Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
EERSTE BLAD-
BUITENLAND.
FEUILLETON
1
ABONNEERT U OP DIT BLAD.
HET HUIS IN OE STILTE.
I
DiT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
IVOOR. ERVARfflg
Lmmer 25
ZATERDAG 30 MAART 1935.
58c JAARGANG.
•ec;
v,
Dit blad verschijnt
Jljl WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
en 5, franco te zenden aan den Uitgever.
*1 Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
pro1 Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
de volkssententies.
Aan leiders of propagandisten van
een zekere nieuwe politieke beweging
wordt nogal eens en niet ten on
rechte, verweten, dat hun actie, ge
let op den inhoud van hun geschriften
en redevoeringen, in hoofdzaak gericht
schijnt op het negatieve en de positie
ve grondslag van een eigen wei-om
schreven politiek-, sociaal- en econo
misch program ontbreekt. Achten we
,1e opmerking ten opzichte van aai
laatste al zeer „ad rem", we willen ei
Uu-h tevens de-aandacht op vestigen,
dat door de leiders der oude politieke
nartijen en door de regeering, welke
op dezelve steunt, dikwijls hitter wei
nig wordt gedaan om de steenen des
aanstoots te verwijderen, welke aan de
critiek van de politieke tegen-beweging
het aanzien van recht en reden geven.
Wanneer ons land ooit nog eens rijp
mocht worden voor het tascisme o
nationaal-socialisme, dan mag men de
daartoe benoodigde constellatie bereid,
d.i. klaargemaakt achten door de com
munisten in de eerste plaats, die geen
gelegenheid verzuimen 0111 hun politie
ke tegenstanders het martelaarschap te
verleenen, en in de tweede plaats aan
de verschillende overheidsorganen van
onzen tijd, welke uit de politieke ge
schiedenis van andere landen mets blij
ken te hebben geleerd en volstrekt geen
gevoel toonen te hebben voor de psy
chologische reacties van haar op
treden. r.
Het cumulatie-vraagstuk b.v. heelt
eerder reeds kleine partijen, als die van
Braat en van Ds. Lingbeek gevoed; het
zelfde vraagstuk leidde duizenden tot
Mussert. En de regeering doet niet an
ders dan constateeren, dat met de be
doelde kwestie een ontzettende demo-
gagie wordt bedreven en dat de zaak
financieel van betrekkelijk weinig be
lang voor de staatshuishouding is. VV e
zijn bereid om beide argumenten te
accepteeren, maar met dergelijke nuch
tere vaststellingen is men er niet m
dezen tijd. Wie een klein beetje psy
chologisch inzicht heeft kan het dage
lijks constateeren en ook begrijpen,
dat het volk het cumulatie-onrecht, óók
al gaat het dan om betrekkelijk wei
nig personen en om niet-aanzienlijke
geldsommen, niet verdraagt, nu het in
zulk een ontzettenden nood verkeert en
er dagelijks opnieuw versobering en
„aanpassing" van haar wordt vei-
eisclit. Het is dom en onverzettelijk,
dat ten deze de volkssententie blij li
geplaagd door het talmen met afdoen
de maatregelen.
»In Rotterdam hadden de gemeente
ambtenaren een Gemeente Personeel
Inkoop Vereeniging opgericht, tegen
welker optreden een adres aan den
Raad was binnengekomen van den
Bond van Actieve Zakendrijvenden.
B. en W. stelden een onderzoek in
en berichtten thans deze week aan den
raad, dat ze geen redenen aanwezig
achten om op te treden, want het doel
der vereeniging bleek om gezamenlijk
van de neringdoenden kortingen te be
dingen of voordeelen te verwerven
door gemeenschappelijke inkoopen.
Men zal moeten erkennen, zoo zeg
gen B. en W., dat het gemeente-perso
neel, evenals de overige leden van de
burgerij, vrij is in de wijze, waarop het
zich van zijn benoodigdheden wenscht
te voorzien.
