iltm van hel Mi
Küe füorgenklok
m
Tweede Blad.
BEKROOND WONDERGED1CHT.
IN IEDER HUIS
HOORT WONDER THUIS.
Va
59. Zaterdag 3 Aug. a35. 58e Jrg.
SLUITING cursussen
rijksvakschool.
Donderdagmorgen had de sluiting
ats van de cursussen 1934—1935
de Rijks vakschool voor Leer-
..•ers en Schoenmakers alhier, die
gr met de jaarlijksche officieele
echtigUeid gepaard ging.
Onder de aanwezigen zagen yvij
aSt directeur, leeraren en leerlin-
leden der commissie van advies,
jelegeerden bij de examens, dhr.
djkx» ambtenaar van den R.K.
brieksarbeidersbond en ouders
n leerlingen.
Rede Directeur.
las
w
De directeur, de heer v. d. Waer-
D> nam het eerst het woord en
rak ongeveer als volgt:
In dezen tijd van steeds wisselende
lecten, waarin wij ons met groote
^orgüheid dikwijls afvragen wat
dag van morge;i zal brengen,
•wijl wij bij voornaat al gelukkig
u als geen verslechtering intreedt,
gt het spr. aangenaam i|aii als
s regelmatig terugkeert en ons een
,jenbiik van verpoozing schenkt,
üen dergelijk rustig oogenbiik is
ilkeujare als na gestadig werken de
uitiugsdag der cursussen aangebro
a is. Het is spr. een genoegen U
l6n te mogen verwelkomen. In
w eerste plaats geldt dat de leden
>rCommissie van Advies, die steeds
o van harte meeleven in het wel
r wee van het instituut,
lel geldt ook 't Dagelijksch Bestuur
q deze Gemeente, de vertegen -
oordigers der verschillende vak—
Diiden, de pers en de vakpers.
Wij hebben ook de belangstelling
in de pers, en van de vakpers 111
bijzonder, broodnoodig aldus spr.,
joral in dezen tijd van bezuiuigin-
:a. om te zorgen dat vitale belangen
ehoorlijk gekend en verdedigd kun-
jn worden, opdat geen blijvende
bade voor onze bij uitstek nationale
boen- en lederindustrie veroor
irdiakt worde.
Juist in deze tijden dienen allen
in de industrie een leidende
aats willen innemen zich allereerst
n ons instituut te bekwamen, om
Oi^et een maximum kans den zwaren
duDucurrentiestrijd het hoold te
e i unnen bieden. Nog meer dan tot
:den dient ieder daarvan door—
t? rongen te zijn en het is daarom
aat wij belangstellenden uit schoen-
Fa
eo lederindustrie, hier aanwez ig, zoo
van harte welkom heeten. Dit geldt
voor ouders van leerlingen in ver-
hoogde male, temeer omdat zij de
door ons bereikte resultaten vandaag
en ook volgende dagen rustig kunnen
nagaan.
Zij zullen zien en nu herhalen wij
hetgeen wij telkenjare met klem van
redenen naar voren brengen:
Wat wij goed geoutileerd zijnde in
de korte spanne tijds van een jaar
met wisselend leerlingen materiaal
bereiken en tevens kunnen consta-
teeren, dat wij zoowel in de looierij-
als in de scnoenmakerij—afdeeling
volkomen op de hoogte van den tijd
zijn en blijven.
Niet alle leerlingen, die ons toe
vloeien, beschikken over dezelfde
capiciteiten maar wel geven wij hun
zooveel mogelijk mede op hun ver-
deren tocht 111 de Nederlandsche in
dustrie, die, gij zult het allen met mij
eens zijn, goed onderlegde krachten
zeer goed kan gebruiken.
Het betrekkelijk geringe aantal
leerlingen moge beoordeeld naar de
iinanueele resultaten in deze tijden
bezwaren opleveren, voor de leer
lingen is het een voordeel, omdat
daardoor het onderwijs meer indivi
dueel dan classicaal kan zijn.
