Toegewijd een Hendel» Industrie en Cemeentebelengen. i Een Liefde in China "G EERSTE BLAD. riGOPOBRABAND FEUILLETON DiT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. en NA DE DEVALUATIE IN BELGIË. DOOP, KKMARTNG STFP.K' ZATERDAG 13 JULI 1935. 58c JAARGANG Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG 19 Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. iranco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38 Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. EN fled GEEREN IS EEN MOEILIJKE TAAK. e z ■opt Eindelijk verlaging van vaste lasten. Maar de naweeën daar van doemen al op. El! De regeering heeft eindelijk de con ventie getrokken van haar besluit m, indien eenigszins mogelijk, den ouden standaard te handhaven. Wil men den weg der devaluatie niet p, dan is aantasting van den druk der -aste lasten volstrekt onontkoombaar. Jn dan moeten niet alleen de uitgaven pier publieke huishouding in overeen- temming worden gebracht met het ver- ninderd volksinkomen (Bezuinigings- 53Hplan)maar de aanpassing op het ter- «in der maatschappelijke verhoudingen n even noodzakelijk. Daarom verstonden we den eisch der ippositie van de volksvertegenwoordi- r0 jing dat mèt het Bezuinigingsplan een Antwerp tot verlaging der vaste publie- n, te lasten zou worden behandeld. f De regcering scheen de noodzaak ^an dat laatste even goed in te zien als ,e opposanten, maar weifelde met het enbaar maken van haar plannen. Aan die weifeling is thans een einde ekomen, een belangrijk ontwerp tot erlaging van vaste lasten is ingediend. Xtnaar tevens is uit de dadelijk opgetre den reactie op de financieele markt, dui delijk gebleken, hoe moeilijk deze ma- terie te regelen is en hoe gevaarlijk de gevolgen van een onvoldoende voorbe reiding kunnen zijn. De regeering erkent in het jongste I (wetsontwerp en de daarbij gaande Me- morie van Toelichting, dat veel van den steun, welke ze den landbouw had toe bedeeld, bij de grondeigenaren en hy potheekhouders is terecht gekomen. Voorgesteld wordt thans de vaststel ling van een maximum-percentage voor pandbrieven (4 pet.) en hypotheken (4% pet.), bovendien eventueele ver laging der aflossingssommen op ten hoogste 1 pet. van de hoofdsom. De erfpachtsom wordt met 30 pet. beneden het niveau van 1931 verlaagd, huren van woningen met 20 pet. bene den hetzelfde niveau. Deze bepalingen zullen alleen gelden voor de gemeenten, waar dat noodig is, d.i. waar de aange geven verlaging zich niet vanzelf reeds voltrok. Men kan verwachten, dat de voor stellen doeltreffend zullen blijken om op een belangrijk gebied van het maat schappelijk leven tot een verlaging van vaste lasten te geraken en het is bo vendien waarschijnlijk dat andere ob jecten dan huren en renten in de zui ging naar omlaag worden meegetrok ken. Toch kunnen we ons voorstellen, dat de regeering heeft geaarzeld om op de nu aangegeven wijze in te grijpen in de burgerlijke verhoudingen. Ze schept sterke reacties door de ge stelde onzekerheid, reacties, welke zich te beurze afteekenen. Geldschieters worden plots huiver achtig om nog gelden in grond of hui zen te beleggen, nu de regeering zich bereid toont om aangegane verplichtin gen ten gunste van de andere partij eenzijdig op te heffen, - het hypo- theekcrediet is in gevaar. Veel geld zal misschien voor belegging naar het bui tenland worden overgebracht. Toch: wil men den weg der devalua tie niet op, dan zijn maatregelen als de voorgestelde onvermijdelijk en bij het meten van de nadeelen en gevaren, aan de aantasting der vaste lasten verbon den, houde men dit steeds in het oog. Eenzijdige opheffing of vermindering van contractplichten behoeft niet altijd onrechtvaardig te zijn. In de memorie van toelichting op het ontwerp crisis- landbouw hypotheekwet 1935, heeft de regeering er al op gewezen, dat zulk een ingrijpen in de tegenwoordige tijds omstandigheden althans