Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. wrvom 5? Benauwd borst? EERSTE BLAD- DE PROPAGANDA VOOR DEVALUATIE* OE TWEE MACHTEN IN HET LEVEN op de DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. OUWE EGBERTS H Oud veti&oaA&ctrndtA. DOOP,EEM*RIK(a Wentel dien last van U af door intijds Abdijsiroop te nemen. NUMMER 92. ZATERDAG 17 NOVEMBER 1934.' 57c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.23. pranco p. post door 't gebeele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentifin moeten Woansdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Bi] contract flink rabat. Reclames 40 cent per reg^l. Prijs der Adverteutiên 20 cent per regel; minimum 1.60 Meer en meer rijzen klachten op tegen de propaganda, welke dour een met dit doel gestichte vereeni- ping, voor devaluatie wordt gevoerd. Bij woningbouw, huizenverkoop, het afsluiten van levensverzekeringen enz. worden de nadeelen dier pro paganda ondervonden. »Ons Noorden» kapittelde een dezer d<gen de hoogleeraren, die vanuit hun studeerkamer deze pro paganda in ons land voeren en met allerlei theorieën, die wetenschappe lijk ongetwijfeld zeer logisch en aannemelijk' zijn, een propaganda voeren voor een wat zij noemen beheerschte devaluatie van den gulden. Zij voorspellen daarvan groote voordeelen voor onzen economi sch en welstand, maar zooals de regeering terecht in haar memorie van antwoord opmerkt, zijn diez.g. voordeelen toch weinig anders dan vogels in de lucht. feWat ons nog altijd een leemte lijkt in het betoog van deze hoogleeraren, is dat zij verzuimen ons te overtui gen, dat men het losmaken van ons ruilmiddel van het goud zou kunnen doen geschieden op een «beheersch te» wijze. Dit kunststuk, dat mis schien theoretisch heel goed is te bewijzen, hebben we echter in de practijk tot nu toe nergens meege maakt. Zelfs Engeland heeft de waardedaling van het Pond niet in de hand gehad en van den Ameri- kaanschen dollar spreken we maar niet Deze vertoonde meermalen het beeld van den bekenden St.Vitusdans. Dat wij hier in Nederland, waar we ook op financieel gebied zoo afhankelijk zijn van het buitenland een devaluatie wel zouden kunnen beheerschen, lijkt nog voorshands nog weinig aannemelijk. Niet ten onrechte brengt de regee ring dezen hoogleeraren dan ook onder 't oog, dat het gemakkelijker is in de studeerkamer allerlei, vaak onderling sterk uiteenloopende syste men, uit te denken, dan als regeering tol de practische toepassing daarvan over te gaan. Als dat nieuwe mone taire avontuur zou mislukken, dan wasschen die hoogleeren hun handen in onschuld, maar de regeering K VCUi <fC/ioft van „De Echo van het Zuiden". Naar hel Engelsch. 15 Maar waarom laat u dit den men- schen dan ook niet weten? Waarom laat u ze nog in den waan, dat hij schul dig was? U zult toch zeker den naam van uw broer tegenover de wereld van die smet bevrijden? Haar gezichtje gloeide van innig ver langen om het onrecht hersteld te zien. Dit zal ook geschieden. Eens zal de wereld weten dat hij onschuldig was. En zooveel vastberadenheid stond er nu weer op zijn gelaat te lezen, dat zij er ook geen oogenblik aan twijfelde, of dit zou geschieden. Maar waarom eens? vroeg zij, nauw hoorbaar. Waarom niet nu? Omdat, zoo lang moeder leeft, ik niets wil ondernemen, dat tegenover haar verraden zou, hetgeen ik juist zoo zorgvuldig voor haar verborgen houd. Omdat zoolang zij in leven is, en mijn plicht mij naast haar roept, ik geen onderzoek kan doen naar bewijzen van zijn onschuld. U ziet wel, dat ik hier nu nog noodig ben. Ik heb geen keuze. Maar dat „eens" komt wel. Ik zal onzen naam bevrijden van de smet, die