Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ;bekï r, BLACK-BOy lï EERSTE BLAD, DE HUIDIGE BETEEKENIS mDEN VOLKENBOND. FEUILLETON, HET HUIS IN DE STILTE DUITSCHE GODSLASTERINGEN. i0,u DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. wascumaounes r PRUIMTABAK ZATERDAG 25 MEI 1935 sen dj er«* 1 Advertentiën moeten Woenst I v.;;^n>f Hoe mnrfjpns om uiterlii Dit blad verschijnt s na: WOENSDAG en ZATERDAG m ter^ Hrieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. 1 iranco te zenden aan den Uitgever. abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. 1 Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. sn di De vorige week hebben we „Vol tij ktikenbondsdag" gevierd en te dier gele genheid ons verdiept in de vredesge- 10 Ichte, welke grondslag van elke vol- 1 nietswnorganisatie behoort te zijn. We ordthebben ons inzake de gebleken onvol- irschtkomenheid van het Geneefsche insti- veabrtuut, getroost met de overweging, dat men alle begin moeilijk is en dat het niet te geen verwachten zal zijn, een wereld, welke 2hter van haar ontstaan af belangengeschil- gepla en door strijd trachtte te beslechten. ien i plots met uitsluitend ideëele gedachten :ier te kunnen bezielen, jn vr Telkens op 18 Mei herhalen we onze en de geloofsbelijdenis in den Volkenbond d op van jaar tot jaar hardnekkiger en met Fgesn meer nadruk, naarmatede feiten ons vertrouwen aantasten en ons ge- inte^loof doen wankelen. i tijd Het is mooi en goed om eiken keer sand opnieuw op den 18en Mei van ons ge- welke loof in de Volkenbondsgedachte te ge- e had tuigen, maar het is ook verstandig en vorei redelijk om na dien datum eens serieus na te gaan, hoe de werkelijkheid zich echli verhoudt tot hetgeen we hopen en ver- de or, langen, opdat we tenslotte niet door de dus: hardheid en wreedheid van de reahtei- aanaten worden verrast. En dan moeten we tot de erkenning komen, dat het volkerenidealisme voor den vrede zich meer en meer beperkt tot daar, waar het eigenbelang aan vangt. Juist alsvroeger, toen er nog geen Volkenbond was. Het practisch verloop der internatio nale geschillen van de laatste jaren is meestal geweest, dat als de Volken bond zich met de beslechting der con flicten inliet de staat die in het onge lijk werd gesteld, eenvoudig het lid maatschap opzegde en den eigen ge- weldszin doordreef. De Volkenbond, zooals hij bestaat/is soms een gevaarlijk vredesinstituut. De voortdurende bespreking van de on derlinge internationale verhoudingen en de beraadslagingen over de mogelijkhe den van onderlinge overeenkomsten, welke de vredesbescherming van be paalde staten of groepen van staten be oogen, al de conferenties met zulken inslag leiden er juist toe, dat bestaande belangen-tegenstellingen door de uit- stippeling en uitmeting er van, zich ver scherpen. Mussolini heeft eens terecht op dat gevaar van de vele internationale con ferenties met nadruk gewezen. Het heeft Duitschland trouwens uit den Volkenbond gedreven. in 5J an 5. an 6. en dioscc poli Daar de Ver. Staten zich afzijdig bleven houden van den Volkenbond, Japan, de machthebber van Azië, deze organisatie verliet. Australië zelfstandi ge beteekenis mist en Afrika Euro- peesch koloniaal gebied is, heeft de Volkenbond tenslotte in hoofdzaak slechts Europeesche waarde. En daai de ex-geallieerden uit den wereldoor log domineerende factoren in de Ge neefsche organisatie zijn en Duitsch land zich aan het milieu onttrok, heeft het er bovendien veel van, dat de Vol kenbond practisch een instituut is en voorloopig nog blijven zal, om de na- oorlogsche machtsverhoudingen te be veiligen. We zeggen niet, dat uit de Volken bondsorganisatie in een verre toekomst misschien niet