rrfTTii 1 1 ÓTCHO m HET ZUIDEN. TWÉÉDE BLAD' 1 GEMEENTERAAD. ECHO'S. EEN FLINKE JONGEN. De „Noord-Braband" 6 1 No. 23. Zaterdag 23 Mrt. '35. 58e Jrg. vijftig jaar in België. \Vij ontleenen aan het Hollandsciie I Weekblad te Brussel (Koninklijke ^raat 204), net navolgende artikel rver de Maatschappij van Verzekering op 't Leven „Noord-Braband welke Er bestaan ondernemingen in een lang tijdsverloop zóó volkomen mei de geschiedenis van hun land vergroeid zijn, dat zij een nationaal karakter krijgen. Zij vormen dan, in vrijwel dezelfde mate als die opennare instellingen, de grondslagen der geor- aende samenleving. Ons land is m jlCt gelukkig bezit van tal van zulke, jiep in het volksleven wortelende, zaken. Wij zijn er trotsch op, omdat j rij een levend en onloochenbaar ge lige zijn van onze oud-vaderlandsche ll degelijkheidwij zijn er dankbaar NOor, omdat zij aan ons bestaan vast heid en zekerheid geven. Onder deze bedrijven neemt de levens-ver- nekerings-maatschappij „Noord-Bra band" een plaats van belang in. Het belangrijkste element, in alle takken van handel en industrie is en blijft- het vertrouwen. En in het bij zonder geldt dit voor hel verzeke ringsbedrijf. Hoe wekt men dit vertrouwen en hoe bestendigt met het? De geschiedenis van de „Noord- liraband" geeft het antwoord op deze vraag. Deze zaak werd gesticht in 1843 en van het allereerste begin af grondvestte de oprichter zijn activi teit op enkele onwrikbare prin cipes, welke door alle komende genera lies trouw gehandhaafd werden. In wel haast honderd jaren is de „Noord-Braband" geen milimeter af geweken van de kaarsrechte lijn, welke de oprichter ten bate van de jonge onderneming getrokken had. Een dergelijke trouw aan den oor- spronkelijken opzet en bedoelingen, een zoo prachtige continuïteit, kan alleen verkregen worden, wanneer de leiding van geslacht op geslacht in vertrouwde handen wordt overgege ven. De „Noord-Braband" biedt ons een zeldzaam en hardversterkend voorbeeld van wat een verstandig ge handhaafde familietraditie vermag. Van 1843 af tot nu toe, is een fami lie, de familie Timmermans aan hel re er gebleven. De oprichter was de heer Willem Timmermans (1843-1874). Hij werd terzijde gestaan door zijn twee zoons .1. Timmermans Wzn. (1858-1934) en .1. B. Timmermans Wzn. (1874-1918). Verder maakten nog deel uit van de directie de heeren Ph. W. B. Timmer mans van (1918-1932) en Mr. J. B. J. Timmermans van (1918-1934). De tegenwoordige directie bestaat uit de lieeren W. Timmermans die in 1918 in de directie trad en J. Timmermans Phzn., die in 1934 directeur werd. Het Centraal-kantoor voor België staat onder leiding van Drs. W. Tim mermans Jr. Een ieder die ook maar weinig op de hoogte is van bedrijfsorganisatie, begrijpt de groote voordeelen van zulk een stabiel en tesamenhangend be heer. En de bedrijfsresultaten van „Noord-Braband", gevoegd bij de on aantastbare reputatie welke de Maat schappij zoowel in Nederland als in België geniet, zijn een levend bewijs voor de juistheid van onze stelling, dat wat langzaam, harmonisch en natuurlijk groeit méér waarborgen voor duur biedt, dan wat geïmi#ovi- seerd of met onvoldoende middelen uit den grond gestampt wordt. Wij willen thans enkele feiten uit het leven van de maatschappij aan stippen. Op 8 Maart 1843 werd te 's-Hertogenbosch opgericht het NoordBrabandsch Begrafenisfonds „Tot Algemeen Welzijn". In 1855 werd de zetel der onderneming naar Waalwijk overgeplaatst. Gelijdelijk breidde zich de bemoeienis van het fonds uit en in verband daarmede werd in 1885 de naam gewijzigd in Maatschappij van Verzekering op het Leven „Noord-Braband". 