Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EEN LIEFDE IN CHINA i 'I 'i ij] l' L_I DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Drie nieuwe politieke eenlingen in de Kamer en de vlucht in het Nationale. Het lied van schijn en wezen. ij I CCIIll I CTnM u. NUMMER 97, ZATERDAG 14 DECEMBER 1935, 58c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. traiicu te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Reclames 40 cent per regel. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Niet de meerdere of mindere welvarendheid van den. N S B. zegt ons, hoe het staat met de sleikle der «nationale» strooming in ons land, want het is ten onrechte dat sommigen de herleving en verbrei ding van de nationale gedachte n<et den N.S.B. vereenzelvigen. De nationale reveil is er lós van elke politieke partij of beweging. De N S B. omvat slechts een groep menschen, welke op hun manier de zeilen hebben geheschen om te trachten het nieuwe windje op te vangen en deszelfs kracht te gebrui ken »om den kop te krijgen» bij de race naar het «Morgenland», te verstaan in de beteekenis van het eigen land, zooals dat in de toekomst politiek en cultureel zal zijn geor ganiseerd. Zeer velen doen op hetoogenblik een gooi naar den prijs der toe komstige nationale verdienste en meerderen hebben reeds op biltere wijze moeten ervaren, dat de eigen worp in elk geval »mis» was. Anderen zullen op gelijke wijze worden teleur gesteld, ze overschatten de tus- schenrnimte. Gelet op de al oude Nederlandsche tradities, op onzen volksaard en het «eigene» in ons volkskarakter, is het niet aan te nemen, dat de sterkere opleving van het onatjonale» in de algemeene volksopinie zal leiden tot een vol ledigen herbouw van onze staats structuur op geheel nieuwe funda menten. Veeleer zien we als resultaat van de nationale reveil een verste- van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. 46. We zullen het doen als we de plaats kunnen vinden. Hij heeft oogen als een kat, wist Ching te berichten. Ziet in het don ker, weet U? Dan moest een van ons hem maar op den rug nemen. We kunnen hem misschien niet dragen aan beenen en schouders. In orde, verklaarde de Chinees. Ik hem dragen net als een klein kind. Maar deze toevoeging was wel wat optimistisch. Slechts met de grootste inspanning kregen ze den roover op Ching's breeden rug en wat die po gingen voor pijn veroorzaakten, be wees het trommelvuur van zuchten en grommen van de zijde van den patiënt. Maar toen hij zat, of beter ge zegd hing, scheen het vrij goed te gaan en hij overleefde den tocht, die bij twee blanken zeker voor een van beide slachtoffers den dood zou heb ben beteekend. Toen zij het bosch bereikten waar over de man gesproken had, deed For syth al het mogelijke om het hem ge makkelijk te maken en de gewonde toonde zich daarvoor uitermate dank baar. Op het oogenblik dat de dokter en zyn metgezel vertrokken, riep de heu- velbewoner iets tegen Ching, die on- viging van de peilers, waarop het Nederlandsche staatswezen rust, te weten de peilers van ons geestelijk goed en van onze geestelijke kracht vrijheid en verdraagzaamheid. Die versteviging kan en zól op den duur, zooals wij dat zien, worden bewerkt door vernietiging of bedwang van al die schadelijke, woekerende ele menten, welke de genoemde peilers tot op den schijn van den gezonden builensten glans uitholden. Zóó zien wij en we vinden ons daarbij in het gezelschap van talrijke verstandige, bezadigde en ervaren landgenooten de uitwerking van de nationale reveil en voor ons eigen staatkundig leven. Leidende dus naar min of meer ingrijpende hervor mingen, welke een gezond en krach tig nationaal leven waarborgen. Voorloopig