onvermijdelijk kan zijn, waar het gaat om contracten met een meer duurzame bestemming. Deze contracten moeten thans worden uitgevoerd onder geheel andere om standigheden dan die, waaronder ze zijn gesloten. Het brengen van wijziging in die contracten op de wijze als ook in het onderhavige wetsontwerp ge schiedt, is te beschouwen als een ver dere toepassing van het beginsel, dat aan artikel 1374 Burg. Wetboek ten grondslag ligt. Zoo nog niet een moreele, dan toch een wettelijke basis.... Want heeft ooit in jaren van hoog conjunctuur een wetgever durven in grijpen ten gunste van hen, die in slech tere omstandigheden geld of goed aan anderen hadden toevertrouwd? Intusschen achten we de positie van het kabinet-Colijn door de indiening van dit wetsontwerp ten zeerste ver sterkt. Wie, om te stemmen voor het bezui nigingsplan, een plan tot verlaging van vaste lasten eischten, zijn tevreden ge steld. Zij hebben mèt het eene het andere te aanvaarden. Ook de zware risico's aan dat andere verbonden! Een van de bekwaamste econo misten van België, dr. F. Baudhuin, hoogleer aan de katholieke univer- van „De Echo van het Zuiden". siteit te Leuven en vriend van minis ter Van Zeeland, die in dezelfde faculteit gedoceerd heeft, wijdde onlangs in »La Libre Belgique» een artikel aan de vraag, of de nieuwe muntpolitiek in België duurzame verbetering brengen zal. Wij meenen deze belangwekkende beschouwing over den invloed der devaluatie in België aan onze lezers niet te mogen onthouden. »Dat er verbetering kwam, aldus prof. Baudhuin, is voor geen tegen spraak vatbaar en blijkt vooral uit de vermindering van de werkloos heidscijfers. Niet alleen werd stijging van de werkloosheid tegengehouden, maar 40.000 werkloozen gingen weer aan den slag, afgezien van de 25.000 arbeiders, die door de gewone seizoensopleving weer arbeid vonden De Brusselsche tentoonstelling is van geen beteekenenden invloed op die gunstige cijfers. De verbetering blijkt ook uit de stijging van de ontvangsten, uit de spoorwegen en uit de telefoon. Deze feiten kan men niet weer spreken. Een veel ernstiger vraag is echter, of de huidige vei betering blijvend zal zijn of van kunstmatigen aard. De tegenstanders der devaluatie vreezen het. Maar, aldus prot. Baud huin, als zij vroeger spraken over kunstmatige opleving, dachten zij aan wat vlak na den oorlog ge schiedde, toen de uitvoer steeg dooi de exportpremie der inflatie, maar weldra de prijsstijging kwam en de val. Doch dit, aidus de katholieke geleerde, is nu niet gebeurd. W el is er vlak na de devaluatie even koop koorts geweest, maar zij eindigde midden April en sindsdien bleef de binnenlandsche markt, hoewel niet schitterend, beter dan vóór de deva luatie. Hier naderen wij echter de kern der quaestie. De industrie, die voor de binnenlandsche markt werkt, heeft een maximum bereikt dat zij spoedig weer zal verlaten. De ver schijnselen daarvan zijn er, met name in de textielindustrie. Eener- zijds is het publiek door aankoopen voorloopig verzadigd, anderzijds sloegen de magazijnen, die prijsslij ging vreesden, veel in. Er is dus nu oververzadiging en wij voorzien dus een zekeren terugval in de werk loosheid. De voordeelen van een kunstmatige opleving verliezen wij dus, maar die hebben niets te maken met de eigenlijke uitkomsten der devaluatie. Het herwonnen terrein zal niet verloren worden. De druk van de deflatie is weggenomen en de ver mindering van de werkloosheid vermeerdert de koopkracht. Door de prijsstijging van vreemde pro ducten zal eigen industrie profiteeren door blijvende uitbreiding. Wel moet men rekenen op inzin king van de industrieën, die zich zeer snel herstelden. Doch daarnaast staan andere, die vooruit zullen gaan. Zoo rekent prof. Baudhuin op meer export; op meer levendigheid in de brouwerij zoodra de hypo theekrente weer op 5 pet. komt De huidige 6 pet. is te duur. Ook op verbete ing in