Inderdaad! Dat zijn van die echte
waarheden als koeien, op ambte
lijke wijze geconstateerd. Maar is de
overheid, zijn ambtenaren in het alge
meen, dan absoluut ongevoelig voor de
ideëele zijde van een zaak en in het bij
zonder voor sociale en maatschappe
lijke beginselen? Voelt men niets voor
het psychologisch effect van bepaalde
handelingen? Is de neringdoende mid
denstand dan een troep roovers, tegen
wie een gemeenschappelijk optreden
benoodigd is?
Gaat de overheid en gaan de ambte
naren uit van het standpunt, dat de
zakenlieden in het algemeen geen woe
kerwinsten berekenen wat de con
currentie hun wel zou belettendan
moet het onsociaal worden geacht, dat
gemeente-ambtenaren een georgani-
seerden druk op de winkeliers uitocte
nen om ze te dwingen want daar
komt het practisch op neerom een
deel van een redelijke verdienste te
laten vallen, ten behoeve nog wel van
mcnschen, die, al hebben ook zij saJa"
risveeren moeten laten, in dezen tijd
een benijdenswaardige positie innemen
in een overigens volkomen ontredder
de maatschappij.
Al zulke dingen, welke we met een
paar voorbeelden hebben aangeduid,
zijn tartingen van de volkssententies en
ze bewerken, dat duizenden gaan pope
len naar de mogelijkheid om met 'n be
zem in de hand te kunnen gaan vegen
in de bureaux, waar een ongevoelige
ambtenarij regelt zonder te ordenen en
decreteert zonder inzicht in het psycho
logisch effect der te stellen bepalingen.
Vegen, het zou niet slecht we
zen! Maar de vegers, die thans klaar
staan, zeggen ons niet, wat ze straks
precies willen gaan doen in de geleg
de besluurslokalen en we vreezen, dat
ze het niet weten ook en kun
nen doen ze het evenmin. Dus daar
voor opgepast
België gaat devalueeren.
Ofschoon minister-president Van
Zeeland pas Vrijdagmiddag in de Ka
mer de met spanning verwachte regee-
ringsverklaring zal afleggen, is het nu
reeds duidelijk dat het nieuwe bewind
een beperkte devaluatie van den tranc
zal nastreven. Alleen weet men nog
niet hoever de regeering bij haar po
gingen gaan zal.
In Katholieke en in liberale kringen
is zeer veel oppositie merkbaar tegen
de devaluatie-plannen, die te onver
wachter zijn gekomen, nu verschillen
de ministers, die tot nog toe pal heb
ben gestaan voor den gouden stan
daard, deel uitmaken van het kabinet-
v. Zeeland. Ook het opnemen van de
socialisten in de regeering wordt in
deze kringen als een misstap gevoeld.
Het resultaat van Berlijn.
van „De Echo van het Zuiden
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
Nadruk verboden.
18.
Daar heb ik nog niet aan ge
dacht, sprak Nell, maar ik ben altijd
huiverig om iemand die door Lancas
ter betaald wordt, te vertrouwen. Ik
denk, dat ik het eens met dien ouden
Hardy, den tuinman, probeer. Die
komt vanmiddag hier.
Die wordt ook door Lancastei
betaald, merkte Claire met een zwak
glimlachje op.
Ja, maar hij komt van buiten,
weerlegde Nell. Dat is niet precies
hetzelfde, als wanneer hij hier in huis
was. De menschen die hier in huis
zijn, lijken me veel meer bij Lancaster
onder den duim te zitten. Ik zal Har
dy vanavond als hij weggaat, een schil
ling geven en hem vragen den brief
in Aldersfield te posten.
Zij voerde dien avond haar besluit
uit, toen zij Hardy bezig vond de bin
nenplaats schoon te vegen. Het was
bijna donker toen Nell bij hem kwam,
en het leek haar onwaarschijnlijk, dat
zij door iemand in huis zou worden ge
zien, want zelfs de blinden voor de ka
mer van Lancaster waren gesloten,
en de keukendeuren waren dicht.
