iEECHO van het zuiden,
TWEEDE BLAD.
ECHO'S.
40
en,
rn
elti
De füorgenklok
n"
Een Amsterdamsche wereld
tentoonstelling.
Dreigende stilte.
235
73. Zaterdag 21 Sept. '35. 48e Jrg.
•A ET"*
-V6
co
Weinig waardeering
voor onze beschaving.
Te Semarang heeft zich bij gelegen-
TeJ van een daar georganiseerde
|Vondmarkt deze zijn op Java zeer
„zwang, duren eenige weken en dra-
,cn een kermisachtig karakter een
jogst merkwaardig conflict voorge-
aan, dat voor onze Westersche be
having nogal pijnlijk mag heeten. De
irganisatoren hadden ter verhooging
or aantrekkelijkheid een modeshow op
P0Uw gezet voor inheemscne vrouwen,
waaraan prijzen waren verbonden voor
draagsters van uitdossingen die het
:st in den smaak zouden blijken te
Jen.
Hier in het Westen zou niemand te
len een dergelijke onderneming be-
waar hebben gemaakt. Modeshows en
„annequins zijn algemeen aanvaarde
fint edamemidelen. De ontwikkelde Indo-
UUlnesische vrouw schijnt er echter anders
ver te denken. Het Instituut tot be
scherming van de positie van de Indo
nesische vrouw, waarin een groot aan
tal vereenigingen op cultureel en poli
tiek gebied zitting hebben, belegde een
arotestvergadering, waarop zich niet
minder dan veertig vereenigingen de
den vertegenwoordigen en die door
drieduizend personen werd bijgewoond.
Ter vergadering voerden twee vrou
wen en twee mannen het woord. Uit de
redevoeringen stippen wij aan, dat de
door het comité gestelde eischen deze
modeshow tot een vrouwententoonstel
ling maakten en dat men in het heele
jeval een gevaar zag voor de eerbaar
heid van de Indonesische vrouw. Een
andere spreekster constateerde, dat zij,
die deze tentoonstelling bezochten hun
Indonesisch moreel hadden verloren.
Nu mogen we aannemen dat nationa
listische tendenzen deze houding van de
Indische vrouwen mede hebben be
paald, toch mogen wij het voorval
ter harte nemen. Onze Westersche be
schaving heeft trouwens wel meer kan
ten, die niet Europeanen een raren
kijk op het hooggeroemde blanke ras
moeten geven.
:N
WAT IS DEVALUATIE
EN DEFLATIE?
(Ingezonden)
VI.
In het slot van mijn vorig stukje heb
ik iets gezegd over het loslaten of prijs
geven van het gouden-standaard-sy
steem.
In de troonrede wordt gezegd:
„Het aantal mogelijkheden tot ver-
„hooging der welvaart en dus tot ge-
„zond finantiëel herstel door middel
„van nationale maatregelen is beperkt.
„Met name kunnen devaluatie van de
„munt of prijsgeven van den gouden
„standaard niet beschouwd worden als
„middelen, die de volksgemeenschap
„als geheel baat zouden brengen.'
Naar aanleiding van deze uitspraak
en mede in verband met het feit, dat de
Nederlanders over het algemeen eene
groote verknochtheid toonen aan den
gouden standaard (over de motieven
daarvan spreek ik nog), zou men wel
licht geneigd zijn, om het idéé van het
prijsgeven van den gouden standaard
nu maar ineens uit de discussie en uit
zijne gedachten te bannen en alleen
maar over devaluatie te spreken.
Toch geloof ik niet, dat men hierme
de verstandig doet. Ik durf zelfs als
mijne meening uit te spreken, dat uit
eindelijk de strijd niet zal gaan over
deflatie of devaluatie, maar eenvoudig
over het behouden of prijsgeven van
het gouden standaard systeem, (bij het
laatste wordt dan in ernstige overwe
ging genomen vastkoppeling van den
gulden aan het sterlingblok)
Het idee van het prijsgeven van den
gouden standaard blijft in elk geval in
de belangstelling staan en ook naar
mijne meening, kan men beter wan
neer eenmaal de strijd gestreden is om
voortzetting of verandering van het
huidige regiem en de beslissing gevallen
is ten gunste van verandering ons
economisch leven niet weder direct bin
den aan een bij de wet (en dus tot op
zekere hoogte willekeurig) gewijzigden
gouden standaard, doch, zeker voor-
loopig, de noodige vrijheid behouden.