denken een aantal medeburgers er nog anders over. Ook zij zien en beleven de herle ving van de nationale gedachte, maar overdrijven schromelijk de consequenties ervan. Er zijn véél menschen die geen vlam uit een dak kunnen zien slaan, of ze schreeu wen luid dat de stad in brand staat een water, waarvan ze den overkant niet kunnen zien, kan in hun oogen slechts een «zee» zijn. Voor zoover zulke menschen jong zijn en van de hyper nationalisten zijn er dat velen kan men hopen en vertrouwen, dat met den groei en het klimmen der jaren ook het realiteitsbesef zich zal ontwikkelen. Met deze jonge menschen zal het op den duur wellicht niet zoo'n ontstellend nationalistische vaart loonen. Maar ook in de oudere generatie treft men er misschien aan die gemakkelijk last krijgen van angst voorstellingen en dan gedachtig aan de ralten, die een zinkend schip trachten te verlaten over hoord springen, nog vóór ze een druppel middellijk twee woorden een paar maal bij zichzelf herhaalde. Nang Miao! Nang Miao! Wat is dat, Ching? vroeg de dok ter. Naam van de hemelsche bloem van den roover! berichte Ching kort. Terwijl ze bun weg vervolgden langs de bruisende rivier waren de mannen ieder bezig met hun eigen gedachten. Forsyth, hoewel bezwaard over Kath leen nieuwe avontuur was overtuigd dat ze voorloopig veiliger was in de handen der struikroovers dan in die van Ah Yeo, omdat de tocht naar Pi- Chow er door vertraagd werd. De roovers wisten niets van zijn of Ching's bestaan en een reddingspo ging was wel het laatste wat zij zou den verwachten, hetgeen hun taak aanmerkelijk verlichtte. Na ruim anderhalf uur kondigde Ching, die voorop liep, aan: Brug! en hij liet er op volgenDie vent geen leugenaar! HOOFDSTUK XXV. OM EEN LOSPRIJS. In de herberg van den Altijdduren- den Voorspoed was Kathleen uit haar slaap gewekt door het geluid van vechten aan de andere zijde van het schot, dat de "kamer in tweeën deelde. Iets vermoedende van wat daar gaande Was, ging ze overeind zitten, angstig luisterend. Het gedruisch nam toe, toen hoorde zij een geritsel van voet stappen, en plotseling werd ze, uit de duisternis door handen aangegrepen. Toen die haar beetpakten gilde zij het uit, maar onmiddellijk werd haar een hand voor den mond geduwd en ofschoon zij zich uit alle macht ver weerde, was ze hulpeloos in de on weerstaanbare omklemming. Toen voelde ze dat ze over iemands schouder werd gegooid en hoewel water van een ovei slaand zee-tje hebben geproefd. Zulke menschen brengen slechts onnoodig schrik en verwarring, want ze spartelen soms een heelen tijd rond alvorens de een of ander ze binnen boord heeft gehaald óf.... de zee zich voorgoed over hen sloot. Een tragedie als we in deze regels schetsten, speelde zh h in een paar weken tijds tot driemaal toe in het parlementaire leven van ons land af. Achtereenvolgens sprongen Prof. Hugo de Viies, Mr. Jan Duys en Mr. Dr. W. Westerman van de boot af, op welke ze de politieke wateren des lands bevaarden. En ze d.-en thans alle drie hun best om met een nieuwen nationalen armslag de haven van het Binnenhof weer bin nen te loopen, onderwijl hoopvol blikkende naar de schuitjes, welke er met een brullenden Nederland- schen Leeuw vóór op den boeg, liggen te spelevaren Zullen ze binnen boord worden geheschen? We willen niet beweren, dat slechts <16*43 half bezwijmd, wist zij dat ze uit de herbergkamer gedragen werd. Zij trachtte nogmaals te schreeuwen, maar een andere hand stopte een zij den prop in haar mond en voor ze die verwijderd had, werd zij de ladder achtige trap afgedragen naar de ka mer beneden, waa zij op een stoel ge zet werd. De eigenaar van de herberg was nergens te zien, maar in het