HI
a
BUITENLAND.
1 I
geschat is, in verband met het in
werking treden der bevloeiïng, waar
door deze lasten beduidend zullen
stijgen.
De Voorzitter zegt dat het moge
lijk is dat de bevloeiïng in 1935
begint, doch de verhooging der las
ten zou dan toch eerst in 1936 in
gaan en dus op de volgende begroo
ting drukken.
De heer W. v. d. Wiel verklaart
zich tegen elke subsidie aan instel
lingen buiten de gemeente. Hij acht
deze bijdragen niet verantwoord,
zoo lang er in Drunen zelf zooveel
armoede geleden wordt.
Spr. kan ook niet accoord gaan
met de opvatting van B. en W. dat
in deze begrooting reeds moet wor
den rekening gehouden met het in
gediend, maar nog niet aangenomen
wetsontwerp inzake de financieele
verhouding tusschen rijk en ge
meenten.
De Voorzitter verwijst deze op
merking naar het adres van den
minister van binnenlandsche zaken,
die er zelf op heeft aangedrongen
met dit wetsontwerp rekening te
houden.
De heer W. v. d. Wiel. Dus men
geeft in den Haag al orders uit
voordat de Kamers er toe besloten
hebben. Waar zitten dan onze Ka
merleden voor?
Tegen de subsidiën stemmen de
heeren W. v.d.Wiel en G. Verhoeven.
De begrooting wordt conform ont
werp vastgesteld. Alleen de heer W.
v. d. Wiel stemt tegen.
3. Goedkeuring begrooting 1935
van het Algemeen Burgerlijk Arm
bestuur.
Deze begrooting wordt conform
ontwerp vastgesteld.
4. Wijziging der verordening tot
heffing van opcenten op de grond
belasting, personeele belasting, ver
mogensbelasting en gemeentefonds
belasting.
De opcentenheffing wordt bepaald
overeenkomstig de begrooting.
De heer W. v. d. Wiel stemt tegen
de heffing van 165 opcenten op de
personeele belasting.
Winkelsluiting.
5. Verklaring als bedoeld in art. 5
der wet van 27 Juli 1934 S no. 450
tot wijziging der winkelsluitingswet.
Tengevolge der wet tot wijziging
der winkelsluitingswet, kan de
verkoopgelegenheid op Zondag voor
winkels, waar uitsluitend of in
hoofdzaak hetzij visch, hetzij fruit,
hetzij een of meer der navolgende
waren brood, banket, suikerwerk,
chocolade, al dan niet tezamen met
consumptie ijs, ten verkoop in
voorraad zijn, worden gesteld op 6
achtereenvolgende uren, doch uit
sluitend voor den verkoop van even-
genoemde waren. Voor winkels
waar uitsluitend of in hoofdzaak
tabaksartikelen ten verkoop in voor
raad zijn kan de verkoopsgelegen
heid voor die artikelen worden ge
steldop vier achtereenvolgende uren.
Om tot de omschreven verruiming
der verkoopgelegenheid te geraken
is het noodzakelijk dat de raad een
verklaring aflegt van oordeel te zijn,
dat de tegenwoordige buitengewone
omstandigheden daartoe aanleiding
geven. De betrokken winkeliers heb
ben zich allen vóór verruiming
verklaard.
Geen der leden heeft er bezwaar
tegen de verklaring af te leggen.
6. Aanmerkingen van Ged. Staten
op het raadsbesluit van 13 Aug. 1934
tot wijziging der verordening op de
keuring van \ee en vleesch met
voorstel tot wijziging.
De door Ged. Staten gevraagde
wijzigingen zijn alle van slechts van
redactioneele beteekenis, waarom er
geen bezwaren tegen worden inge
bracht.
Electrificatie Kuiksche Heide.
7. Verzoek van een aantal be
woners der Kuiksche Heide om te
willen bevorderen dat de PNEM
het electrisch net doortrekt vanaf
L. van Loon via H. Pulles en verder
langs den Keiweg tot den spoorweg
overgang naar den Wolfshoek bij
wachtpost no. 32 met voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Naar aanleiding van het verzoek
werd door B. en W. overleg ge
pleegd met de PNEM.
