Gemeenteraad Waalwijk
DE ECHO VAN HET ZUIDEN,
DERDE BLAD,
Program
R.K. Staatspartij.
Reglement van de Afdeeling Waalwijk
der R. K. Staatspartij.
Het parkeerverbod.
Verkiezing Commissies.
Het vastrechttarief voor gas.
No. 101. Zaterdag 28 Dec. 35. 58e Jrg.
2.
4.
Gisteravond kwam de raad dezer
gemeente in openbare vergadering
bijeen onder voorzitterschap van
den edelachtbaren heer Burge
meester Moonen.
Secretaris de heer J. van Mierlo.
Aanwezig waren alle leden.
De notulen der vorige vergadering
werden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde;
1. Ingekomen stukken,
a. Van de Gedeputeerde Staten.
Vastgestelde gemeente- en be-
drijfsrekeningen over 1934.
Goedgekeurd raadsbesluit van
29 November 1935 tot het
aangaan eener rekening-cou
rant-overeenkomst met de
Rotterdamsche Bankvereeni-
ging-
Al deze stukken worden voor
kennisgeving aangenomen
3. Goedgekeurd raadsbesluit van
29 November 1935 tot onder-
handsche verpachting van een
perceel grond aan de Pastoor
Kuypersstraat aan een drie
tal bestuursleden der R. K.
Voetbalvereeniging „Quick".
Goedgekeurd raadsbesluit van
29 November 1935 tot wijzi
ging der begrooting 1935.
Van den Directeur van het
Rijksproefstation en Voorlich
tingsdienst ten bate van de
Leder- en Schoenindustrie te
Waalwijk.
Verslag over 1934.
Voorstel tot wijziging der poli
tieverordening en tot vaststel
ling van een parkeerverbod.
Voorziening in de vacatures van
commissiën, enz., wegens perio
dieke aftreding.
Zie prae advies van B. en W. in
ons blad van Dinsdag 24 Dec.
Over deze aangelegenheid ontspon
zich een zeer uitvoerige en lang
durige gedachtenwisseling in den
raad. Sommige leden voerden lot
6 of 7 maal het woord hierover
wat de heer Pullens de opmetking
ontlokte dat de voorzitter ditmaal
wel erg soepel was met het woord
verleenen over hetzelfde onderwerp.
In het algemeen kwamen deze
beto jgen neer op het opperen van
verschillende situaties die zich
kunnen voordoen bij invoering der
voorgestelde bepalingen of bij even
tueel nog radicaler voorschriften of
hij minder vergaande bepalingen.
Wij zullen dan ook slechts resu-
meerend de opvatting der verschil
lende raadsleden weergeven, temeer
b.
2.
3.
waar tenslotte de voorstellen van
B. en W. toch onveranderd werden
goedgekeurd, zonder dat andere
voorstellen in omvraag werden ge
bracht
De heer van Dongen zou nog
verder willen gaan dan voorgesteld
door te bepalen dat op de z g.
spitsuren bijv. van 12 tot 1,31) uur
en van 5 tot 7 uur, wanneer er
zooveel wielrijders op den weg zijn,
voor de geheele Grootestraat, dus
van het Hoekeinde tot de Besoijen-
schestraat het parkeerverbod van
toepassing werd.
Voor wat de Zuidzijde betreft was
hij zelfs voor een slopverhod om
te voorkomen dat er al te gevaar
lijke situaties ontstaan als aan heide
zijden van den weg, zij het dan ook
maar even, auto's of andere voer
tuigen zouden worden geplaatst.
Het verbod om rijwielen 's avonds
onbeheerd of onafgesloten langs den
weg te plaatsen zou hij willen uit
breiden tot over den geheelen dag.
daar ook overdag wel fietsen wor
den meegenomen.
Een voorstel dienaangaande vond
in den raad geen steun daar men
het voor vele menschtn een groot
ongerief zou achten als men ook
overdag telkens zijn fiets op slot
moest doen.
De heeren Roxs en Passier op
peren bezwaren voor bestellers e.a.
en zijn van meening dat men het
de menschen niet nog lastiger moet
maken als het niet hard noodig is,
waarop de voorzitter en ook de heer
Houben, inspecteur van politie, die
ter toelichting aanwezig is, opmer
ken dat onder parkeeren wordt
verstaan het langeren tijd stilstaan
dan voor het in- en uitstappen of
voor het in- en uill.'den van goe
deren noodig is. Over het algemeen
zal men niet in conflict komen als
men 5 of 10 minuten zijn wagen of
voertuig laat staan en behoeft men
h, i. tegen het parkeerverbod met
zoo zwaar aan te kijken, temeer
waar men aan de Haven, in de Mr.
v. Coothstraat, op de Markt en ver
der in de Gr^otestraat voorbij
Oudkerk altijd mag paikeeren, dus
op vrij korte onderlinge afstanden.
