog op dat er ondanks
deze uitlatingen geen reden is om
den toestand al te somber in te zien.
Er zijn nl. ook enkele lichtpunten,
waarop spr. echter thans niet dieper
kan ingaan.
De heer Spijkerman gelooft niet
dat de heer van Haren de zaak
juist voorstelt. Tenslotte is een café
even goed een zaak als elk ander
bedrijf en daarom kan spr. niet
inzien waarom juist dit bedrijf
hooger dan andere moet worden
aangeslagen.
De Voorzitter zegt dat het karak
ter van een café geheel anders is
dan dat van andeie zaken. Zoo heb
ben de caféhouders b.v. geen con
currentie van buiten de plaats te
duchten.
De heer Spijkerman gelooft het
tegendeel. Spr. wijst op den slechten
gang van zaken in het café-bedrijf.
Omdat vroeger de zaken goed gin
gen hebben de vergunninghouders
nooit op gelijkstelling met andere
bedrijven aangedrongen.
De heer Nuijten gelooft dat de
raad de kwestie te diep gaat bekijken.
Spr. meent dat de caféhouders al
jaren slecht behandeld zijn. De
adressen, die de laatste jaren ver
stuurd zijn, toonen wel aan dat er
een onbillijkheid in de wet is. Deze
onbillijkheid is maar steeds gehand
haafd op het motief dat het publiek
in de café's kan koopen en consu—
meeren, en in de winkels alleen maar
koopen.
Toen het rijk de P. B. door de
gemeente liet heffen, heeft het on
middellijk aan de gemeente de be
voegdheid gegevep deze onbillijkheid
op te heffen en verschillende ge
meenten zijn daartoe dan ook reeds
overgegaan. Spr. is ervan overtuigd
dat de caféhouders er elk jaar op
nieuw op zullen aandringen deze
onbillijkheid op te heffen.
Volgens spr. mag men geen verschil
maken tusschen caféhouders en winke
liers: beiden drijven hun zaak om winst
te maken.
Spr. wijst op de mogelijkheid om de
belasting met slechts V3 te verlagen,
zoodat de stoot voor de gemeente niet
zoo zwaar is.
De verlaging der biljartbelasting
heeft, volgens spr., ook eenige onbillijk
heden geschapen, er zijn n.l. verschil
lende caféhouders, die geen biljart heb
ben en dus in het geheel geen verlich
ting hebben gehad.
De Voorzitter merkt op, dat de
grondbelasting, die thans nog 81000
opbrengt, geleidelijk aan minder in de
gemeentekas zal brengen. Over 10 jaar
zal de vermindering zelfs ƒ31.000.
bedragen.
De heer Pullens kan het standpunt
van B. en W. niet deelen. Dhr. v. Ha
ren zegt wel, dat de café's zijn ingesteld
op de genotzucht der menschen, maar
spr. vindt toch deze bedrijven noodza
kelijk en daarom heeft hij er bezwaar
tegen dat zij hooger worden aangesla
gen dan andere zaken.
De heer Spapens merkt den heer v.
Haren op, dat de café's niet voor het
drankmisbruik verantwoordelijk gesteld
mogen worden, en spr. wijst naar het
„drooggelegde'' Amerika. Spr. blijft de
extra belasting onbillijk vinden.
De Voorzitter: Waarom heeft het
rijk dan zelf geen verandering in de
heffing gebracht?
Dhr. Spapens: Waarom heeft de
wetgever die bevoegdheid aan de ge
meente overgedragen?
De Voorzitter zegt, dat een wijzi
ging voor sommige gemeenten, b.v.
waar veel toeristenverkeer is, ge
wenscht kan zijn.
De heer v. d. Geld heeft bij de dis
cussies nog geen enkel steekhoudend
argument gehoord. Volgens spr. is deze
belasting onbillijk, en het laat hem on
verschillig, of de rijkswetgever er al of
niet wijziging in gebracht heeft. De
onbillijkheid mag niet gehandhaafd blij
ven, meent spr.