de zware industrie rekent de hoogleeraar. Maar, vraagt prof. Baudhuin, zal deze vooruitgang, den teruggang der industrie van verbruiksgoederen neutraliseeren. De toekomst moet het leeren. Nu moet men de be haalde resultaten der laatste drie maanden stabiliseeren. Persoonlijk ziet de hoogleeraar in Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. Voor mij! Alle drommels... Drie munstukken bleven liggen en drie was het winnende nummer. For syth was er zeker van, dat het om een bedrag van beteekenis ging, en de trek van hebzuchtige voldoening op het ge laat van den Engelschman verschafte den dokter een sleutel tot zijn karakter. Geld, peinsde hij, is zijn afgod. Het meisjes legde haar hand op zijn arm. Zoudt u misschien tegen vader willen zeggen dat ik hier ben, mijnheer Forsyth, en dat het bericht, waarop hij wachtte, gekomen is? Doet u het als u blieft direct, anders begint hij een nieuw sPel* Dick Forsyth voldeed onmiddellijk aan het verzoek, maar daar hij, door de menigte opdringende Chineezen, Kath leen's vader niet bereiken kon, riep hij luid: Mr. Barrington! Bij het hooren van een Engelsche stem, draaide Leiand Barrington zich oogenblikkelijk verbaasd om en ont moette Forsyth's blik. De dokter maak te een hoofdbeweging in de richting, waar het meisje stond; het was duidelijk dat de handelaar de reden van haar te genwoordigheid begreep, want een mo ment daarop was hij in druk gesprek met den croupier en den bankhouder, zich uitputtend in radde uiteenzettingen in de taal van het land. Forsyth wendde den blik weer naar Kathleen. De Chinees, die bij hun bin nenkomen opgekeken had, maakte juist een diepe buiging voor het jonge meisje en de dokter zag, dat toen ze den ander een hand gaf, een snelle blos over haar wangen trok. Forsyth concludeerde, dat zij elkaar eerder ontmoet hadden en ofschoon de heele situatie hem allerminst aanstond, moest hij zichzelf bekennen, dat zijn eigen relatie met Kathleen Barrington nog van te korten duur was, om inmen ging te rechtvaardigen. Daarom richtte hij zijn belangstelling maar weer op de tafel en betrapte op dat oogenblik den bankhouder er op, dat deze met de oogen een teeken gaf aan een dienaar, die een weinig apart stond. De bedien de keek op zijn beurt naar Barrington, daarop weer naar den bankhouder met een vragend optrekken van de wenk brauwen. De bankhouder antwoordde met een beslisten knik en keerde zich toen weer naar de tafel, terwijl de dienaar verdween achter een zijden voorhang, dat 'n doorgang aan het ge zicht onttrok. Dit alles nam de dokter in een blik op... toen liep hij op Leiand Barrington toe. Mr. Barrington, begroette hij hem. Uw dochter heeft een dringende bood schap voor u. Dat verwondert me niet, antwoordde de handelsman; toen nam hij den dok ter nieuwsgierig op en vroeg met kalme onbeschaamdheid:1 4 Wie deksels bent u eigenlijk? Dick Forsyth voelde, dat hij een kleur kreeg, maar zijn stem klonk kalm toen hij zei: Mijn naam is Forsyth. Ik zag toe vallig dat uw dochter op haar weg hier heen door een koelie werd lastig ge vallen; ik kwam tusschenbeide en bood mij aan als begeleider. Ik ben u zeer dankbaar, bromde Barrington onverschillig. Daarop ging hij naar Kathleen. Dick moest ondanks zichzelf glim lachen om de onbeschoftheid van zijn landgenoot en beseffend, dat zijn aan wezigheid niet langer vereischt was, richtte hij zijn schreden naar den uit gang. Maar voor hij halverwege was, vloog het meisje, dat een fluisterend ge sprek met haar vader voerde, terwijl de Chinees zich een weinig afzijdig hield, op hem toe. Dr. Forsyth, riep ze, gaat u ons verlaten? Ik ben bang, dat er niets anders voor mij opzit, lachte hij. Ik geloof dat uw vader mijn tegenwoordigheid hier niet bijzonder op prijs stelt. Maar hij weet nog niet, wat u voor mij gedaan hebt. Als ik het hem verteld heb, zal hij heel dankbaar zijn. Hij zal u zeker zijn dank willen