Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
7t™
L«
i
PRUIMTABAM.
FCU1L' ETON
HET HUIS IN DE STILTE
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
TEN BELANGRIJK CONGRES.
Steun voor't Reclasseeringsiwerk!
Ilet nieuwe
pakje
DOOR,
STEBÖS
Dit blad verschijnt
\V OENSDAG en ZATERDAG
Rrieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
>nJ Suco ie zenden aan den Uitgever
abonnementsprijs per 3 maanden 1. o-
n. nost door 't geheele rijk 1.40.
can-
m ing
van
ang-
reau
e.k.,
in
gere
i een
i /en
gel.
uerd
'aals
rkie.
den
ind-
oor
1935
:md,
Franco p. post door 't geheele
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 38.
Telegr.-adresECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Hel Maandag in Den Haag ge
houden Industrialisatie Congresheelt
weliswaar weinig nieuws ter tatel
gebracht, al werden de regeering
enkele goede practische wenken
geneven, maar desondanks moeten
wede beteekenis van een dergelijke
ietooging niet onderschatten. Hier
varen achthonderd vooraanstaande
fabrikanten, arbeiders, middenstan
ders en hoeren bijeen, om aan de
regeering duidelijk te maken, dat zij
het met hel beleid der langzame
aanpassing lang niet eens waren.
Het Congres was een roep tot de
regeering om te trachten wat meei
positief werk te doen, om aan in
dustrie en handel nieuwe levens
sappen te geven en zoodoende het
economisch leven weer wat op te
fleuren, in plaats van het ten doode
toe te laten uitzieken.
De roep was trouwens ook voor
het Congres in katholieke kringen
meermalen geuit. Pater Hendnkus
heeft het te Helmond misschien wel
op de duidelijkste manier gezegd
»We zitten straks met een gaven
gulden en zooveel honderdduizend
lompige zigeuners!»
Alleen is het jammer dat het
Congres, hoe eensgezind het ook was
over de noodzakelijkheid van prac
tische daden van werkverruiming,
niet even eensgezind gemandesteei <1
heeft in de keuze der middelen om
dat doel ook te bereiken.
eau
PER PAK
oor-
EEN BEETJE PRESTO,
DOET EEN GROTE WAS
De gave gulden heelt het op het
Congres weer moeten kennen, tiet
was het prae-advies van den Tilburg-
schen hoogleeraar Kaag, kampioen
voor de devaluatie, dat zijn stempel
op het geheele Congres drukte, om
dat er tegen zijn indrukwekkend
betoog geen tegenwicht gesteld was
Wij willen ons geenszins uitlaten
over 't groote probleem devaluatie
of aanpassing, waarover de hooge
oomes in den lande het maar steeds
oneens blijven. Maar wel moeten wij
prof. Kaag toegeven dat we de haide
aanpassing aan den lijve gaan voelen,
vooral ten plattelande waar we al
zooveel hebben moeten missen
waarmede we als 't ware vergroeid
waren.
In weinige jaren tijd trouwens zijn
de meeningen wel voor een gi°°
deel naar de zienswijze van prol.
Kaag overgeslagen thans werd de
hoogleeraar ten congresse met ap
plans ontvangen, iets wat hem
hij erkende dat zelf - voor vijf
jaren niet zou zijn overkomen. Ook
op dit stuk kan het Congres ons
daarom veel leeren.
Minister Steenberghe vroeg aan
het Congres vooral practische maat-
regelen op te sommen, waardoor op
korten termiin het bedrijfsleven kon
worden gestimuleerd. Er zijn dan
ook enkele direct uitvoerbare v erken
genoemd. Het instituut der Industrie-
bank, met daaraan verbonden eco-
nomischtechnologisch bureau, is
weer eens op den voorgrond gescho
ven, en er is op gewezen dat dit
instituut in Limburg nu reeds goede
resultaten heeft weten te bereiken.
De regeering moge het denkbeeld
njg eens duchtig overwegen. it
men een behoorlijk geordend be
drijfsleven scheppen dan lijkt ons
daarvoor een dergelijke instelling
van het grootste nut.