De Voorzitter: Dus U meent over die
billijkheid beter te kunnen oordeelen
dan de rijkswetgever.
De heer Klijberg meent, dat er vroe
ger, toen de belasting nog door het rijk
geheven werd, veel meer reden tot ver
laging was dan thans. Indertijd waren
de hotels immers van veel meer betee
kenis dan thans, omdat de reisgelegen
heid niet zoo gemakkelijk was.
Thans is het café-bedrijf veel meer
op luxe ingesteld, zoodat er veel min
der reden tot verlaging is.
Afgezien van dit alles echter, meent
spr., dat rekening gehouden moet wor
den met het belangrijke motief dat geen
enkele bron van inkomsten voor de ge
meente uit handen gegeven mag wor
den. Spr. gelooft daarom dat het ver
zoek ontijdig is ingekomen, daar thans
nog niet beoordeeld kan worden met
welke factoren bij de begrooting 1935
rekening gehouden zal moeten worden.
Spr. stelt daarom voor het adres aan te
houden tot de behandeling der begroo
ting.
De heeren Roxs en Passier verklaren
zich daarmede accoord.
De heer Pullens ziet geen reden om
het adres aan te houden. Het gaat hier
z.i. slechts over de vraag wat billijk en
wat onbillijk is.
Weth. Smolders zegt, dat verschil
lende heeren spreken over een grove
onbillijkheid. Spr. vraagt echter waarin
die onbillijkheid bestaat en welke rege
ling dan wel billijk is. In het adres wor
den verminderingen van !/3 en 2/3 ge
vraagd, maar een dezer verzoeken moet
toch zeker onbillijk zijn.
De heer v. Driel maakt de opmer
king, dat de caféhouders boven houders
van andere vermakelijkheden bevoor
recht zijn doordat zij geen vermakelijk
heidsbelasting behoeven te betalen.
Spr. kan het heelemaal niet bezwaar
lijk vinden dat de café's wat meer be
lasting betalen.
De Voorzitter zegt nog, dat een
eventueel besluit tot verlaging vóór 1
Sept. genomen moet worden, wil het
nog volgend jaar van kracht zijn. Spr.
raadt echter ten sterkste af een derge
lijk voorstel aan te nemen, een derge
lijke beslissing zou spr. een „luxe beslis
sing" noemen.
Spr. is het eens met het argument van
dhr. van Driel.
De heer Spijkerman vindt dit argu
ment onjuist, de vermakelijkheidsbelas
ting drukt op het publiek, doch de Pers.
Bel. op den caféhouder.
De Voorzitter zegt, dat de caféhou
der deze kosten door verhooging van
consumptie-prijzen op zijn bezoekers
kan afwentelen. Als dat niet mogelijk is
dan ligt het aan het 'feit dat er te veel
vergunninghouders zijn. Er zijn 39 ver-
gunning- en 21 verlofhouders, te samen
dus 60, hetgeen spr. veel te veel acht.
Besloten wordt het adres voorloopig
voor kennisgeving aan te nemen en het
bij de behandeling der begrooting op
nieuw te bespreken.
Tegen stemden de heeren Spapens,
Pullens en Nuijten.
2. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ingevolge art. 72 der L.O.-
wet aan het bestuur der R.K. Bijz.
Meisjesschool aan de St. Crispijn-
straat voor aanschaffing van school-
meubelen.
Het voorstel wordt aangenomen.
3. Voorstel tot verhuring van de wo
ning Stationsstraat 22.
Het betreft hier slechts een formali
teit. De woning wordt weer tegen den-
zelfden prijs verhuurd aan den heer
Froklage.
4. Voorloopige vaststelling gemeente
en bedrijfsrekeningen over 1933 en
goedkeuring rekeningen van diverse
instellingen van weldadigheid over
1933.
De raad kan zich zonder hoofdelijke
stemming met het rapport der Com
missie vereenigen.
5. Vaststelling eener nieuwe politiever
ordening.
