Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. OPENING DER WATERVOORZIENING EEN LIEFDE IN CHINA EERSTE BLAD, VOOR DE GEMEENTEN VLIJMEN EN DRONEN. FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Twee Bladen 58c Ji Advertentiën moeten Woensdag en UITGAVE; Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën; Telefoon No. 38 Telegr.-adres: ECHO. 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. WOENSDAG 16 OCTOBER 1935. ER 80. ij-vivvjrvi^xj. o van het Zniden, aalw(jksche en Lanptraatscbe Courant^ Uil li lad verschijnt \V OENSI) A G en Z A T E K D A G I',lieven. Ingezonden stukken, gelden, enz. irancu iv /.enden aan den Uitgeve*. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.2.». Franco p. post door 't geheele rijk 1.4U. De bevolking van de gemeenten Dru- nen en Vlijmen besefte blijkbaar dat het Maandag voor hen een zeer be langrijke dag was. De straten waren feestelijk met vlaggen getooid en over al liepen de menschen uit om de offi- cieele personen, die bij de opening der waterleiding tegenwoordig waren te verwelkomen. Toen wij tegen tweeën bij den prach- tigen majestueuzen watertoren te Nieuwkuik aankwamen, vertoonde zich daar de entourage, die nu eenmaal bij elke gewichtige dorpsgebeurtenis ge bruikelijk is: de hooge hoeden, de har monieën, de kijklustigen en de druk-in- de-weer-zijnde veldwachters. Voor den ingang van den watertoren verzamelden zich de genoodigden, waarbij wij opmerkten de burgemees ter van 's-Bosch, Vlijmen en Drunen, de heer Roborgh, directeur der ge meentebedrijven te 's-Bosch, ir. Krol, directeur van het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening, de heer van der Velden, inspecteur der Volksgezond heid te Breda, en verder de raadsleden, ambtenaren en de geestelijkheid der aangeesloten gemeenten. Even over 2 arriveerde de Commissaris der Konin gin in de provincie Noord-Brabant, Mr. Dr. van Rijckevorsel, die door Mr. van Lanschot ontvangen werd. De Drunensche Harmonie ,,de Vol harding' speelde het Wilhelmus. De eerste woordvoerde was Burgemeester v. d. Ven, die de volgende rede hield: Mijnheer de Commissaris der Konin gin, Heeren Burgemeester en Wethou ders van 's-Boscli en verdere genoodig den, ik heet U mede namens het gemeen tebestuur van Drunen bij dezen schoo- nen majestueuzen watertoren van harte welkom. Op de eerste plaats moet ik U, mijn heer de Commissaris der Koningin har telijk dank zeggen, dat U herwaarts zijl willen komen om deze waterleiding te openen en door Uwe Hooge persoonlijk heid luister bij te zetten aan dit voor de bewoners van Vlijmen en Drunen zoo historisch gebeuren. Sinds vele jaren werden door mij po gingen aangewend om deze gemeente van een waterleiding te voorzien, doch steeds bleek, dat de rente en aflossing van het benoodigd kapitaal niet waren te dragen en ook niet voor een groot deel waren te vinden in de opbrengst van den verkoop van het water. Telkens werden nieuwe plannen en berekenin gen gemaakt, zelfs werd aan de gemeente 's-Bosch concessie aangeboden met het vooruitzicht van alle winsten van het bedrijf, doch ook dit mocht niet tot het gewcnschte resultaat leiden. Eindelijk kwam er uitkomst. Een groote brand te Drunen, waarbij ver scheidene huizen tengevolge van water gebrek afbrandden, was voor het ge meentebestuur van Drunen, wetende dat ook wij naar een waterleiding smacht ten, aanleiding om voeling te houden met de besturen der gemeenten Nieuw- kuijk en Vlijmen om te trachten geza menlijk een waterleiding daar te stellen, èn in 't belang der volksgezondheid èn in 't belang der brandblussing. Na een conferentie der drie gemeente besturen volgde al spoedig een bespre king met het gemeentebestuur van 's-Bosch, die haar directeur der licht- en waterbedrijven, den heer Roborgh, machtigde met de betrokken gemeente besturen verdere plannen uit te werken. De grootste sta-in-den-weg voor ons plan was onze gemeentebegrooting, die geen meerdere uitgaafposten gedoogde en de omstandigheid, dat wij met uit zondering van nieuwbouw, de ingezete nen in dezen reeds zoo kommervollen tijd niet wenschten te verplichten hunne perceelen aan het leidingsnet aan te sluiten, wat reeds in zoo vele gemeenten oorzaak