Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEU" LETON.
il
Hel zijn de slechtste vruchten niet waaraan de wespen Men,
Het ziin de damste menschen niet die naar een velo waden.
EERSTE BLAD'
EEN VOLKENBONDSSUCCES.
DE TWEE MACHTEN IN HET
LEVEN
I
WTEam
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
HET VERSCHIL IN ECONOMISCHEN
INVLOED VAN SPOOR EN AUTO.
iDOOP.EEXftRIflCa
Last van Uw zenuwen?
HUMMER 100
ZATERDAG 15 DECEMBER 1934.
57e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Örieven, Ingezonden stukken, gelden, ens
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.2ft.
Pranco p. post door 't gebeele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 nor
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën
26 cent per regel; minimum 1.50.
Het valt niet te ontkennen, dat in
de laa'ste jaren het vertrouwen in
den Volkenbond begon te kwijnen.
Onmachtig bleek de Volkenbond
in bet Japansch Chineesche conflict.
Italië werd te slerk ontzien in het
geschil met Griekenland.
De Fransch Duitsche verhouding
is te Genève niet verbeterd kunnen
worden.
Aan den oorlog tusschen de
Volkenbondsleden Bolivia en Para
guay kon nog geen einde worden
gesteld.
Genève begon meer en meer te
gelijken een instrument, uitsluitend
ten dienste van Frankrijk en ter
verzekering van bet binnenhalen van
den oogst van Versailles.
Maar het vertrouwen is plots weer
gekeerd, het geloof in het vredeswerk
van Genève is hersteld, nu deze week
het JoegoslavischHongaarsch con
flict tot zulk een keurige oplossing
is gebracht, zoowel als ook de rege
ling van het Saar-plebisciet.
Men mag de beteekenis van speciaal
die eerste oplossing vooralniet onder,
schatten.
Wanneer de eene staat de andere
van medeplichtigheid aan konings
moord beschuldigt en men jaagt
duizenden onderdanen van een «be
vriende» natie over de grenzen terug
naar hun geboorteland, dan kan men
zeggen, dat er oorlogsspanning is
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch.
en in vroeger dagen zou in zulke
omstandigheden een volRerenstrijd
haast onvermijdelijk zijn.
We hebben dat gezien in 1914,
toen óók een vorstenmoord tot zulk
een voluerenspanning en eindelijk
tot een ooi log leidde.
Ware thans de strijd tusschen
Joegoslavië en Hongarije uitgebro
ken, dan zouden zij ieder weer op
de legermachten van anderen
juist als in 1914 hebben kunnen
rekenen. I)e oorlogsbrand zou over
heel Europa hebben gewoed.
Thans is dit noodlot vermeden
door een.... resolutie, een soort motie,
aangenomen in den Volkenbonds
raad, een politieke en diplomatieke
formule.
Twee menschen kunnen elkaar
soms zóó gruwelijk beleedigen, dat
het hun voorkomt, dat de eenige
manier om het conflict op te lossen
bestaan kan in een vuistgevecht.
Graag gaan ze er niet toe over. Ze
heoben respect voor den tegenstan
der en een b elje melij met zichzelf.
Ondertusschen kijken ze links en
rechts, of' de hemel niet bij toeval
een goeden gemeenschappelijken
kennis zendt, die in het conflict kan
bemiddelen Niemand daagt echter
op. Dan vallen ze elkaar eindelijk
aan, omdat hun niets anders over
bleef. Op dat moment natuurlijk
komen plotseling de nieuwsgieri
gen en goede kennissen van alle
kanten opgezet, de een kiest partij
voor Pi t, de ander voor Klaas en....
de oorlog is begonnen.
Zóó liepen de zaken in 19141
We gelooven vast, dat het thans
wéér zoo zou zijn gegaan, als we
intusschen geen Genève zouden
hebben gehad, de Volkenhonds-
orgnnisatie, permanente arbiter in
conflicten, tot wie twistende partijen
zich onwillekeurig zullen wenden in
haar. angst vooi elkaar.