betui- gen. Ik verlang absoluut geen dank, klonk het luchtig. Het is voldoende, dat ik u van dienst heb kunnen zijn. Onder het spreken wierp hij een vluggen blik naar haar vader, die nu met den Chinees aan het praten was. Hij was verbaasd, en lichtelijk ontsteld door de intensiviteit waarmee de oogen van de Oosterling op hem gevestigd waren. Wie is die Chinees? vroeg hij snel aan Kathleen. Een oude bekende? Het meisje kleurde even, toen ze ant woord gaf. Hij heet Li Weng-Ho. Hij is een mandaryn en gouverneur van een pro vincie, waar mijn vader een huis heeft. En waar is dat? De vraag kwam haastig. Forsyth had opgemerkt, dat Leiand Barrington zich van den mandaryn had losgemaakt en op hem toeliep. In Yong-Foo aan de Pi-Kiang. Dr. Dick Forsyth schrok zichtbaar, maar voor hij iets zeggen of het meisje iets vragen kon, bereikte de rauwe stem van Barrington hun ooren: Tijd om heen te gaan, Kathleen. Je moest maar even afscheid van Li- Weng-Ho nemen. Er kwam een opstandige uitdrukking op het gezicht van het meisje en een oogenblik dacht Forsyth, dat ze in openlijk verzet zou uitbarsten. Maar de trek verdween en glimlachend stak ze de hand uit. Adieu, Dr. Forsyth. Ik ben heusch buitengewoon dankbaar voor den dienst dien u me bewezen hebt. Ik hoop dat we elkaar nog eens zullen ontmoet- ten_- Dat lijkt me heel waarschijnlijk, antwoordde de dokter en het wenk brauwen fronsen van Leiand Barring ton negeerend, nam hij de aangeboden hand. China is wel een groot land, maar... TT Vooruit, Kathleen. Weng-Ho wacht. Er kwam een pijnlijke blos op het gezicht van het meisje bij dit onhebbe lijke optreden van haar vader, maar ze ging met hem mee en Forsyth vervolg de zijn weg naar de deur. De Chinees, die hem binnengelaten had, deed hem uitgeleide en op straat gekomen, bleef de arts even stilstaan om zijn gloeiend gezicht door den avondwind, waarin de lantaarns heen en weer schommelden, te laten afkoelen. Leiand Barrington, schoot hem door den geest, hield er een abrupte manier op na om een kennismaking in de kiem te smoren. De gedachte knapte af, toen een oogenschijnlijk dronken zoon van t He- melsche rijk tegen hem aanbotste. Maar de late vogel kon niet zoo dronken zijn als hij zich voordeed, want toen Forsyth zich met een ruk om keerde, keek hij recht in een paar door dringend zwarte kraaloogen, die hem vast en onderzoekend aanstaarden. Toen ging de Oosterling zijns weegs, zwaaiend en strompelend en werd op genomen in de schaduwen van een bloemenboot, waarvan de lichten reeds gedoofd waren. Forsyth's blik volgde hem. De zwaai ende gang bedroog hem niet. Tot dit gestadige, uitvorschende kijken was geen man in staat, wiens brein bene veld was door alcohol of opium. Toen flitste hem door het hoofd, dat de man zich had willen vergewissen, dat hij niet iemand anders was en hij herinnerde zich de teekens. die de bankhouder aan de fan-tan-tafel gegeven had. Na enkele oogenblikken begon hij langzaam de kade af te loopen, maar toen hij eveneens in de schaduw van de donkere huisboot was gekomen, bleef hij opnieuw staan. Zijn scherp ge hoor had het geluid van zacht fluisteren opgevangen en hij leidde daaruit on middellijk af, dat de man die zijn on derzoekenden blik op hem had gericht, niet alleen was, maar zich in hinderlaag had gelegd met ten minste één metgezel. Deze conclusie deed hem vlug beslui ten en in een nog langzamer tempo dan waarin hij gekomen was, als onzeker en besluiteloos, aanvaardde hij d ente- rugtocht in de richting van het „Paleis der Tienduizend Zaligheden Inmiddels werd de deur daarvan ge opend en in de breede lichtbaan, die het duister doorkliefde, verschenen de ge stalten van Leiand Barrington en zijn dochter op straat. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zniden, VaalwUkscbe en Liifstraatscke Courant* "rtAAI5CHAPpy VAM VERZEKERING OP HET LEVEfl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1