Toch is het thans voor ons behoud
noodig en nuttig het aantal leerlingen
zoo hoog mogelijk op te voeren,
voor zoover ons land daartoe in
staat is. in dezen zin doen wij dan
ook een beroep op U allen om met
groote kracht en steeds waar zulks
mogelijk is ons instituut te steunen
en aan te bevelen.
Spr. wees erop dat speciaal in
looierijkrmgen meermalen de ver.
zuchting vernomen wordt»Ja thans
kan het niet meer, maar had ik
vroeger, toen vanwege de school een
beioep op mij gedaan werd, maar
aan die roepstem gehoor gegeveii.«
Nog bescnikken wij thans over
voldoende goed onderlegd personeel.
Aan de Scnoen- en Lederindustrie
de taak om te zorgen dat zulks zoo
blijft, door allen, die over voldoende
capaciteit beschikken en de gevor
derde leeftijd hebben de schooi te
doen bezoeken.
Spr. ging vervolgens over tot het
bespreken der bereikte resultaten.
Het bezoek der dagschool was
alleszins bevredigend, zelfs grooter
dan vorige jaren.
Ofschoon spr. ook dit jaar niet ge.
heel tevreden is over den betoonden
ijver, toch volgden de meesten de
cursussen trouw en met ijver.
Vooral door gebrek aan verant
woordelijkheidsgevoel waarbij soms
nog komt een tekort aan algemeene
ontwikkeling, werden verschillende
praedicaten gedrukt.
Spr. beschouwde vervolgens de ver
schillende afdeelingen afzonderlijk.
1. Looierijcursus.
Deze cursus begon met 7 leerlingen
waarvan een der meest belovende
ons helaas begin Januari verliet om
in de praktijk te gaan. In December
kwam er wederom 1 leerling bij, die
met September nog den verzuimde
tijd kan inhalen en dan ongetwijfeld
een diploma zal verwerven.
De cursus werd in het algemeen
trouw gevolgd, ofschoon enkele
noodeloos veel absent waren.
Een der leerlingen behaalde geen
diploma.
Een diploma is behaald door
J. P. Rouws, Gilze,
praedicaat vrij goed
J. S. J. Brouwers, Reijen,
praedicaat vrij goed
A. P. C. Mombers, Waalwijk,
praedicaat vrij goed
R. G. de Ruyter de Wild,Ned.-Indië
praedicaat vrij goed
W. G. de Wijs, Drunen,
praedicaat voldoende.
II. Machinale Schoenmakerij.
Deze afdeeling was in het afge.
loopen jaar wederom goed bezet,
terwijl vooral de onderwerk atdeeling
goed gewerkt heeft. In totaal volgden
zelfs 30 leerlingen de lessen aan
deze afdeeling, waarvan 22 den ge-
heelen cursus volgden.
De Bovenwerk-ajdeeling begon met
13 deelnemers, waarvan er al direct
na een V2 maand 1 afviel. In October
kwamen er echter 3 bij, zoodat het
aantal deelnemers tot 15 klom. In
Januari verliet een leerling met
diploma de school, zoodat het aantal
14 werd, welk getal tot het eind
behouden bleef.
Van deze 14 leerlingen kregen er
10 een diploma en wel:
H. H. Prince, Tilburg,
praedicaat goed.
G. P. W. de Jongh, Waalwijk
praedicaat goed.
A. F. J. Mannaerts, Tilburg
praedicaat goed.
W. C. Proveniers, Waalwijk
praedicaat goed.
A. J. van Riel, Gilze
praedicaat vrij goed.
J. C. Dekkers Jr., 's Capelle
praedicaat vrij goed.
C. Remmers, Tilburg,
praedicaat vrij goed.
G. P. van Boxtel, Kaatsheuvel,
praedicaat voldoende.
J. W. de Pont, Tilburg,
praedicaat voldoende
J v d. Meijdenbdrg, Waalwijk,
praedicaat voldoende.
De Onderwerkafdeeling begon met
10 leerlingen, waarvan erin October
2 afvielen. Midden Nov. kwamen
er 2 werkloozen bij, die echter resp.