er aan kleeft tegenover de wereld. O, wat zal u dat veel waard zijn. Van zijn volle lengte keek hij op haar neer. met een teederheid, die zij voelde draagt de volle verantwoordelijkheid en het volk de volle lasten. Ons voornaamste bezwaar tegen deze felle propaganda buiten de studeerkamer, in openbare vergade ring en pers, is echter, dat zij doel loos is en niet zonder ernstig gevaar voor ons land. Doelloos, omdat het natuurlijk dwaasheid is te menen, dat de regeering tengevolge van deze pro paganda, te hekeeren zou zijn. De regeering heeft duidelijk en consequent den weg gekozen voor 't handhaven van de goudpoliliek en zij moet dit volhouden en als de eenig juiste methode voor ons land verdedigen, practisch tot 5 minuten, voordat zij gedwongen zou worden de goudbasis los te laten. Een debat daarover in het openbaar om de regeering te overtuigen, heeft dus geen zin. Want de regeering zal nooit kunnen toegeven, dat voor 't loslaten van den gouden standaard ook wel iets te zeggen is, dan op 't oogenblik, dat zij 't doet, door de omstandigheden buiten haar wil gedwongen. De propaganda is bovendien ook gevaarlijk. Het handhaven van den gouden standaard is alleen mogelijk, w»n- niet zag. Ja, hoe veel, dat zult zelfs u niet geheel kunnen bevroeden. Voor mijn naam bevrijd is van die smet, zal ik geen rust, geen geluk kennen. Ik zou nooit een vrouw, die ik lief had. kunnen vragen, mijn naam te deelen. Dit zou onmogelijk... hopeloos zijn! Wat bedoelde hij daarmee? Op dat oogenblik benam het haar alle macht, om iets te kunnen zeggen. En, toen zij later op haar kamer het heele tooneel nog eens overdacht, beleed zij zich haar liefde. Nu ging het ook al vaster bij haar staan, dat het dit gevoelen voor hem was geweest, dat haar had doen ant woorden op de bewuste advertentie. Het was de hoop. om hem te zien, om hem van dienst te kunnen zijn, om hem nader te leeren kennen, die haar naar Huize Merlin had gedreven, om gezel schapsdame te worden bij mevrouw Vyvian. Wat was zij dankbaar, dat zij zich, voorloopig althans, nog vergenoegen mocht met zijn vriendschap: dat ze zijn hulp, zijn troost mocht zijn. Dit was al voldoende, om het leven op Merlin tot een heerlijkheid voor haar te maken, hoe somber de schaduw dan ook mocht wezen die de geschiedenis van dien ar men Jack over alles wierp. HOOFDSTUK XIV. Het najaar was ongemerkt in winter overgegaan en nu was ook die weer half voorbij en het leven op Huize Mer lin bleef steeds even kalm en gelijkma tig. Toch genoot Jocelyn van dat vreed zaam bestaan, opgevuld als het was met tallooze niet zware en aangename plich ten. Van tijd tot tijd hoorde zij van Adela Muncaster, die haar trouw op de hoog- te hield van het gemeentenieuws: Bin Briggs had zijn arm gebroken, de oude molenaar Humphry was dood en me vrouw Tuke had weer een baby. Ho race had in de hoofdkerk gepreekt en zijn rede was zeer in den smaak geval len. Ze had een brief gehad van haar neef Roger; zijn regiment was naar Portsmouth gezonden. Hij had haar een kaart gestuurd voor de races van het East-Mercia-Regiment, met de uitnoo- diging of ze die ook kwam bijwonen. Hij had van mevrouw Muncaster ge hoord. dat ze bij vrienden logeerde en had Adela dus verzocht, haar zijn brief door te sturen. Hij hoopte zijn nichtje dikwijls te zien, nu zijn regiment in En geland terug was. Zij beiden waren im mers de eenige bloedverwanten? Jocelyn bedankte hem voor zijn in vitatie. Daar Adela blijkbaar niet had verteld, hoe zij in betrekking was, wijd de zij hier niet over uit. Die arme Adela kon er zich nog nooit mee vereenigen, scheen er zich altijd eenigszins over te schamen en Jocelyn