15 Juli 1895 werd het bedrijf in een N.V. omgezet. Oorspronkelijk heetten de polissen „Akte van aandeel". De emblemen, welke daarop voor komen, duiden op het oorspronkelijk karakter dier verzekering in haar pri mitieven vorm, te weten op een uitkee- ring bij overlijden, welke bestemd was om de kosten der begrafenis te dek ken. Uiteraard waren de „verzekerde som", de bedragen der polis, in over eenstemming met dat doel, van gerin- üen omvang. Het vrijwel uniforme en eenige ta rief was dat van overlijdens-verzeke- ring, juister nog begrafeniskosten-ver zekering, met levenslange premiebeta ling, waarin alleen eenige differenti atie werd gebracht door de verschil lende „klassen", waarin een „lid", zoo heette de „verzekerde", kon worden „ingeschreven". De moeilijke, maar roemrijke weg, welke van dit eenvoudige begin tot nu, nu de „Noord-Braband"' een groot be drijf is, werd afgelegd, behoeft niet in details besproken te worden. Het was een voorzichtige, weloverwogen op bouw, een onafgebroken arbeid van dag na dag, een volledig offer van werkkracht, plichtsbetrachting en aandacht, door alle leiders gebracht. Onder deze neemt de heer Judocus Timmermans Wzn. wel een zeer bij zondere plaats in. Aan zijn karakter vastheid, zijn bijna bovenmenschelijke vitaliteit, zijn zakeninzicht en zijn au toriteit beeft de N.V. onbeschrijfelijk veel te danken. Wie de hierboven weergegeven jaartallen goed bekeken beeft, zal niet zonder verbazing be merkt hebben, dat de heer Timmer mans van 1858-1934 directeur van de „Noord-Branband" was. Dat betee- kent dus 76 jaar van onafgebroken leiderschap. Een dergelijk feit is zon der twijfel een unicum. Toen de heer J. Timmermans Wzn. zijn honderdste verjaardag vierde, nam hij, en dan nog slechts noode, de hem waarlijk wel toekomende rust. Tot dien dag was hij zonder onderbreking iederen mor gen om 7 uur op zijn kantoor aanwe zig geweest en hij kon zich er maar niet aan wennen dat een jongere gene ratie eerst om 8 uur met het werk aanving. Tot in het laatste uur ^an zijn directeurschap heeft hij alle dra den van het bedrijf in handen gehou den en er kwam geen brief binnen, welke niet door hem zelf geopend en behandeld werd. In de kringen van de „Noord-Bra band", die één groot gezin vormt, loo- pen tal van anecdotes over de onge wone levenskracht van dezen nestor. Een enkele moge hier, omdat ze zoo kenschetsend is, ingelast worden. De heer Judocus Timmermans kreeg eens bezoek van zijn broeder, die op dat oogenblik den leeftijd van 94 jaar be reikt had. Toen deze vertrokken was, zei de honderdjarige tegen een van de aanwezigen: „Je kunt nu toch wel aan hem zien dat hij oud begint te worden". Het Hoofdkantoor te Waalwijk werd gebouwd in 1903 onder leiding van den architect W. Bouwman te Breda. Het gelukkige verschijnsel deed zich voor, dat het gebouw in zijn oor- spronkelijken omvang na betrekkelijk weinige jaren te klein bleek, zoodat een ingrijpende verbouwing noodzake lijk was. Bij den bouw van 1903 was daarme de rekening gehouden en voldoende ruimte was beschikbaar voor uitbrei- Deze verbouwing had plaats in 1929 onder leiding van genoemden archi- tect. Het gebouw voldoet thans aan alle eischen, welke aan de vestiging van een omvangrijke administratie zijn te stellen. Ruime brandvrije kluizen bevatten alle administratieve stukken; ook het geheele, zeer uitvoerige archief, waar in tal van merkwaardige oude stuk ken bewaard worden, is in brandvrije kluizen opgeborgen. Op rollen beweeg bare en verplaatsbare ijzeren stan daards bergen de registers en boeken \an de geheele administratie. Gedurende de kantoortijden worden deze geplaatst tusschen de bureaux van het personeel en bij sluiting wor den alle stukken in de kluizen „gere den", welke door twee zware dubbele kluisdeuren van het ruime kantoorlo kaal zijn gescheiden. Voor de bewaring van akten en waardepapieren zijn afzonderlijke klei nere brand- en inbraakvrije kluizen ingericht. Het kantoor biedt plaats voor ruim 60 bedienden en bevat een uitgebreide installatie van moderne kantoorma chines. De souterrains worden ingenomen, behalve door de genoemde archief- kluizen, door een binderij en een lo kaliteit tot berging van materiaal. Ook in België