Ook in 1914 moeten de twistende
landen elkaar hebben gevreesd, maar
terwijl ze, door drift verleid, met
gelrokken degens tegenover elkander
stonden, was er toen geen gezagheb
bend, neutraal bemiddelend instituut
om ze toe te roepen kom, vertel me
1643:
nou maar eens, beurt op beurt, wat
jullie te klagen hebt en d-m zal ik
jullie opgewonden gemoederen be
zweren en je rust en vrede hergeven.
Zóó kon het Gode zij dank nu
gaan. En daarmee heeft Genève haar
groote nut bewezen, al ware 't maar
om in tijd van politiek onweer den
bliksem te kunnen atleiden.
In een tweetal artikelen, voor
komende in het »Schweizerische
Zeitschrift fiir HetriebswirtschalT»,
allev. 7 en 8, jaarg.ng 1934, wordt
een onderzoek ingesteld naar den
invloed die spoor en auto uitoefe
nen op den algemeenen economi-
schen toestand.
In de eerste plaats is aangegeven,
voor welke doeleinden verkeers
wegen en —middelen dienen, n.l.
om het ruilverkeer mogelijk c.q
gemakkelijker te maken in het be
lang der economische ontwikkeling
van het geheele land.
Wat is in de spoorwegperiode
bereikt Tengevolge van de daarvoor
benoodigde groote kapitalen, zijn
spoorwegnetten overal betrekkelijk
weinig dicht gebleven. Spoorweg
verbindingen zijn slechts bij uitzon
dering direct.
De schrijver betoogt, dat de Spoor
weg de ontwikkeling der groote
plaatsen bevordert ten koste van de
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Mijnhardt's Ze«uu#l abfletten
Bu;sje 75 ct. Bij Apoih. en Drogisten.
kleinere. Daar komt bij, dat tenge
volge van de gevoen-e tarieven
politiek hoogwaardige voor de
consumptie dienende producten
hoog belast, grondstoffen in het
algemeen laag tal van industrieën
aan den rand der groote steden zijn
ontstaan, d.w.z. dicht hij de c m-
sumptiecentra, daar de nabijheid
van grondstoffen niet zooveel gewicht
in de schaal legt. Te constaleeren
valt dan ook, dat met de opkomst
der Spoorwegen een groei en over
bevolking der groote steden en ont
volking van de provincie gepaard is
gegaan.
De verschuiving der industrie
maakt het leven op het platteland
duurder, terwijl de aanvoer van
levensmiddelen het stadsleven duur
maakt en oorzaak is, dat vraag en
aanbod zich moeilijk bij elkaar
aanpassen.
Moet een juiste bevolkingspolitiek
er naar streven, dat de bevolking
verdeeld wordt in overeenstemming
met de bestaansmogelijkheden der
verschillende streken, de Spoorweg
heeft juist het omgekeerde lot gevolg
gehad.
De algemeene duurte, hel verbro
ken evenwicht tusschen vraag en
aanbod en de onevenredige verdee
ling der bevolking over stad en
platteland vormen te zamen een
reeks voorname oorzaken \an de
tegenwoordige wereldcrisis mei haar
over-productie en werkloosheid,
welke laatste ten plaltelande niet
zulke ernstige gevolgen heelt als in
de steden.
23)
Hij kwam drukker dan ooit bij de
Warings en stilzwijgend werd steeds
gedacht, dat die twee al zoo goed als
verloofd waren. Zij was nu echter al
zoo lang bij de familie geweest, dat zij
haast niet langer durfde blijven. Maar,
toen ze er van sprak om te vertrekken,
verzette haar gastvrouw zich er heftig
tegen.
Tot Cora zei mevrouw Waring:
Ik weet niet, of kapitein Lauder
dale al tot Jocelyn gesproken heeft. Ik
denk van niet; anders zou zij hem wel
aangenomen hebben. Al zoo dikwijls is
een dergelijke zaak bedorven, doordat
het jonge meisje den pretendent te
vroeg uit den weg ging. En ik zou t
niet graag op mijn geweten hebben, dat
er nu niets kwam van dit engagement,
doordat zij niet langer bij ons had kun
nen logeeren.