Zoo ver is het echter nog niet.
Het is heelemaal niet zeker, dat een
besluit tot wijziging van het huidige
geldregiem in de nu beginnende zitting
der Tweede Kamer vallen zal. (De om
standigheid, dat de bestrijders van het
huidige regiem verdeeld zijn in voor
standers van devaluatie en voorstan
ders van prijsgeving van den gouden
standaard is hierbij van beteekenis).
Zelfs bestaat de kans, dat de uitein
delijke strijd op dit terrein wel nimmer
zal gestreden worden, omdat het mo
gelijk is, dat in den tijd dat men de
zaken op de spits drijft, de omstandig
heden in de buitenwereld zich op zoo
danige manier wijzigen, dat de te ne
men beslissing alle waarde verloren
heeft. Het is in de geschiedenis herhaal
delijk zoo met zoodanige aangelegen
heden en zaken gegaan. Er op rekenen
kan men echter geenszins, zooals van
zelf spreekt.
Ik ben echter intusschen van mijn
oorspronkelijk betoog een aardig stuk
afgedwaald door deze uitwijding over
het prijsgeven van 't gouden-standaard
systeem. Ik neem nu de draad weer op.
De vorige keer heb ik verklaard, hoe
devaluatie tot stand kan komen en wel
ke voordeelen eene devaluatie met zich
kan brengen. (Voor onze beschouwing
kan men nu verder zonder bezwaar het
loslaten van den gouden standaard on
der devaluatie nemen, ter beoordeeling
van voor- en nadeelen; loslaten van den
gouden standaard zou men in zeker op
zicht, consequente devaluatie kunnen
noemen. Ik ga hier nu niet verder op in.
Wat hier nu volgt over devaluatie,
geldt ook voor het systeem van prijsge
ving van den gouden standaard).
Devaluatie brengt de volgende voor
deelen mee:
1de daling van het prijspeil ge
schiedt direct en volledig en zal voor
de Nederlanders zelve vrijwel onge
merkt, zonder catastrophes en conflic
ten geschieden;
2) het bedrijfsleven wordt niet on
der verderen druk gebracht;
3) de finantiëel - maatschappelijke
instellingen kunnen hunne functies on
gestoord blijven uitoefenen, zonder al
lerlei ingrijpende, dwingende maatre
gelen van de overheid.
Wat het laatste punt betreft, zijn wij
op het oogenblik getuige, (zoo men al
thans de couranten leest) van het ont
werpen van overheidsmaatregelen, die
dwingend ingrijpen in het normaal
functionneeren van die instellingen.
Dat de leiders dier instellingen hunne
bezwaren kenbaar maken en de gevol
gen van dit ingrijpen onder de aan
dacht van de overheid brengen met de
juiste vermelding van de hoegrootheid
dier gevolgen, is hun goed recht en dit
is ook van zéér groote waarde ter be
oordeeling van het geheel. Daarmede
is nu echter niet gezegd, dat dit over
heidsingrijpen ook achterwege moet
blijven. Wanneer de handhaving van
den huidigen gouden standaard het vor
dert, is de keus daarmee vastgelegd.
Wanneer ik nu de nadeelen van de
valuatie onder het oog neem, begin ik
met:
1dat door devaluatie de prijs van
de geïmporteerd wordende goederen
stijgt. Deze goederen bestaan zoowel
uit fabrikaten als grondstoffen. Wij
moeten deze goederen importeeren, in-
zooverre zij uit grondstoffen bestaan,
die wij zelf niet bezitten en uit fabrika
ten, die samengesteld zijn van derge
lijke grondstoffen. De import van ons
land is groot in verhouding tot onze
productie en export.
Of het levensonderhoud duurder
wordt hangt geheel af van de plaats, die
de geïmporteerde grondstof en het ge
ïmporteerde product op het levensbud
get inneemt. Om deze reden zal duurder
worden van de import een veel gerin
ger effect hebben op het binnenlandsche
prijzenniveau, dan de devaluatie in
aangeeft.
Men kan op dit thema verder door
redeneeren en betoogen, dat ook de ex
port meer zal opbrengen etc. etc. ik
kan het geval echter niet anders zien
dan een nadeel, hetwelk wel lang niet
dat drukkend effect zal hebben op de
binnenlandsche koopkracht als de di
recte maatregelen van salaris- en loon-
verminderingen, doch in elk geval
wordt de koopkracht, die bij devaluatie
op zichzelf dezelfde blijft, door het
duurder worden der artikelen, die of
wel geheel van buitenlandschen oor
sprong zijn of waarin alleen maar bui-
tenlandsche grondstoffen verwerkt zijn,
ongunstig beïnvloed.