De heeren Spijkerman en Pullens
hadden nog al bezwaren tegen het
ptaatsen van voertuigen aan de
Zuidzijde van de Grootestraat, waar
dat gevaar en stremming voor het
verkeer kan meebrengen.
Ook bij een parkeerverbod zou
men immers nog geruimen tijd zijn
voertuig aan de Zuidzijde mogen
ALGEMEENE RICHTLIJNEN.
Staatsvorm.
I.
1. In overeenstemming met do
jffStórische ontwikkeling der Neder»
londsche Staatsgemeenschap blijve aan
hel hoofd van den Staat ons erfelijk na
tionaal Koningschap, gebonden aan een
Grondwet, waarin de rechtmatige vrij
heden des volks worden beschermd.
Leze bescherming houdt in, dat geeste-
iiike stroomingen niet worden onder
drukt, tenzij deze gericht zijn tegen «Ie
natuurlijke grondslagen der samenle
ving of het bestaan van den Staat als
zoodanig bedreigen. Op dezen grondslag
worde hef volk in al zijn geledingen sa
mengebonden en de ware volkseenheid
bevorderd en verzekerd.
2. Onder verwerping van iedere»
orm van dictatuur worde door middel
4 an een in vrijheid gekozen volksver
tegenwoordiging aan het volk zijn staal
kundige medezeggenschap verzekerd.
3. Als noodzakelijk middel daartoe
dient zoowel het in^ti'uu' der ministe-
rieele veranlwoordeli.ikluy'1 onverzwakt
te worden"gehandhaafd, alsook de volks
vertegenwoordiging op een voor haar ar
beid doelmatige wijze te worden samen
gesteld.
4. Aan de volksvertegenwoordiging
als centraal vertegenwoordigd orgaan
blijve voorbehouden de medewerking
aan de wetgeving en de controle op het
bestuursbeleid, een en ander in het bij
zonder met het oog op het opleggen van
finantieele lasten, en de verantwoording
van uitgaven en ontvangsten van den al
ge meenen dienst.
5. Voor de vervulling van de eieen
zelfstandige taak door de gemeenschap
pen van cultureelcn en sociaal-econo-
mischen aard en voor het van Staats
wege op die werkzaamheid te oefenen
toezicht, zullen door den centra'en wet
gever algemeene regelen worden ge
steld. Die regelen moeten tevens bevat
ten de noodige waarborgen voor samen
werking der onderscheidene gemeen
schappen in zoodanigen vorm, dat de
behartiging van het algemeen welzijn in
cultureel en sociaal-economisch opzicht
duurzaam is verzekerd.
Staatstaak.
'II.
1. Binnenlandsch beleid.
Mede ter verzekering van ieders recht
matige vrijheid, moeten orde en veilig
heid krachtig worden gehandhaafd.
Bijzondere aandacht worde gewijd aan
de handhaving en versterking der zede
lijke grondslagen van ons volksbestaan,
met name ten aanzien van de onbelem
merde uitoefening van den eeredienst,
de bevordering der Zondagsheiliging, de
bescherming van het huwelijk en van bet
gezin, en de bestrijding der openbare
onzedelijkheid.
Slechts voorzoover het part'cuHer
initiatief tekort schiet in een behoor'ijVe
armenzorg, heeft de Staat een aanvul-
b-gde taal', bij de uitvoering waarvan
geen beletselen mogen worden gesteld
aan de liefdadigheid.
5. Buitenlandsch beleid.
Het buitenlandsch beleid richte zich
op de handhaving onzer zelfstandigheid,
en op het behoud eener volwaardige po
sitie van Nederland in de volkerenge
meenschap. In den geest der vredesnota
van Z.H. Benedictus XV worde krachtig
medegewerkt aan het streven van den
Volkenbond ter oplossing van interna
tionale geschillen en ter bewapening.
Bijzondere aandacht worde gewijd aan
de vestiging van geordende internatio
nale verhoudingen op economisch ge
bied.
6. Defensie.
De organisatie van leger en vloot dient
beperkt te zijn to» hetgeen noodzakelijk
is voor de handhaving der neutraliteit
en de verdediging der onafhankelijkheid,
binnen de grenzen door internationale
regelingen te stellen.
7. Onderwijs, Opvoeding, Cul-
tureele Zaken.
Vrijheid van onderwijs, als natuurlijk
recht der ouders, leide ertoe de open
bare school slechts als aanvulling der
bijzondere te aanvaarden. Den Staat komt
alleen het recht toe, terwille van bet al
gemeen welzijn, aan bpide takken van on
derwijs gelijke minimum-voorwaarden
van deugdelijkheid te stellen. Inzake
steunen subsidiering mag van geen ver
schil in behandeling sprake 7ijn. hetgeen
eveneens gelde voor de vrije jeugdvor-
ming.
De Nederlandsche culMiur behoort,
ook in haar wetenschappelijke en artis
tieke ui'ingen, door de Overheid te wor
den gesteund èn bevorderd.