De Voorzitter zegt, dat men van het
standpunt moet uitgaan dat deze be
palingen er zijn om excessen tegen tc
gaan. Zooals bekend, is de politie hier
zeer lankmoedig en waarschuwt zij
herhaaldelijk. Eerst als men opzet en
onwilligheid constateert, volgt ge
woonlijk procesverbaal.
De verordening is door een zeer des
kundige commissie samengesteld,
waarin ook juristen zitting hadden,
dus wat de juridische zijde betreft, kan
men gerust zijn dat het in orde is.
De heer v. Haren apprecieert het
dat men met deze verordening unifor
miteit heeft willen'brengen in de poli
tieverordeningen in de verschillende
gemeenten. Maar hier ziet hij zooveel
toevoegingen en wijzigingen aange
bracht dat hij vreest dat daardoor van
het gestelde doel wordt afgeweken.
De Voorzitter zegt dat zooveel mo
gelijk het ontwerp is overgenomen en
de wijzigingen meestal betrekking heb
ben op plaatselijke omstandigheden en
gegrond zijn op bestaande wetten.
De raadsleden krijgen hierna ach
tereenvolgens gelegenheid om hun op
merkingen over het ontwerp naar vo
ren te brengen.
De heer Roxs vindt in artikel 23
aanleiding om aan te dringen op het
plaatsen van meer urinoirs, vooral in
de St. Antoniusparochie en in voorm.
Baardwijk, anders zal men dikwijls
overtredingen van art. 23 constatee-
rcn. Tegen de bepaling als zoodanig
heeft hij geen bezwaar.
Verder vraagt hij of art. 43 ook slaat
op hinder die iemand heeft of meent
te hebben van een instrument waarop
b.v. een jong lid eener harmonie thuis
regelmatig zit te oefenen. Zulks zou
hij nog al ver gezocht vinden.
De inspecteur van politie, de heer
Houben, die ter toelichting mede in
de raadszaal aanwezig is, zegt dat men
meer speciaal hinderlijke radiomuziek
op het oog heeft. Overigens is er de
politie nog om te constateeren of er
inderdaad van hinder sprake is.
De heer Roxs vindt verder een maxi
mum snelheid van 30 K.M. voor fiet
sen te hoog. Hij vindt dat jakkeren
veel te gevaarlijk en zou voor fietsers
de maximum snelheid op 15 K.M. be
palen.
De Inspecteur van politie zegt dat
volgens de Motor- en rijwielwet geen
lagere maximum snelheid dan 30
K.M. mag worden vastgesteld. Zou een
fietser de veiligheid van het verkeei
in gevaar brengen, dan kan hem zelfs
hij een snelheid van nog geen 15 K.M.
een verhaal gegeven worden.
Nog enkele kleine bezwaren van den
heer Roxs worden na een korte toe
lichting ondervangen, terwijl ook de
heer Spijkerman na een paar infor
maties zich met het ontwerp accoord
verklaart.
De heer Passier vindt de bepaling
dat na 10 uur 's avonds ,geen fietsen
meer onbeheerd mogen staan, nogal
bezwaarlijk.
Met lalgemeene stemmen wordt be
sloten dit te veranderen in 11 uur.
De heer v. Haren heeft gezien dat
uit het concept de bepaling geschrapt
is dat op len Paaschdag, len Pink
sterdag en len Kerstdag nooit vergun
ning tot dansen kan jworden gegeven.
Hij had deze bepaling graag gehand
haafd gezien.
De Voorzitter zegt dat nog nooit op
die dagen dansvergunning gegeven is
en vermoedelijk nooit gegeven zal wor%
den, doch om het voor buitengewone
gevallen eventueel mogelijk te maken
was de bepaling geschrapt. Hij kan
er zich best mee vereenigen het ver
bod alsnog op te nemen.
Wordt met 9 legen 3 stemmen be
sloten de bepaling alsnog op te nemen;
tegen stemden de heeren Nuijten, Klij
berg en Spijkerman.
Nadat de heer Nuijten door enkele
ingewonnen informaties tevreden is ge
steld en geen der andere leden opm?r-
n het Zuiden,
Waalwykscne en kngstraatsche lnuianl,
Gemeenteraad Waalwp.