Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gemeenteraad Sprang-Capelle. EEN LIEFDE IN CHINA FEUILLETON h f Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Het voetbalverbod. De begrooting goedgekeurd. DPOP.EKMUMWG £>TFPre NUMMER 98. WOENSDAG 18 DECEMBER 1935. 58c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. trancu te zeiiüen aan den Uitgever. Abonnementsprys per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoon No. 38. Telegr.-adresECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Reclames 40 cent per regel. Prys der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. By contract flink rabat. De raad der gemeente Sprang— Capelle vergaderde Vrijdagavond ten raadhui/.? onder voorzitterschap van Burgemeester Smit. Er was weer groote belangstelling op de publieke tribune. Afwe/.ig met kennisgeving wegens ziekte de heeren J. Vos en de Bas. Aan de orde 1Vaststelling van de notulen van de vergadering van 8 November 35. Zonder opmerkingen woiden de notulen goedgekeurd. 2. Ingekomen stukken. Ingekomen zijn slechts enkele dankbetuigingen voor toegekende subsidies. 3. Goedkeuring begrooting Burgerlijk Armbestuur Sprang voor 1936. j Deze begrooling wordt goedge keurd met een totaal van f4HkVen een gemeente-subsidie van 12150, Het uoelbali>erbod. 4. Wijziging en aanvulling Algemee- ne plaatselijke politieverordening. Het prae advies van B. en W. is reeds opgenomen in ons blad van j.l Woensdag De Voorzitter meent aan dit prae- advies weinig te behoeven toevoegen en geeft aanstonds het woord aan den raad. De heer K»rsl spreekt als volgt: Gaarne zou ik enkele opmerkingen maken over het voorstel, zooals dit hier voor ons ligt. In de eerste plaats iets over de formuleering. Deze lijkt mij niet bijzonder duidelijk en vol ledig. Het voorstel spreekt van voet balspel op van oen pnbli keil weg van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch, door BEN BOLT. Nadruk verboden. 47. Ik zal nooit naar de Yamen te ruggaannooit! hamerde het in haar hoofd. Het leven hield geen enkele belofte meer voor haar in. Haar geliefde was dood en te Pi-Chow wachtte haar onduldbare schande. Liever zou ze sterven en met een haast lugubere kalmte begon zij te overleg gen hoe zij uit het leven zou scheiden. Zij had geen wapen, geen enkel ander hulpmiddel, maar op weg naar Pi- Chow waren afgronden, bruggen.... Een schreeuw door de duisternis stoorde haar droefgeestige gedach ten. De kreet werd vermenigvuldigd., er kwam een geluid van worstelende mannen, alarmroepen, een schot knetterde en toen werd de stoel zoo plotseling neergezet, dat haar enkel ondragelijk pijn deed. Het rumoer werd heviger; zij hoorde Ah Yeo's stem bevelen geven, die blijkbaar niet gehoorzaamd werden, want ze werden gevolgd door ruwe onwillige vloeken. Toen stierf het lawaai even plotseling weg als het opgekomen was en aan den anderen kant van het gordijn hoorde zij een man lachen. Met een snelle hoop opwellend in waarneembaar terrein. Wordt hier mede ook bedoeld voetbalspel op eigen erf? Om welke redenen wordt alléén gehandeld over voetbalsport en zwijgt 't voorstel over ijs-, zwem-, wieier.-port en dergelijke? Inplaats van een objectieven maatstat aan te leggen ten aa"zien van den afstand tusschen publieken weg en terrein, wordt gesproken van waarneembaar terrein». Waarneembaarheid wordt beïnvloed door verschillende bij komstige omstandigheden en geeft plaats voor willekeur. Is 't plaatsen van een schutting aan de zijde van den publieken weg voldoende, om vrij voetbalwedstrijden te kunnen houden Afgezien van de gemaakte opmer kingen over de redactie van het voorstel, wensch ik ook nog iets te zeggen over de strekking" er van. Mi t het doel, dat het voorstel be oogt, ga ik geheel accoord. Ten volle