Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLcTON DE TWEE MACHTEN IN HET LEVEN. I DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN, EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. ^MMER 83. WOENSDAG 17 OCTOBER 1934. 57e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enx. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.28. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiteriük 9 uu in ons bexit siJn. Bij contract flink rabat Reclames 40 cent per regel. FriJs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimam 1.60. DRUNEN De gemeentebeqrooting 1935 vastgesteld. De verlichting van Kuiksche Heide en Toren- straat. Pachtvermindering De Raad der gemeente Drunen vergaderde Donderdagavond ten gemeentehuize, onder voorzitter schap van burgemeester Mr. R. v. d. Heijden. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering werden conform ontwerp vast gesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. Hieronder zijn de goedkeuringen van Ged. Staten van verschillende raadsbesluiten en verordeningen. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De rekening en begrooting van den Warenkeuringsdienstte's Bosch worden ter inzage gelegd. De begrooting. 2. Vaststelling gemeentebegroting 1935 met diverse subsidie-aanvragen. Aan de toelichting, die B. en W. den raad bij de begrooting gegeven hebben, ontleenen wij het volgende Tengevolge van de betrekkelijk gunstige resultaten van het dienst jaar 1933 kan de begrooting 1935 aanvangen met een batig salda ad f 1526.08 in tegenstelling met de begrooting 1934, die begon met een nadeelig saldo van f3774.98, een aanvangsverschil dus van f5301.06. Dit voordeelig verschil met de be grooting 1934 wordt grootendeels te niet gedaan door de lagere op brengst van de ten behoeve der gemeente te heffen belastingen, zooals nader onder het oog zal worden gezien. Verder wordt de begrooting 1935 van „De Echo van het Zuiden Naar het Engelsch. 6) Het klamme zweet stond haar op 't voorhoofd; ze hield den adem in, al luisterend, of ze het geluid soms weer zou hooren?Maar er volgde slechts ononderbroken, doodsche stilte. Terwijl zij, nu weer liggende, acht gaf op ieder geluid, meende zij, dat ze op eenigen afstand buiten het venster een soort geschuifel vernamKon het soms een kat of een uil wezen? Ze stak haar kaars aan en keek ang stig het vertrek rond, maar er was toch waarlijk niets schrikwekkends te zien. Ze ging uit bed, trad aan het ven ster en sloeg dit open. De regen had opgehouden; de wind was veel bedaard en de tuin lag dan ook in doodsche stilte vóór haar. Hier viel evenmin iets schrikwekkends waar te nemen. Dan was het toch zeker het schreeuwen van een arme, verdwaalde kat, dat haar zoo verschrikt had. Kil stroomde de nachtlucht naar bin nen, zoodat ze huiverde en op het punt was, het venster te sluiten, toen ander maal een schuifelend geluid tot haar doordrong. Het kwam ergens van ver re... Ja, nu herkende zij het: er moest iemand aan het graven zijn. Ze hoorde eerst het scherpe geknars nog beinvloed door den in 1934 plaats gehad hebbenden verkoop van bet Gemeentelijk Electrisch Bedrijf. Werd op de begrooting 1934 nog 16Ü00.als winst uit dit bedrijf geraamd, voor 1935 verdwijnt dit geheel. Daartegen over staat echter, dat de rentelast door aflossing van geldleeningen beduidend is verlicht, hoewel het derven der winst daarmede niet wordl goedgemaakt. Het groote voordeel toch van den verkoop van het GEB was gelegen in de ver mindering der stroomprijzen, welke vermindering voorsbands geraamd werd op rond f4500,De ver lichting van den rentelast door verkoop van het GEB kan gesteld worden op rond f2650, zoodat de begrooting door verdwijning van het GEB nadeelig beinvloed werd met een bedrag van f3350, De gewone jaarlijks terugkeeren- de inkomsten en uitgaven zijn over het algemeen van weinig af wijkenden