2e PRIJS
Ingezonden door C. H. te Aalst.
Lijst voor uitzoeken der geschenken werd aan den heer
C. H. te A. reeds toegezonden.
eind Januari en midden Februari
weer verdwenen. Begin April kwam
er wederom een leerling bij, die den
volgenden cursus zal meemaken.Van
de 8, die examen deden zijn er 7
geslaagd en wel:
M. J. van Herwijnen, Waalwijk,
praedicaat zeer goed.
G. J. M. van Heijst, Waalwijk
praedicaat goed.
M. v. Öpstal, Loon-op-Zand,
praedicaat vrij goed.
J. D. Brekelmans, Waalwijk
praedicaat vrij goed.
J. van Puyenhroek, Tilbuig,
praedicaat vrij goed.
J. Jacobs, Gilze, praed. vrij goed.
Fr. Koch, Gilze, praed. vrij goed.
De leerlingen van de bovenwerk
afdeeling. die het volgende jaar terug
komen om hunne studie te voltooien
riep spr. een tot weerziens toe. De
andere geslaagden wenschte hij
veel succes 111 de maatschappij,
waarin zij thans na korter of langer
tijd een plaats gaan innemen.
Spr. gaf hun den raad te bedenken
dat hun practische ervaring nog
zeer gering is, al zijn zij theoretisch
goed onderlegd. Up den grondslag
moet met voorzichtigheid voort
gebouwd worden.
Met belangstelling blijft spr. en de
leeraren de oud-leerlingen der school
in de practijk volgen.
Rede W. Donker Pzn.
Volgende spreker was de heer W.
Donker Pzn., lid der Gommissie van
Advies, die wegens verhindering van
den voorzitter, ir. van Gijn, voor
deze commissie sprak.
In zijn bekenden weisprekenden
betoogtrant zette spr. uiteen dat de
commissie al het wel en wee dei-
school heeft meegemaakt en dus ook
den laatsten tijd het schuitje dei-
vakschool een moeilijke vaart heeft
zien nemen. Spr. weet dat vele
moeilijkheden zijn overwonnen en
dat vele nog overwonnen moeten
worden, hetgeen echter nog geen
reden is om zich bezorgd te maken.
Dichtregelen citeerend wilde spr. er
op wijzen dat dikwijls de meeste
energie ontplooid wordt wanneer de
strijd het zwaarst is.
De schooi heeft zich een plaats
veroverd in de schoen- en leder-
industiie. Uit de werkstukken, die
spr. reeds bewonderd heelt, is hem
gebleken dat het onderwijs aan het
instituut aan de laatste eischeu is
aangepast. Spr. noemde het een geluk
voor de industrie dat deze school
bestaat en hij trachtte de leerlingen
bij te brengen welk een groot voor
recht het voor hen is dat zij hier
hunne opleiding ontvangen. Evenals
de directeur wees ook spr. er na
drukkelijk op dat de leerlingen straks
in de practijk nog heel wat te leeren
zullen hebben en dat zij zeil op den
verkregen grondslag verder zullen
moeten bouwen.
Spr. hoopte ten slotte dat de school
'n tijdperk van mindere zorgen zal
tegemoet gaan. De perspectieven
voor 't komende jaar zijn reeds
bevredigend, vooral voor de atdee
ling schoenmakerij, die reeds 20
leerlingen voor den volgenden cursus
kan inschrijven. Voor de looierij
gaven zich tot heden nog geen leer
lingen op, hetgeen spr. temeer ver
wonderde na het kennis nemen van
de prachtige producten, die de looierij
in het afgeloopen jaar gemaakt heeft.
Verschillende leerlingen spraken
hierna dankwoorden tot den directeur
en de leeraren.
De heer Rouws uit Reijen dankte
namens de looierij in het bijzonder
den directeur en den heer Suermondt.
De heer van Puijenbroek uit lil-
buig richtte zich namens de atdee
ling onderwerk speciaal tot den
directeur en de heeren Mustert,
Mathijssen en Dumoulin, en vroeg
hen de leerlingen behulpzaam te
zijn bij het zoeken naar' een plaats
in het bedrijfsleven.
