Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. niemeuers STER HEERENBftM nummer bestaat uit EERSTE BLAD ■"«•SS» 30" 25<t FEUILLETON HUIS IN Dc STILTE DRIE BLADEN. Italië zoekt den oorlog! rn ■DOOR. ERVARING, oscir Denkt U dat U er llit kunt -R fi ZATERDAG 15 JUNI 1935. 58e JAARGANG 'rs te| ige nan] en. van heeft] die, Ifew; - -• - [even, Ingezonden stukken, gelden, enz. j0Co te zenden aan den Uitgever. 1? abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. If" franco p. post door 't geheele rijk 1.40. 'l^/l Dit blad verschijnt 'erkU WOENSDAG en ZATERDAG lliaT ants rokke,1 ht 'ht dcoi 'gen looj dag a ris i 't zou ïalve oorjji :er uden de >g in later l'dcoi e sier n, dk k Zij die zich met ingang 1 JULI op dit blad abonneeren tvangen de tot dien datum rschijnende nummers GRATIS hij Om ijdei ;r ïrlid zaak k is er ge vei e vé gelij i de i mai eerd hij- fles eegg irin zat,\ nt k op e larna e po en UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. heeft Waarom eigenlijk hebben we zoo gijls gepoogd geloot te hechten de vredesbetuigingen van door )UVI door militairistische regiems We het ben ons herhaaldelijk laten ver en door mooie redevoeringen van niformeerde staatslieden, maar :ens opnieuw is weer gebleken deze woorden slechts dienden n de daden te verbergen en dat Mini n den oorlog niet wil, zoo lang n hem niet noodig heeft ir dat men er niet van zal terug- rikken het bloed van millioenen je levens te vergieten, wanneer r en roem» van het vaderland rmede gediend kan zijn. e houding, die Italië thans aan- mt jegens het zwarte keizerrijk essinië is kenmerkend voor deze stesgesteldheid. Mussolini's krijgs- ige redevoeringen van den laat- tijd komen voor ons in 't geheel onverwacht. Deze krijgshaftig, is immers inhaerent aan de d cistische geestesgesteldheid, die ór alles militairistisch is. Vroeg of at moet de macht van het fascisme idivendig lot oorlog leiden. Het is te vreezen dat wij thans tot tijdstip genaderd zijn. Italië zoekt e jansie, het land moet groot wor. n en heerschen. Er moet baan maakt worden voor het heerlijke liaansche volkEn nu richt ussolini zijn blikken weer op Plas lessinië. Weer, want het is niet zond eerste keer dal Italië een greep vel c et naar dit rijk. Reeds op het nde der vorige week heeft het een op is dergelijke poging gedaan, maar het heeft zich daarbij leelijk de vingers gebrand, want het expeditieleger werd volslagen vernietigd. Sindsdien echter is het Italiaansche oog be- geerig in de richting van Oost— Afrika blijven speuren en Mussolini schijnt thans de kansen gunstig te achten om nog eens een aanslag op de onafhankelijkheid van't keizerrijk te wagen. De gestes van den Duce toonen overduidelijk dat Italië weer den oorlog zoekt. 'Wel tracht vooral Engeland hem in zijn roes te tem peren, maar hij heeft zonder meer gezegd dat hij met het buitenland niets te maken heeft, en dat Italië zijn eigen rechter zal zijn. Het is heel begrijpelijk dat vooral Engeland zich zeer bezorgd maakt over hetgeen te gebeuren staat. Het doet zijn uiterste best om Italië tot rede te brengen. Mussolini lapt al die pogingen echter aan zijn laars en maakt er zich af met de dood. doener dat Engeland zijn koloniaal bezit ook niet zonder wapengeweld gekregen heeft en dat het dus geen verwijten te maken heeft aan andere mogendheden, die deze kunst gaan nadoen. üp de openbare meening zoo ver in een fascistisch geregeerd land al van een openbare meening kan worden gesproken maakt een dergelijke vondst natuurlijk gewei, dige indruk, maar een man als Mussolini moet toch weten dat in den loop der eeuwen de zeden op dit punt heel wat gewijzigd zijn. Wat in den tijd der grootsche expansie van het Britsche rijk voor Euro- peesche begrippen oirbaar was, be. hoeft dat op het oogenblik zeker niet meer te zijn. De tijd dat men met geweld van wapenen de hand kon leggen op verre en onbeschaafde landen en volkeren is voorbij. Wie thans nog van zijn militaire over macht gebruik maakt om een vrij volk te knechten en van de rijk dommen van zijn land te profiteeren begaat een misdaad tegen het men- schenrecht. Waar blijft nu de mooie fascistische theorie van de broeder lijke verheffing der naties, en van het recht van elk volk op een vrij en onafhankelijk bestaan? De eene natie tracht de andere te vernietigen om zichzelf