aard, zooveel mogelijk geraamd naar de laatst bekende gegevens en behoeven o i. geen nadere toelichting B. en W. meenen nader te moeten bespreken de ramingen der belasting opbrengsten. Bij de Staten-Generaal is een wetsontwerp ingediend tot instelling van een werkloosheids- subsidiefonds ter financiering dei- kosten van werkverschaffingen over het geheele land. Als inkomsten van dit fonds zullen o.m. worden aangewend een gedeelte der thans ten bate der gemeente komende belastingopbrengsten en wel 40 pCt. van de hoofdsom der grondbelasting 10 opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting 80 pCt. van de hoofdsom der personeele belasting geheven naar de eerste drie grondslagen en naar de klasse waarin de gemeente is gerangschikt 25 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting. Wordt dit ontwerp tot wet ver heven wat naar alle waarschijn lijkheid zal geschieden dan zal hierdoor voor onze gemeente de van een spade en daarop het zware vallen van aarde.... Er was dus iemand in den tuin aan het werk, in het holle van den nacht.... Hoe vreemd, hoe griezelig! Er viel haar nu ineens een geschie denis in, die zij lang geleden had gele zen van een jong meisje, dat in haar gevangenschap steeds had moeten luis teren naar het graven van haar graf. Jocelyn sloot het venster en stapte rechtstreeks in bed. Ze nam haar hor loge van onder haar kussen, maar ze had vergeten het op te winden. Het was blijven stilstaan op twee uur. Maar nu moest het wel later wezen.... Wat be duidde toch dat graven in den tuin, in stikdonkeren nacht? Het was niet bepaald geschikt, om haar te kalmeeren, als zij dacht, dat Caerleon immers een historisch stadje was, waar de avontuurlijkste voorval len hadden plaats gehad en waar het in sommige huizen nog „spoken" moest. Zij besloot haar licht niet uit te doen. Andermaal viel zij in slaap, al was het dan ook in een onrustige sluimering; en weer werd zij wakker en hoorde onder drukt gejammer. Ook leek het, dat er zacht-schuifelende voetstappen kwamen langs de deur, die naar het zijgangetje leidde, maar die zijzelve gelukkig aan den binnenkant met den grendel geslo ten had. Onmiddellijk was zij weer uit bed, schoof geruischloos den grendel terug en stond dus aan het begin van het zij gangetje. Terwijl zij daar uitkeek, rillend en huiverend en niet wetend wat te doen, zag zij een flikkerenden lichtglans in de groote gang, hoorde er het geluid van sluipende voetstappen en een on derdrukt halfverstikt gejammer. opbrengst der belastingen niet weinig dalen. Bij het opmaken der gemeentebegrooting is met dit wets ontwerp dan ook reeds rekening gehouden. Krijgt de gemeente thans 75 pCt. der hoofdsom grondbelasting uitge keerd, na het to standkomen der bedoelde wet zal die uitkeering slechts 35 pCt. bedragen. Verder zal de gemeente na aan neming van het wetsontwerp slechts 40 opcenten op de hoofdsom dei- vermogensbelasting meer mogen heffen. Voor 1934 bedroeg dit aantal nog 50. Aangezien de gemeente na het totstandkomen valn bedoelde wet slechts 20 pCt. der hoofdsom krijgt uitgekeerd, zien wij ons genoodzaakt het aantal opcenten op de perso neele belasting van 60 op 165 te brengen, wat echter voor de be lastingbetalers nog een verlaging heteekent van 15 tot 25 opcenten vergeleken bij 1934 en vorige jaren. Om evenwel tot genoemde ver hooging der opcenten op de perso neele belasting te kunnen overgaan moeten ingevolge art. 285 der ge meentewet de opcenten op de grondbelasting tot maxima van 80 voor de gebouwde en 20 voor de ongebouwde eigendommen worden opgevoerd. Een verhooging resp. van lo en 5 opcenten. Daarentegen hebben wij gemeend te kunnen overgaan tot een verlaging der ge- meenlefondsbelastingmet 5 opcenten en deze te brengen van 50 op 45. Een en ander heeft tengevolge dat de belastingopbrengsten over iy35 beduidend lager zullen zijn dan over vorige