Hardy, begon zij, zou je een
shilling willen verdienen?
Nou juffrouw, antwoordde de
Nu de Berlijnsche bespreikngen ach
ter den rug zijn, kan men zich er betei
een conclusie uit vormen. Van wat we
rechtstreeks uit Berlijn hoorden wer
den we nu niet zoo heel veel wijzer.
Wel werd medegedeeld dat Hitier en
de andere autoriteiten over de resul
taten zeer tevreden waren.
Wat uit Londen bericht wordt is
daarmede echter omgekeerd eveniedig.
Sir Sinion zou over het resultaat der
onderhandelingen zeer ontevreden zijn,
en er zou op geen enkel punt overeen
stemming bereikt zijn. Er viel met Hit
ler zoo goed als niet te praten, zoo
luidt de eindconclusie. De Britsche re
geering zou nog geen gedragslijn heb
ben vastgesteld ten aanzien van de
Duitsche eischen, maar, zoo wordt ge
meld, men zou veel voelen voor een
collectieve veiligheidsorganisatie door
middel van pacten, waartoe ook
Duitschland later zou kunnen toe
treden.
Hel is een veeg teeken, dat men het
heil thans weer in deze richting moet
gaan zoeken!
Een chèque van 23 millioen yen.
Te Tokio zijn in een plechtige bij
eenkomst de verdragen onderteekend
inzake den verkoop van den Chinee-
schen Oosterspoorweg door Rusland
aan Mandsjoekwo.
Na de onderteekening der documen
ten overhandigde de gezant van Mand
sjoekwo Ting aan den Russischcn ge
zant te Tokio Joerenef een chèque van
23.330.000 yen,.zijnde de eerste termijn
op den koopprijs.
Luchtlijn over den Grooten Oceaan.
Groote bewondering moet worden
gekoesterd voor de Pan American Air
ways, die bezig zijn den Stillen Oceaan
met een geregelde luchtlijn te over
bruggen, een afstand van ruim 14000
K.M. Het langste zee-traject, 3900 K.M.
is het eerste van San Francisco naar
Honoloeloe, hetwelk 's nachts zal wor
den gevlogen, daarna volgen 4 dagtra
jecten ieder 2000 a 2600 K.M. lang, lei
dende over rustpunten op de kleine
Oceaaneilandcn, die eigenlijk boven 't
zee-oppervlak uitstekende koraalriffen
kunnen worden genoemd. Van Manilla
op de Philippijncn zullen aansluitende
luchtlijnen voeren, zoowel naar het
Aziatische vasteland (Hong-Kong) als
naar Java, Australië en Japan.
Mussolini's Vredeswil!
Woensdag hebben wij al gemeld dat
Mussolini weer eens een daverende
redevoering tot de fascistische jeugd-
strijdbonden heeft gehouden. Ontleden
we deze rede, waarin de Duce opnieuw
zijn "vredeswil betuigt, dan zien we
dat die vredeswil een tamelijk oorlogs
zuchtig tintje heeft.
Hier volgt de markantste passage uit
deze redevoering
„In de tegenwoordige ondoorzicht-
bare en onzekere politieke situatie
biedt Italië aan de wereld het schouw
spel van een bewonderenswaardige
kalmte. Wij zijn thans sterk en geen
gebeurtenis zal ons onvoorbereid vin
den.
Dit feit stelt ons in staat, onze taak,
die in een niet ver verwijderde toe
komst ligt, onvervaard onder het oog
te zien. Ons zal de toekomst zijn! Gij
kunt die zekerheid in het hart dragen
en ze maken tot een wapen van on-
buigzamen wil.
Wij zijn gereed iedere taak aan te
vatten, die de toekomst ons zal opleg
gen, zoo noodig over alle hinderpalen
lang over te denken.