erken ook ik de roeping der burgerlijke overheid om Zondagsrust te bevorderen, opdat de he liging van den dag des Heeren niel belemmerd worde, mits dit geschiedt binnen de grenzen van haar bevoegdheid en haar terrein. Daarom voeg ik hier dadelijk bii, dat deze roeping der» overheid gebonden is aan de ordonantiën Gods, zooals Hij deze in Zijn Woord heeft geopenbaard. Overschrijding dezer bevoegdheid is evenzoo in strijd met de ordo nantiën Gods als verwaarloozing der roeping. Naar het mij voorkomt wordt in het voorstel aan de ovrr- heid een taak opgelegd die verder haar hart, sloeg zij een lap zijde weg en toen zij dat deed werd voor haar gezichtje een lantaarn in de hoogte gehouden. Maar in het licht daarvan kon zij ook den man zien die haar be spiedde en met ontstelde verbazing ontdekte zij dat hij geen Chinees was, maar tot een andéren volkstam moest behooren. Hij droeg een soort tulband, zijn kleeren waren rood en blauw ge streept en de wijde mouwen van zijn los gewaad lieten zijn bloote armen grootendeels vrij. Een oogenblik bekeek de man haar met nieuwsgierige oogen, toen gaf hij een schreeuw en enkele anderen dron gen om den stoel om haar aan te zien. Ze hadden hetzelfde type als de man met de lantaarn en waren alle ge wapend. De mannen begonnen opgewonden met elkaar te redeneeren in een taal, waarvan Kathleen niets verstond maar die in elk geval geen Chinees was; nog meer mannen voegden zich bij de groep tot er ongeveer een do zijn waren, die allen deelnamen aan de levendige discussie. Na eenige minuten gingen zij een paar passen terug en Kathleen ont dekte een vastgebonden gestalte die naast de stoel stond. Het was Ah Yeo, en toen zij naar hem keek, begon hij te spreken. Het schijnt dat het ons niet ge geven is de reis naar Pi-Chow recht streeks te maken, edele dame. Dat lijkt mij ook! antwoordde ze en vroeg toen: Wie zijn die man nen? Ik weet het niet met zekerheid. Zij hebben veel weg van Wha Miaos, den beruchten rooverstam, maar ze zijn nog wilder en krijgszuchtiger. of ander soort bergvolk, vermoed ik, gaat dan de eigen roeping strekt. Mijn bezwaar tegen het voorstel is, dal voetbalspel verboden wordt, on geacht of daardoor de Zondagsrust verstoord wordt. Dit laatste is juist het criterium, waarnaar de burger lijke overheid in dit geval wedstrij den e.d. moet beoordeelen. In het voorstel wordt de overheid gepro moveerdtot zedemeester, een taak, waartoe zij onbevoegd en onbe kwaam is. Op dit terrein ligt intusschen wèl een belangrijk werk \oor de Kerk en voor christen ouders. Genoemde bezwaren tegen het voorstel worden algemeen met mij gevoeld door de andere rechtsche raadsleden. Gezien nu het feit, dat de bestaande Zondagswet niet meer gehandhaafd wordt en practisch is opgeheven, zijn wij van oordeel, dat de plaatselijke overheid de bevoegd heid moet bezitten om maatregelen te nemen die dienen ter bevordering van de Zondagsrust. Daar wij ons tot ons leedwezen met Uw voorstel niet kunnen vereenigen, wenschen wij een ander voorstel in te dienen, dat aldus luidt »Onverminderd het bepaalde :n art. 3 en 4 der Zondagswet is het verboden gedurende den Z >ndag wedstrijden of sportoefeningen te horden of daaraan deel te nemen.» Dit voorstel geeft aan de overheid een zeer ruime bevoegdheid. Niet één enkele tak van sport, maar alles wat op dit gebied ligt, heeft zij hier mede in de hand en is in staal on belemmerd de Zondagsrust overal en ten allen tijde te bevorderen. Nadrukkelijk wenschen wij gel ij ker tijd de aandacht erop te vestigen, dat de overheid de bevoegdheid, haar hij art. 168 der gemeente verordening verle< nd, behoudt, om onthelfing van het verbod te ver leenen. Naar onze overtuiging geeft ons voorstel in onderling verhand met art. U)8 aan de overheid