jaren. Tegenover 1934 brengt de be lasting in iy35 voor onze gemeente minder op een benrag van rond 13075,Naast deze mindere ont vangst uit belastingen staat een hoogere uitkeering als subsidie in de kosten van werkverschaffing en een verhooging van de uitkeering uit het gemeentefonds, te samen makend een totaal bedrag van rond 13600, in totaal beteekenen al deze wijzigingen een voordeelige be- invioeding der gemeentebegrooting met ongeveer 12475,Een deel van dit voordeel verdwijnt door de raming van 1550,als wachtgeld voor den Administrateur van het GEB. De post onvoorzien is f 100. tiooger dan vorig jaar, terwijl de resteerende f 1825,noodig waren tot dekking van enkele noodzake lijke verhoogingen van uitgaven en verlaging van inkomsten. Rest ons nog een beknopte toe lichting van de posten «Bijdragen aan Hldst. Vil van den kapitaal dienst ter herkrijging van vervreemde kapitalen voorkomende op de Hfdst. V, VI, VII 7, IX 2 en XIII 1 van den gewonen dienst. Deze posten zijn gelijk aan de jaarlijksche aflossingen op de geldleeningen die per 1 Juli 1934 geheel konden worden afgelost met de opbrengst van den verkoop van het GEB en behooren te worden geraamd ge durende een aantal jaren gelijk aan den looptijd van bedoelde geld leeningen. B. en W. meenen aan het slot van hun toelichting te mogen con- stateeren, dat de linancieele positie onzer gemeente onverzwakt is ge- bleven. B. en W. stellen voor aan de volgende vereenigingen evenals vorig jaar een subsidie te geven. R.K. Vereeniging «Moederschaps zorg». Stichting »Moederheil.» R.K. Blindenzorgvereeniging »St. Antonius van Padua.» R.K. Reclasseeringsvereeniging». R.K. Handelshoogeschool. R.K. Jonge Boerenstand. R.K. Militairenvereeniging. R.K. Politiebond »St. Michael.» R.K. Landbouwschool te Udenhout. Voorts stellen B. en W'. voor thans ook de zangvereemging »Zang en Vriendschap» met f 3U te subsidieë- ren, daar deze vereeniging getoond heeft in het cultureel belang dei- gemeente te zijn, en voor f 10 dona teur te worden der vereeniging, tot Behoud van Natuurschoon in Noord- Brabant. Wegenonderhoud. De heer van Drunen meent dat te weinig is uitgetrokken voor het onderhoud der wegen. In 1933 is daarvoor uitgegeven f 150U en nu is slechts f luUU g'eraamd. Spr. wil daarom van de post onvoorzien die f 1756 groot is, f lüüö over schrijven naar wegenonderhoud, zoodat daarvoor f 2UÜU beschikbaar komt. Spr. zou dan uit dezen post den Keiweg eens goed laten opknap- pen. De Voorzitter zegt dat de post in 1933 hooger was, omdat toen een weggedeelte is vernieuwd uit den gewonen dienst. De f 10ÜU die thans uitgetrokken zijn, zijn voor het on derhoud voldoende. Spr. hoopt in den loop van het jaar een voorstel le kunnen doen tot verbetering van den Keiweg. De heer van Drunen vindt het voorts opmerkelijk dat B. en W. de opbrengst der pachten op f 140UÜ geraamd hebben, terwijl in 1933 slechts 1' 10.378 ontvangen is. Zijn B. en W. van plan de prijzen te verhoogen De Voorzitter antwoordt dat de lagere opbrengst in i933 een gevolg is van de pachtvermindering van 25 pet. De heer van Drunen vraagt voorts of de post polderlasten niet te laag terwijl er daar, aan het eind van den corridor, een groepje zwijgende men- schen iets verschrikkelijks, een vorme- looze, zware massa, tusschen zich in droegen met voorzichtigen, afgemeten tred. Ze meende te onderscheiden, dat het mannen waren, met gebogen hoofd en gebogen schouders. Langzamerhand stierf het geluid van de voetstappen weg en achter hen aan kwam toen de oude Rachel, al jammerend, de handen boven het hoofd houdend. Toen Jocelyn dit gebaar zag en ook den innig-droeven toon van het wee klagen hoorde, trad ze terug en sloot de deur, want zij begreep nu, dat er niets te duchten viel, maar dat er hier in huis iets gebeurd was, waarvan de bewo ners geen vreemde deelgenoot wilden maken. Ze had dus geen recht het