Maar meer dan aan »piaclische
wenken» heeft de regeering mis
schien aan het feit, dat zij uit dit
Congres kan constateeren dat ons
volk meer en meer gaat vragen naar
jositieve maatregelen, waardoor ons
Dedrijfsleven uit den put gehaald
wordt, waardoor ons leger werk-
oozen weer in het economisch
productie proces wordt ingeschakeld.
Ook dit zal zeker met gruote offers
oepaard gaan, maar het volk zal die
gaarne brengen als er weer perspec
tief in het economisch leven gaat
komen, als men zijn offer niet moet
brengen in de overweging: »Nudit,
morgen dat, wat zal er straks nog
overschieten?»
De Congres—voorzitter Mr. van
Heil en burg Hubar heeft het in een
van zijn slotconclusies aldus gezegd
»Er moet een geest van gezond
optimisme, van durf, geestkracht en
Godsvertrouwen over ons volk
vaardig worden. Deze geest zal ons
volk bereid moeten maken tot hel
brengen van groote offers in het
algemeen belang. Het bewustzijn,
dat wij, ondernemers en arbeiders,
boeren en middenstanders, schouder
aan schouder den strijd om het
bestaan met elkander en voor elkaar
wenschen te voeren, zal ons sterk
doen staan in onzen onverzettelijken
wil om de noodlottige greep, waarin
wij gevangen zitten, te verbreken en
om de lijn van onze welvaart, die
nu nog steeds dieper naar beneden
buigt, te dwingen van richting te
veranderen.»
Gezonde levenskracht is er inder
daad nog in ons volk. Thans nog.
Het is daarom nu tijd van handelen.
Bij de behandeling van het «Bezui
nigingsplan» zal vermoedelijk in de
Kamers wel eens ronduit gezegd
wor-len waar het op staat. Als het
daarbij werkelijk tot een «debat in
grooten stijl» komt, dan kan er een
belangrijke politieke noot gekraakt
worden I
md,
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
Een beroep op ons volk.
In een persconferentie, belegd
door de met de uitvoering van den
Beclasseeringsdag belaste commissie,
was het vooral een uiteenzetting van
pater Patricius van het IVK. Con
sultatiebureau te Helmond en be
stuurslid van de Vereeuiging van
Beclasseeringsinstellingen, die aller
aandacht had.
Pater Patricius zeideo.m. dat men
een goed begrip dient te hebben van
de sfeer, waarin de misdaad wordt
geboren. De maatschappij zeide
Bij is voor een goed deel oorzaak
dat de criminaliteit toeneemt. In
Helmond zijn van de 6200 arbeids
krachten ongeveer 3500 reeds drie
tot vier jaar werkloos en de invloed
daarvan is op deze meo*chen ui'eist
demornliseerend. De steun, die zij
genieten, is alleen voldoende om hen
in het leven te houden van ontspan
riing is geen sprake. Dat velen van
hen tot oneerlijkheid zijn vervallen
zoovel en zilten invoorarrest.dat
men in Helmond nie! weet wat men
beginnen moei kon pater Patri
cius zich besl indenken, want het
is uiterst moeilijk om in dergelijke
omstandigheden staande te blijven.
De sociaal—economische verhoudin
gen zijn van dien aard, dat velen
op den weg der misdaad gedreven
worden. Daarbij komt dat de gevan
genis niet verbetert, maar verbittert.
Ook de opvoeding speed wat het
vraagstuk der criminaliteit betielt,
een groote rol.
Maar in ieder menscb, die gevallen
is, schuilt nog iets goeds en het is
de plicht der maatschappij, hem de
helpende hand toe te steken. Noor
dit werk is de nationale Beclassee
ringsdag in het leven geroepen i]
vie.den hierin naast een barmhai tig-
heidsgevoel, dat voor zichzelf spreekt
e n sociaal motief, wijl de aandacht
van het publiek op de reclasseei mg
wordt gevestigd tenslotte een soli-
is onbetwistbaar de beste.
Nadruk verboden.
Ik hoop dat we niet in dergelijke
uitersten behoeven te vervallen, gaf
Geoffrey te kennen. Heb je gezien waar
de boot lag?
Ja, juist onder de doorvaart, waar
over de weg naar de voordeur gaat.