B. en W. hebben de finantieele
gevolgen voor de gemeente nog niet
geheel kunnen bezien. De voor.
naamste voorwaarden door de
PNEM gesteld voor bedoelde uit
breiding van het net zijn
lo. De gemeente zal aan de PNEM
in de kosten voor den bouw van dit
netgedeelte een bedrag ineens bij.
betalen van f 7165. te voldoen zoo
dra het net in bedrijf is gesteld.
2o. De gemeente garandeert aan
de PNEM in de op dit netgedeelte
aangesloten perceelen een afname
van 2200 kwh. per jaar tegen den
prijs, welke is vastgesteld voor uit
sluitend verlichtingsdoeleinden.
3o. De gemeente zal de PNEM
voor den bouw van het transfor
matorhuisje, binnen vier weken na
schriftelijke aanzegging, een terreintje
van voldoende grootte en naar het
oordeel van de PNEM gunstig ge
legen, kosteloos in eigendom over
dragen.
Verderder zijn van toepassing
diverse bepalingen, opgenomen in
de tusschen de gemeente en de
PNEM gesloten overeenkomst be
treffende de overdracht van het
GEB.
Aangezien deze voorwaarden voor
het gemeentebudget voorshands zeer
zwaar zijn en de noodige tijd voor
het voeren van nadere onderhan
delingen ontbrak, adviseeren B. en
W. deze aangelegenheid in hunne
handen te stellen ter verdere behan
deling, ten einde in de eerstvolgende
raadsvergadering met een definitief
voorstel ter tafel te kunnen komen.
De Voorzitter licht nog toe dat
de PNEM berekent welk deel der
uitgaven voor het net direct produc
tief is. Van het deel dat onproductief
is moet ook de gemeente een gedeelte
betalen. B. en W. vinden het bedrag
eig hoog en zij overwegen maat
regelen, waardoor deze uitgave ver
minderd zou kunnen worden, b.v.
door de eerste jaren den stroomprijs
hooger te stellen. Ook de garantie
die de gemeente moet geven vindt
spr. bezwarend. Deze moeilijkheid
zou misschien te ondervangen zijn
doordat de gemeente op haar beurt
van de aangeslotenen garantie vraagt.
De heer v. Drunen vreest ervoor
dat de Heide nooit meer electrisch
licht zal krijgen als dit verzoek wordt
afgewezen, want nu hebben zoo
goed als alle menschen geteekend.
Spr. voelt er echter niets voor de
bewoners der Heide een hooger tarief
te laten betalen dan de andere ge-
meenienaren.
De Voorzitter vindt 't niet onbillijk
dat de Heide korten tijd een hooger
tarief betaalt. De menschen uit
andere deelen der gemeente moesten
vroeger wel een veel hoogeren
stroomprijs betalen. De boeren ge
bruiken gemiddeld 40 k 50 KWH
per jaar, zoodat niet te verwachten
is dat de 40 huizen op de Heide
samen de garantie-afnan.e van 2200
kWh zullen bereiken.
Spr. zegt dat B. en W. er graag
toe willen meewerken om de Heide
licht te geven, dat zij zelfs erg blij
waren toen zij het verzoekschrift
kregen. Spr. zal dan ook trachten
een weg te zoeken om aan het ver
zoek gevolg te geven, maar hij mag
daarbij de belangen der andere
inwoners niet vergeten.
De heer A. v. d. Wiel merkt op
dat de Heide altijd geprofiteerd heeft
van de vroegere hooge tarieven van
het G.E.B. Daardoor kwam er een
groot winstsaldo op de begrooting
en waren de belastingen dus lichter.
v. Drunen. Maar daarvoor hebt
u dan ook altijd een prachtige ver
lichting gehad, terwijl wij in een
Egyptische duisternis zaten.
De heer W. v. d. Wiel meent dat
de raad op de voorwaarden, zooals
die thans door de PNEM gesteld
zijn, niet mag ingaan. Ook spr. is
van meening dat de Heide altijd van
de hooge lichtlarieven heeft profijt
getrokken.
Het verzoek wordt in handen van
B. en W. gesteld.
Verlichting Torenstraat.