iets voor den algemee- nen wereldvrede te construeeren zal zijn, maar het zoude van politieke blind heid getuigen in het huidige instituut iets anders te zien dan een machtsmid del van een groep groote Europeesche mogendheden: de kleine staten, welke in Genève vertegenwoordigd zijn, vor men de onschuldige franje. De kleine staten kunnen slechts op het behoud van hun rol gesteld blijven in de hoop, dat ze nog eens geroepen zullen wor den een meer actief aandeel te nemen in het werk van den Bond, als die zich onder drang van de volkerenmassa s tot een waarlijk wereld-vredesinstituut zal hebben ontwikkeld. Hoe weinig de Volkenbond zich thans nog in dien zin laat kennen, zien we aan de houding van Italië, een der steunpilaren, waarop het Volkenbonds statuut rust, tegenover Abessinië. Of schoon Abessinië óók lid is van den Bond en zich keer op keer bereid ver klaarde om bestaande grensgeschillen aan Volkenbondsarbitrage of welke andere soort arbitrage ook te onder werpen, wijst Italië elke toegestoken vredeshand van het Abessinische kei zerrijk botweg af. Italië zoekt den oor log met Abessinië, opzettelijk en wel overwogen, het bereidt den oorlog openlijk voor. en het is geen kwestie meer óf, maar wannéér deze zal be ginnen. Italië is hier zeer duidelijk aanvaller, Abessinië de aangevallene. -Th Daü K. ec oor TRA.1 1935. 1521 en 60- e 6-S c.; Sja 5 c 2 c., 7—12 dij vie 0 c., i' s 5—8 :1e rij J van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. Nadruk verboden. 34. Dat wil ik zeker wel beloven,- antwoordde Nell, een beetje verlegen. U bent zoo vriendelijk geweest, dat ik zeker niet zou kunnen weigeren te luis teren naar wat U mij te zeggen hebt. O, sprak Claude, laat ik het dan nu zeggen. Ik houd zooveel van je Nell, ik zou zoo gelukkig zijn als je mijn vrouw zou willen worden. Daar. Ze zijn er uit! Ik kan die woorden niet meer terugnemen. Wil je er over den ken. en mij vertellen of je van mij kunt houden? Ik moet wachten ik moet den ken. stamelde Nell, maar in haar oogen, die zij gedurende een oogenblik naar hem ophief, lag geen ontstemming, en zij liet haar hand even in de zijne rus ten. Claude bracht haar naar zijn lippen, en zag dat, hoewel haar lippen een beetje trilden, zij toch glimlachte, toen zij haar hand terugtrok. Nu moet ik gaan, zei ze, men zal mij missen. Op een anderen dag ont moeten wij elkaar weer. En dan zul je me vertellen, wat ik wil weten? Zij knikte en glimlachte, maar als haar lippen nog niet antwoordden de den haar oogen het voor haar. .Vooroorlocjsche prip hoofdstuk xxx. DE VERMISTAE SLEUTEL. Nell liep langzaam naar de tuinpoort, alsof zij van plan was heen te gaan. Maar er schoot haar nog iets te binnen, en Meynell een beetje verlegen aankij kend, vroeg zij Eén ding is er, waar we niet aan gedacht hebben. Veronderstel, dat er iets bijzonders gebeuren zou, is er dan geen middel om meneer Hume of U te bereiken buiten de uren. die U genoemd hebt? Ziet U, meneer Lancaster heeft den sleutel van de poort weggenomen, zoodat ik er behalve wanneer U hier bent niet uit kan komen. O ja, daaraan heb ik gedacht, antwoordde Claude. Hier is een instru mentje, waarmee u bijna iedere deur kunt openen. Hij haalde een lang, dun metalen voorwerp uit zijn zak en gaf het haan Daar, zei hij. Nu bent U in het be zit van een beproefd inbrekerswerk- UU1 Wat is dat? vroeg Nell, terwijl zij hem met belangstelling aankeek. Het is een looper, legde Claude uit. Men kan er elk gewoon slot mee openen. Nu Lancaster van plan schijnt U beiden gevangen te houden, kan het zijn nut hebben. Hij demonstreerde op de tuinpoort hoe het werkte, en dankbaar nam zij den looper aan. Het is wel iets vreemds voor een eerste