Namens de bovenwerkers dankte
de heer G. de Jongh den directeur
en de heeren Mustert, v. Dellt, Hoek
en Schambergen.
Vervolgens werd nog een kort
woord gesproken door
Burgemeester Moonen,
naar het Duits
van Adolf Schmitthenner
door
I.
)del »Ze hebben 'm 1 Ze hebben m
De opgeschoten jongens stoven
'1D0alle anderen voorbij. Ze renden de
hellende straat af naar de poort
van de stad. Daarop volgden de
leferjongens uit de verschillende
werkplaatsen, de hoefsmeden voor
op. De meisjes lieten hun emmers
^cbij de put staan. De mannen kwa-
men in groten getale hun huizen
p ouit, terwijl de vrouwen evenals
L^de dochter van den baljuw van den
Keurvorst in de erker stonden,
of uit de ramen hingen.
Ze leidden hem door de Markt
straat. Voorop ging een soldaat, en
mm\oor z'n hellebaard gingen de toe-
-schouwers graag opzij. Op hem
—volgden een klaroenblazer en een
trommelslager. De klaroenblazer
f|||]liel hetzelfde stuk horen, dat hij en
Cltz'n makkers eergisteren ten gehore
hadden gebracht, toen ze den Keur
vorst feestelijk hadden ingehaald.
Toen was er op het Marktplein en
op de straten niet meer drukte ge
weest dan thansook zou hij wel
niet minder tractement ontvangen
dan de Raad eergisteren had vast
gesteld waarom zou de klaroen
blazer dan niet hetzelfde stuk bla
zen? Dit prachtige stmk was nog
wel gecomponeerd door den stede
lijken organist ter gelegenheid van
de intocht van Zijne Hoogheid den
Keurvorst! De trommelslager dacht
echter anders over. Telkens
er
wanneer hij langs een meisje kwam,
sloeg hij uit alle macht op het
kalfsvelwat stoven ze dan weg
En wat gaf dat een gegil en gelach
Achter den trommelslager kwam
de gevangene. Ze houden z 11 armen
op de rug vastgesnoerd. Zijn jas
was gescheurd, z'n zwarte haren
hingen verwilderd over het schone
gelaat. Over zijn linker-slaap gaapte
een brede wonde, waaruit bloed
droop.
Of die zich ook dapper had ge
weerdMet z'n vijven waren ze
tegen hem geweest. Twee heeft hij
er tegen de grond geslagen, eer ze
zich op hem wierpen. En toen ze
hem op de grond gekregen hadden,
heeft hij er nog een met zich mee
naar beneden getrokken, die ook
voorlopig vergat op te staan.
Zó, tenminste, zeiden de leerjongens
tegen elkander. Maar de meisjes,
die uit het erkerraam naar buiten
keken, Judith met de zwarte
lokken en haar speelgenote, de
blonde Agatha, fluisterden heel
zachtjes, opdat het een ander niet
horen zou, elkaar in het oor:» Wat
een schone jonge kerelZie eens,
hoe z'n ogen schitterenEn wat
loopt hij daar! zoo trots, alsof t-ie
een ridder isNou hoor, ik ken
onder onze jongens niemand, met
wie ik zo graag 'n dansje zou wil
len maken!»
Zo dachten en spraken ook de
meisjes beneden op straat. En toch
had niemand van de ouderen of de
jongeren echt medelijden met den
jongen man, de vrouwen evenmin
als de mannen. Want het was een
wild vreemde, die nog niemand
ooit gezien had, tot hij eergisteren
ten dans verscheen onder de linde
voor de poort, waar hij na een
korte twist den wapendrager van
den Keurvorst doodsloeg. Hoe het
precies toegegaan was, wist niemand
te zeggen nauwelijks was de woor
denwisseling begonnen, of ze waren
elkaar in de haren gevlogen. Even
maar daar lag de één in zijn
bloed, en de andere was door de
menigte heen gebroken en in het
dichtbijzijnde bosje verdwenen. De
ruiters van den Keurvorst waren
dadelijk door de straten gerend en
hadden in de omliggende dorpen
alarm geslagen. Allerlei mensen uit
de stad hadden de bossen afgezocht,
in de hoop een flinke beloning te
kunnen verdienen. Enkelen van
deze lieden hadden dan ook den
vluchteling te pakken gekregen, al
hadden ze het er niet zonder builen,
wonden en gebroken ledematen af.
gebracht.