wilde haar gevoe lens sparen. Het was wel eigenaardig, dat zij van een van de kameraden van dien armen Jack Vyvian had gehoord, zoo juist, nadat ze zijn eigen droeve ge schiedenis had vernomen. Maar er ge beurden weer andere dingen op Huize Merlin, die haar niet veel meer deden denken aan Roger en zijn schrijven. Op een ochtend in Januari, toen Jo celyn zich uit haar kamer naar beneden begaf, om haar eenzaam ontbijt te gaan gebruiken Launcelot was voor zaken naar Cardiff kwam een van de dienstmeisjes met een ontsteld gezicht op haar toegeloopen. O, juffrouw, mevrouw heeft het zoo benauwd! Het is weer zoo'n aanval van het hart. Hoe kon het nu ellendiger treffen, dacht Jocelyn, terwijl Launcelot weg neer het vertrouwen in de waarde vastheid van ons geld krachtig ge handhaafd blijft. Wordt dit vertrou wen ondermijnd, wordt de indruk gewekt, dat de Nederlandsche regee ring vandaag of morgen toch wel tot devaluatie zal overgaan, dan brengt men aan ons land, aan ons bedrijfsleven groote schade toe. Wij hoorden dezer dagen reeds verluiden, dat de krachtige propa ganda voor de devaluatie reeds tot gevolg heeft gehad, dat belangrijke bedragen aan geld uit ons land naar het buitenland worden overgebracht. Dat het verkrijgen van hypotheken op groote moeilijkheden stuit en dat tal van menschen huiverig zijn om verzekeringen te sluiten, met het argument, dat zij nu de premies moeten betalen in goudguldens, om later gedevalueerde guldens terug te krijgen, is zeker. Dat is hel zeer groote gevaar van die onbeheerschte propaganda voor een devaluatie-polititiek. En daarom zou inderdaad wat meer verant woordelijkheidsgevoel bij deze pro-, pagandisten niet geheel overbodig zijn. Bovenstaande was reeds geschre ven toen bekend werd 't geen onze minister van financiën Oud in de Kamer heeft gezegd omtrent deva luatie De minister heeft al de vol gende verklaring afgelegd, waarin hij zich ook aan theoretische beschou wingen te buiten gaat: Zijdie de devaluatie aanprijzen draa en als het ware de zaak om. Zij wenschen monetaire middelen te gebruiken om het herstel van het economische leven te bevorderen, om spoediger een evenwicht te be reiken, maar zij beginnen daarbij met een middel, dat het evenwicht voor zoover het er dan nog is, nog eens extra gaat verstoren. Het is volkomen waar, wat de geachte afgevaardigde de heer de (leer heeft opgemerkt, dat er een groot verschil is of men de devaluatie ziet als het sluitstuk. Wanneer wij zoover waren gekomen, dat er sta biele verhoudingen w ren, dat men was. Zij ijlde naar het vertrek van de pa tiënte en vond daar de kamenier van mevrouw Vyvian en Rachel. Is er al iemand om den dokter ge stuurd? vroeg zij de huishoudster. Maar die schudde het hoofd met het cynische antwoord: Hier kan geen dokter iets begin nen. Zonder verder een woord te zeggen, spoedde Jocelyn zich weer uit de zie kenkamer. gunde zich niet eens den tijd, om hoed en mantel te halen, maar sloeg een cape om van Launcelot, die in den hall hing en liep. zoo vlug zij kon, naar de Voorstraat in Caerleon, waar de dokter woonde. Die had juist ontbeten en begaf zich nu door den hall naar de wachtkamer, zoodat hij haar opendeed: en toen hij haar haastige boodschap hoorde, nam hij zijn medicijnkistje en ging dadelijk met haar naar Huize Merlin, terwijl zij zich aan het station even ophield, om Launcelot te telegrafeeren, dat hij on middellijk terug moest keeren, wilde hij zijn moeder nog levend aantreffen. Wat deed het haar leed voor hem, dat zij hem zulk een droeve boodschap moest sturen: maar zij kón niet anders! Binnen het half uur stond zij ook weer aan het ziekbed en deed al wat