Als voorbeeld kunnen wij zeer goed
nemen de looierij.
Bij devaluatie met b.v. 40 wor
den met één slag de huiden en looistof
fen 40 duurder, (een ernstige druk
op de wereldmarktprijzen zal door de
onttroning van den gulden wel niet ont
staan, zooals bij de val van het pond
sterling is voorgekomen, althans dit
verwaarloos ik hier). De koopkracht
wordt door devaluatie niet vergroot.
Welke garantie heeft nu de looier, dat
hij van zijn product een evenredig hoo-
gere prijs kan maken? (Export sluit ik
hierbij uit).
2) dat het internationaal crediet
van den Nederlandschen staat door de
valuatie-maatregelen wordt geschaad;
3) dat schulden in buitenlandsche
valuta met hetzelfde percentage stijgen
(in guldens gerekend) als waarmee ge
devalueerd wordt.
Het is om deze reden, dat Duitsch-
land, hetwelk groote schulden heeft in
vreemde valuta zich zoo krampachtig,
met allerlei kunst- en vliegwerk, tegen
devaluatie verzet.
4) dat Amsterdam als internatio
naal geldcentrum, speciaal als interna
tionale kapitaals-accumulator, door de
valuatie-regelingen beteekenis verliest.
Hiermede echter genoeg voor van
daag.
M. J. P.
Zoo heeft minister Gelissen tijdens
het jongste ministerieele bezoek aan
Brussel te kennen gegeven, dat de
wereldtentoonstelling in de Belgische
hoofdstad hem zeer veel bekoord en
dat hij thans ten volle bereid is om
krachtig het initiatief te steunen van
de Amsterdamsche Kamer van Koop
handel om in afzienbaren tijd ook
in de Nederlandsche hoofdstad zulk
een tentoonstelling tot stand te bren
gen. Wat de Belgen presteeren, zoo
heeft hij gezegd, moeten wij óók
kunnen doen.
Met deze toezegging van regee-
ringssteun is de organisatie van een
Amsterdamsche Wereldtentoonstel
ling thans wel zeker geworden. Ze
zal na de Parijsche Wereldtentoon
stelling worden gehouden, vermoe
delijk in 1939. Als aanleiding kan
dan het eeuwfeest dienen van de
opening onzer eerste spoorlijn, welke
van Amsterdam op Haarlem liep
Het is te hopen dat de toestand van
onze spoorwegen in 1939 reden tot
fuiven mag geven en dat de duurte
van onzen gulden dan ook geen
reden voor vreemdelingen meer zal
zijn om ons land te mijden.
herten zagen, twee watervallen met
een fontein.
Nu keerden we huiswaarts, en
kwamen op onze terugweg ook door
Den Bosch, dat vanwege het feest
mooi versierd was. Zeer voldaan
kwamen we 's avonds thuis, en
dachten over de prettige dag nog zo
erg, dat we er 's nachts nog van
droomden.
NELLY JUURSEMA,
Loonschen Dijk 102, Kaatsheuvel.
EEH SCHOOLREISJE.
't Was eindelijk de laatste school
dag, en morgen 1... dan begon de
pret van de vacantie. Eerst zouden
we een uitstapje met de schoolreis
naar Apeldoorn maken, 's Nachts
hadden we geen oog dicht gedaan
en waren om zeven uur al weer bij
school present. Eindelijk kwam in
de verte de autobus aan, die ons
spoedig had bereikt. We stapten in
en de reis was begonnen.
Het was een prettig zitje, en het
was ook mooi weer. Eindelijk wa
ren we te Soesterberg aangekomen,
en we zouden eerst het vliegveld
gaan bezichtigen. Reeds zagen we
in de verte de grote vogels stijgen
en dalen. We zagen ook de grote
hangards voor de vliegtuigen, loen
we naar het vliegveld geweest wa
ren, stapten we weer in en zetten
de reis weer voort. Na een poosje
rijden kwamen we aan een café,
daar aten we ons brood en dronken
een glas limonade. Nadat we ver
zadigd waren stapten we op om het
Uddeler-meer te gaan bezichtigen.