was van honderden processen- verbaal, met als gevolg een jarenlange verbitterde stemming tegenover het ge meentebestuur. En toch deed zich dage lijks de behoefte aan een waterleiding steeds sterker en sterker gevoelen. Ook een brand te Vlijmen, waarbij zes hui zen vernield werden bewees weer voor de zooveelste maal, dat er een waterlei ding moest komen, doch daartegenover troffen we steeds een ledige gemeentekas aan. Hoe dus zonder geld dit werk tot stand te brengen was de groote kunst. Wij wisten, dat van de zijde van de ge meente 's-Bosch en vooral van haar kon digen directeur der waterleiding alle medewerking was te verwachten. Met deze wetenschap voor oogen en met het bewustzijn, dat met goede buren altijd valt te praten, werden de conferentie's begonnen en kwamen wij daarbij op het prachtige idéé om aan de gemeente 's-Bosch voor den tijd van 35 jaren con cessie te verleenen voor den aanleg de zer waterleiding met dal beding echter: le. dat de gemeenten Vlijmen en Drunen steeds recht hebben het bedrijf over te nemen tegen de alsdan op het bedrijf rustende schuld. 2e. 00% der wateropbrengst aan de gemeenten Vlijmen en Drunen jaarlijks zouden worden uitgekeerd. 3e. de eerste 3 jaren geen aflossing en rente behoefde te worden betaald vermits onze begrootingen zulks niet toelieten, doch dat de rente bij het aan- legkapitaal zou worden bijgeschreven. Intufcschen, zoo redeneerden de ge- van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. meentebesturen, zouden voldoende per ceelen zijn aangesloten om de jaarlijks aan 's-Bosch te betalen annuiteit uit de der wateropbrengst te dekken. Ofschoon onze voorstellen in de be trokken gemeenteraden niet met alge- meene stemmen werden aangenomen, was er toch een meerderheid, die met onze plannen instemde en met ons het groote nut dezer waterleiding inzagen. Ik breng die mannen hier nog gaarne een woord van hulde en dank. Hoe het ook zij mijne heeren, de ge meentebesturen van Vlijmen en Drunen en het voormalig gemeentebestuur van Nieuwkuijk, gaan er trots op dit groot- sche werk tot stand te hebben gebracht zonder eenige finantieele hulp of garan tie van Rijk of Provincie, waar men zoo spoedig heen loopt. Des te grooter echter is onze erkente lijkheid tegenover het gemeentebestuur van 's-Bosch en den Directeur van het licht- en waterbedrijf, die op welk ge bied ook, steeds de grootste medewer king verleenden. Wanneer straks de voormalige ge meenten Haarsteeg en Elshout ook aan het net zullen zijn aangesloten, zal dit ongeveer 240.000.kosten, waarvan de jaarlijks te betalen anuiteit hoogst waarschijnlijk zal worden gevonden uit de van 's-Bosch jaarlijks te ontvangen 60% der wateropbrengst. Thans zijn reeds geheel vrijwillig te Vlijmen en te Drunen 500 perceelen aangesloten en dagelijks melden zich nog meerdere ge gadigden aan. Wanneer ik U vervolgens nog mede deel, dat de geheele leiding is aangelegd door werkeloozen, dat de gemeenten voor brandblussing op elke 100 meter een brandkraan ter beschikking hebben en dat bij brand het waterverbruik ons niets kost, dan zult U met ons wel willen getuigen, dat hier op de meest voordee- lige en meest economische tv ij ze een zeer groot algemeen belang gediend wordt. Münè Heeren ik vermeen U thans vol doende de historie dezer waterleiding te hebben geschetst. Alvorens te eindigen heb ik bchoette een speciaal woord van dank te richten tot den heer Roborgh, directeur der Bossche licht- en waterleidingbedrijven en tot zijn technischen medewerker den heer Neukirchen, voor hunne waarde volle adviezen, voor hun steun en hun medewerking om dit grootsche werk in zoo'n korten tijd tot stand te kunnen brengen. Ik spreek den wensch uit, dat Gods zegen op onze onderneming moge rusten, dat zij veel zal bijdragen tot bevordering der hygiene, tot beteugeling van het alles vernietigende vuur en dat de rentabili teit in korte jaren zoodanig zijn zal, dat wij in staat zullen zijn het bedrijf in eigen beheer over te nemen. Ik dank U. 29. ï)n vreemde hond Dc andere soldaat wipte overeind en de dokter, me' een sprong u -ar achteren, probeerde weg te hollen Dc soldaat met de speer wierp zijn wapen naar hem. De punc miste, maar For syth