Dien volgenden middag was me
vrouw Waring gaan lunchen bij een fa
milie in Purbrook en Cora was naar een
banjoles, zoodat Jocelyn alleen nog eens
even een bezoek ging brengen aan het
Museum.
Toen ze langs het hooge hek van de
Victoria-kazerne liep, zag ze een vrouw
netjes in het zwart gekleed, met een
kleinen jongen bij zich, vol bewonde
ring naar het groote, roodsteenen ge
bouw opkijken en toen zij Jocelyn pas
seerde, vroeg ze half-verlegen:
Neem mij niet kwalijk, juffrouw,
maar is dat soms de kazerne, waar het
East-Mercia-Regiment ligt?
Ja, het is de Victoria-kazerne. Als
u soms iemand spreken wilt, die daar
is, dan moet u het aan den portier vra
gen: die zal u terecht helpen.
Neen, juffrouw, ik wilde er nie
mand spreken. Maar vroeger had ik er
een broer en daarom stel ik er altijd nog
belang in. Ik ben vanochtend van Win
chester gekomen, waar ik mijn zoon aan
boord van de „Souverein" heb ge
bracht. Hij gaat voor drie jaar weg. Nu
vertrekt mijn trein niet vóór vijf uur en
ik dacht dat ik maar eens de kazerne
moest gaan zien, waar de kameraden
van Job zijn. Hij heeft een groot deel
van zijn leven in dat regiment doorge
bracht, moet u weten. Vandaar dat ik
tegen mijzelve heb gezegd: Zoowaar
als mijn naam Eliza Chiddle is, zal ik
Portsmouth niet verlaten, of ik moet
eerst eens de kazerne hebben gezien.
Chiddle, flitste het Jocelyn door
het brein: Verbeeld je, als het toeval
haar nu eens zoo gunstig was!
Zei u daar „Chiddle"? vroeg zij.
Heet uw broer soms Reynolds?
Juist, juffrouw.
Den man, die het logement „In het
dorstige hert" hield, bedoelt u dien
werkelijk?
Ja, juffrouw. Maar hij is daar nu
weg. Mijn dochter doet het huishouden
bij hem, ziet u. Hij is nu gaan wonen
ergens in de buurt van Silchester. „De
Romeinsche Arend" is de naam van zijn
nieuwe herberg. Hij is er op het oogen-
blik slecht aan toe, hoorde ik gisteren
uit een brief van Mary: Hij heeft kou
gevat bij de verhuizing. Ze is bang, dat
't longontsteking wordt. Ik voel mij dus
echt ongerust over hem!
Silchester ligt immers in Berks
hire?
Ja, juffrouw en het is makkelijk te
bereiken van Winchester.
Jocelyn maakte enkele aanteekenin-
gen en vroeg toen:
Uw broer was oppasser bij kolonel
Lang, niet waar? Hebt u hem ooit hoo-
ren spreken over den dood van den ko
lonel?
Voor zoover ik weet niet, juf
frouw. Maar hij was altijd erg gesloten.
Ik heb hem eens hooren zeggen, dat hij
een goeden kolonel en een goed regi
ment verloren had. Hij heeft zijn pen
sioen genomen, juist even nadat de ko
lonel het leven verloor.
De vrouw maakte een soort buiging
en met haar Benjamin aan de hand zet
te zij haar weg voort.
Jocelyn was in de wolken over die
ontmoeting. Dien volgenden dag zou ze
naar Silchester gaan en Job Reynolds
persoonlijk ondervragen.
Dien avond bij het naar-bed-gaan
kondigde zij aan, dat ze den dag daar
op naar Silchester zou gaan en als ze
zag, dat ze niet makkelijk meer op één
dag terugkwam, zou ze er een nacht
overblijven in Winchester en er de ka
thedraal en het kasteel gaan zien.
Hoe heb je daar nu plezier in, om
al die oude gebouwen te bezoeken!
Neen, ik ga liever winkelen op Palmer-
stone Road.
Mevrouw Waring was dezelfde mee
ning toegedaan en ze was blij dat Jo
celyn het altijd zoo heerlijk zonder cha
peronne af kon.