8. Verzoek van een drietal inwo
ners der Torenstraat om aldaar een
paar lichtpunten meer te plaatsen.
Het verzoek wordt gemotiveerd
met de opmerking dat achter de heg
in de Torenstraal veel vrijende
paartjes van de duisternis plegen
misbruik te maken. Aan dien onge-
wenschten toestand zou een einde
kunnen komen als voor een betere
verlichting wordt gezorgd.
De Voorzitter gelooft dat de mo
tieven sterk overdreven zijn. Oprui
ming der heg zou volgens spr. niet
het doel bereiken dat de bewoners
beoogen, daar slechts een klein deel
der heg van de gemeente is. Spr.
wil het verzoek daarom voor ken
nisgeving aannemen.
De heer de Wijs vindt dat de weg
naar het Sempke ook verlicht moet
worden.
De Voorzitter antwoordt dat het
in de bedoeling ligt 50 M. van dezen
weg te bestraten. B. en W. zullen
dan tegelijk overwegen of verlichting
noodzakelijk is.
De heer W. v. d. Wiel acht het
gewenscht dat de Torenstraat achter
aan evengoed verlicht wordt als
vooraan.
De Voorzitter merkt daartegen op
dat de straat vooraan veel drukker
bebouwd is en dat vooral het laatste
deel 's avonds maar zeer weinig
gebruikt wordt.
De heer Verhoeven vindt het
gewenscht de heg in de Torenstraat
op te ruimen, ze brengt toch niets op.
De Voorzitter zegt toe met de
eigenaars der andere deelen der heg
te zullen spreken om te komen tot
algeheele opruiming.
9. Vaststelling schoolgeldkohier
1934.
Wordt vastgesteld conform ont
werp.
10. Verkoop strook gemeente
grond, gelegen naast de perceelen
verkocht aan A. Pelders en Th. v.
Bers, aan Andr. v. d. Hoven.
Deze verkoop werd reeds in de
vorige vergadering besproken. De
raad heeft er geen bezwaren tegen.
NORTH
P achtvermindering
11. Vermindering pacht van lande
rijen 1934.
De Voorzitter stelt namens B. en
W. voor in 1934 12'/a pet. pacht-
vermindering te geven. Spr. meent
dat daarmede voldoende wordt
tegemoet gekomen aan demogelijk
heid, dat enkele pachtprijzen te hoog
zijn. Over het algemeen vindt spr.
de pachten echter niet te hoog.
De heer de Wijs vindt het niet
billijk dat de landbouwers om
pachtvermindering vragen, terwijl
de resultaten van het bedrijf niet
slecht zijn geweest. Spr. heeft hooren
beweren dat er land verpacht wordt
dat meer aan pacht opbrengt dan
het in werkelijkheid waard is. Er
wordt veel voor de landbouwers
gedaan, maar spr. vraagt zich af:
Wat wordt er voor de industrie
gedaan Daar betaalt de regeering
de tekorten niet bijSpr. adviseert
daarom dit jaar geen pachtvermin
dering te geven.
De Voorzitter merkt op dat de
pachtvermindering niet moet worden
beschouwd als een steun in de
crisismoeilijkheden. De vermindering
wordt slechts toegestaan in verband
met het feit dat de pachtprijzen voor
de tegenwoordige omstandigheden
te hoog zijn.
De heer Verhoeven vindt een
vermindering van 6 pet. al mooi
genoeg.
De heer v. Drunen bestrijdt de
bewering van den heer de Wijs, als
zouden de boeren er goed aan toe
zijn. De pachtprijzen zijn sedert 1914
met 200 pet., sommige zelfs met
300 pet. geslegen. En zijn de tijden
nu voorde boeren beter dan voor
1914? Thans zijn de producten
meestal waardeloos. Spr. wil voor
stellen een vermindering toe te
kennen van 25 pet. evenals in 1933.
De Voorzittef zegt dat de pachten
een algeheele herziening zullen on
dergaan zoodra er meer stabiliteit
is ingetreden.
De heer v. Drunen zegt dat het
goed weiland in Elshout slechts
half zoo duur is als in Drunen.
