Toegewijd een Hendel, Industrie en Gemeentebelengen.
FEUILLETON
EERSTE BLAD-
HET HUIS IN DE STILTE.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
De Schoennijverheid in de Langstraat.
WIJSUE/D IN
D£ KAN...
DE IN DE PIJP.
HOOP. ERYARrSG.
oals
W
ldoej
en
(Slot)
SLECHTS
PER PAK.
KOST ZD VVE/N/G
OOET ZB VEEL
17.
erswiij
MAAfl
WOENSDAG 27 MAART 1935.
De Echo van het Zuiden,
iulvQkseke en Langstraatscbe Conranl,
gel
•eö(
ln8l
iu rl
i zo^—
libü
VOfJ
dei
et t,
enïj
'and
sht
dda,
treli
30k
lenl
en.
00
1 bidl
aetd
derlj
ingt
den
beh
bek
'nas
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
geer
n sl
i zoo
WO
Sn ge
eer
ii i\
li
ils
;oms
vaa
hel
sten
bij
i te
dat
chaj
is j
vien
oor
i gei
:n kc
>ofd
r be
:n h
n na
:cr.
S. G
III
In totaal bedroeg onze schoenen-
export in 1928 nog 660,000 paren,
ter waarde van bijkans 4 millioen
gulden; in 1932 was die uitvoer ge
daald tot 76,00paren, ter waarde
van nauwelijks 300,000 gulden. De
jongste gegevens vermelden nagenoeg
in het geheel geen export meer.
Alleen Indië is, gelijk gezegd, als
markt nog gebleven, maar de koop
kracht daalt daar zoo onrustbarend,
dat de vraag naar goed schoenwei k,
bovendien nog belemmerd door een
invoerrecht van 20 pet. naar de
waarde, er niet groot meer is. Dat
hooge waarderecht drukt vooral
zwaar op den export van Nedei
landsche kwaliteitschoenen. Japan,
dat heel goedkoop goed voor den
:rede
ta v.l
en sa
van!
-Her'
gebt.
de j
is a
Eén ij
Wag!
uto, 4
keerl
ant v
/an ci
De b
wal
en 4
overi.
;seer<
tere
door I
schro'
o wei
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
Nadruk verboden.
ïg 400
ken g;
evolkj
vinkei
ïrs mo
paar.
sto:
[enov>
Derhal
:h aa
'an h
Maar waarom schrijft hij dan
niet? merkte Nell verbaasd op.
Ik weet het niet. Soms geloof
ikHet mag misschien verkeerd
zijn, maar ik kan het niet helpen
dat Lancaster brieven voor mij achter
gehouden heeft. Zie je, we hebben den
laatsten tijd geen vaste woonplaats
gehad. We zijn in Zwitserland, Frank
rijk, Italië en in verschillende deelen
van Engeland geweest. Niets is aan
nemelijker, dan dat een gedeelte van
onze correspondentie ons niet bereikt
heeft en op Lancasters kantoor in
Londen is terechtgekomen.
Maar ik vind Lancaster buiten
gewoon tyranniek. Waarom onder
werp jij je zoo?
Onderwerp ik mij? verwonderde
Claire zich. Dat heb ik straks wel ge
toond
Toch moet je je veel hebben la
ten welgevallen, anders zou hij nooit
zoo geworden zijn.
Misschien heb je toch gelijk, gat
Claire haar toe, ik was toen jonger en
dacht natuurlijk dat mijn vader ver
langde dat ik hem gehoorzaamde.
Toen hij tusschen Everard en mij
kwam, was ik buiten mezelf en na den
inlander levert men kan het
nauwelijks nog schoenen noemen
ondervindt er nauwelijks hinder
Vergeleken met onze totale schoe
nenproductie van meer dan tien
millioen paren, beteekende ook in
de goede jaren de export wel niet
zooveel, doch aangezien dezeexpoit
juist het lu-xe schoenwerk uit Waal
wijk betrof, vormt het wegvallen van
den uitvoer voor deze fabrieken wel
degelijk een zeer belangrijk nadeel.