cadeau, vindt U niet? vroeg Claude. Maar ik hoop U gauw iets aar- digers te kunnen geven, als U dat goed vindt. Nell glimlachte, maar zei mets. 1oen glipte zij terug in den tuin, terwijl hij door het kreupelhout het kleine pad volgde, dat naar den grooten weg leid- En de Volkenbond staat als organi satie onmachtig. Rome lapt den Volkenbond aan zijn militaire laars. En wat doen wij, neutrale vredes-ide- alisten? Wij houden ons aan de Volken bondsgedachte, strak en stijl,... al moest het den Abessiniërs den kop en hun zelfstandigheid kosten. En Mussolini grinnikt... Heeft de minister kennis genomen van het bericht, zoo vraagt mevr. Pot huis—Smit, lid der Eerste Kamer, aan den minister, dat ook Nederlandsche schepen via het Suez-kanaal Abessinië van wapens en munitie hebben voor zien?. En acht de minister in dat geval geen termen aanwezig voor het treffen van maatregelen om zulke zendingen voor het vervolg onmogelijk te maken? We zouden, waren we Kamerlid, den minister andere vragen willen stellen. Heeft de regeering al iets gedaan om Italië als medelid van den Volkenbond aan zijn Volkenbondsplichten te herin neren? Heeft de regeering zich al tot Genève gewend om te vragen, hoe de Volken bond Abessinië, als het wordt aange vallen, te hulp kan komen? Zijn de Volkenbondsgedachten en -bepalingen geschapen om zwakken weerloos te houden tegenover de over weldiging van imperialistische mogend heden? We hopen, dat er van den Volken bond nog eens iets goeds zal groeien, maar willen er tegen waarschuwen de Geneefsche organisatie thans reeds als een reëele rechtvaardigheidsfactor in de internationale politiek te beschouwen. Dan immers spelen we in de kaart van de imperialisten, die de kleine mo gendheden op het Geneefsche zoethout- je laten sabbelen om des te zekerder hun eigen geweldpolitiek te kunnen volvoeren. GESAUSDE ZWARE Hitier verklaarde Dinsdagavond met veel nadruk dat Duitschland den gods dienst beschermt. Maar nu komt een predikant der Duitsche Geloofsbeweging, Karl Reny, het woord van den Führer met voeten treden door op een vergadering te Bie lefeld te zeggen: „Het Christenkruis heeft den broe dermoord niet terzijde kunnen stellen. Het heidensche Hakenkruis echter heeft dat volbracht! Het Christenkruis, de wortellooze boom op Golgotha! De geschiedenis van den zondenval is voor den Christen niet maar zoo iets als een sage, maar „Heilige Schrift die echter voor ons geen heilige schrift is, maar een vuile zaak! Jezus beteekent voor ons vroeg: Het zonk de. Nadat het geluid van zijn voetstap pen was weggestorven, sloop zij lang zaam verder, want, terwijl zij met Claude had staan praten was het don ker geworden. Nell was doorgaans niet bang in het donker. Maar nu was zij oververmoeid en overspannen en ze kreeg plotseling een gevoel alsof de geheimzinnige som berheid van den tuin vol gevaren was. Zij was zoo overprikkeld en voorbereid op onheil, dat het haar iets vanzelfspre kends toescheen, toen eensklaps een hand met ijzeren greep om haar pols werd geklemd, een rijzige, donkere ge stalte opdoemde en een barsche stem Wat doet U hier? was Lancaster. Een oogenblik Nell den moed in de schoenen. Hoelang had hij bij het schuurtje ge staan, en wat had hij gehoord. Zij vond 't het veiligste om niet te antwoor den, vooral, nu zij als een gevangene werd meegesleurd, Lancaster s hand nog steeds om haar slanke pols. Gelukkig had zij den looper dien Claude haar gegeven had, dadelijk in haar jaszak laten glijden. Wat er ook qebeuren mocht, ze nam zich heilig voor, Claude Meynell nooit te verra den, of den looper, af te geven. Zij werd regelrecht meegenomen naar Lancaster's studeerkamer, waar het licht reeds brandde. Lancaster keek