De Voorzitter merkt op dat de
pachters der gemeente het zeer
groote voordeel hebben, dat zij
practisch hun geheele leven hun
land houden. Dit voordeel is voor
de pachters ook heel wat waard.
De heer W. v. d. Wiel is het
gedeeltelijk eens met dhr. de Wijs.
Spr. weet dat er boeren zijn die aan
de gemeente pachtvermindering vra
gen en zelf hun eigen land tegen
veel hoogeren prijs verhuren. Alle
steun die aan de boeren verleend
wordt komt geheel ten laste dei-
burgerij. Spr. had eigenlijk dit voor
stel niet verwacht.
De heer v. Delft is het eens met
dhr. v. Drunen, en zegt dat het voor
de boeren nog hard noodig is.
De heer de Wijs merkt op dat de
boeren een veel voordeeliger leven
hebben dan andere menschen. Spr.
heeft verschillende boeren gesproken
die een heel goed jaar hebben door
gemaakt. Vooral de boonen hebben
zeer hooge prijzen opgebracht.
Weth. v. Halder. Zeker niet alle
boeren kunnen boonen teelen. Wat
denkt u dat een gewoon boertje met
4 koeien per week ontvangt?
de Wijs. De regeering past toch
bij in alle onderdeelen ^an 't boeren
bedrijf. Die steun blijft voor de
industrie achterwege. De steun die
aan de boeren gegeven wordt drukt
op de arbeiders en op de midden
standers.
Weth. v. Halder. Maar zoo'n
boertje heeft geen f9.— inkomen,
waarvoor hij dan lang moet werken
en waarvan hij bovendien zijn koeien
moet onderhouden.
De heer A. v. d. Wiel zegt dat de
meeste boerderijen ook tuinbouw
uitoefenen, en die brengt nog flinke
winsten.
Weth. Muskens had aanvankelijk
een grootere vermindering willen
voorstellen, maar gezien den slech
ten toestand waarin de burgerij
verkeert, kan hij met 121/, pet.
genoegen nemen.
W. v. d. Wiel. Er wordt gezegd
dat de boeren geen inkomen meer
hebben, maar waar blijft dan al het
geld dat wij aan groenten betalen
Als de boeren dat geld werkelijk in
handen krijgen hebben ze het nog
niet zoo slecht.
De Voorzitter sluit de discussie
en brengt de kwestie in stemming.
Het voorstelv. Drunen wordt
niet voldoende gesteund.
Het voorstel—B. en W. wordt
aangenomen met 6 stemmende
heeren Verhoeven en de Wijs stem
den tegen, de neeren W. v.d. Wiel,
v. Drunen en A. v. d. Wiel bleven
buiten stemming.
12. Gunning pacht van landerijen.
De Voorzitter zegt dat voor twee
perceelen niet de vastgestelde prijs
geboden is en stelt voor deze per
ceelen voor den geboden prijs te
gunnen.
Daartoe wordt besloten.
Salarisverm i n d ering
13. Verzoek van Ged. Staten om
advies inzake de herziening dei-
salarissen van burgemeesters, secre
tarissen, ontvangers en wethouders.
De Voorzitter merkt op dat de
door Ged. Staten voorgenomen ver
lagingen voor deze gemeente betee-
kenen, dat het salaris der wethouders
met 7 pCt. en dat van den burge
meester met 10 pCt. zal worden
verlaagd. De vermindering zou met
terugwerkende kracht tot 1 Oct. 1.1.
worden toegepast. B. en W. doen
in deze geen voorstel, doch laten
den raad geheel vrij in zijn advies.
De heer de Wijs is tegen elke
verlaging zoo lang men in den Haag
zelf niet het.voorbeeld geeft. Laat
men niet onderaan, doch bovenaan
beginnen, zegt spr.
De Voorzitter zegt dat de salarissen
der rijksambtenaren al verlaagd zijn.
De heer v. Drunen hoort dikwijls
beweren dat in Noord-Brabant de
laagste salarissen worden uitgekeerd,
maar hij meent dat Gelderland nog
lager staat.
De Voorzitter zegt dat in doorsnee
ook in Gelderland de salarissen
hooger zijn als in Brabant.
