K Statenverkiezingen. OnooÊliike taanden er er itHQ VAN HET ZUIDEN TWEEDE BIAD- ECHO'S. ONS WEEKPRAATJE. EEN PRIJSRAADSEL. kW Zaterdag 20 April '35. 58e Jrg. Paschen. Goede Week moet een week zijn jjlle, ingetogen godsvrucht, van iing voor zoover mogelijk van jeldsche beslommeringen. \vas het dit jaar niet. Zij was juist het tegendeel: een week Jptitieke emotie. 380L gunnen ons afvragen of het "lijk wel past zoo'n verkiezings- juist in de Goede week zijn hoog- ijte laten krijgen. Dat is nu juist jooiets wat men een „teeken des -pleegt te noemen. Alles gist in reld, alles strijdt om den voor- botst tegen elkaar op, het eene 'jijn ondergang tegemoet door de Dst van het andere. En dat steeds wisselwerkende spel staat niet het gaat integendeel steeds maar tot er geen ophouden en geen meer mogelijk zijn. rjj worden allen door dien stroom gesleept en vinden als wij ten- jsle niet geheel verblind zijn u hier en daar een gebeurtenis, 1 jaan wij ons even vastklampen om *9*1 feens evcn te bedenken waarvoor laarom we zoo door het leven ge ien worden, een gebeurtenis is Paschen, een tenis telken jare opnieuw, of- we weten dat Paschen elk jaar jw terug keert en zal terugkee- \Ve worden gedwongen op dit van nieuw leven, van bevrijding den iuensch, te overwegen, waar- Df dat nieuwe leven ons elk jaar ft geschonken wordt, waartoe die ijding van den mensch eigenlijk we steeds weer opnieuw bevrijding uit de knellende banden kunnen ver krijgen. igenlijk moeten we dat altijd en rtdurend bedenken, maar we zijn eenmaal niet allemaal ideale chris- en. We worden voortgestuwd door leven, over wegen die door zoo tal- ze moeilijkheden zijn versperd: ut voort, altijd maar voort, want op zen weg is immers geen eindpunt bevrijding brengt. Het is te begrij- i, dat voor vele menschen in dit lisende leven de gedachte aan het ogere vervaagt. Maar juist daarom het van zoo groote beteekenis, dat op de groote dagen van het kerke- jaar weer eens tot dat hoogere ge spen worden. Zoo zal Paschen ons weer een ver erving geven, de gedachte aan de [rkelijkheid van het leven zal ons rkwikken en wij zullen weer kracht •ijgen om straks weer het leven tege- pet te gaan, maar nu krachtiger en lfbewuster, omdat we weten waar we elk punt van den moeilijken weg steun kunnen aankloppen, en waar VLAG EN VOLKSLIED, - NAAR KEUZE! ZIJN WE VAN DIET- SCHEN OF VAN DUIT- SCHEN STAM? Wij. Nederlanders, vormen tesamen toch eigenlijk een heel bijzonder volkje. Als geen ander volk misschien kleven we aan onzen geboortegrond en han gen we aan den rand van moeders pap pot, maar naar buiten „doen' we altijd, alsof we heelemaal niet bij mekaar hoo- ren en ons over elkanders verwant schap een beetje schamen. We hebben eigenlijk niet eens een vlag; geen wet of Koninklijk Besluit al thans bepaalt haar kleuren. Toen we een paar eeuwen het rood-wit en blauw hadden gevoerd, deed de Han delsblad-journalist Elout de ontdekking, dat nóg vroeger boven den Holland- schen grond en over de Hollandsche wateren het oranje-blanje-bleu had ge wapperd en dadelijk werd er een ver- eeniging gesticht om die oudere kleuren te propageeren. Met het gevolg dat we thans twee nationale vlaggen voeren; rood-wit en blauw, en oranje-blanje- bleu. Een officieel volkslied hebben we óók al niet. Tot enkele decennia terug zon gen we bij elke vaderlandsche betoo ging het ,,Wien Neerlandsch bloed". Na den oorlog zijn we bezield geraakt van de groot-Nederlandsche gedachte en is ons „Dietsch" stambewustzijn ont waakt. Daarom zingen we nu het Wil helmus bij officieele gelegenheden. Ons heugt nauwelijks nog de tijd, waarin we zongen van „Wij leven vrij, wij leven blij, op Neerland s dierb ren grond". Ook dat volkslied schijnt taboe geworden