Ze stak hem het geldstuk toe. Ik zal
je dit geven, beloofde ze als je een
brief voor me wilt posten in Alders
field, zonder er met iemand over te
spreken.
Geef maar hier, juffie. Ik zal
hem wel meenemen, zei de oude, zijn
hand utstekend.
Neem je hem vanavond nog mee?
drong Nell, een beetje angstig aan.
Ja, ja. En Hardy stak zoowel den
brief als de shilling in z'n zak, en be
gon met een knik en een knipoog,
weer aan zijn werk.
Nell was opgetogen over het suc
ces van haar poging. Ze ging naar
Claire terug, en gaf haar een verslag
van hel onderhoud, en voelde zich
nauwelijks teneergeslagen toen Claire
haar vroeg of zij wel gelet had op het
raam van Grayling's kamer, dat bijna
onmiddellijk boven de studeerkamer
lag.
Ik weet, dat zij daar om dien tijd
was, zei Claire. Ik heb haar wat werk
gegeven, en zij nam dat mee naar haar
eigen slaapkamer. Als het raam open
geweest is, zou zij je met Hardy heb
ben kunnen hooren spreken.
Och kind, je kunt niet overal
aan denken, gaf Nell een beetje ge
prikkeld ten antwoord. Ik veronder
stel niet, dat haar raam met dit weer
openstond. Het is erg kil, en Grayling
ziet er niet naar uit of ze veel van
frissche lucht houdt.
Het diner verliep als gewoonlijk, be
halve dat Claire nog stiller was dan
gewoonlijk maar Lancaster was
spraakzamer dan ooit. Nell voelde zich
niet op haar gemak. Ze had geleerd
op haar hoede te zijn, als hij zoo vrien
delijk was. Zijn zoon daarentegen was
gemelijk en stil. Er scheen hem iets
geergerd te hebben, en hij gaf ternau-
I tx-oT-rinntJ antwoord op dt ppmerkin-
-en, die Nell zoo nu en dan tot hem
richtte. Het scheen, dat Claire elke
poging om ineer dan beleeld te zijn
had opgegeven; zij sprak slechts als
haar iets gevraagd werd, en zag er
uit alsof het gezelschap haar gruwe
lijk verveerde. Na het eten deelde zij
mede, dat ze vreeselijk moe was, en
hel beter vond zoo spoedig mogelijk
naar haar eigen kamer te gaan. Nell
ging met haar mee, en hielp haar bij
het uitkleeden, en toen Claire zich
eindelijk ter ruste begaf, vroeg Nell
of zij haar wat zou voorlezen.
Als je wilt, heel graag, antwoord
de Claire maar ik geloof, dat ik het
boek, waar we mee bezig waren, be
neden heb laten liggen.
- Zeg me maar waar het is, dan zal
ik het halen, zei Nell. -
Claire dacht een oogenblik na. ik
geloof dat ik het in de bibliotheek heb
laten liggen, zei Claire beslist, op de
bank, voor het raam.
Nell liep vlug de trappen af, en ont
moette niemand op haar weg. In de
halle scheen een zwak licht.
De deur van de bibliotheek stond
op een kier, maar ze was verwonderd
toen ze zag, dat er heelemaal geen
licht brandde. Niet voordat zij binnen
was, merkte zij, dat in de uitgebouwde
nis een schemerlamp brandde en het
geluid van een welbekende stem kwam
haar uit die richting tegemoet. Waar
schijnlijk was Lancaster daar, en hij
sprak tegen iemand vermoedelijk
Cyril, maar eerst kon Nell de stem
men, die zij hoorde, niet goed onder
scheiden. Zij aarzelde, niet wetend of
zij terug of verder zou gaan. Ze hield
er niets van de Lancasters te ontmoe
ten als zij alleen was. In gezelschap
van Claire kon het haar niet zooveel
schelen. Maar terwijl ze wachtte, her
kende zij de tweede stem die zij ge
hoord had; het was Hardy, de tuin
man, die sprak
Ze gaf me een shilling om hem
te posten, zei hij op ruwen toon, en
ik zou niet weten, waarom ik dat niet
zou mogen doen.