De heer W. v. d. Wiel vindt de
salarissen niets te laag in vergelijking
met de loonen, waarmede de arbei
ders naar huis komen. Spr. heeft er
dan ook geen bezwaar tegen een
stuk van de salarissen af te nemen.
De heer A. v. d. Wiel is het eens
met den heer de Wijs.
De heer v. Drunen begrijpt dhr.
A. v. d. Wiel niet goed Hij heeft
hem vroeger wel eens hooren be
weren de burgemeester moet ook
maar eens een veer laten vallen.
De heer A. v. d. Wiel merkt op
dat, hij die opmerking gemaakt heeft
toen het salaris van den burgemeester
ook werkelijk veel hooger was dan nu.
Weth. v. Halder kan zich goed
vereenigen met de verlaging der
wethouders-bezoldigingen, niet echter
met de vermindering van het salaris
van den burgemeester
De Voorzitter meent uit de be
spreking te mogen opmaken, dat
slechts twee leden tegen de verlaging
zijn en zal in dezen geest aan Ged.
Staten berichten.
Rondvraag.
Bij de rondvraag stelt de heer
W. v. d. Wiel een serie vragen. Op
de eerste plaats vraagt hij wanneer
de huurverlaging der met rijkssteun
gebouwde woningen ingaat. Dan
of de wagentjes die in de werkver
schaffing worden gebruikt zijn aan
gekocht wanneer de verlichting der
Stationsstraat z:A verbeterd worden
of er al een stortplaats voor vuil
gevonden is waarom aan de tewerk-
gestelden bij den aanleg der water
leiding geen kindertoeslag is gegeven.
De Voorzitter zeide dat de huur
verlaging per 1 Jan. a.s. zal ingaan.
De wagentjes zijn uit den begrootings-
post voor de werkverschaffing aan
gekocht op advies der Heidemij.
Eerstdaags zal een begin worden
gemaakt met de verbetering der
verlichting der Stationsstraat. Een
vuilnisbelt is nog niet aangewezen.
B. en W. overwegen het inrichten
van een primitieven ophaaldienst.
Dat aan grondwerkers kindertoeslag
wordt gegeven is niet de gewoonte.
Een andere vraag van den heer
v. d. W., betreffende een gezin dat
te weinig steun ontvangt, zal spr. in
besloten vergadering behandelen.
De heer de Wijs vraagt tenslotte
speciaal toe te zien op het betalen
van hondenbelasting, daar nog vele
menschen niet zijn aangeslagen.
De vergadering wordt daarna
gesloten en de raad gaat in geheim
comité.
Koning Peter.
Onder enorme belangstelling der
bevolking is koning Peter II van
Joegoslavië Zondag in zijn land aan
gekomen. Hij was vergezeld van
zijn moeder en grootmoeder. Wel
licht zal de jonge koning weer naar
Engeland terugkeeren, voor het
voltooien van zijn studies.
Het stoffelijk overschot van Koning
Alaxander is te Split aangekomen en
per specialen rouwtrein naar de hoofd,
stad vervoerd. Het geheele volk is
in diepen rouw.
De moordenaar van Alexander I.
Naar wordt vernomen is thans
door de Joegoslavische en Bulgaar-
sche autoriteiten de indentiteit van
den moordenaar van koning Alex
ander van Joegoslavië en minister
Barthou vastgesteld.
Nadat in de dagbladen het p0Hr.
van den mooi denaar was eenuJ
ceerd moeten zich bij de Joegn?
visehe autoritriten, onafhankel?
van elkaar, twee Zuid-Serviërs h i
ben aangemeld, die thans in J
verschillende steden wonen, ma
vroeger geiuimen tijd in Sofia h?
ben gewoond.
Beide Serviërs verklaarden
grond van de gepubliceerde fó|0-'
dat de moordenaar een zeke
Wlada Georgief is, die den bijna*!
van Tsjroenozemski draagt.
Georgief zou volgens deze verd
ringen behoord hebben tot de lm
(de binnenlandsche Macedonisch,
rcvolutionnaire organisatie).
Barthou begraven.