struikelde over de lange schacht en viel tegen de wankelende leuning die raai het begin van dc brug liep Door den smak brak deze af, en met een enkelen, korten kreet tuimelde Dick Forsyth in het water. HOOFDSTUK XIV. VOOR DE POORT. Toen deze ééne kreet hem ont snapt was, stootte dokter Forsyth op 'n uitstekenden rotspunt, waarop het struigewas wortel geschoten had. Hij greep er zich onmiddellijk aan vast en terwijl de takken onder zijn gewicht doorbogen, hing hij hoven het schuimende water. In het licht van de lantaarn zag hij, hoe de soldaten zich over de gebroken leuning heenbogen en terwijl hij daar nog in een hoogst gevaarlijke positie hing, trachtend eenig houvast voor zijn voeten te vin den, verlieten heide mannen de brug en begonnen stroomafwaarts te loo- pen. Hij was met dit vertrek buitenge woon ingenomen, onwetend, dat het onmogelijk was om lang te blijven hangen, zocht hij nog steeds naar een steuntje onder zijn voeten, doch vond er geen. Al worstelend slipte zijn voet op de met mos begroeide rots, het boschje bezweek en sleurde hem in den stroom mee. Tot zijn geluk kwam hij terecht op een plaats waar de rivier een diepe geul gemaakt had, zoodat hij zich niet bezeerde, maar toen hij, naar adem snakkend, boven kwam, voelde hij zich stroomafwaarts drijven. In weer wil van den dubbelen schrik behield hij zijn tegenwoordigheid van geest en spande al zijn spieren en zenuwen in om zijn koers dwars over den stroom te leiden. Het water was, zoo als hij vaststelde, niet heel diep, hiel en daar reikte het nauwelijks ter hoogte van de borst, maar de kracht van de stroom was geweldig er er te gen op te tornen was bijna een onmo gelijkheid. Overal waren rotspunten en kleine draaikolken, die ook op zich zelf een nieuw gevaar vormden, hoe wel ten slotte een dezer laatste hem dienstig was, want toen hij daarin ge raakte werd hij rond en rond gedraaid en aan den anderen kant uitge slingerd. Daar leidde het geraamte van een grooten boom, door een storm in de rivier gesmakt, van halfweg hel water naar den vasten wal. Het was zijn redding. Toen hij op den boom geklauterd was, bevond hij zich aan den voet van een steilen oever. Een van de weinige struiken die er groeiden hingen er over, en met zijn voeten op den boom- Na het applaus trad Mr. F. van Lanschot naar voren om vanaf de trappen van den watertoren de genoodigden toe te spreken. Ik gevoel me vandaag als Mozes. die op de rots sloeg en het water deed vloeien, aldus spr. Het water, dat door de gemeente 's-Bosch wordt opge pompt, wordt thans aan 17 gemeenten gedistribueerd. Het is vandaag voor deze beide gemeenten een dag van groot gewicht, omdat thans de moge lijkheid geschapen wordt om aan de waterleiding aan te sluiten. De voor deden daarvan zijn niet met enkele woorden te zeggen, doch het is een prachtwerk van hygiëne en vooruit gang. Door deze waterleiding zijn Vlij men en Drunen een heel stuk vooruit gegaan. Spr. meende in de totstandkoming dezer waterleiding een daad van groot gemeenschapsgevoel te mogen zien. Sinds 18 jaar is hij burgemeester van 's-Bosch; in het begin van die periode had hij den indruk, dat de kleine ge meenten die om zijn stad liggen, de hoofdstad niet goed gezind waren. Maar bij het voortschrijden der jaren heeft hij gevoeld dat hij zich in deze zienswijze bedrogen had. Een heel an dere verstandhouding is tusschen de gemeenten gegroeid. Men heeft begre pen, dat men niet ieder voor zich een willekeurige politiek moest voeren, maar dat de gemeentepolitiek zich ook op het algemeene belang moest basee ren. Het feit, dat door vriendschappelijk en degelijk overleg tusschen de ver schillende gemeenten iets kon worden bereikt, dat in wijden kring zal werken in het belang der volksgezondheid, be schouwt spr. als het geluk van den dag van vandaag. Het is spr. bijzonder aangenaam dat de gemeenten van Brabant zoo goed willen samenwerken met de hoofdstad. Het stemt hem blij dat de feesten tot herdenking van het 750-jarig bestaan van 's-Bosch. hebben bijgedragen aan de bevestiging dier goede verstandhou- stairi gelukte hel hem naar de smalle plek waar dit struikje groeide, te klimmen. Een oogenblik bleef hij daar rusten en keek rond. Twee