We zagen het water blinken in de
zonde rand van het meer was
met riet begroeid, en vanaf een
heuvel, met een smal paadje er
langs zagen we verder neer op de hei
en de bossen van de Veluwe. We
hadden grote lust om pootje te ba
den, maar dat mocht niet. Toen
zijn we naar de Julianatoren ge
gaan. Daar kregen we een kaart en
beklommen de toren, we zagen toen
een prachtig panorama. Een eindje
van ons af tussen de dennenbossen
in lag Apeldoorn, en onder ons lag
de tuin van de Julianatoren, en ook
de dwaaltuin, met het midden er
van een grot. Er liepen ook al enige
mensen in, en we keken van boven
af hoe we de grot bereikten. Na
een poosje gingen we naar beneden,
en zouden ook naar de dwaaltuin
gaan. Eerst gingen we naar Rood
kapje en de Wolf kijken. Dat was
ook erg leuk. Roodkapje met een
mandje aan haar arm, waar een fles
in stak, en een opgezette wolf kwam
naar haar toe, en door een raampje
in het huisje, zag je Grootmoeder
met haar slaapmuts op in bed liggen,
en achter het huisje kwam nog een
hertje loeren.
Toen gingen we naar de dwaaltuin,
dat was pas leuk. Weiiepen telkens
verkeerd, slechts een paar jongens
vonden de grot direct. Toen we
er allemaal waren gingen we de
grot in. Daar zat een Veluws-huis-
gezin worst met aardappelen te eten
en een kat zat er bij met een scho
tel worst voor zich. Aan de schouw
hingen ook een paar worsten. De
grot was verlicht met allerlei ge
kleurde lampjes. Daarna gingen we
weer naar de beeldengalerij, waar
'n neger-Jaszband een stukje muziek
speelde. Ook ontbraken er de lach-
spiegeltjes niet, eerst zag je je er
maar een paar centimeter groot en
wel tweemaal zo dik, en van boven
af was je zo lang en mager als een
bonestaak. Nadat we daar uitgeke
ken waren gingen we naar de spie
gelzaal. Daar zag je wel tien keer
in je eigen beeld. Toen we uitge
keken waren dronken we een glas
limonade en vervolgens gingen we
naar het prachtige paleis het Loo.
Op een rijtje stonden bomen in
witte bakken. Ook gingen we nog
naar het park Sonsbeek waar we
naar het Duits
van Adolf Schmitthenner
door
Ja, het luik gaat open. Een smalle
lichtstreep wordt zichtbaar. Verder
opent zich het luik. De lichtstreep
wordt breder en breder en eindelijk
is het een stroom van licht. Steeds
lichter wordt het luik, tot het van
zelf verder open gaat en achterover
valt. Een paar stappen nog en ze
staat boven in het volle licht van
de maan. Rondom haar staat de
nachthemel. Daar boven, nog hoger
dan zij zich thans bevindt, staan de
sterren te schitteren, en de maan
laat haar liefelijk licht vallen over
de klokken 1
De klokken 1 Haar hart klopt van
blijdschap en angst tegelijk. Het
zijn er drie. Ze hangen naast elkaar,
de grootste middenin, daarnaast de
kleine.
Welke klok luiden ze nu 's mor
gens vroeg, om vier uur? Is het
deze niet, dan is het dieIk weet
het niet. Daarom mag er geen een
van jullie luidenEerst moet jij
stom worden, jij blinkend klein
klokje 1»
Veronika liep langs de wand tot
ze naast het kleine klokje stond. Ze
greep met haar hand tussen de
balken en streelde het metaaltoen
boog ze haar hoofdje tussen de bal
ken en drukte haar lippen op het
koude metaal.
»Wees lief en goed en volgzaam,»
vleide ze. »Dan zal ik je ook met
bloemen sieren
Ze bukte zich en kroop tussen het
balkwerk door onder de klok. Ze
vond met haar voet houvast op de
wankele planken en richtte zich op.
»Hier is de klepel, die moet er.
uit en weg. Wie had kunnen den
ken, dat—ie zo zwaar was? En
toch, hij liet zich oplichten Zou hij
er niet uit kunnen Laat eens zien,
hoe hij er in hangt!»
Veronika voelde met haar hand.
«Hier is—t—ie erin gekomen, en
hier moet ie er ook weer uit. En
nu opgepast en je verstand gebruikt
Ze vatte de klepel met beide han
den, tilde hem op, liet hem in de
haak op en neer, en naar links en
rechts bewegen. Bijna was ze van
blijdschap en verrassing luid begin
nen te gillen ze hield de klepel in
haar handen. Ze klemde haar armen
er om heen, liet hem tot op haar
borst zakken en drukte hem aan het
hart, zoals een moeder haar kind.
