Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. "eerste blad- FEUILLETON. mms GEMEENTERAAD. DE TWEE MACHTEN IN HET LEVEN DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. CUMMER 101. WOENSDAG 19 DECEMBER 1934. 57c JAARGANG. DiS blRd verachtfnl WOENSDAG en ZATERDAG dieven. Ingezonden stukken, gelden, ent franco te eenden «au den Uitgever, abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. franco p. post üoor *t geheels rijk 1.40. UITGAVE: Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uar in ons besit süd. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TI EL EN. Bij contract flink rabat Reclames 40 cent per regel. Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Prijs der Advertentiën 24 cent per regel; minimam 1.50. ZIJ DIE ZICH MET INGANG VAN 1 JANUARI A.S. OP DIT BLAD ABONNEEREN ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJ NENDE NUMMERS GRATIS. DUSSEN. Kerstgave aan steuntrek kers. De begrooting goedgekeurd. De raad der gemeente Dussen ver gaderde Zaterdagmiddag ten gemeente huize onder voorzitterschap van bur gemeester Snijders. Afwezig de heer van Dijk. De notulen worden goedgekeurd. AAN DE ORDE: 1. Ingekomen stukken. Verslag over de Volkshuisvesting in 1933 en Begrooting van den Waren- keuringsdienst voor 1935 worden voor kennisgeving aangenomen. Kerstgave. Van den Minister is mededeeling ontvangen, dat ter gelegenheid van het Kerstfeest aan de steuntrekkenden een toeslag van 35 van hun steunbedrag mag worden uitgekeerd. Vorig jaar be droeg de toeslag slechts 25 De Voorzitter stelt voor deze Kerst gave niet alleen te verstrekken aan de menschen, die onder de steunregeling vallen, maar ook aan hen, die van de bondswerkloozenkassen trekken. Ook vorig jaar is dit gebeurd. De kosten zouden voor de gemeente 240.be dragen. De heer van Rijswijk acht het billijk dat de georganiseerden op deze wijze ook geholpen worden. Spr. wil voor alle categorieën gelijke rechten laten gelden, daarom juicht hij het voorstel van den voorzitter toe. van „De Echtf van het Zuiden". Naar het Engelsch. Het voorstel wordt aangenomen. De Voorzitter deelt vervolgens mede dat het gemeentebestuur 1000 K.G. kaas heeft aangekocht, die voor werk- loozen a 12 ct. per K.G. wordt be schikbaar gesteld. De Voorzitter merkt op dat deze ge meente nog altijd is ingedeeld in de klasse A der rijkssteunregeling. Andere gemeenten uit het Land van Heusden en Altena, zooals Almkerk, Woudri- chem, Werkendam, Eethen, zijn op hun verzoek in klasse B. geplaatst, waar door de loonstandaard in die gemeenten op 15.is geschat, tegen slechts 12.in Dussen. De Dussensche werkloozen worden hierdoor bena deeld. Spr. vindt den huidigen toestand onbillijk en stelt voor den Minister te verzoeken ook Dussen in klasse B te plaatsen. De heer van Rijswijk vindt de uit- keering aan de werklooze landarbei ders uiterst gering. Een gezinshoofd moet met 7.50 per week rondkomen. Daarom vindt spr. het billijk dat ge tracht wordt Dussen op hetzelfde peil te brengen als naburige gemeenten. Het voorstel wordt aangenomen. De Begrooting. 2. Vaststelling gemeente-begrooting 1935. De commissie van onderzoek heeft over deze begrooting een uitvoerig rap port ingediend. De commissie heeft den indruk dat de samenstelling der begrooting uiterst moeilijk is geweest en daarom brengt zij hulde aan diegenen, die dit werk hebben verricht. Ondanks het feit dat de uiterste zuinigheid is betracht in de raming der uitgaven, moest de heffing der opcenten op de Gemeentefondsbe lasting tot het maximum, 75, worden opgevoerd en der opcenten Pers. Bel. van 100 tot 200. Ondanks deze maat regelen blijft toch nog een bedrag van 2924.49 ongedekt, welk bedrag naar den kapitaaldienst moet worden over gebracht. De commissie noemt het toe komstbeeld dezer begrooting ontstel lend, hetgeen een gevolg is van de re- geeringsmaatregelen, die de financieele positie van het rijk nadeelig hebben be- invloed. In dit verband maakt het op de com- 24) Ik vrees, dat ik je moeder niet zien zal, zei Jocelyn vriendelijk. Ik ont moette