Dit alles wisten de mannen elkaar
te vertellen. Maar de vrouwen had.
den uitgevist, wat voor meisje het
was, om wie de beide vreemdelin
gen waren slaags geraakten toen
ze gewaar werden, dat het Veronika
van den waagmeester was geweest,
moesten ze zich niet weinig ver
wonderen. Want dat was immers
nog een jong meisje en zij was pas
voor de eerste maal ten dans ver.
schenen. De jongens hadden nog
nooit over haar gesproken en nie
mand van de vrouwen had nog
opgemerkt, dat het een knap meisje
was. Wel wisten ze, dat ze arm
was en geen familie of bekenden
had. En niemand kon den versla-
gene iets schelen. Zo kwam het,
dat ze allemaal alleen maar nieuws
gierig waren naar wat er verder
gebeuren ging.
Bij de «vroede vaderen» van de
stad was dat anders. Die waren
ook wel nieuwsgierig, maar schep
ten er tcch ook behagen in, dat ze
den moordenaar hadden gevangen.
Want, sedert in het hoge slot de
oude gravin gestorven was, hadden
ze geen lid van het regerend vors-
stenhuis binnen hun stadsmuren
gehad. En nu was de Keurvorst
zelf gekomen eergisteren. Gedurende
de korte tijd, dat hij op het kasteel
woonde, dachten ze van hem wel
een of ander bijzonder voorrecht
of privilegie te kunnen krijgen.
Maar wat was dat lelijk tegen.
gevallen
Wordt vervolgd.
STOUT HANSJE.
Hansje was kwaad
Omdat ie kwam te laat,
De meester zei »jij stoute Hans,
Deez' keer ontspring je niet den dans,
Je blijft vanavond fijn in school
Al hebben d'andere kind'ren jool,
Ge blijft toch sommen maken
En zult u werk niet staken
Voor ge tien sommen kantenklaar
Hebt liggen op de lessenaar.
Toen 's anderen daags de meester
De sommen nagekeken had,
Was er geen enkele goed
Geschreven als op »'t klad».
Demeestersprak «Wel Hansje stout»
Je werk is heelemaal fout,
Nu zult ge in 't speelkwartiertje
blijven
En netjes alles overschrijven,
En hebt ge 't werk ook goed gedaan
Dan eerst moogt gij spelen gaan.
En voortaan op tijd van huis
Geen praatjes van de wekker abuis,
Dus met de and're kind'ren hier,
Nu vlug aan 'twerk en veel plezier.
Rechtvaart 29, Kaatsheuvel.
Oplossing vorige week.
1. Inde eerste brengt men lap-
pen, en uit de tweede komen
lappen. 2. Nat. 3. Beide zijn
even zwaar. 4. Uw naam. 5.
's-Morgens, als hij ze aantrekt.
Raadsels.
1. Piet en zijn dochter, en Jan en
zijn vrouw, gingen samen wandelen
in de tuin, zij kwamen bij een
boom waaraan vier appelen hingen,
en ieder plukte er een af, en toch
bleef er nog een appel aan de
boom hangen. Hoe kan dit?
2. Twee ganzen voor een gans.
Twee ganzen achter een gans.
Een gans tussen twee gansen.
Hoeveel ganzen zijn dat?
3. Welk huis heeft geen venster?
4. Hoe kan men van een woordje
van zeven letters twee letters
wegnemen, en toch nog negen
over houden.
5 Ik ben een klok maar heel
pewis,
Verklap ik, nooit hoe laat het is.
6. Het kledingstuk past mij
zeer goed,
En toch vertreed'k met de voet.
£\-
JAN DE JONGE.
PIETJE KONINGS,