heeft de maatschappij „Noord-Braband" 'een steeds groeiend arbeidsveld. De vestiging in België da teert van 1885, in welk jaar te Ant werpen de eerste Hoofd-Agent werd aangesteld. Hoofdagentschappen volg den te Gent 1898, Brussel in 1899 en Luik in 1903, welke geleidelijk uit groeiden tot de bijkantoren, welke thans in genoemde steden gevestigd zijn. Het was vooral de Directeur, de heer Philip Timmermans, welke in de jaren van 1895 tot 1920, een tijd perk dus van 25 jaren, leiding gaf aan de organisatie en de uitbreiding van de portefeuille in België. In deze peri ode vielen de moeilijke oorlogsjaren c.n de tijd van onmiddellijk na den oorlog. „Noord-Braband" bleef gedurende deze jaren hare oude gunstige repu tatie getrouw en bij het herstel van zaken was het, dank zij hare traditie, mogelijk in snel tempo weer op te bou wen, wat door en tijdens den oorlog niet onaangetast was gebleven. Een tijdperk van circa 10 jaren scheidt de genoemde periode van her stel van den verder te noemen nieuwen tijd voor de Belgische afdeeling onder vigueur van de wet betreffende de controle op de levensverzekeringson- dernemingen van 25 Juni 1930, welke in werking trad 1 Jan. 1932 en krach tens welke aan „Noord-Braband bij K. B .van 1 September 1932 de bij art. i van genoemde wet vereischte „mach- tiging om in het Koninkrijk België te werken" werd verleend. Ook in die midden-periode breidde de portefeuille zich gestadig uit, voor al Antwerpen en Luik kenmerkten zich in die jaren door een krachtige ontwikkeling. De hierboven genoemde wet had mede tengevolge, dat de onderschei den Belgische agentschappen in Bel gië zelf meer werden gecentraliseerd door de vestiging met 1 Januari 1932 van een Centraal Kantoor voor België te Brussel onder leiding van den heer Drs. W. Timmermans Jr. De raad van commissarissen is mo menteel samengesteld uit de Heeren Mr. Dr. T. J. Verschuur, oud-minister van Arbeid, Handel en Nijverheid; Mr. Dr. W. A. J. M. Fick, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden; Mr. K. C. J. M. Sassen, Rechter aan de Arrondissementsrechtbank te 's-Her togenbosch en L. van Rijn, accountant te Rotterdam. De organisatie breidt zich geleide lijk uit; naast de genoemde hoofdste den, waar bijkantoren zijn gevestigd, zijn thans een zestal Inspecties ge sticht, waaronder verschillende plaat selijke agentschappen ressorteeren. Het verzekerd kapitaal beweegt zich zoowel in Holland als in België nog steeds in opgaande lijn en dat in weer wil van de tijdsomstandigheden. Ge durende 1933 werd in België alleen een vooruitgang bereikt van ongeveer Frs. 22.500.000. In 1934 van Frs. 12.500.000. Er zijn geen conjunctuur moeilijk heden, welke op den duur niet te over winnen zijn door werkkracht en on wankelbare trouw aan de hooge be ginselen, welke aan ieder vertrouwens- bedrijf ten grondslag moeten liggen. Daarom kunnen wij er zeker van zijn, dat de „Noord-Braband", die thans in Nederland 90, in België reeds 50 jaar zegenrijken arbeid achter zich heelt, een nog oneindige, schoonere en vruchtbaarder toekomst tegemoet gaat. den wereldoorlog zooveel wanhopige ellende had meegemaakt. Er zou inderdaad reden zijn om daaraan te gaan twijfelen als we zien wat de mensch den mensch aandoet, als we zien hoeveel weerzinwekkends de menschen elkaar in hun egoisme aandoen. Er is in onzen tijd inderdaad heel veel wat recht op den afgrond aanstuurt. Menschen zoeken en stre ven en drijven elkander voort in blin den gang naar een toekomst, die onbe kend is ,maar grauw en zwart, zoodat we er weinig goeds van te verwachten hebben. En toch wordt elk groot mensche- lijk streven bewogen door een bijna instinctmatigen drang naar 't goede, 't mooie. Het is moeilijk dikwijls om dat verre doel in oogenschijnlijk afstooten- de daden en woorden te zoeken, maar we weten dat dit doel er is, want geen mensch, tenzij het geesteszieke indivi du, zoekt van nature het kwade; in