naar haar met een uitdrukking van bij na onbeheerschte haat en woede. Wat beteekent dat? snauwde hij, om na donker uit huis te sluipen en rond te dwalen? Ik hoorde U door de tuinpoort naar binnen komen, maar was niet vlug genoeg om Uw mede plichtige te zien. Wie was die man. Met wien had U daar een afspraak? Het lijkt me niet noodig U dat te vertellen, meneer Lancaster, antwoord de Nell. Mijn wandelingen en mijn ken nissen gaan U niet aan. Gaan mij niets aan? Hoe durft U dat te zeggen? Hebt U niet beloofd, om mij, zoolang U hier bent, te gehoorza men? Ik zie niet in, wat ik misdreven heb. Wat? Als U een sleutel uit mijn studeerkamer steelt, een deur opent waarvan U weet dat ik ze altijd geslo ten houdt, en dan naar buiten sluipt om den een of anderen man te ontmoeten, zegt U dan, dat U niets misdreven hebt? U bent een gevaarlijke intrigante! Het is genoeg, meneer Lancaster. Ik ben hier niet gekomen om mij te la ten beleedigen, antwoordde Nell ferm. Als U niets anders te zeggen hebt, ga ik naar boven. Lancaster staarde haar aan, alsof hij haar nauwelijks kon gelooven. Toen riep hij woedend: Geef mij dadelijk den sleutel van de poort terug! Ik heb hem niet, antwoordde Nell. Hebt U den sleutel van de tuin deur niet? Neen! - Maar ik hoorde de deur achter U sluiten! Neemt U me niet kwalijk. Maar ik heb de poort niet gesloten! Wie deed het dan? Ik geloof niet, dat het er veel toe doet, meneer Lancaster. Uw sleutel heb ik in elk geval niet gebruikt. Ik durf wel te zeggen, dat U hem op zijn ge wone plaats zult vinden. Neen, hij ligt niet op zijn gewone plaats! hernam Lancaster. En daarom juist ging ik vanavond den tuin in. Want' ik zag dat hij verdwenen was. U moet hem weggenomen hebben. En U hebt hem bij U, óf U hebt hem weg gegeven. Wat hebt U er mee gedaan? En z'n oogen boorden zich in de hare, alsof hij haar diepst verborgen gehei men wilde lezen. Ik heb hem niet; ik heb den sleu tel nooit gehad. Leugenaarster! Hij slingerde haar het woord in het gezicht. Geef den sleutel terug, U stelt mij aan gevaar bloot. i, Dat kan ik niet helpen, zei Nell, terwijl zij haar adem inhield, want Lan caster's fonkelende oogen en verwron gen gelaatstrekken begonnen haai angst aan te jagen. Ik kan U niet geven, wat ik niet heb. Dat zullen we dan eens zien, ver volgde Lancaster, terwijl hij tweemaal belde. Juffrouw Plowden verscheen bijna onmiddellijk, keek naar het gezicht van haar meester en dan. met zichtbare on rust en angst, naar Nell. Juffrouw Plowden, en Lancasters stem klonk hard. en koud, ik moest U roepen om mij te helpen. Juffrouw Da- venant heeft den sleutel van de tuin deur in den tuinmuur weggenomen. Ik zal U een paar minuten met haar alleen laten terwijl U haar fouilleert, want ik ben niet van plan haar den sleutel te la ten houden. Ik heb U toch verteld, begon Nell, die vuurrood werd, dat ik Uw sleute niet weggenomen heb, meneer Lancas ter. Ik weet niet waar die is. Mag ik dan vragen hoe U door die deur gekomen bent? vroeg Lancas ter spottend. De deur was open; ik had geen Open! Een oogenblik leek het alsof Lancaster lamgeslagen was van schrik. Toen herstelde hij zich, en bar ste woedend uit: Dat is een leugen! De deur kon niet open zijn: er is maar een sleutel, en die is van zijn plaats ver dwenen. Juffrouw Plowden, zorg dat U den sleutel vindt, of laat haar anders vertellen wat zij er mee gedaan heeft. 58e JAAKUA1NO. iailwtikscbe Lafiffstraatstbe Courant ld ^raan ist or, ai traat ermai -2 c„ c„ a m Wordt vervolgd Man! Het is zoo taai, zoo sappig! 't Duurt zoo lang en 't smaakt zoo fijn! Toe probeer óók eens zoo'n pruimpje, Maar bedenk: 't mpet BLACK-BOY zijn. Ct.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1