te weten en zou ook geen verdere pogin gen daartoe in het werk stellen.. Mis schien was de arme vrouw des huizes krankzinnig en moest zij in bedwang gehouden worden. Of die vorme- looze massa was misschien een be- schonkene geweest, die laat in den nacht, totaal onbekwaam, teruggekeerd was. Jocelyn liet de kaars branden, maar verder werd zij niet meer gestoord in haar slaap. Toen zij wakker werd, viel het zonlicht binnen door het open slaand venster, waarvoor zij vergeten had. het dikke groene gordijn te schui ven. Er werd aan haar deur geklopt niet luide, maar aanhoudend. Jocelijn sprong uit bed en schoof den grendel terug, waarna zij een kan warm water kreeg van de oude huishoudster. Rachel was weer even beleefd als den vorigen avond, maar zij zag bleek en had gezwollen oogen. Zij waar- zitkamer gereed zou vinden staan, zoo dra zij gekleed was. Zij gaf haar ook haar kleeren terug, uitgeborsteld en droog en warm. Het jonge meisje haastte zich toilet te maken en ging toen in de zitkamer, waar het vuur helder brandde. Op tafel stond een smakelijk ontbijt. Zij at vlug, daar zij niet langer wilde blijven, dan maar eenigszins noodig was. Toen zij klaar was met ontbijten, deed zij dus haar mantel aan, zette haar hoed op en was juist bezig haar hand schoenen aan te trekken, toen de oude in de deur verscheen en vroeg, of zij niets meer gebruiken wilde. Jocelyn bedankte Rachel vriendelijk, voor al wat zij voor haar gedaan had en zei toen: Ik moet nu zoo gauw mogelijk vertrekken, want ik heb nog een heelen weg af te leggen. Dit leek Rachel weer een verlichting, te oordeelen naar de uitdrukking op haar gelaat en zij deed dan ook geen moeite, om het jonge meisje op te hou den. Samen liepen zij door den corridor naar den grooten hall met de statie trap en van de huisdeur vervolgens langs het gangetje naar de deur in den muur. Hier vond Jocelyn haar fiets staan, keurig schoon gemaakt. Rachel hield de deur voor haar open en toch aar zelde ze nog even: ze had zoo gehoopt den heer des huizes te zien, om hem te kunnen dank zeggen voor al, wat hij voor haar gedaan had. Ze waagde het er dus op. Ik zou graag uw heer, die zoo vriendelijk voor mij is geweest, nog even bedanken voor zijn gastvrijheid, als dit mogelijk was? Mijnheer Launcelot kan u niet te woord staan, juffrouw. Maar ik zal hem overbrengen, hetgeen u daar gezegd heeft. Ik hoop, dat er vannacht toch niet iemand ziek is geweest? vroeg Jocelyn nu weer. Ik meende, dat ik eenige be weging in huis hoorde. Dank u, juffrouw. Neen, er was niemand ziek. Goeden morgen, was het eenige, dat Jocelyn nu nog kon zeggen. Goeden morgen, juffrouw. De deur in den muur ging dicht en Jocelyn stond er buiten. Toen zij op eenigen afstand was, kon zij niet nalaten, toch nog eens een langen blik te werpen op het statige huis, dat zich zoo waardig verhief te midden van de landerijen, die er zeker bij behoorden. Wat is hij vriendelijk voor mij ge weest, dacht zij bij zich zelve. En nu heb ik hem niet eens kunnen bedanken! Kon ik hem toch maar vergelden, wat hij voor mij gedaan heeft; wat zou ik dat heerlijk vinden! Het was nu een heldere, zonnige dag. Er woei enkel nog een zachte bries uit het Westen. Joceclyn besloot, naar het stadje terug te gaan en er de beziens waardigheden te bekijken. Ze moest toch Koning Arthurs Tafel ronde zien, het vereenigingspunt van zijn dapperen stoet bij feestelijke gele genheden! Mogelijk, dat er ook in stilte de gedachte bij Jocelyn achterzat, dat een oponthoud in het plaatsje soms eenige kans opende, om mijnheer Laun celot eens te zien. Terwijl zij naar het station reed kwam zij een koopman tegen en vroeg dien naar den weg. Zij voelde zich nu weer zeer opgewekt en vol onderne mingszin. Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, WaalwUbscbe en Langstraatstlie Conrant,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1