Het past je niet om brieven voor
iemand hier in huis te posten, gaf Lan
caster ten antwoord, dus raad ik je
aan het niet weer te oen, anders kan
ik je niet meer gebruiken. Is dit de
brief? Weet je zeker dat je geen an
dere meer hebt?
Nell moest zich bedwingen om het
niet uit te schreeuwen. Zij wilde roe
pen: Het is mijn brief! Geef hem mij
terug! en toch was ze bang. Na een
oogenblik van weifeling sloop zij naar
den ingang van den uitbouw, waar
voor een portiére hing, hurkte neer en
gluurde door de speet tusschen het
gordijn en het deurkozijn.
Vermoedelijk was Hardy, in ge
zelschap van Lancaster, door de gla
zen deur binnengekomen. Misschien
had deze hem op den weg of in den
tuin ontmoet. De oude man keek
stug voor zich en het viel Nell op, dat
hij, evenals vele anderen, bang scheen
voor Lancaster. Cyril stond met de
handen in zijn zakken voor een der
boekenkasten. Lancaster zat aan de
schrijftafel, met z'n rug naar den in
gang, maar Nell merkte op, dat hij
bezig was de enveloppe, die zij dien
middag aan Hardy's zorg had toever
trouwd, te onderzoeken.
Hij is goed gezegeld, verklaarde
hij met een rustig lachje. En toen,
terwijl hij zich tot Hardy wendde, zei
hij streng: Dit keer zal ik je wegens
je ongehoorzaamheid aan mijn beve
len niet ontslaan, maar het moet niet
weer gebeuren. Als ik je vanavond
niet tegengekomen was en je onder
vraagd had, dan vermoed ik dat je
dien brief zou hebben gepost?
Ik bedoelde er geen kwaad mee,
mompelde Hardy.
Dat weet ik wel, maar jij en
ik hebben verschillende meeningen
over wat goed en kwaad kan. Alles
wat je doen hebt, is me te gehoorza
men en niet domme meisjes te helpen
om aan hun liefjes te schrijven, zei
Lancaster droog. Je kunt gaan.
Hardy schuifelde zoo vlug zijn
voeten hem konden dragen, weg en
Nell zag dat hij maar al te blij was, dat
hij er zoo genadig was afgekomen. Zij
wachtte gespannen om te zien, wat
Lancaster met haar brief doen zou, en
zij was niet verwonderd, toen hij een
mes nam en de enveloppe openwipte,
op zoo'n manier, zooals Nell snel
opmerkte, dat hij deze weer kon
sluiten, als hij het noodig vond om
den brief naderhand nog te verzenden.
Precies wat ik dacht, hoorde zij
hem, met een harde klank in zijn
stem, zeggen. Ze schrijft naar Hume,
en heeft juffrouw Davenant overge
haald, den brief naar haar Zuster te
zenden, zoodat hij in Londen kan wor
den gepost. We moeten een eind aan
die dingen maken, Cyril. Bereid je er
op voor zoo spoedig mogelijk met
Claire te trouwen. We zijn niet veilig
voor ze met jou getrouwd is. Terwijl
hij sprak, keek hij naar de brieven in
zijn hand. Toen scheurde hij ze vast
besloten in tweëen! Ik zal ze ver
branden, zei hij van zijn stoel op
staand. Je kunt beter geen snippers
in de papiermand achterlaten.
Nell had nauwelijks tijd om uit
haar schuilplaats te ontsnappen toen
Lancaster de portière terzijde schoof,
en in de opening verscheen. Zij wist
zelf niet zeker, of hij haar nog gezien
had; maar als dat zoo was, maakte
hij geen opmerkingen en deed geen po
ging om haar te volgen.
Wordt vervolgd.
Waalwükscbe en Laifstraatsrke Courant,
TVoni» hnaf itjniftt