We gingen zoo ver we konden om het
huis heen. Toen liet hij mij den ommuur
den tuin zijn. Het zou een mooie tuin
zijn, als hij goed onderhouden werd. Ik
liep er rond. en ontdekte natuurlijk heel
toevallig het deurtje in den muur. Ik
wilde zien wat er achter was en ik pro
beerde de deur te openen. Hij maakte
bezwaren, zei, dat de sleutel er niet
was, en dat hij hem eerst zoeken moest.
Tenslotte werd ik prikkelbaar en ver
klaarde naar huis te zullen gaan, als hij
hem niet haalde. Dat kon hij niet heb
ben, hij ging weg en kwam een paar
minuten later met den sleutel terug.
Voor wij den tuin verlieten hing hij hem
op zijn oude plaats aan de plank in het
schuurtje, waarvan ik hem, toen hij zich
even omdraaide, weghaalde en in mijn
tasch stak.
En verder, Phillida?
Neem jij nu die sleutel mee en
maak er zoo spoedig mogelijk een af
druk van, dan zal ik een briefje schrij
ven en hem naar Cyril Lancaster terug
sturen. Ik zal hem wel wat wijs maken.
HOOFDSTUK XXVIII.
VRIENDEN EN VIJANDEN.
Phillida's bezoek had Nell volko
men verrast. Zij had haar niet ver
wacht, maar zij was er zeker van dat
;:ij meer reden had om te komen dan
zoo op het eerste gezicht leek. Phil
lida's geheele belangstelling scheen
uit te gaan naar Cyril, het was alsof
zij gekomen was om met hem te pra
ten.
Nell voelde zich buitengewoon een
zaam, nu Claire zoo zwak bleef Ze
vroeg zich steeds meer af wat er toch
met haar aan de hand zou zijn. Zij
had gemerkt dat haar toestand ver
ergerde wanneer Lancaster haar van
het medicijn had gegeven. Nell zag
uit naar een gelegenheid om er eens
iets van over te schenken in een
fleschje, zoodat zij het te gelegener
tijd aan een onderzoek kon laten on
derwerpen.
Zij vond den geheelen toestand
vreemd; nooit werd er een dokter ge
haald, terwijl Claire met den dag
zwakker werd. Toch had het weinig
zin er over te piekeren..
Dien avond dineerde zij alleen. Lan
caster en zijn zoon waren uit en zij
was aan haar lot overgelaten. Toen
zij, voor zij naar boven ging, door de
hall liep, merkte zij dat juffrouw
Plow den en Jacob geheimzinnig
stonden te fluisteren. Terwijl zij langs
liep hielden beiden plotseling hun
mond; zij hervatten hun gesprek, toen
zij de trap opliep. Eenmaal keek ze
achterom, ze zag dat ze haar vanuit
de flauw verlichte hall nakeken, en
verbeeldde zich een soort schrik op
hun gezichten te ontdekken. Wat kon
er zijn? vroeg zij zich af: Want Lan
caster was niet thuis, en Claire's toe
stand was dezelfde als den dag tevo-
Maar zij schrok toen zij hoven kwam
en Claire's kamer leeg vond. Zij gm0
„aar de deur van de zitkamer m de
hoop haar daar te zien, maar ook deze
Wai öaire, waar ben je? riep Nell en
toen rende ze met een gezicht waaruit
plotseling alle kleur was weggetrok
ken. naar beneden.
Juffrouw PlowdenJuf trouw
Valery is niet in haar kamer! Wat is
er gebeurd? Waar is ze naar toe.
Maakt u zich niet ongerust, jut-
frouw. antwoordde de huishoudster.
Ze is enkel maar naar een andere ka
mer overgebracht.
Waar hebt u haar dan gelaten.
En waarom vertelde u mij dat niet
eerder? vroeg Nell verder. U hebt me
vreeselijk doen schrikken. In welke
kamer is ze?
Vanavond mag u haar niet meei
lastig vallen, zei juffrouw Plowden op
ongewoon vriendelijken toon. Ze is
erg moe. Meneer Lancaster vond dal
die kamers te soml>er% waren en hij gat
order om een paar andere voor haar
in gereedheid te brengen. Er is heele-
mnal geen reden tot ongerustheid,
want zij is goed verzorgd
Maar waar is zij? wilde Nell we
ten, terwijl zij de vrouw scherp aan
keek.
In haar nieuwe kamer jut-rouw.
En dat is alles wat u vanavond behoed
te weten, gaf zij vinnig ten antwoord.