haar toevallig gisteren in Ports mouth, toen ze je broer naar zijn schip bracht. Ik weet niet eens, waar ze in Winchester woont. O ik dacht dat u had gezegd, hoe u om haar hierheen gekomen was, zei Mary, blijkbaar zoo zeer teleurgesteld, dat het huilen haar nader stond dan 't lachen. Ik ontmoette haar, terwijl ze naar de Victoria-kazerna stond te kij ken, en ze vertelde mij, dat je oom in het East-Mercia-Regiment had ge diend. Ik was hem eerst al in Sheet Bridge gaan opzoeken en was daar ook niet te weten gekomen, waar hij heengegaan was; du§ was ik blij, dat ik op die manier zijn adres kreeg. Mary, kindsprak Joh Reynolds, deze dame zal misschien wel een kop thee willen hebben, nu ze van zoo ver is gekomen. Zet jij het water even op en zorg dat er thee is, als ze ons het genoegen wil doen, met ons mee te drinken. Het watef staat op, oom. Nu er eindelijk eens iemand was, met wie Mary een praatje zou kun nen maken, had zij niet veel lust, zich die gelegenheid te laten ontgaan. missie een eigenaardigen indruk, dat op de begrooting nog steeds gehandhaafd moet blijven de rente van 6 r/o voor bij de Rijksverzekeringsbank opgenomen gelden. De commissie vraagt B. en W. op verlaging van het rente-percentage aan te dringen. Daar bij de opening van de drinkwa terleiding de bestemming der rivier ,,de Dusse" voor het leveren van drink water komt te vervallen, acht de com missie het van belang over het onder houd der rivier een overeenkomst te treffen met het waterschap. De rivier dient dan immers nog slechts voor den afvoer van het water der landerijen. Het zou daarom onbillijk zijn als de kosten van het onderhoud voor de ge meente bleven. De commissie dringt er voorts op aan de post van 20.— voor het schatten van dranklocaliteiten te schrappen en de levering van kolen aan de gemeente voortaan aan te besteden. De Voorzitter beantwoordt de ver schillende opmerkingen. Het rente-per centage van 6 is contractueel vast gelegd. de bank heeft dus het recht om dit te blijven eischen. B. en W. zul len nogmaals bij den minister een po ging doen om het verlaagd te krij gen: vroegere pogingen bleven echter steeds zonder resultaat. UÜALll De eisch betreffende het onderhoud der Dusse vindt spr. billijk. B. en W. zullen daarover spreken met het polder bestuur en t.z.t. een voorstel doen. Spr. is bereid de 20.voor schat ting van dranklocaliteiten te laten ver vallen. Brandstof heeft de gemeente slechts noodig voor het raadhuis en voor de openbare school in wijk C. De voor zitter meent dat iets te zeggen is voor het aanleggen van centrale verwarming in het raadhuis. De kosten daarvan zou den 800.— bedragen, waartegenover zou staan een besparing van brandstof fen. Spr. heeft er niets op tegen de le vering voortaan aan te besteden, hoe wel het geen belangrijk voordeel voor de gemeente zal opleveren. De heer Koekkoek vraagt welke sub sidies op de begrooting zijn uitgetrok ken. De Voorzitter zegt dat B. en W. alle ingekomen aanvragen behandeld heb ben. Subsidies zijn uitgetrokken voor de Landbouwschool te Andel, het Blinden instituut te Grave en het Centr. Archief Bureau. De heer Koekkoek merkt op dat vele menschen ver van de waterleiding af wonen en dus niet zullen kunnen aan sluiten. Spr. vraagt of voor deze men schen de Dusse niet onderhouden dient te worden. De Voorzitter wil erop aandringen dat deze menschen aansluiten bij de waterleiding. De kosten zijn ook voor hen niet hoog en er is een groot volks belang bij betrokken. Hoeveel ellende heeft deze gemeente al gekend tenge volge van het slechte water? De water leiding loopt ongeveer langs de geheele Dusse, zoodat maar weinigen niet vlak bij de leiding wonen. Spr. wijst er op, dat iemand, die waterleiding in zijn huis heeft, deze niet meer zou willen missen. Spr. wil eerst afwachten wat het pol derbestuur zal doen. Het dure onder houd 600.moet de gemeente niet meer behoeven te dragen. Boven dien zou dit bedrag onmogelijk kunnen blijven worden betaald in den slechten toestand waarin de gemeente verkeert. De heer v. Rijswijk vraagt een post van 150.uit te trekken voor ver krijging van crisissteun B. Spr. acht het van belang dat ook in Dussen een co mité voor dezen vorm van steunverlee- ning wordt samengesteld. De Voorzitter zegt dat het in de be doeling ligt in het salaris van den agent der arbeidsbemiddeling een formeele wijziging te brengen, zoodat het sala ris practisch gelijk blijft. Het voordeel zou dan echter zijn dat de gemeente een grootere bijdrage van 't rijk in dit sa laris kreeg. De 150.