Zoo kwamen er van de 660,000 paren,
welke er in 1928 nog werden uitge
voerd, niet minder dan 70,000 Paj"eiJ'
met een exportwaarde van een halt
millioen gulden, voor rekening van
één enkele groote fabriek te Waal
wijk. Die fabriek moet dus nu dit
zelfde kwantum op de binnenland-
sche markt zien te plaatsen en liet
behoeft wel geen betoog, dat dit den
laatsten tijd slechts mogelijk was
door verdere prijsverlagingen toe te
Geen wonder, dat juist Waalwijk
met leede oogen aanziet, hoe er hier
te lande nog veel Duitsch en Zwit-
sersch schoenwerk van goede kwali
teit Salamander en Bally-sclioenen
wordt ingevoerd. Blijkens de
jongste statistieken voerde IDuitsch-
land de laatste negen maanden tot
en met Januari nog honderdduizend
paren in, hoofdzakelijk Salamandei-
schoenen van het luxe genre, Zwit
serland nog 24,000 paren, eveneens
in de hoogste prijsklasse. De totale
invoer bedroeg over de laatste negen
maanden, ondanks de contingentee
ring, nog altijd 300,000 paren, waar
van Engeland 63,000 paren en Tsje-
choslowakije 87,000 paren leverde.
Dit betreft uitsluitend den invoer van
schoenen, laarzen en pantoffels, daar
rubberschoenwerk en dergelijke in
een afzonderlijk statistiek zijn opge
nomen.
Groot is de invoer derhalve niet
meer, doch aangezien dit kwantum
voor het grootste deel bestaat uit
schoenen, die hier tenminste even
goed en goedkoop kunnen worden
gemaakt als in het buitenland,
spreekt het vanzelf, dat de Neder-
landsche industriewezen import zeer
ongaarne ziet. Bijzondere redenen
tot klagen bestaan er echter ook al
dood van z'n moeder leek het wel oi
ik heelemaal geen wilskracht meei
over had.
Maar dat is nu toch weer beter
geworden, troostte Nell.
Ja, en dat heb ik aan jou te dan
ken, zei Claire. Jij hebt me weernieu-
men moed gegeven. Vertel me eens
Nell, vindt jij het vreemd dat ik alle
hoop heb opgegeven, nu ik in zoon
langen tijd niets meer van Everard ge
hoord heb?
Nell dacht een oogenblik na. Ik ge
loof, besloot zij, dat Lancaster al met
je brieven geknoeid heeft. Dat lijkt
me de reden, waarom je niets meer
van Hume hort.
Wat moet ik dan doen? zuchtte
Claire verdrietig.
Ik geloof, verklaarde Nell, dat t
het beste zou zijn als ik hem eens
schreef. Geef mij z'n adres, dan zal ik
hem vertellen hoe je er aan toe bent
en hoe verwonderd je bent in zoo n
langen tijd niets van hem gehoord te
hebben.
- Maar als Lancaster den briet
ziet, krijgt Everard hem niet, meende
Claire. Soms geloof ik zelfs dat een
brief van mij zelfs aan het postkan
toor niet veilig is.
O, het postkantoor hier zou ik
ook niet vertrouwen, verklaarde Nell.
Je weet niet, waartoe Lancaster in
staat is. De posthoudster is tenslotte
maar een dorpsvrouw.
Hoe wil je het dan doen?
Ik wil den brief bij die aan m'n
zuster insluiten en haar vragen hem
in Londen te posten. Lancaster zal
mijn brieven toch niet openen. Maar
dat kun je niet weten.
Het is een vreeselijke man, zei
Claire met een huivering, hij drijft al
weer niet, wanneer men in aanmer
king neemt, dat de import uit Enge
land, vergeleken met hetzelfde tijd
vak van 1933/34 met precies de helft
is afgenomen, die van Duitschland
met meer dan een derde en die van
Tsjechoslowakije eveneens met een
derde. De Zwitsersche invoer heeft
zich blijkbaar vrij behoorlijk kunnen
handhaven.
Wanneer wij dus afzien van den
invoer van rubberschoenwerk e.d.
zou men kunnen zeggen, dat onze
binnenlandsche behoefte aan schoe
nen vrijwel geheel door de Neder
landsche industrie wordt gedekt. Het
verbruik van schoenen is hier even
wel niet of nauwelijks toegenomen,
al staat in de statistiek vermeld, (lat
het gemiddelde verbruik per jaar
van 1926 tol 1933 van 1.62 paar tot
2.11 paar is gestegen. Deze toeneming
moet stellig voor een zeer groot ge
deelte worden toegeschreven aan het
toenemend verbruik van zeer licht
schoenwerk met een korten levens
duur, zooals sandalen, badschoenen,
samoa's en hoe dit lichte schoeisel
verder moge heeten. Het verbruik
van solide leeren schoenen is zeker
lang niet in (jie mate toegenomen
als de productie ervan, met als ge
volg, da» onze industrie voor den
binnenlandschen afzet, waarvan zij
nu geheel afhankelijk is, te veel
schoenen produceert.