en het fiere bewustzijn van onze vrijheid hebben we blijkbaar al lang over boord gegooid en vervangen door een kruiperige serviliteit ten op zichte van het kruiperige gezag, dat ons van over de Oostgrens overstraalt. Wordt het geen tijd, dat we ons laat ste restje vrijheidszin bijeenrapen en het beetje Nederlandsche bewustzijn, waar over we nog beschikken, een woordje doen spreken, een en ander tot een laat ste wanhopig verzet tegen de opkomen de vreemde dwingelandij? Menig mensch is geneigd om middels een toegestoken vinger de heele hand te grijpen, maar de Duitscher is over t algemeen nog brutaler en hij bezigt de gelegenheid om je geheele corpus te an- nexeeren en de Duitsche Nationaal-So- cialist pakt je ziel er nog bij. Daarom: géén vinger toesteken aan den Oostbuur! Het zoude goed zijn, dat minister van Schaik dezen, onzen volkswil met na druk vernam. v- Het was tot heden ongehoord, dat een buitenlandsche regeering zich inliet met de wijze, waarop we een zoo bij uitstek interne aangelegenheid als onze verkiezingsactie, meenden te moeten voeren. En het is onduldbaar, dat onze regeering, althans onze minister van justitie toegaf aan zulke thans toegepas te vreemde inmenging, welke op geen enkelen reëelen grond steunde. Het gaat hier om het verbod van een verkiezingsplaat van den Vrijheids bond, welke een concentratiekamp in beeld bracht, bewaakt door mannen in uniform. En waarbij tot uitdrukking was gebracht, dat zulk perspectief ons volk niet aanlokt. De bewakers, zoo liet de Duitsche regeering aanvoeren, geleken voor wat hun uniform betreft, op S.A.- en S.S.- mannen. Wat zou dat tenslotte? In wer kelijkheid droegen de afgebeelde man nen der concentratiekampen-orde een volstrekt neutraal, gefingeerd ambts- costuum. Maar zelfs al zouden ze op S. A.-mannen hebben geleken, zou de uitbeelding dan beleedigend zijn ge weest? Indien het opsluiten om een afwijken de innerlijke overtuiging van burgers, politici en predikanten achter prikkel draad en bewaakt door de satellieten van toevallige machthebbers, iets on eervols of schandelijks is, dan moeten die machthebbers terugtreden op de dwalingen huns weegs, maar zich niet beklagen tegenover de regeerders van een onafhankelijk volk, dat met het af beelden van zulke realiteiten tot uit drukking wil brengen, dat de perspec tieven haar niet lokken, tot welke de staatkundige leerstellingen uit een na burig rijk noodwendig schijnen te moe ten voeren. Het resultaat van 10 provin cies: 39 zetels voor de N.S.B.; 10 winstzetels voor de Chr. Dem. Unie; 21 verlieszetels voor de liberalen; verliezen van R.K., A.-R., Chr.-Hist. en Yrijz.-Dem. Woensdag is in acht provincies de verkiezingsstrijd beëindigd en daar mede zijn van 10 provincies de poli tieke verhoudingen bekend geworden. Voegen we de uitslagen dezer 10 pro vincies samen, dan krijgen we den vol genden eind-uitslag, die een goed beeld geeft van de verhoudingen in ons land: Aantal zetels 1931 R.K. Staatspartij160 Anti Rev. Partij74 Christ. Hist. Unie60 Staatk. Geref. Partij 11 Christ. Dem. Unie0 Herv. Geref. Staatspartij 1 Kath. Dem. Partij2 S. D. A. !16 Vrijheidsbond Vrijz. Dem. Bond33 N. S. B Comm. Partij Holland 9 Rev. Soc. Arb.-Partij 2 In deze cijfers is het verschijnen ot verdwijnen van enkele een-mans-pai - tijtjes niet medegerekend. Onmiddellijk valt dus op het zeer groote aantal zetels dat de Nat.-So'. Beweging wist te behalen. Een aantal stemmen van 264.180 of een totaal aan tal zetels van 39, dat- had waarschijn lijk zelfs de meest optimistische Mus- sertist niet kunnen dtroomen. Reeds bijna 8% van de Nederlandsche kie zers heeft zich achter Hitler's Neder landsche agent geplaatst. De groei van het Nat.