de volle gelegenheid om haar taak als Dienaresse Gods op de juiste wijze te vervullen. Ons vertrouwen, dat de tegen woordige drager van het overheids ambt in onze gemeente bij de toe passing van de hem verleende be voegdheid zich zal laten leiden door de beginselen van Gods Woord, geeft ons vrijm jedigheid dit voorstel in te dienen. De heer Michael constateert dat de heer Kerst met een geheel nieuw artikel komt en ook andere sporten in het verbod wil betrekken. In het prae-advies staat echter dat honden en duivensport geen openbare ver makelijkheden zijn, waardoor deze sporten al buiten de bepalingen vallen. Wanneer het voorstel Kerst aangenomen zou worden, zou ik niet weten hoe de zaak tot uitvoe ring zou moeten komen, zegt spr. Volgens het voorstel Kerst zou het hoofd der gemeente moeten uilma ken wanneer de overheid moet ingrijpen en wanneer de Kerk dat moet doen. Spr. meent dat met het plaatsen van een schutting om voetb ilvelden het feit zelf niet ongedaan gemaakt wordt. Spr. vraagt zich afIs voethal een openbare v rmakelijkheid of niet? Wanneer er wedstrijden worden gespeeld, waarvoor entrée en ver makelijkheid^hela^ting betaald moei worden, zooals in Waalwijk, dan wil dat in verborgen uithoeken van de heuvels woont. Wat zouden ze met ons doen? Dat staat nog te bezien, klonk het somber. Ze zullen ons direct doo- den of ons vasthouden om een los prijs te verdienen. We zullen het laatste maar hopen en eerlijk gezegd lijkt mij dat vooralsnog hel waar schijnlijkste, want wat hebben ze aan onze lijken? En als mijn edele mees ter een hoog bedrag voor U moet be talen, zal hij u des te hooger waar- deeren Het meisje negeerde dezen schimp- scheur en terwijl ze den blik van hem afwendde en naar de roovers keek, trad een van hen op Ah Yeo toe en prak hem aan in een weinig beschaafd klin kend, met dialect dooreengemengd Chinees. Kathleen probeerde er iets van op te vangen, maar slaagde daar niet in: de secretaris scheen de zin van 'smans woorden te begrijpen; want hij gaf bescheid op zachten ern- stigen toon. Verscheidenen keeren maakte de andere tegenwerpingen en eenmaal wees hij met de hand naar Kathleen. De stem en de gebaren van den secretaris werden dringender en de roover verliet hem om met zijn metgezellen te overleggen. Ah Yeo keerde het hoofd naar haar om. We liggen nu op de weegschaal, deelde hij mee. Ik heb duizend zilve ren taels voor Uw bevrijding beloofd. En hoe wilt U aan dat geld ko men? Mijn achtenswaardige meester is onmetelijk rijk, gaf hij zoetsappig ten antwoord. Het kan hem niets schelen om dien prijs te betalen voor zijnspeelgoed! Het meisje werd vuurrood en toen zij in haar stoel terugkroop, was er hij van een openbare vermakelijk heid spreken. Echter niet wanneer er gevoetbald wordt zooals hier. Spr. vreest dat het voor het hoofd der gemeente zeer moeilijk zal zijn uit te maken wanneer van een over treding sprake is. Hij vindt het daarom maar beter hel voorstel der meerderheid van B. en W. aan te nemen en het adres van den Kerke- raad voor kennisgeving aan te nemen. Weth. v. d. Willigenburg zegt dal de verklaring van den heer Kerst van hetzelfde principe uitgaat als spr. persoonlijk. De overheid moet de bevoegdheid hebben om in te grijpen als ue Zondagsheiliging in geva.ir wordt gebracht. Spr. zal graag het voorstel - Kerst steunen, wanneer ervoor gezorgd wordt dat slechts buiten de kom der gemeente wordt gespeeld, zoodal de kerkgan gers er geen ergernis aan behoeven te nemen. Vei btijden. Bedoelt de heer Kerst nu hetzelfde als de heer v. Willi gen burg De Voorzitter houdt de volgende uitvoerige beschouwing Alvorens ik, als het eenig lid van het college van B. en W. over ga, enkele woorden ter verdediging van t dit minderheidsvoorstel te spieken, stel