Met verbazingwekkende taaiheid
weten vooral de kleine ondernemers
zich te handhaven en het trekt zelfs
de aandacht, dat er van een nei
ging tot concentratie sedert enkele
jaren niet veel meer te bespeuren
valt, ofschoon het groote, door en
door gerationaliseerde bedrijf, dat
bovendien veel gemakkelijker over
crediet bij banken en grondstoffen-
leveranciers kan beschikken dan de
kleine man, gemiddeld een lageren
kostprijs heeft dan het kleine bedrijf.
Een nadeel van het groote bedrijf
is evenwel, dat men vrij aanzienlijke
vaste lasten heeft en voorts gebon
den is aan de drukkende sociale
lasten, waartegenover het eenvou
dige schoenmakersbedrijf, veelal door
een familie bedreven, een aanpas
singsvermogen ontplooien kan, dat
inderdaad eerbied afdwingt. Vooral
in de Langstraat vindt de schoenen-
fabricage nog heel dikwijls in den
vorm van huisindustrie plaats,
Niet zelden werken arbeiders en
arbeidsters van de groote fabrieken
in hun vrijen tijd nog voor kleine
ondernemers en dat natuurlijk tegen
loonen, die veel lager zijn dan die
der groote fabrieken. Men beschouwt
elke bijverdienste namelijk als een
welkome extra aanvulling, zonder er
zich rekenschap van te geven, dat
men aldus zijn eigen positie onder
mijnt, daar de schoenen, die op deze
wijze tegen lage loonen worden ge
maakt, ook tegen bespottelijk lage
prijzen op de markt worden ge
worpen, die daardoor nog meer ont
wricht raakt.
Hiertegen valt moeilijk iets te
doen. Zoo klein is een ondernemer
nooit, of hij beschikt meestal wel
over eenige machines en voor zoo
ver hij die niet heeft, wordt hierin
voorzien door personeel van de
groote fabrieken, waarvan de een
een stikmachine heeft, de ander een
machine voor het snijden van zool
leer; zoo ontstaan er dan allerlei
combinaties ten gunste van het
kleine bedrijf. Eenzelide tendenz
ziet men trouwens in vrijwel alle
industrieën met een zeer ver door
gevoerde mechanisatie, welke eener-
Douwe Egbert* Echte Friesche tleeren - Baai en
Baai-Tabak Melange van rijpe tabakKen.
zijds het voordeel heeft van goed-
koope productie op groote schaal,
anderzijds het nadeel, dat de mo
derne machines veelal ook met ge
ringe kosten door het kleine bedi ijt
kunnen worden aangeschaft. ij
hebben dat gezien in de tricotage
industrie, waar de interlokmachine
onder het bereik van elke beurs is
en een kleine motor voor de benoo-
digde krachtopwekking zorgt, zoodai
men toch, zij het op kleine schaal
vele kleintjes maken echter één
groote tot een gemechaniseerd
bedrijf komt.
Men overschatte de beteekenis
hiervan echter ook weer niet en
wijzen erop, hoe men door ordening
in dezen toestand zeer zeker geen
verbetering kan brengen. Op één
punt blijft het kleine bednji name-
lijk onherroepelijk achter hij het
groote bedrijf en dat is de toene
mende afhankelijkheid van de snelle
wisseling der mode, welke zich nu
in de schoenindustrie even sterk
doet gevoelen als in de tricotage-
lijd z'n zin door.
Maar wat denk je, dat hij eigen
lijk wil? informeerde Nell. Ik geloof
toch niet, dat hij al die dingen voor
de grap doet, of uit een zucht om
wreed te zijn?
Het motief is duidelijk genoeg,
antwoordde Claire bitter. Hij wil m'n
geld, of zooveel als hij daarvan in han
den kan krijgen. Dat weet ik heel ze-
kei*
Is hij zelf dan niet rijk? Men
houdt hem voor vermogend en hij haa
goede referenties.
Ik snap niet, hoe hij dat klaar
speelt, zei Claire vermoeid. Toch ge
loof ik dat zijn eigenlijk inkomen heel
klein is. Natuurlijk heeft hij een groo
te toelage voor mij gekregen, vader
was in zulke dingen altijd heel royaal.