Lieve deugd het moet u toch onver
schillig zijn, welke kamers ze heeft.
Ik ben toch niet van plan u vanavond
bij haar te laten.
-Ik wil haar niet lastig vallen,
drong Nell aan, maar u kunt me toch
wel vertellen welke kamers voor haar
uitgezocht zijn.
Niet op deze verdieping, gat de
huishoudster kortaf ten antwoord. En
ik ben niet van plan u meer te vertel
len. Anders zoudt u het haar toch
maar lastig maken. Ik weet meer van
u juffrouw Davenant, dan u wel
denkt. Ik weet dat u soms midden in
den nacht naar binnen sluipt om te
zien hoe het met de juffrouw gaat. Ik
vindt dat u haar meer kwaad dan goed
doet.
Als u mij wilt vertellen, waar zij
is, beloof ik u vanavond niet naar
binnen te gaan, hield Nell vol.
Ik doe het niet, nu weet u het,
verklaarde de huishoudster kwaad.
Ik houd mij aan de order van mijn
heer Lancaster.
Nell keerde zich ontstemd om en
liep de trap op naar haar eigen ka
mer, wel wetend dat het onbegonnen
werk was tegen juffrouw Plowden's
gezag te strijden. Maar ze was uiterst
bezorgd en vroeg zich voortdurend af
of zij op haar eigen houtje geen onder
zoek zou instellen waar Claire heen
was gebracht.
Ze vond het op z'n minst genomen
vreemd, dat Claire uit de kamers die
speciaal voor haar ingericht waren,
was weggehaald. Bovendien was zij
op een geheimzinnige manier overge
bracht.
Den volgenden morgen, toen jut-
frouw Plowden haar zelf het ontbijt
bracht, begon Nell opnieuw haar te
ondervragen.
Als u een beetje meer geduld
had, antwoordde deze, zou het voor
iedereen veel beter zijn. Men zou wer
kelijk denken dat u zich verbeeldt dat
wij kwaad in den zin hebben. Dat js
niet zoo, dus u hoeft zich geen zorgen
te maken.
Nell keek haar opmerkzaam aan.
Meent u wat u daar zegt
Waarom niet? vroeg de huis
houdster, met een blik op Nells b ee-
ke wangen. U schijnt te denken, bitste
7ii dat wij haar vermoord of wegge
voerd hebben of zooiels. Dan ben, u
absoluut abuis. Ze ligt m bed, in een
kamer niet ver van de uwe, en ze mag
niet lastig gevallen worden, oordat
meneer Lancaster thuis komt. Ik zorg
goed genoeg voor haar en hoogstwaar
schijnlijk zal meneer een verpleegster
voor haar meebrengen. Nu weet u hoe
de zaken staan.
Nell zweeg. Als juffrouw P^wden
waarheid sprak, hoefde zij zich stellig
niet zoo ongerust te maken Zi] keek
de oude vrouw een oogenbhk ondei-
zoekend aan.
U houdt me toch niet voor den
mal, juffrouw Plowden? U weet, dat
ik heel veel van Claire houd en wan
neer ik bij haar wil zijn, is het enkel
omdat ik haar graag zelf wil verple
gen en haar gelukkig maken.
Ik weet dat u dol op haar bent
antwoordde de huishoudster heesch,
en ik zou niet graag willen dat het ar
me kind leed berokkend werd, zoo
waar als ik hier sta. Maar zij maakt
•het goed op bet oogenblik.
HOOFDSTUK XXIX.
IN AFWACHTING.
Nell vond het vreemd dat Lancaster
niet thuis was, nu Claire zoo ziek was.
Na verloop van tijd ontdekte zij, waar
Claire's kamers ongeveer gelegen
moesten zijn. Moat House had een
langwerpigen vorm, behalve aan den
eenen kant, waar een kleine vleugel
was bijgebouwd, die aan de binnen
zijde grensde aan de binnenplaats, die
gelegen was aan de eenige zijde van
het huis, waar geen water langs liep.
i hel
ente
is 12
zal
l der
nge
arde
vino
ende
laalwiibscbe en Laiiptraatsche Cooranti
3fd-
ver-
den
ente
SLECHTS
PER Vz ONS
-.V.
32.
T*pn