Het Fransche volk heeft zijn ver
moorden minister van Buitenland
sche Zaken, Barthou, Zaterdag Uj[
geleide gedaan met alle eerbiedig
hartelijkheid, die het zijn beste!
zonen toedraagt, maar ook in eec
sfeer van onzegbare droefheid. Het
was een indrukwekkende national!
uitvaart, welke Barthou niet ge
wenschl had, maar waartoe zichd
regeering gehouden achtte.
Het Fransche kabinet.
De crisis in Frankrijk's kabine
veroorzaakt door Barthou's heè;
gaan is opgelost. Pierre Laval;
Barthou's opvolger geworden, k
plaats van Sarraut is tot ministg
van Binnenlandsche Zaken benoem
Paul Marchandeau. De links repu
blikein Kollin heeft koloniën va;
Laval overgenomen. Thans heeft ooi
Chéron voor justitie bedankt. Zij;
opvolger is nog niet aangewezen.
Raymond Poincaré. f
Zondagnacht is de oud-presideni
der Fransche Republiek, Raymond
Poincaré, te Parijs overleden.
Aan wijlen president Poincaré zal
een nationale begrafenis worde;
bereid. De datum hiervoor is vast.
gesteld op Zaterdag.
Eenige jaren geleden werd hij als
president van den ministerraad dooi
de kwaal getroffen, waarvan d:
gevolgen een eind aan zijn leven
hebben gemaakt. Een terstond onder
nomen operatie mocht toen slecht»
ten deele baten. Het hoofd blee
helder, maar lichamelijk was hij
achteruit gegaan. De laatste jaren
bracht hij ten deele aan de Middel
landsche Zee, ten deele op zijn buiten
in het Maas-departement, ten deelt
te Parijs door. Hij besteedde al zijn
tijd aan de samenstelling van zijn
gedenkschriften.
Lit de behartiging van de politiekt
zaken had hij zich geheel terugge-
trokken.
Poincaré's loopbaan.
Poincaré's snelle opkomst to1
wereldnaam begon eerst in 1912
toen hij na Caillaux's aftreden zei'
in October een kabinet vormde
Reeds in Januari 1913 demission
neerde hij, nadat hij intusschen
ondanks de heftige tegenkanting van
Clemenceau op 17 Januari met
van 870 stemmen der vereenigde
kamers tot President der Republiek
was gekozen. Op 18 Februari aan
vaardde hij deze hoogste functie in
den lande.
In de moeilijkste oorlogsjaren
diende Poincaré zijn land als presi
dent. Van meet af aan stelde Poin
caré zich als onmiddellijk oorlogs
doel de herwinning van Elzas-
Lotharingen voor Frankrijk voor
oogen. Maar over dit doel heen
reikte hij naar het verdere oogmerk
dat de toekomst van Frankrijks
kinderen moest waarborgende
vernietiging der militaire macht van
Duitschand. Over de »wijze waarop*
ontstonden langdurige meeningsver-
schillen tusschen hem en zijn pre
mier, Clemenceau.
Na den oorlog trad hij als presi
dent af en trok zich enkele jaren
terug. In den slechten toestand
waarin het land in de jaren 1926 28
verkeerde werd hij echter weder
teruggeroepen voor een grootsche
taak.
Met het oog op de uitvoering dier
financieele taak bleef Poincaré on
misbaar, zoo lang die taak onvol-
eindigd was: even onmisbaar als in
uiterste ure van nood, toen in 1926
Frankrijks geldmiddelen bijna tot
het nulpunt waren geslonken. On
vergankelijk in de historie van
Frankrijk zal het financieele recon-
tructiewerk van Poincaié blijven,
dat het land niet slechts zijn male-
rieele bewegingsvrijheid, maar ook
zijn politiek aanzien in de wereld
teruggaf.
In de regeling der ontruimings.
kwestie, maar vooral bij de experts
conferentie voor het Youngplan, had
hij een groot aandeel.
Doch tegen den ongehoorden
arbeid, dien Poincaré presteerde,
was ten laatste ook zijn robust
ichaam niet meer bestand. In Juli
'29 diende hij persoonlijk zijn ontslag
in bij president Doumergue. Daarna
ïeeft hij zich weer teruggetrokken
en geen rol meer gespeeld in de
lolitiek al is zijn naam voor het
optreden van Doumergue's kabinet
nog genoemd.
I IV