grootere macht en groo- tere rijkdommen te verzekeren. Voor den fascist bestaat slechts Italië, en daarvoor zal al het andere moeten wijken. Stelselmatig ontwijkt Italië alle pogingen om de hangende geschillen door onderhandelingen uit den weg te ruimen. Dat verraadt de werke lijke bedoelingen Italië zal met de wapenen trachten zijn zin door te drijven. Duizenden jonge mannen worden reeds de woestijn ingestuurd; wanneer en hoe zullen zij in het vaderland terugkeeren Zullen zij wel ooit hun land, waarvoor zij in den oorlog gedreven worden, terug zien Er dreigen groote gevaren, want als het inderdaad in Afrika tot een oorlog zou komen, dan moeten we rekening houden met de mogelijk heid dat andere Europeesche mo. gendheden niet stil zullen blijven zittenWe durven er niet aan denken, wat dan te wachten zou staan. Deze ramp zou in de geschie denis geschreven werden op rekening van het fascisme THAHS PER 1/2 POND li Een soortgelijk proces als in Afrika voltrekt zich in Oust—Azië, maar dan op veel uitgebreider schaal. Gebruik makende van het feit dat de Europeesche mogendheden hun handen vol hebben aan eigen be slommeringen, treedt Japan steeds driester op in China. Na Mandsjoekwo onder zijn pro tectoraat geplaatst te hebben begint het thans al eischen te stellen inzake Noord China. Kennende deJapan- schementaliteit moeten we veronder stellen dat het er om te doen is ook van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. Nadruk verboden. Er is toch geen gevaar? vroeg aire. Heelemaal niet tenminste niet het oogenblik. Het gas is afgeslo- - Kun je nu niet bij me blijven? rzocht Claire, toen Nell naar de StoAur liep. ebr. Neen, dat gaat werkelijk niet. Ik da«een gauw weer terug. Als je je vlug J,, nkleedt, zoodat je klaar bent om te iefab Jan' als het rijtuig komt, zal dat veel rt (jer id en moeite sparen. Maar ga niet je tics Iamer U*L ook ^iet als Je k(d geluid jeker Jn brekend glas of zoo iets hoort. Ik ederl oest °ok al een ruit inslaan, om arden TëN. wij o >r de issche lucht binnen te laten, maar lsle j u is er geen gevaar meer venefl Zij sloot de deur achter zich, ter zij Claire verbaasd, maar niet irontrust achterliet; ze was volko en bereid om te doen wat Everard -fan haar mocht verlangen. Nell liep naar beneden, en vertelde me wat zij gedaan had. Toen liet hem de deur van de achtertrap en, die naar Claire's kamer leidde. 11 UC1 Als U haar vlug beneden wilt bren- lelbjffn, zei ze is dat de korste weg. Nu onde.cjk. Vimrr zonder gehoord te worden? V Ik geloof het wel. Ik weet, dat 15. Achterdeur niet gesloten is. Zij glipte weg, de duisternis in. Toen hij alleen was, verwensclite hij zijn eigen onmacht. Hij vond het verschrikkelijk om Nell heelemaal alleen over de eenzame wegen naar het dorp te laten gaan. Maar aan den anderen kant was het onwaarschijn lijk dat zij iemand zou ontmoeten. Hij voelde zich nog zwak en duizelig, en er verliep eenigen tijd voor hij naar zijn kamer kon gaan, waaruit de gas- 1 ucht nu bijna geheel verdwenen was. Hij durfde nog geen lucifer aan te ste ken, maar opende een raam in zijn slaapkamer, dat niet dichtgespijkerd scheen te zijn, en pakte bij het schijn sel der maan, die zoo nu en dan door de wolken gluurde, zijn bezittingen bijeen. Intusschen was Nell de trap afge- loopen, en de hal en de keuken door. Zij had geen angst om Lancaster te ontmoeten, want het leek haar het meest waarschijnlijk, dat hij zoo lang mogelijk in zijn kamer zou blijven, haar ooren hadden haar niet bedro gen, de achterdeur was opengebleven nadat Cyril weggegaan was. In het voorbijgaan ontdekte zij dat verschil lende koffers als in voorbereiding voor een reis aan het eind van de gang stonden. Het meisje wist dat het grootste ge vaar schuilde in het oversteken van de binnenplaats, want het was best mo gelijk dat Lancaster haar vanuit zijn raam kon zien, wanneer hij aan het venster de wacht hield. Zij deed haar best in de schaduw te blijven en be reikte het tuinhek zonder ongelukken. Eenmaal in den tuin voelde zij zich vrijer; zij haastte zich door het ge wirwar der struiken naar de poort in den muur, die zij met den looper, dien Claude haar gegeven had, opende. Met een huivering van angst liep zij verder, het was op dat uur van den nacht pikdonker in het boseh, en de vage vormen van de hoornen zagen er uit als gestalten, die