Je kan de Hilliers in Winchester
eens gaan opzoeken. Zij is nog een tan
te van mij en zal je zeker graag logee-
ren. Dan ben je meteen dicht bij de ka
thedraal.
Jocelyn beloofde, dat ze tante Suzan
ne in ieder geval zou gaan opzoeken en
al vri eg op den ochtend vertrok zij.
Roger was een paar dagen naar Lon
den .waar hij aan het Ministerie van
Oorlog moest wezen, zoodat hij niets
behoefde te weten van dit ondernemen,
want hij zou er immers niet veel sym
pathie voor voelen en ze wilde hem niet
noodeloos verstoren.
HOOFDSTUK XXIV.
Dit werd dus 'n reisje met den trein,
ofschoon Jocelyn haar fiets had meege
nomen, want uit hetgeen zij van juf
frouw Chiddle opmaakte, lag „De Ro
meinsche Arend" nogal afgezonderd.
Dit bleek ook zoo te wezen en ze had
nog een heel eind over de heide te rij
den, eer zij de herberg bereikte, die er
zeer vervallen en ook lang niet uitnoo-
digend uitzag. Overal er omheen lagen
papieren en houtwol en stroo, blijkbaar
van 't verhuizen.
Jocelyn gebruikte den ouderwetschen
klopper, maar het duurde geruimen tijd
eer er een jong meisje van een jaar of
zestien, zeventien in de open deur ver
scheen, die niet weinig verbaasd keek,
toen ze een dame gewaar werd.
Woont hier mijnheer Reynolds,
die het logement „In het dorstende
Hert" heeft gehouden in Sheet Bridge?
vroeg Jocelyn. Ik heb gisteren uw
moeder gesproken en die zei, dat hij
ziek was en dat zij zich ongerust maak
te over hem. Hoe maakte hij het van
daag?
Met stralend gezichtje riep het jonge
ding;
O, komt u binnen, dame! Met oom
gaat het lang niet goed. Ik heb moeder
geschreven of zij ook wil komen. Ik
hoop maar. dat zij er morgen is. Heel
vriendelijk van u, om hem te bezoeken.
Hé, ik ben zoo blij dat ik eindelijk weer
eens iemand zie! Het is de eenzaamste
plaats, die je je bedenken kunt. Den
heelen dag kan ik met niemand eens een
woord praten, want oom zit maar te
niezen en te hoesten en wat je doet, 't
is nooit goedGaat u binnen, dame.
Hij zal wel blij zijn, u te zien, als hij
hoort, dat u van moeder komt. 't Is hier
nog een erge rommel, maar dat moet u
maar niet kwalijk nemen: eerst kwam
dat verhuizen en toen die vreeselijke
verkoudheid van oom!
Het zag er dan ook waarlijk nog al
lesbehalve aanlokkend uit. Alleen in de
keuken, waar een houtvuur brandde,
was het gezelliger. In een rieten stoel
met kussens zat daar een lange, magere
man, die voortdurend door zware
hoestbuien werd gekweld.
Hij keek op, toen Jocelyn binnentrad
en groette op militaire wijze. Mary
haastte zich het bezoek toe te lichten:
Deze dame is zoo vriendelijk om
eens naar u te komen vragen, oom. Ze
kent moeder en die heeft haar verteld,
dat u ziek was. En ik heb al gezegd, dat
we hier zoo aan een uithoek van de we
reld zitten, dat we nooit iemand zien of
spreken.
Ja, het is hier een land, waar geen
land achter is, zei Reynolds met schorre
stem. Als ik dat geweten had, dan
zou ik niet zijn weggegaan uit Sheet
Bridge. Maar ik heb mij verkocht en
daar is dus nu niets meer aan te doen!
Moeder komt morgen, zei Mary
Chiddle sussende. Zij zal er wel wat
op verzinnen. Want, weet u, dame ik
ben niet zoo gewend, met zieken om te
gaan. Misschien wilt u wel zoo goed
zijn, om moeder te vertellen, hoe u hem
gevonden hebt en haar nog eens met
nadruk te zeggen, dat ik niet graag met
hem alleen blijf.
Wordt vervolgt.
Waalwtjksche en Langstraalsebe Courant,