— die op deze wijze gevonden worden, zouden dan besteed kunnen worden voor verkrij ging van crisissteun B. De heer v. d. Zouwen vraagt of de verkoop van goedkoope boter, vleesch en kaas voor de gemeente kosten ople vert. De Voorzitter zegt dat op al deze ar tikelen een kleine toeslag wordt gehe ven, waaruit de administratie-kosten worden voldaan. De begrooting wordt z.h.st. aange nomen. 3. Vaststelling opcenten Gemeente fondsbelasting. De Voorzitter zegt dat tot heden 80 opc. werden geheven. Door de wetswij ziging mag de gemeente thans nog slechts 75 opc. heffen, terwijl het rijk er nog 25 heft, zoodat dit voor de belas tingplichtigen een verhooging van 20 opc. beteekent. Het aantal gemeentelijke opc. wordt op 75 gesteld. 4. Vaststelling opc. Personeele Be lasting. Het aantal opcenten wordt verhoogd van 100 tot 200. 5. Veldwachtersverordening. Een verzoek van den Commissaris der Koningin om een wijziging te bren gen in de salarisregeling van den veld wachter had de raad afgewezen. Nu dringt de Commissaris opnieuw op wij ziging aan. De Voorzitter zegt dat het voorna melijk gaat over de vrije woning. Tot heden had de veldwachter vrij wonen, maar de Commissaris wil hem thans een salaris-verhooging geven, doch daartegenover de vrije woning laten vervallen. B. en W. stellen nu voor den veld wachter voortaan 100.— huur te la ten betalen en zijn salaris met een gelijk bedrag te verhoogen. Aan den wensch van den Commissaris is dan voldaan. Maar ongeduldig wees oom met zijn stok naar de deur en zei: Ga dan gauw thee zetten en daarmee uit! Mary gehoorzaamde en niet zoodra was zij weg, of de oude man begon Ik had maar liever, dat zij er niet bij was, als u soms van het regi ment ging spreken. Want u had er zeker een speciale reden voor, dat u mij zoo is komen opzoeken? Ja, dat is ook zoo. U is immers dc oppasser van kolonel Lang ge weest en nu zou ik graag eens hebben, dat u mij vertelde, al wat u weet van zijn dood en van de wijze, waarop daarover gesproken werd in het regi ment. Neem mij niet kwalijk, juffrouw, maar waarom wilt u dit eigenlijk we ten? Dat zal ik u vertellen, antwoord de zij ronduit. Ik ken de familie van dien armen jongen mijnheer Vy- vian, die, volgens het zeggen, kolonel Lang zou doodgeschoten hebben en ik wilde er haar bij helpen, om hen te overtuigen, dat hij onschuldig was. O, die....? Neen, hij deed het niet! Daar kunnen ze gerust op zijn. Was hij familie van u, als ik vragen mag? I Neen, dat niet, antwoordde Jo celyn met een erge kleur, maar ik zou alles ter wereld willen doen, om zijn naam van smet bevrijd te zien. Dat kan dan gemakkelijk genoeg voor u zijn, als mijn woord u vol doende is, u zich daarmee dan ook tevreden stelt en niet van mij hooren wilt, wat ik u niet vertellen kan. Er zijn er twee op de wereld, die weten, dat hij er niet de hand in had. De eene ben ik en de ander is degene, die het schol loste. Die zal het nooit vertellen en ik heb mijn woord gegeven, om het niet te doen. Maar hij al wat mij heilig is, betuig ik u, dat hij zoo onschuldig was als een pas-geboren kind. Dit op zichzelf zal al een groote troost zijn voor de Vyvians. Maar zoudt u nog niet enkele bewijzen kun nen geven voor zijn onschuld? Ik zou u van harte gaarne van dienst willen zijn, bij wat u verlangt, juffrouw, maar ik mag mijn woord niet breken. Ik heb gezworen, dat ik nooit zijn naam zou noemen, of iemand in het regiment op zijn spoor zou brengen. Ik weet, dat ik ten doo- de sta opgeschreven en ik weet ook, dat ik er in mijn volgend bestaan voor zou moeten boeten, als ik mijn eed verbrak. Maar