licht van de lamp stond Ah Yeo. Toen Kath leen's blik op hem viel maakte een doffe wanhoop zich van haar meester. De secretaris van zijn kant keek haar aan met een kwaadaardigen glim lach en met sarcastische minzaam heid sprak hij Edele dame, ik ben gekomen om U te bevrijden! Bevrijden! protesteerde ze harts- tochtelijk. Ja! Bevrijden! Ik kom U redden uit de handen van den bruut, den in dringer, die U uit de Yamen van mijn edele heer gestolen heeft! Het was heel handig van dien barbaarschen dokter U op die manier te ontvoeren, toen u niet vrijwillig wenschte te gaan en mijn geachte meester was zeer bedroefd om het gevaar waarin U geraakt was. De beleediging, die hem persoonlijk was aangedaan, ver gat hij in zijn bezorgdheid over U Welnu, zooals U ziet heb ik mijn zen ding vervuld bijna. Bijna? Toen het meisje dit vroeg hield het geluid van het gevecht boven hun hoofden plotseling op en een half do zijn gewapende mannen daalden de trap af. De secretaris stelde een van hen een paar kort-afgebeten vragen en toen hij antwoord gekregen had, wendde hij zich glimlachend weer tot Kathleen. Neen, niet bijna. Ik liep achter de feiten aan. Mijn zending is thans geheel vervuld! onedele en zelfzuchtige motieven de drie parlementariërs tot 't avontuur hebben gelokt, »principieele» overwegingen en oedenkingen wogen hun misschien al langen tijd héél zwaar. Maar alle drie hebben ze met het stellen van hun dóaJ toch maar gewacht tot het nationale getij méé was en ze als kleinmoedi- gen in de vrees kwamen te verkeeren, dat het op de oude boot niet safe meer was. Alle drie hebben ze de «vlucht in het nationale» ondernomen,voor wat Mr. Westerman betreft, de vlucht van het nationale in het hyper nationale. Ze achtten de vette weiden der democratie afgegraasd niet mate rieel, maar geestelijk. Althans voor wat de heeren de Vries en Westerman betreft. '1 oen de heer Duys na het verlaten van de S.D.A.P. met zijn voeten stampte, was 't waarachtig niet alleen frstof» dat hij van zijn voelen schudde, maar lut waren dikke klonters cumulatie-klei, die hij.... bovendien voorzichtig opraapte om ze thuis bij de groote hoop te smijten. Vijf en twintig jaren onlving hij zijn schadeloosstelling als Kamerlid, vijl en twintig jaren genoot hij »verlofstractemeni» als rijksambte naar uit een grijs verleden, veel jaren geniet hij pensioen, omdat ie een blauwen Maandag wethouder was in Zaandam en in den natio nalen tijd, dien hij in de Tweede Kamer verspij helde, bezo gde hij zich den ad vocalen—titel en een advocaten prac tijk. Thans gelooft Mr. Duys in de waarde van het nationalisme en hij stemt vóór de oorlogsbegrooting uit dankbaarheid jegens het land, waar hij het zóó goed had en het voor loopig tot September van 1937 nog uitstekend »hebben» zal. Want de nieuwe nationalist zal zijn traotement van socialistisch Kamerlid blijven opstrijken Geheel? herhaalde Kathleen met gesmoorde stem, want ze kreeg een beklemmend gevoel wat de man be doelde. Ja! De beleediging, die de bar- baarsche dokter aan U en de schande die hij mijn eerwaardigen meester heeft aangedaan, zijn thans gewro ken? Ge..wroken? De stamelende klanken kwamen nauwelijks hoorbaar over de lippen van het meisje; thans geheel begrij pend wat de secretaris bedoelde be groef ze haar gezicht in de handen. Ah Yeo liet een onaandoenlijkcn blik op haar rusten. De smart van die vrouw ontroerde hem niet in het minst; integendeel hij juichte inner lijk, dat hij in staat was haar leed te doen. Ik begrijp wat een verlichting die wetenschap voor U moet zijn, her nam hij op zijn fleemendsten toon, maar wij moeten niet talmen. Dit is niet de provincie van mijn achtens- waardigen heer en het is niet