-Soc. in ons land begint on rustwekkend te worden. In één opzicht kan deze overwinning; der N.S.B. haar goede gevolgen hebben: de oogen van hen, die het wel meenen met onze Ne derlandsche volkstradities zullen open gaan, en niet langer zullen zij de da- verende woorden der -N.S.B. met een schouderophalen aanhooren! Het aantal ontevreden, mokkende Nederlanders moet wel groot zijn, want behalve hen, die hun heil zoc ten bij de N.S.B. bleven er nog velen over, die overliepen naar de andere revolutionnaire partijen: de commu nisten wonnen 3 zetels, de rev -soc. 2 zetels. Uit de groote Christelijke pai- tijen liepen velen over naar ^ssidente democratische groepen. De Chr. .Dem. Unie bracht het zelts tot 10 zetels, de Kath. Dem. stegen met 3 tot o De verliezen gingen, het is in dezen Aantal Aantal zetels stemmen IJerc- 1935. 1935. !54 911024 2?-3 6« 380810 H.4 r)2 288626 6-6 11 81840 24 10 62073 1 8 5 53064 15 114 712481 2L3 29 202060 6 26 142106 4.2 39 264180 7.9 12 122466 3.6 4 49480 1-4 tijd begrijpelijk, ten koste van de rc- geeringspartijen. Vooral Vrijz.-Dem. kregen een geduchte klap. De Vrijheidsbond moest liefst 21 ze tels afstaan en zag zijn steramental bij na gehalveerd. De partij van Marchant verspeelde 7 zetels. De R.K. Staatspartij moest weliswaar een verlies lijden, doch in verhouding tot het zeteltal was het verlies slechts gering, het bedroeg n.l. 6 zetels op een totaal van 160. Verhoudingsgewijs was het verlies der Chr.-Hist. en der A.-R. veel grooter, zij verloren resp 8 en zetels op totalen van 60 en 74. De groep van Houten heeft hen blijkbaar wel erg lastig gezeten. Opmerkelijk is het geringe verlies der S.D.A.P., een partij, waarvan alge- Bij schoonmaak worden Uw handen vaak ruw rood en onooglijk. Om ze weer snel zacht, blank en mooi te krijgen is Purol het eenige goede middel daarvoor. meen verwacht werd, dat zij haar halt - slachtigheid der laatste jaren met vele afvallers zou moeten bekoopen. Met 'n verlies van 2 zetels op 116 heeft de so ciaal-democratie zich zeer goed ge houden. Wij laten hieronder volgen de zetel- verdeeling in de verschillende provin cies: Noord-Brabant. Bij de thans gehouden stemming zijn gekozen: 2 anti-rev.; 2 christ.-hist.; 51 r.k.; 2 kath. dem.; 5 soc. dem.; 2 N.S.B. De liberalen verliezen een, de R.K. 2 zetels. De zetel van den Onaf. Katho liek Donders gaat over op de Kath. de mocraten. De S.D.A.P. w*int 1 zetel, de N.S.B. 2 zetels. Limburg. Bij de thans gehouden verkiezing is de samenstelling geworden: 37 R.K., 5 N.S.B. en 3 S.D.A.P. De R.K. winnen 1 zetel, de N.S.B. 5 zetels. De S.D.A.P. verliest 1 zetel, de C.-H.A.-R. en de liberalen eveneens hun eenigen zetel, terwijl ook de drie dissidente R.K. uit de Staten verdwij nen. Zeeland. Bij de thans gehouden verkiezing is de samenstelling geworden: 5 Liberalen, 7 A.-R., 8 Chr.-Hist., 7 R.K., 1 Onaf. R.K., 4 Staatk. Geref., 6 Soc. Dem., 2 Vrijz. Dem., 2 N.S.B. De liberalen, de roomsch-katholieken en de anti-rev. verliezen elk een zetel; de laatsten, omdat zij niet alle lijsten met elkaar verbonden hadden. De Chr.-Hist. winnen een zetel en de N.S.B. twee. Groningen. Bij de thans gehouden verkiezing is de samenstelling van de Staten ge worden: 2 Liberalen, 10 A.-R., 4 Chr.-Hist., 2 R.K., 13 S.D.A.P., 4 Vrijz.-Dem., 2 com munisten, 1 Recht en Vrijheid, 3 Chr. Dem., 4 N.S.B. De Staten van Groningen, wier zit tingsperiode dezen zomer eindigt, zijn als volgt samengesteld: 5 Liberalen, 10 A.-R., 5 Chr.-Hist., 3 R.K., 14 Soc. Dem., 5 Vrijz. Dem., 1 plattel., 2 communisten. Friesland. Gekozen zijn: 6 Vrijz.-Dem,. 13 S.D.A.P., 2 Liberalen, 1 N.S.B., 1 Com munist, 3 R.K. Staatspartij, 12 Anti- Rev., 9 Christ. Hist., 3 Chr.