ziet u dan niet in, dat het evenslecht zou zijn om het stilzwij gen te bewaren, als door uw spreken 'n onschuldige in zijn eer zou kunnen worden hersteld? Denk eens aan, wat die arme mijnheer Vyvian zal geleden hebben en dat hij gehangen zou zijn geworden, als u hem door uw spreken daarvoor niet zoudt hebben behoed. Jocelyn voelde, dat heel de toe komst van Launcelot afhing van de innigheid van haar overredingskracht. Ik heb den jongen man nooit een gedachte gewijd, gaf Reynolds to* Het was een aardige, vroolijke jon gen en ik had niets tegen hem. Mo gelijk heeft u gelijk en is het even slecht, om hem zijn laatste oordeel te laten ingaan door niet te spreken, dan om den ander te verklikken. In ieder geval hel> ik iets op het hart, waardoor ik niet rustig zou kunnen sterven. De man, wien ik beloofd heb te zwijgen, heeft niet mooi gedaan te- genover mij, door mij hier naar dit gat te sturen, terwijl hij mij voorspie gelde, dat het een bloeiende zaak was. met of zonder opzet heeft gedaan en ik denk haast, dat hij het wel degelijk wist. Ik ben in het bezit van iets, ging Reynolds voort, waardoor de man, die den kolonel doodschoot, ge hangen zou worden, als ik er mee te voorschijn kwam. Hij weet niet, dat ik het heb en ik zou er ook nooit een woord van losgelaten hebben, zoolang ik leefde. Maar nu sta ik aan het ein de en durf niet zóó de eeuwigheid in le gaan, terwijl ik weet, dat de schuld van zulk een zwaar vergrijp op een ander is geworpen. Maar ik zal geen namen noemen; dat heb ik gezworen en daar zal ik mij aan houden. Het East-Mercia-Regiment had een gastmaal aangeboden aan de artillerie officieren en na afloop was er twist ontstaan aan de speeltafel. Wij waren er allen van vervuld, van den hoogste tot den laagste in rang. Ik was in de kamer van den kolonel, toen die te rugkwam van het feest. Hij zond mij weg en zei, dat hij wel zou bellen, als hij mij noodig had. Ik bleef op den corridor, waar ik nog het een en an der kon hooren van de oppassers van de andere officieren, tot er niemand meer was en de meeste lichten waren uitgedaan. Toen hoorde ik, dat de ko lonel mij riep; ik ging terug en hij kwam mij al aan de deur tegemoet met een brief, dien hij zei, dat ik aan een van de officieren zou geven. En nu ik toch een naam moet zeggen, zal ik dien persoon „Smith" noemen. Was het mijnheer Vyvian? Met een beslist hoofdschudden ant woordde Reynolds Neen, juffrouw, het was iemand heel anders. Ik gaf hem den brief en toen ging ik terug naar de gang, die op het voorplein uitkwam, waar ik verlangd zouden worden. Ik dacht, dat ik de kleercn van den kolonel zou moeten borstelen en orders zou krij gen, hoe laat hij gewekt wilde worden. Ik zal daar een paar minuten gestaan hebben, toen ik in de kamer van den kolonel een geluid hoorde, als van een stok, die brak. De muren waren dik ei* ik was een heel eind verder om den hoek, moet u denken. Zoo begreep ik eerst later dat het een pistoolschot moet zijn geweest. Ik wachtte, wacht te, ging toen terug en daar kwam heel zachtjes die officier aan, bij wien ik liet briefje van den kolonel had ge bracht, die mijnheer Smith. Hij liep vlug, met lichten tred, en haalde adem, zoo gejaagd, als een, die aan een wed ren heeft deelgenomen. Hij zag doods bleek. want het voorplein en de corri dor daar boven waren zoo helder als de dag verlicht door de maan. Hij had een briefje in de hand; de enveloppe was zoo slecht dicht, dat ik de vrij heid nam, om de klep even op te slaan, toen ik er later mee wegging. Mijnheer Smith gaf 't mij en zei kort af: Ik heb naar je uitgekeken, Rey nolds. Ik dacht, dat ik je zou vinden in den corridor, waar ik je het laatst gezien heb. Breng dit zoo gauw als je kunt naar de kamer van mijnheer Vy vian. Kolonel Lang heeft je niet mee» noodig. Je kunt naar bed gaan. 't Is mogelijk, dat hij nog eens met iemand spreken zal, maar jij hoeft niet langer de wacht te houden. Wordt vervolgt. het Zuiden, Waalwpsche en Langstraatsclie Conranl,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1934 | | pagina 1