verstan dig hier veel tijd te verspillen. Boven dien ge zoudt dat ongetwijfeld ook niet willen, wanneer ge er aan dacht met hoeveel verlangen mijn meester U wacht. Met het hoofd nog steeds in de ar men geborgen, schonk het meisje hoe genaamd geen aandacht aan de giftige taal van den Chinees. Hij deed een stap vooruit en een gele hand op haar schouder leggend, schudde hij haar bij den schouder. Hoor je me? vroeg hij scherp. Het meisje lichtte het hoofd op en haar met tranen bedekt gezicht leek versteend. Zij staarde hem afwezig aan en het was hem duidelijk dat zij niets van zijn spottende woorden ge hoord had. Dit gebrek aan respect maakte hem woedend. Sta op! snerpte hij, haar over eind trekkend. Neen, dón hebben we respect voor de geste van Prof. Hugo de Vr es. die na zijn frontverandering ontslag nam uit de Kamer en eventueel pas in 1937 zal probeeren in hoeverre zijn speculatie op de «40 pet. der Anti—Bevolutionnairen, die Ned, Hervormde kiezers zijn» specu latie op dezer zin voor »nationale» politiek, verbonden aaneen bevoor rechting van de «nationale» kerk effect zal hebben gehad. Het «Man over boord 1» zal in onzen tijd zoo nu en dan nog wel eens opklinken, want het fata mor gana der paradijsachtige kust van het nationalisme lokt de bangerds en de speculanten. Voor de politieke rust en een vruchtbare hervormde werkzaam heid van régeering en Kamers, is 't van belang om maar niet te veel notitie te nemen van die icidenlen. Wie springen wil, die Lte men_ rustig zwemmen Het Fransche dagblad »La Croix» vertelt een ondeugendht idje over de toestanden in het Derde Rijk. We houden overigens heelemaal niet van grapjes ten kosten van de Nazi's, maar deze anecdote is toch te aardig om ze niet over te ver tellen. Een der rijksministers, zoo luidt het verhaal, bezocht een fabriek en informeerde er ook naar de politieke gezindheid der arbeiders. Excellentie, er schuilen nogal wat communisten onder hen, zegt de werkbaas. Hoeveel gemiddeld? Ja, dat zal wel 40 op de hon derd zijn. Zooveel nog? En socialisten? Zestig op de 100, Excellentie. Maar waar blijven dan de nationaal socialisten O, wat dót betreft. Excellentie, antwoordt de werkbaas met een stralend gezicht, wij zijn allemaal nationaal social i--ten. Terwijl hij dat deed schreeuwde ze het uiteen kreet van pijn maar niet van angst. Wat is er? vroeg hij geprikkeldjj Mijn voet, antwoordde zij, naai- haar verbonden enkel kijkend, doet me pijn; U O, onderbrak hij haar met een gemeen lachje; U hebt Uw voet be zeerd. Dan zult U tenminste geer pogingen doen om weg te loopen. Ge lukkig hebben we een draagstoel vooi Zonder verder een woord pakte hil haar op en droeg haar de herberg uit] De stoel, waarin Ching en Forsytlj haar uit de Yamen gevoerd haddeij stond gereed, bewaakt door een gei wapende man, die een lantaan in di hand had. Ah Yeo duwde haar hardhandig iil den stoel, trok de gordijnen dicht eij' gaf den soldaat bevel haar geeij seconde uit het oog te verliezen. Daari op keerde hij naar de herberg terug» Er gingen vijf minuten voorbij, en toen hoorde zij in haar halve vei'» dooving den secretaris orders gevenl De stoel werd opgetild, ze voelde bef weging en was zich bewust dat dl terugtocht naar de Yamen te Pi-Cho\| was begonnen. Eenigen tijd hoe lang wist z« niet zat ze verslagen en verlamd val, smart en wanhoop, in den stoel teru^' geleund. Langzamerhand werd he| haar weer mogelijk helder te denker^ i' V V en ondanks haar peilloos verdriet ove» den geliefden man, aan wiens dood zj, geen moment twijfelde, ontwaakt" haar oude moedige energie. Wordt vervolgd. %i Waalwyfesclic en Langstraatsehe Conranti i 'H

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1