alleen leeft een onbewuste drang naar een toekomst' die geluk zal brengen. Of men dat geluk nu zoekt in den idea len heilstaat, waar alle menschen op gelijk niveau zullen worden geplaatst, in de macht en glorie van volk en ras of in waarden, die boven het natuur lijke uitgaan, in één opzicht is dit alles precies gelijk: alle strevingen beoogen het subjectief goede. Nu is bet natuurlijk zeer te betreu ren dat velen het geluk gaan zoeken waar het niet te vinden is, dat niet al len de ware bron van alle mensche- lijke vreugde kennen en enkel en al leen naar die bron sturen. Maar toch is het goed te weten, dat de mensch ten minste het goede wil bereiken. Dat is een lichtpunt in onzen tijd, die zon der dit lichtpunt zoo somber zou zijn, dat we zouden moeten twijfelen ol er uit de „moderne" nog een nieuwe be tere tijd zou kunnen worden geboren. gelukszoekers. „Twijfelt er niet aan, ook in dezen vreeselijken tijd zoekt de menschheid niets, dan haar geluk". Dit schreef Georg Duhamel in 1924, dus nadat hij als arts aan het front in (naar het Frans), 14 door JAN DE JONGE. De graaf was begonnen met het uitpakken van een prachtige klok van porselein uit Sevres. Maar Jan keek met een verstrooide blik naar dat kostbare voorwerp. Hij luiterde nauwelijks nog naar de verklaringen van den graaf. Tegen zijn zin was z'n aandacht door die vrouw in be slag genomen zijn geest was bezig. Hij riep zijn oudste herinneringen op. Meneer van Montbaran bemerkte die verstrooidheid. »'k Geloof, dat je niet meer naar me luistert, jonge man,» zei hij eindelijk. »01 neem me niet kwalijk, meneer, maar... die schilderijdie mooie oogen, die glimlach, die blonde haren, zelfs de kleeren van die vrouw, dat alles doet me dekken aan...» »Wat? 1 m'n lieve jongen/wat is ar, spreek op I je bent ontroerd,» zei de graaf, die plotseling door dit voorval getroffen was. Kven later sprak hij, alsof hij het tegen zichzelf had »Ja! hij zou ook zo oud zijn geweest,., als kind door liefdadige menschen opgenomen... geen familie daaraan had ik toch eerder moeten denken.» Meneer van Moutbaran liet plot seling z'n antiquiteiten in de steek, trad op Jan toe en vroeg met be vende stem »Zeg me eerst eens, hoe ]e heet »Jan, meneer de graat.» »Hoe oud ben je?» »Als ik 't wel heb, ben ik zes tien geweest.» «Zestien- ja, ja, je weet 't niet zeker ja, ja, dat begrijp ik. Je hebt me verteld, dat je door 'n besten schoolmeester in huisge nomen bent. Daar heb je nog n poosje op de schoolbanken gezeten en daarna heeft-ie je bovendien een vak geleerd. Maar voordat je daar kwam Kun je me daar niet wat van vertellen Kom, m'n jongen, vertel eens alles wat je je kunt her inneren, 't is in je eigen belang voor je toekomst!» «Denkt u dat u m n familie hebt gekend, meneer de graaf?» «Misschien Toe, spreek op Jan liet den graaf niet langer wachten en vertelde openhartig' zoals hij altijd was, dezelfde geschie denis, die hij vroeger meneer Morin had toevertrouwd. En natuurlijk al de latere gebeurtenissen, die wij reeds weten. De graaf kreeg een plotselinge ingeving. Jahij zou terstond een beslissende proef nemen. Hij nam den jongeman mee naar 'n ander vertrek en opende de deur, die ach- tea een zwaar gordiju was verbor. gen. «Dit is mijn heiligdom Jaren lang al komt hier niemand binnen dan ik. Maar de ééne vertrouwelijke mededeeling is de andere waard. Deze kamer was die van m'n kind, waarom ik nog schrei. Het bed is leeg. Hier heb ik alles, wat van bem was, bewaard, als 'n dierbaar aan denken zelfs z'n speelgoed.» Zoo sprekend had de graaf de zware gordijnen voor het raam op zij geschoven en nu werd 't vertrek door 'n blijde zonnestraol helder verlicht. Op het sierlijke bedje lag 'n blauw costuum met 'n kanten kraag. Overal lagen ballen, hoepels, do zen met speelgoed, albums, enz. Helemaal apart, duidelijk zicht- baar, voor de schoorsteen, stond LOON-OP-ZAND. Het uitbreidingsplan vastgesteld. De gemeenteraad van Loon op Zand vergaderde Woensdagavond ten ge- meentehuize te Kaatsheuvel, onder voorzitterschap van burgemeester Mal leus. Secretaris de heer M. A. v. d. Wee. Aanwezig alle leden. De notulen worden goedgekeurd. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. Proces-verbaal van kas-opname bij den gemeente-ontvanger; Van Ged. Staten mededeeling, dat de beslissing op 't raadsbesluit tot grond- verkoop te Loon op Zand is verdaagd Van Ged. Staten goedkeuring van 'n begrootingswijziging. Van den Minister goedkeuring der Winkelsluitingsverordening. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Adres van de Ver. van Huiseigena ren. de R.K. Middenstandsver. en den N.C.B. inzake praecario-rechten. Dit stuk wordt naar B. en W. ge- renvoveerd voor prae-advies. Mededeeling van Ged. Staten dat zij de conversie van geldleeningen niet goedkeuren. Ged. St. vinden het van 4' ie nog te hoog, daar de rentestan daard tot 4% is gedaald. Ook de boete clausule voor vervroegde aflossing vin den Ged. Staten bezwaarlijk. Aan de geldschieters is biervan reeds lang had geschreid «M'n zoonm'n lieve Jan riep hij uit en sloeg de armen om den jongeman. HOOFDSTUK XIII. Jan heeft z'n familie teruggevonden. Na de eerste uitingen van vreugde, nrm de graaf z'n zoon mee naar'n ander vertrek. Daar gingen ze dicht bij elkaar zitten met 't portret voor zich, waardoor Jan straks zo getrof fen was. Nu wilde de vader aan vullen, wat zijn zoon zich niet meer uit z'n kinderjaren kon herinneren. «Ja, je hart heeft je niet bedrogen, m'n lief kind,» begon hij, «dat is werkelijk je moeder, Zo zag ze er uit, ongeveer een jaar, voordat ik haar verloor. Jij hebt haar blonde haar, haar blik. Wat zou ze gelukkig en trotsch zijn, als ze vandaag haar lief kind terug kon zien, man ge worden nu Moeder was heel erg ziek, toen dat dienstmeisje de ongelukkige ge dachte kreeg, om je mee te nemen naar dat dorpsfeest, waaraan je nog 'n vage herinnering hebt bewaard. Je kunt je indenken wat 'n droef heid, toen ze alleen terugkwam. Alle richtingen uit werden bedienden ge zonden, ze doorzochten de gehele Daad'lijk gaat het bloeden, «Moes een doekje gauw». Moeder hoorde Liesje, »Kind wat heb je dan», »'k Prikte in m'n vinger, Toe, een doekje, Mam». Vlug nam Moe een lapje, «Hierzo, kleine meid, Ga maar gauw weer naaien, lk heb haast geen tijd». «O, maar Moesje lief toch, Kijk er nu eens aan, 't ls de andere vinger, U hebt 't verkeerd gedaan 1 Maar het is niet erg hoor, 't Doekje zit er om, 'k Ga nu vlug weer naaien, Voor m'n popje Tom.» D. Konings. Oplossing. een prachtig paard, 't Tuig, dat nau- streek. De politie werd gewaarschuwd welijks was gebruikt, gaf te kennen dat het kind er niet veel mee ge speeld had. Dit was 't eerste wat Jan zag. »0riep hij uit in n plotse linge opwelling, «nou weet ik het weer! 'k Had een paard gekre gen, net zoo één als dat. Wat was ik daarme gelukkig! en wat heb ik er lang verdiet om gehad bij RougeaudDoor Fik ben ik t weer vergeten, hij heeft z n plaats inge nomen,» Nu twijfelde de graaf niet langer, Wat zich de jongen herinnerde, z n naam, z'n leeftijd, de tijd van zijn verdwijning, dat alles verzekerde hem, dat hij zijn kind had terugge vonden, zijn kind, waarom hij zo maar... te laat. Die zwervers reizen de gansche nacht en krijgen natuur lijk 'n grote voorsprong. Wordt vervolgd. LIESJE. Liesje zat te naaien 'n Hemdje voor haar pop, Met heel fijne steekjes, Neer en dan weer op. Nog een heel klein stukje Dan ben ik al klaar, Vlug ging nu het naaldje, 'n Plooitje hier en daar. Maar opeens daar schoot het in Liesjes vinger, au 11 24 17 10 3| 4 12 25 18 7 5 13 21 19 20 8 1 14 22 23 16 9 2 15 -RAADSEL. 1 2 3 4 6 9 5 8 7 Plaatst de cijfers in dit vierkantje, van links naar rechts, van boven naar beneden, schuin overhoek, zóó, dat dit tot uitkomst 15 geeft. ,e in Vir.» Tt rvnir»L- riiW TtpbÓè te

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5