-Dem. De Vrijheidsbond verliest 2 zetels, de Christ. Hist. Unie 1, de Plattelanders- bond 1. De Christ. Dem. Unie wint 3 zetels, de N.S.B. 1. Noord-Holland. Gekozen zijn: 6 A.-R., 2 Rev.-Soc., 16 R.K. Staatspartij; 1 Kath. Dem.; 22 S.D.A.P.; 7 N.S.B., 5 Chr.-Hist.; 5 Vrijz.- Dem.; 1 Chr.-Dem.; 6 Communisten, 6 liberalen. De R.K. Staatspartij verliest 1 zetel, VOGELBUIT. (Naar Grimm). Door Jan de Jonge. Een boswachter ging eens op de .jacht. Toen hij in het bos kwam, hoor de hij schreeuwen. Het leek wel, of he een kind was, dat schreide. Hij ging op het geluid af en kwam eindelijk bij •een hoge boom. Daar zat een kind x>- ,venin. Wat was er gebeurd? Onder de boom was de moeder ingeslapen, met haar kind op schoot. Een roofvogel had dat gezien. Hij vloog er heen, nam het kind in de bek, en zette het boven in de boom. De boswachter klom naar boven cn haalde het kind naar beneden. Hij dacht: „Weet je wat, ik neem 't kind mee naar huis; daar kan het arme kind met mijn Leent je samen op groeien". Zo bracht hij het thuis en de twee kinderen groeiden met elkaar op. He kind, dat de boswachter uit de boom had gehaald, waarheen het een vogel had gebracht, noemde hij Vogelbuit. Vogelbuit en Leentje hielden veel van elkaar, zooveel dat ze altijd bij el kaar wilden zijn. Wanneer ze eens niet samen waren, waren ze erg verdrietig. De boswachter had echter ook een oude keukenmeid. Die ging op zekeren avond naar de put, met in elke hand een emmer, om water te halen. Toen ze de emmers vol geput had, bracht ze die naar huis. Daarna ging ze weer naar de put. Zo deed ze vele malen. Dit zag Leentje en ze vroeg: „Zeg, Suze, hoor eens. Waarom haal je toch zoveel water?" „As je me belooft, dat je t aan geen mens vertelt, zal ik het je zeggen Dat wilde Leentje wel beloven. „Morgen vroeg", sprak de keuken meid, „als de boswachter op de jacht is, dan ga ik het water koken en als de ketel dan vol kokend water is, gooi ik er Vogelbuit in. Dien wil ik koken Met grote, verschrikte ogen luisterde Leentje. De andere morgen, héél vroeg, stond de boswachter op en ging op jacht. De beide kinderen waren nog in bed. Toen ze hem weg hoorden gaan, zei Leentje tot Vogelbuit: „Verlaat jij mij niet, dan verlaat ik jou ook niet Vogelbuit zei daarop: „Nu niet en nooit niet". Nu zei Leentje: Ik zal het je nou maar vertellen. Gisteren heeft Suze een heeleboel em mers water geput. Toen ik haar vroeg, waarom ze dat deed, zei ze, dat ze het mij wel wou vertellen, als ik 't aan nie mand verder vertelde. Ze zei: morgen I vroeg, als je vader op de jacht is, zou ze de ketel vol water koken en jou er ingooien enkoken. Ja, dat heeft ze gezegd. Maar, weet je wat we nu doen? We staan vlug op, kle den ons aan en gaan samen weg". Zo stonden de beide kinderen vlug op. kleedden zich aan en gingen weg. Nadat de keukenmeid het water in de ketel aan het koken had gebracht, ging ze naar de slaapkamer. Ze wilde Vogelbuit halen, om hem erin te gooien. Maartoen ze bij de bedjes kwam, waren beide kinderen weg. O, wat schrok de oude Suze! Ze werd vreeselijk bang en zei bij zichzelf: „Wat moet ik nou zeggen, als de boswachter thuiskomt en ziet, dat de kinderen weg zijn? Ik zal er maar gauw naar gaan zoeken, dat we ze weer terug krijgen". Drie knechten werden er nu door de keukenmeid op uitgezonden. Die moes ten net zo lang lopen, tot ze de kinde ren gevonden hadden. Deze zaten voor de ingang van een groot bos. Daar za gen ze in de verte de drie knechten aan komen lopen. Leentje zei tot Vo gelbuit: „Verlaat jij mij niet, dan ver laat ik jou ook niet". Vogelbuit zei daarop: „Nu niet en nooit niet". Toen zei Leentje: „Toe, word jij een rozestruik en ik een roosje daaraan Daar kwamen de drie knechten bij het bos. Ze zagen niets als een roze struik en daar boven aan een roosje. De