Daarna schoof ze hem voorzichtig
tussen de balken door op de grond
en sprong ook zelf naar beneden.
Toen ze weer in de heldere mane
schijn stond, overlegde ze, waar ze
haar ijzeren »pop» zou verbergen.
Eventjes dacht ze eraan, de klepel
door een galmgat naar beneden in
het kerkhof te gooien. Maar dan
viel hij misschien op een steen, en
die luide knal kon haar verraden.
Dus verstoppenMaar waar
Onder de trap? Maar, wanneer ze
mei kaarsen naar boven kwamen
en zochten, zouden ze hem vast en
zeker vinden. Daar dacht ze opeens
aan het gestoelte van den Keurvorst.
Daarin stond een lange beklede
voetenbank. Daar zou ze de klepel
onder leggen, want daar zou hem
niemand zo gauw zoeken.
Ze nam hem op en ging nu weer
dezelfde weg terug, die ze straks
gekomen was. Ze kon nu vlug gaan,
want het maanlicht vergezelde haar
tot aan de ijzeren deur, die naar
de trapverdieping leidde. Ze liet
deze deur achter zich open staan
en liep vlug tussen de banken door
naar de keurvorstelijke stoel.
Hier wist ze ook in de duisternis
de weg. Ze bukte zich en zocht de
voetenbank. Het eerste, wat ze
greep, was de gewatteerde voetenzak
van de gestorven Gravin. Daar ach
ter was de beklede bank. Ze wipte
het lange ding naar voren om, legde
de klokkeklepel er achter, richtte
de voetenbank weer overeind en
snelde vlug en verheugd weer terug
de wenteltrap op, over de zolder
Genève is opmerkelijk stil, zoo
stil zelfs, dat we vreezen dat de
groote storm niet lang meer zal
uitblijven.
Intusschen klettert Britannia met
haar zwaard op een wijze, dat de
wereld van de Middellandsche Zee
er van begint te daveren. Zij zet
haar biceps op in die wereld door
haar drijvende forten te concentree-
ren, waartegenover de Italianen op
naar de ladder en naar boven naar
de klokkestoel.
»Nu is die andere kameraad aan
de beurt,» zei ze en ging naar de
andere kleine klok. Ze kroop onder
de stalen muts, probeerde de klepel
op te lichten en zocht met de vin
ger naar haak en cog. Maar, o wee 1
Hier was het onmogelijk de klokke-
niond van zijn tong te beroven. Ze
was er aan vast geklonken, het
staalwerk vormde een rond en ge
sloten geheel, en de vingers van
het meisje zochten tevergeefs naar
een losse klepel.
Ze liet haar handen slap langs
haar schort vallen. Bedrukt keek
ze op naar de maan, alsof die haar
raden en helpen moest. Wat zou ze
doen Hel klokketouw doorsnijden
In het gereedschapshuisje van den
doodgraver een spade halen en
daarmee alle klokketouwen door
snijden, Alle Maar dan zouden ze
denken, dat iemand ze gestolen had
en de klokkeluider zou een ander
touw halen, en na een kwartier
wachtens luidde de klok toch 1
«Ach, jij goede, trouwe maan, wat
moet ik doen?»
Wordt vervolgd.
Oplossing uan de vorige week.
1. De klok. 2. Het masker.
SLORDIG LIESJE.
Liesje heeft een nieuwe jurk
van oma gekregen,
»Liesje zult ge voorzichtig zijn?
'z antwoordt »Ja» verlegen.
Liesje gaat opgewekt naar school
maar per ongeluk,
Liesje haakte aan de deurknop
en de jurk was stuk.
O, wat traantjes rollen nu
over rode wangen,
Maar de juffrouw heeft 't gezien
en zal hulpe biên.
In 'n ommezien is 't gemaakt
o wat fijn
Liesje zegt nu «Juffrouw 'k zal
nooit meer zo slordig zijn».
»Ziezo, ga nu maar gauw naar
oma vertel haar alles hoor,
En voortaan maar op de deurknop
letten, nou Liesje gaat er nu
van door.
Pietje Konings,
Rechtvaart 29, Kaatsheuvel.
10*
IN
JAN DE JONGE.