Ik begrijp het, gaf Nell te ken
nen. En die houdt natuurlijk op als
je een en twintig wordt!
Dat zal wel. Ik wordt natuurlijk
mijn eigen baas en hoef niet bij hem
te blijven, als ik dat niet wil.
Aha, nu gaat me een licht op,
riep Nell, daarom wil hij dat zijn zoon
met je trouwt!
Ik ga nog liever doodsprak
Claire. En toch, voegde zij er lusteloos
aan toe, toch denk ik dat ik zal moe
ten doen wat hij verlangt.
Zoolang ik er nog ben, niet!
Neen, Claire, je moet vechten, we zul
len samen vechten!
XIV.
NELL'S BRIEF.
Nu Nell's oogen geopend waren
voor den waren staat van zaken, be
gon zij te letten op verschillende din
gen, die eerst weinig indruk op haar
gemaakt hadden. Zij bemerkte nu, dat
haar bewegingen en handelingen ge
controleerd werden. Lancaster was
slim genoeg, om haar werk zoo in te
deelen, dat Nell heel weinig lijd voor
zichzelf overhield en geen gelegenheid
had voor een uitstapje naar de naast-
bijzijnde stad en slechts bij hooge uil
zondering naar het dorp. Dan had
Lancaster of zijn zoon nog de gewoon
te haar te begeleiden. Soms ook ver
beeldde zij zich, dat zij gevolgd werd
door Claire's kamenier, die zij tot
haar verwondering een paar maal in
een vertrouwelijk onderhoud bij Lan
caster aangetroffen had. Die kame
nier, Grayling genaamd, was in Nell's
oogen al een heel onsympathiek schep
sel. Zij verstond haar vak goed, kon
haarknippen en onduleeren, de garde
robe verzorgen. Ze wist ook iets van
ziekenverpleging af, maar Nell vond
haar iets gluiperigs hebben. Ze was
uiterst beleefd, maar Nell wantrouw
de haar, en ze was er nooit zeker van
of haar brieven niet doorgelezen en
haar laden niet doorgezocht werden
als zij hel huis uitging.
De brief aan Everard Hume was
spoedig geschreven en bijgesloten in
een brief aan Angela.
De moeilijkheid schuilde in het
posten van den brief. Aan de zorgen
van een der bedienden kon zij hem
niet toevertrouwen. Zij liep er mee in
haar zak, in de hoop hem bij gelegen
heid door iemand te kunnen laten
wegbrengen, of naar Aldersfield te
wandelen en hem daar zelf te posten.
Vindt je niet, vroeg Claire op ze
keren dag, dat Grayling altijd vreese-
lijk achter ons aanloopt? Het lijkt wel
of ze steeds in de kamer ot vlak bij
ons moet zijn.
Ja, beaamde Nell. Ik heb het ook
al gemerkt. Zou Lancaster ons van
een complot verdenken? Ik vindt hem
den laatsten tijd erg achterdochtig.
Ik geloof, zei Claire, terwijl ze
haar stem liet dalen, dat Grayling aan
de deuren staat te luisteren. Ik hel»
haar de laaste dagen een paar maal
gesnapt, verdacht dicht in de buurt
van de deur. Ik wou, dat ik haar weg
kon sturen.
Nu, waarom doe je dat dan niet
kwam Nell verwonderd.
Zij is door Lancaster aangeno
men. Ik geloof, dat hij woedend zou
zijn, als ik op mijn eigen hout je zou
handelen
Daar kon je wel gelijk in hebben
zei Nell. Maar de vraag is nu, wat wij
met dezen brief moeten doen. Zullen
we het er op wagen en hem in den
brievenzak gooien?
Dat zou ik niet doen, raadde
Claire haar zenuwachtig. Is er nie
mand een tuinman of een loopjon
gen of zoo iemand die de brief voor
jou naar Aldersfield wil brengen?
Er komt hier eenmaal per week
een oude man, bedacht Nell. Maar ik
weet heelemaal niet of hij zuiver op
de graat is.
Soms denk ik wel eens, zei Clai
re, dat we Jacob wat meer in vertrou
wen moesten nemen. Hij lijkt me op
recht en eerlijk, en hij hoort niet lot
de nieuwe bedienden, die niets van
ons afweten. Jacob was al bij de Lan
casters in Amerika, hij kende mijn va
der en mij heel goed.
Wordt vervolgd.