ik er prijs op, vooraf enkele opmerkingen te maken, welke ik in het algemeen noodig acht om een zuivere sfeer te scheppen en die zuivere sfeer te bewaren. Een eerste voorwaarde daartoe is* wel, dat ieder eerlijk zijn meening) zegt niet alleen, doch ook dat een tegenstander een andere meening) weet te verdragen. Wrl te meer klemt dit, wijl, zooals U uit het U\ toegezonden Raadsvoorstel hebt^ kunnen opmerken, de heer Willige-j burg zijn houding heeft herzien en tot andere gedachten is gekomen met opzicht tot de kwestie, waar mede wij ons bezighouden. Ik wil dan ook beginnen van mijn zijdel te verklaren dat, indien iemand een eerlijke overtuiging is toegedaan en die overtuiging niet met de mijne overeenstem!, ik daarvan nooit een weer die duivelsche glimlach op Ah Yeo's gezicht. Hij zweeg, maar een paar minuten later, toen de woord voerder van de roovers den draagstoel opnieuw naderde hernam hij Nu zullen we zien naar welken kant de balans doorslaat. De roover sprak enkele oogenblile ken met hem, daarbij tweemaal op Kathleen wijzend, en toen riep Ah Yeo- haar toe: Voorloopig is ons laatste uur nog niet geslagen, deugdzame vrouwe. Deze heeren geven terecht de voor keur aan duizend taels boven het vol- voldocn van hun slachtoffer-insticten. Wij worden in gijzeling gehouden. Boeddha zij mei ons! Een paar seconden later trok een der roovers aan de gordijnen van den stoel. Deze laatste werd ruw opgetild en de colonne zette zich in beweging. Geruimen tijd later, naar het Kath leen toescheen, wekten een plotselinge schok van den draagstoel en een ge gons van luidruchtige stemmen haar uit de trieste overpeinzingen, waar aan zij zich gedurende den tocht aan had overgegeven. Lichten flakkerden door de gordijnen, eenige malen bons den menschen tegen den nu stilstaan de stoel en door bet algemeen geraas heen hoorde zij het scherpe gekef van honden. Ze lichtte het gordijn op en keek om zich heen. Een volksmenigte van hetzelfde type als de mannen die hen gevangen ge nomen hadden, stond bijeengedromd; ook vrouwen waren er bij; vrouwen die opvielen door haar wonderlijken haardos. Sommigen hadden het haar als een hoorn op zij gedraaid, anderen droegen het als een spitsen toren bo ven op het hoofd. Een paar dozijn lan taarns en toortsen verlichtten de ge zichten om haar heen en gunden haar ook een blik op een collectie armza-/ lige woningen en hutten, die tezamen, een onaanzienlijk dorp vormden. Ah Yeo kon zij nergens ontdekken; en terwijl haar oogen hem zochten, j baande de man, die straks met Li- j[ Weng-Ho's secretaris gesproken had en die blijkbaar een persoon van ge-fl wicht was, zich door de rumoerige, toeschouwers een weg naar den draag n| stoel. Hij was vergezeld van eere(i vrouw, dik en forsch maar met eerjj vriendelijk gezicht. Hij zei iets teger^j Kathleen, waarvan hel meisje echtei^ geen syllabe begreep. Toen probecrib hij het met gebaren en daaruit maaklij-1 zij op, dat ze uit den stoel moest ko men. Zij gehoorzaamde, tegelijkertijd/ op haar verbonden voet wijzend. D« man wendde zich naar de vrou\ naast hem, voegde haar een paa r t woorden toe en onmiddellijk nam zil, Kathleen in haar armen en droeg haa r, weg als of zij een baby was. HOOFDSTUK XXVI. TOONEEL. AH YEO VERDWIJNT VAN HET lu' rij, De woning, waar Kathleen door d j! forsche vrouw heengedragen was, wa^( j weinig meer dan een hut, een bouv sel van een vertrek zonder verdieping j De kamer was in tweeën gedeel J door een schot van ruwe matten. E^'i was geen stookplaats, maar op dj. i harde leemen vloer brandde een hou r, vuurtje, waarvan de rook een zoir'il goed mogelijk heenkomen zocht. Wordt vervolgd. Waalwpscbe en Langstraatsene Courant .1-' i1;.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1935 | | pagina 1