zij kon. maar was machteloos, evenals de dokter, die enkel wat verlichting wist aan te brengen. U zoudt een goede verpleegster zijn, juffrouw Lauerdale, sprak dokter Hawkes waardeerend, toen ze een oogenblik bij het vuur stonden in de zit kamer van mevrouw Vyvian. Is u wel eens in een ziekenhuis werkzaam ge weest? Neen toch niet, dokter, maar ik heb al menig ziekbed meegemaakt. - O, juist. Is u familie van mevrouw misschien zou staan voor de vraag van de herordening van de verschil lende muntstelsels en herstel van de stabiele verhoudingen tusschen de verschillende valuta, dan zou het mogelijk zijn, dat wij als sluitstuk zouden zeggen wij moeten beslissen over de vraag of de Nederlandsche Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij ken lijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat overmatige fluimen doen ophouden, pleeg dan geen verzuim door te wachten en Uw hoest te laten ontaarden in een of andere gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge zond, laat ze niet ziek worden door het met ziektekiemen beladen slijm. Weer op na tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat die laaie slijm die U het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die stopt den hoest, maakt Uw ademhalings organen gezond, geeft Uw borst de weer stand die deze noodig heeft en zal U weer vrii, ruim en diep doen ademhalen. munt moet gehandhaafd blijven op de oude goud waaide. Maar dat is een heel andere vraag dan wanneer men de devaluatie niet neemt als sluitstuk, maar als ej^i begin. De ervaring heeft ons geleerd, dat de monetaire maatregelen, die genomen zijn, onverschillig ot zij gedwongen of vrijwillig genomen zijn, tot nog toe niets anders hebben uitgewerkt dan een verdere vei storing van het evenwicht, dan grootere moeilijk heden.» Dat is o.i. vrij ongelukkig gezegd en zal er niet toe bijdragen de men schen gerust te stellen, integendeel. Indien de regeering overtuigd is van Vyvian? Pardon, ik ben haar gezelschaps dame. De uren kropen voor Jocelyn om, terwijl zij steeds in de grootste span ning luisterde naar den terugkeer van Launcelot. De zieke bleef op een hoogte: af en toe kreunde zij van de benauwdheid, maar ze zei niets en gaf ook niets te kennen. Jocelyn was teruggekeerd naar haar plaats bij het hoofdeinde van het bed, toen het zachte opengaan van de deur haar in den spiegel deed kijken, om te zien, wie daar binnentrad... Het was Launcelot, zoo als hij van de reis was gekomen, met zijn overjas nog aan en zijn hoed in de hand. Hun blikken ont moetten elkaar in den spiegel. Hij trad aan het bed, schoof voor zichtig den arm. waarmee zij de zieke ondersteunde, ter zijde en nam zelf die plaats in. Een oogenblik hield hij haar hand in de zijne gesloten en fluisterde nauw hoorbaar: Hoe is 't met haar? Hetzelfde nog: zoo mogelijk alleen wat zwakker. U is hier toch niet alleen? Neen, Rachel en de kamenier zijn hier tot nu toe geweest en de dokter heeft gedaan wat in zijn vermogen was. Wat ben ik dankbaar, dat u er is! Toen richtten ze weer al hun aan dacht op het witte gelaat van de pa tiënte en zoo bleven zij nog samen uren lang aan het ziekbed, terwijl er geen ander geluid vernomen werd door de halfopenstaande deur van de zitkamer, dan het tikken van het klokje op den schoorsteenmantel. Het werd al donker en Launcelot knipte het licht aan; haar kon dit toch niet hinderen en hij wilde nog tot op het laatst van haar geliefd gelaat ge nieten. (Wordt vervoladl Be Echo van het Zuiden, JVaaUijksrtif en Uussiriatsrke Coorant, ECHTE PR1BSCHE HEEREN-BAAI 10 15 20-25 cl. p. half ons

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1