hun armen uit strekten om haar tegen te houden. Zij heet op haar lippen en schreed moe dig voort, haar weg tastend tusschen de stammen door. Toen ze eenmaal den weg bereikt had, wist zij dat het ergste geleden was. Zij stond een oogenblik stil en luisterde, maar er klonk geen ander geluid, dan van de wind, die door de takken joeg. Na een kleine pauze vervolgde zij haar weg. Hoewel zij niet hard liep, hield ze er toch stevig den pas in, zoodat zij even na drie uur in den morgen de dorpsstraat bereikt had, en voor de woning van den zadelmakers winkel stond. Daar verloor zij een oogenblik haar kalmte. Nadat zij aangebeld had, werd er al spoedig een raam opengeschoven en een hoofd door de opening gesto ken. Wie is daar? vroeg een manne stera. Ik kom van Moat House, ant woordde Nell. Meneer Meynell heeft gezegd dat ik hier kon komen als ik hulp noodig had. In orde, juffrouw, stelde de za delmaker haar gerust. Ik weet er van. Wacht U maar even, mijn vrouw komt binnen een minuut beneden. Hij trok zijn hoofd terug en Nell zag bijna onmiddellijk licht in de bo venkamers. Zij leunde tegen de deur post en wachtte geduldig, totdat zij voetstappen in de gang hoorde en de grendels weggeschoven werden. Een knappe vrouw van middelbaren leeftijd verscheen bijna onmiddellijk achter haar iemand anders. Nell slaakte een kreet van verlichting, want het was niet de zadelmaker, die naar beneden was agekomen, maar Claude Meynell! Hier is zijne Hoogheid zelf, juf frouw, kondigde de vrouw van den zadelmaker aan. Zijne Hoogheid? vroeg Nell. Be doelt U Zijne Hoogheid, den Hetog van Cheselden, juffrouw, vervolgde de vrouw op bijna berispenden toon. Neemt U mij niet kwalijk, maar ik dacht dat U hem reeds kende? Maar dit is toch Meneer Meynell, zei Nell vlug, toen Claude glimlachend voor haar stond. Je hebt volkomen gelijk, legde Claude uit, terwijl hij haar bij de hand nam, en een beetje terzijde trok, zoo dat de vrouw hen niet hooren kon. Ik ben tot voor een paar weken terug Claude Meynell geweest. Maar zie je ik was de eenige erfgenaam toen de oude hertog stierf. Bedoelt U, dat U den hertog van Cheselden bent? Ik zie er niet naar uit, wel? vroeg Claude. Maar één van de redenen waarom ik dezen titel op prijs stel, is, dat ik in staat zal zijn van mij vrouw een hertogin te maken. Ik hoop, dat zij daartegen geen bezwaar zal heb ben. Het lag op Nell's lippen om te mom pelen: ik heb mijn antwoord nog niet gegeven!, maar toen zij opkeek en hem in de oogen zag, wilden de woor den niet komen. HOOFDSTUK XXXV. EEN BEKENTENIS. Toen Claire alleen was lag ze eeni gen tijd over hetgeen ze vernomen had, na te peinzen. Nu Nell haar in het holst van den nacht was komen zeggen, dat ze het huis moesten ver laten, moest er toch wel iets ernstigs gebeurd zijn. Na een poosje waagde ze het uit bed te stappen; ze schoof de gordijnen opzij en begon zich bij het licht der maan aan te kleeden. Toen ze gereed was, trok ze een langen bont mantel aan en pakte de allernoodig- ste dingen in een handtasch. Het kleeden en pakken kostte haar eenigen tijd; het was bijna zes uur toen zij het geluid van voetstappen in de oprijlaan hoorde, gevolgd door een langdurig gebel aan de voordeur. Het bellen herhaalde zich, toen hoorde ze vage stemmen. Claire had geen rust meer om in haar kamer te blijven. Ze liep langzaam de gang in, de hoofd trap af. Plotseling klonk een revolver schot, daarna was het doodstil. Zij rende naar beneden bij de gedachte dat Everard in gevaar was. In de hall gekomen, zag zij een eigenaardig tafe reel. In het midden bevond zich Lan caster, aan wiens arm juffrouw Plow- den zich vastklemde, terwijl Geoffrey Langdale met behulp van een paar veldwachters zich van den zich hevig verzettenden Lancaster trachtte mees ter te maken. De kruitdamp hing nog boven hun hoofden, terwijl de afge vuurde revolver op den grond lag. Everard Hume, die doodsbleek zag, leunde op den schouder van den ouden Jacob, en Claire zag met één oogop slag dat er van zijn linkerarm bloed op den vloer stroomde. In een oogen blik was zij bij hem, de worstelende mannen voorbij snellend. Het is niet erg, zei Everard da delijk, het is alleen maar mijn arm. (Wordt vervolgd). e Echo van het Zuiden, aalwfjksclic en Langstraatsche Courant* !g vaj SC

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1