honderd meter stroomafwaarts lag de brug; twintig meter verder, .stroomafwaarts, bewogen zich langs den anderen oever twee donkere gedaanten, spie dend in het water. Hel maanlicht weêrkaatste in het zwaard van een hunner en daaruit wist hij, dat het de heide soldaten waren, die hem zoch ten. Zich volmaakt stilhoudend, sloeg hij hen gade en zag hoe zij, in de blijkbare veronderstelling, dat hij verdronken en met den stroom mee gesleurd, naar hun post terugkeer den. Hij voelde zich voor het moment vrij van vervolging en begon verdere maatregelen te nemen om te ontko men. Deze oever was lang zoo steil niet, als die waarvan hij naar bene den geploft was en twintig minuten later had hij den top bereikt. Hij ontdekte, dat hij zich in een raapkool beplant veld bevond, en dat rechts van hem de straatweg liep. Diep gehukt kroop hij er heen, en ein delijk, toen hij zich veilig wist tegen bespieders van de brug at, kwam hij recht overeind en keek achterom. In het maanlicht zag hij een langen Chinees, die handenwringend in zijn riehling naderde. Gissend dat het Ching was, bleef hij in de schaduw van gepluimde hamboe, en toen de Oosterling dichter hij kwam, hoorde hij hem in zich zelf klagen en jam meren Ching! riep hij zacht, uit de scha duw van het bamboe te voorschijn tredend. Dokter, dokter Forsyth! Ching juichte bijna, en rende op hem loc Al zijn onaandoenlijkheid was verdwe nen en de tranen stonden hem in dc oogen. Snikken van blijdsclièp deden zijn lichkam schokken en de handen van dc dokter in de zijne nemend, schudde hij ze heen en weer alsof hij aan hel pompen was. Ik dacht u verdronken. Ik was heel bedroefd. Nu We zijn nu veiliger dan we wa ren, gaf Forsyth ten antwoord, op bruusken toon, om zijn eigen ont roering te verbergen Die vrienden daar zullen rapporteeren, dat ik in de rivier gevallen hen, en mijn nek ge broken heb. Ik denk het ook. Ik hoorde u gillen en ging terug. De soldaten ver telden, de vreemde hond over de brug gevallen, door een speer getroffen. Mijn hart gebroken. Ik Help me eens die mantel uit te wringen, viel Forsyth hem zakelijk in de rede Hij is zoo zwaar als lood. Handelen was het middel om Ching tot de werkelijkheid terug te roepen, dit wist Forsyth. Samen wrongen zij zijn doorweekt gewaad uit en ver volgden na enkele minuten hun w-eg Een lange reeks van trappen, een steile helling in den weg aangevend lag nu vlak voor hem. Aan den top vonden zij een gedenkboog van bizon- dere schoonheid. De vergulde inscrip tie glansde in het maanlicht en For syth poosde even om haar te lezen Een hulde aan de rechtvaardige regeering van Li-Weng-Ho in Pi- Chow,, deelde hij zijn metgezel met een grim mi gen lach mede. Zij naderden nu een groot dorp, dat door den straatweg doorsneden werd en daar de plaats in de diepste duisternis scheen, waagden zij het om er door te trekken. Ha 11 weg de smalle straat begon een hond te blaf fen, een andere hond antwoordde, toen weer een, en eensklaps klonk achter hen een roep. Ching keek even schichtig 0111. Soldaat, waarschuwde hij met ingehouden adem en zette het op een loopen. Forsyth volgde hem, hoewel hij ze ker geloofde dat een andere stem den kreet had opgevangen en een vervol ging zou beginnen. Zij kwamen echter ongehinderd door het dorp en verlieten na korten tijd de straatweg, om een zijpad in te slaan, dat een groote bocht afsneed. Onverwacht stonden zij voor een armoedig huisje. De deur was open, en daarbinnen zagen zij een vrouw en een klein meisje. De laatste schreeuw de het uit, toen zij voorhij gingen en verborg haar gezicht aan haar moe ders horst, terwijl zij schokschouder de van het snikken. Ching wilde doorloopen, maar For syth bleef staan. Wat is er aan de hand? vroeg hij in het Chineesch, Het' is omdat we geen rijst heb ben, gaf de vrouw met kennelijken tegenzin ten antwoord, en mijn doch tertje heeft honger. Forsyth keek naar het verlegen ge zicht van de vrouw en was overtuigd dat er geen reden was om aan haar woorden te twijfelen. Maar je man Is al acht maanden dood. Dood geslagen door de soldaten van den Gouverneur. De achtbare Li-Weng-Ho? Ja, Li-Weng-Ho een man van het kwaad. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1