kinderen waren nergens. De knechten zeiden: „Hier is mets te vinden". Ze gingen weer naar huis en zeiden tegen de keukenmeid, dat ze niets hadden gezien dan alleen een ro zestruik en daar boven aan een roosje. Daarop begon de oude keukenmeid te razen en te schelden: „Wat zijn jullie toch voor onnozele halzen. Je had dat rozestruikje mid dendoor moeten snijden en het roosje moeten plukken en mee naar huis ne men. Vooruit, ga er vlug weer heen en doe het!" Zo moesten ze voor de tweede maal op weg, om te zoeken. Maar de kinderen zagen hen in de verte aankomen. Leentje zei: „Vogel- buit, verlaat jij mij niet, dan verlaat ik jou ook niet". Vogelbuit zei daarop: „Nu met en nooit niet". Toen zei Leentje: „Toe, wordt jij een kerk en ik een kroon daarin". Daar kwamen de drie knechten aan. Ze zagen niets dan een kerk en een kroon daarin. Ze zeiden tegen elkaar: „Wat zullen we hier nog langer doen? Kom, laten we maar weer naar huis gaan' Toen ze thuis kwamen, vroeg de keukenmeid, of ze niets hadden gevon den. Ze zeiden van neen! Ze hadden niets anders gevonden, dan een kerk met een kroon daarin. „Wat zijn jullie voor dwazen schold de keukenmeid, „waarom heb ben jullie de kerk niet afgebroken en de kroon mee naar huis genomen? Nu besloot de oude keukenmeid zelt er op uit te gaan. Met z'n vieren trok ken ze er nu op uit, om de kinderen te zoeken. De kinderen zagen de drie knechten in de verte aankomen. Achter hen aan strompelde de keukenmeid. Leentje zei: „Vogelbuit, verlaat jij mij niet, dan verlaat ik jou ook niet Vogelbuit zei daarop: „Nu niet en nooit niet". Toen zei Leentje: „Toe, word jij een vijver en ik de eend, die erin zwemt Daar kwam de keukenmeid aan. Ze zag de vijver, bukte zich en wilde hem leegdrinken. Maar de eend kwam vlug aanzwemmen, pakte met haar snavel de haren van de keukenmeid vast en trok haar het water in. Daar moest de boze oude vrouw verdrinken. De kinderen gingen samen naar huis en waren van die tijd af blij en ge lukkig. SOLDAATJE SPELEN. Rom bom bom, rom bom bom, Hoor, klein Keesje slaat de trom. Rom bom bom, rom bom bom, Lustig slaat hij op zijn trom. Tètteretet, Tètteretet, Karei blaast op zijn trompet. Tètteretet, Tètteretet, O, wat hebben wij een pret. Twee soldaatjes Jan en Koos Tripp'len keurig in de maat. Klip-klap klepperen hun klompjes Over de keien van de straat. Vrolijk zingen ze een liedje Van 't soldatenleven, fijn. „Jongens, klinkt de stem van Karei, Halt, hier moeten wij toch zijn!". Daar ziet moeder door 't venster Het soldatentroepje staan, Klop, klop, klop, tegen de ruiten, Is dat spel nu haast gedaan Langzaam gaat de troep naar binnen, Ze zijn 't spelen lang niet moe. Morgen komt er weer een dagje, Dus nu maar naar bedje toe. Paasfeest EEN DRIETAL MOOIE LEESBOEKEN. De oplossingen, waarop «Prijsraadsel» moet geschreven zijn, uiterlijk Donderdag 25 April in de bus van ons bureau. Eerste woord: 1. Zwemvogel 2. Aangewezen persoon 3. Welke 4. Bekende voetbalclub 5. Zucht 6. Muzieknoot 7. Aanbevelingsbrief 8. Eerst 9. Ontkenning 10. Zelve 11. Wintervoertuig 12. Dierenvoet 13. En verder 14. Thans 15. Leelijke eigenschap 16. Verdriet 17. Nuttig dier 18. Getal Tweede woord: Is lastig. 1. Getal. 2. Boom. 3. Gevangenis. 4. Kip. 5. Beest. 6. Niet weinig. 7. Leelijk dier. 8. Vrucht. 9. Lichaamsdeel. 10. Geen tweemaal. 11. Stap. 12. Groot water. 13. Groente. 14. Boom. 15. Aangewezen plaats. 16. Iedereen. 17. Vischtuig. 18. De eindletters van het eerste woord vormen de beginletters van het twede woord, zodat de hokjes van boven naar beneden gelezen, de eigenlijke betekenis van (het geheel) of van (de zin) voimt. PIETJE KONINGS, Rechtvaart 29, Kaatsheuvel.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 5