8. Ordening van
schappelijk leven.
iiei maat-
2. Justitie.
In de rechtsordening moeten de na
tuurrechtelijke grondslagen der samen
leving geëerbiedigd en beschermd wor
den. De Staat dient derha've eigen ge
bondenheid aan de natuurlijke en posi
tieve rechtsorde te erkennen en met name
de van den Staat onafhankelijke hoogere
orde en de onaantastbare rechten der
burgers te eerbiedigen.
Een van elke inmenging onafhanke
lijke macht beoordeelde, naar algemeen
geldende wettelijke regelen, zorwel han
delingen en gedragingen der burgers, a's
die der overheid, voor zoover ',ij deze
taaiste rechten en vrijheden der burgers
betrokken zijn.
3. Financiën.
De heffing der middelen blijve !ol het
noodzakelijke beperkt. Mede daarom
worde de staatsd:enst rober ingericht cn
met gepaste zuinigheid beheerd.
In de wijze der heffing wordt" de vcr-
deelende rechtvaardigheid nauwgezet in
acht genomen, in dien zin, dat de draag
kracht der burgers, mede in verband met
de bepaling van den be1astin*?druk en bij
de regeling van de verhouding tusscben
directe en indirecte belastingen. Van
eerste levensbehoeften behoort geen be
lasting te worden geheven, tenzij en
voorzoover het algemeen welzijn dit
dringend vordert.
4. Gebiedsdeelen buiten Europa.
Staatkundige zelfstandigheid b;nnen
het staatsverband van de niet-Euro-
peesche gebiedsdeelen onder leiding van
Nederland worde verder doorgevoerd.
Tusschen de verschillende deelen van
het Koninkrijk worde nauwere econo
mische samenwerking bevorderd.
De belemmering van de geloofspredi-
king, neergelegd in art. 177 van de Wet
op de Staatsinrichting van Ned.-Indië,
worde weggenomen.
a. Met verwerping van de vrije con
currentie cn van de economische dicta
tuur als leidende beginselen in de volks
huishouding, behoort aan de sociale
rechtvaardigheid en de sociale liefde een
allesbeheerschende plaats in het maat
schappelijk leven te worden toegekend,
met name door het scheppen eener in
dezen geest opgebouwde sociale en juri
dische ordening.
De S'aat bevordere. dat deze ordening
tot stand komt en belette, dat zij door
financieel-economicche machfsgroepee-
ringen wordt verlamd.
b. Deze orden:ng moet er op gericht
zijn om allen, die aan het economisch
leven deelnemen, in rechtvaardige ver
houding in de vruchten te doen deelen,
en om in het bijzonder degenen, die door
arbeid hetzij zelfstandig, hetzij in
dienstbetrekking daaraan deelnemen,
te brengen tot bestaanszekerheid en tot
voldoend eigen bezit
c. Het sociaal-economisch leven dient
te worden eccrganiccerd in hedrjjjf?chap-
T°n, die de bevoegdheid hebben om, on
der oppertoezicht van den Staal hun
t gen taak in de volksi uishuiding zelf
standig te vervullen.
d. Daarb'j moet de Staat er voor
waken, dat deze bedrijfschappen de uit
oefening van lipf bedrijf zoodanig rege-
'en dat eenerziids on behoorlijke wijze
wordt voorzien in de behoeften, op wel
ker bevrediging het betrokken bedrijf
uiteraard is gerich'; en dat ander'ij 's de
belangen der werkers in het bedrijf en
die der verbruikers behoorlek worden
behartigd.
e. Ook in zijn niet-cconomiseh»» func
ties vinde het maatschappelijk leven op
dienovereenkomstige wijze passende
uiting en verzorging.
9. Overige bemoei'neen
het maatschappelijk leven.
met
a. Zoolang en voor zoover door het
ontbreken eener doelmatige ordening
van hét maatschappelijk leven bepaalde
bevolkingsgroepen niet in staat zijn zelt
te zorgen voor de behartiging van ge
wichtig" levensbelangen, behoort de Staat
door aanvullende en zoo noodig door
rechtstreeksche bemoeien's hierin te
voorzien. Als zoodanig zijn te beschou
wen: de verzorging in geval van werk
loosheid, ziekte, invaliditeit en ouder
dom; de beschikking over behoorlijke
woningen, inzonderheid voor de kin
derrijke gezinnen; het bezit eener eigen
woning.
b. Tot versterking en ontwikkeling
van land- en tuinbouw, nijverheid, han
del, scheepvaart en het over'ge verkeers
wezen behoort de Staat al die maatrege
len te nemen, we'ke noodig zijn om deze
takken van volksbes'aan. ook in de ver
houding tot het bui'enland. dienstbaar te
maken aan het welzijn van het volksge
heel.
Zoolang een doelmatige ordening van
het sociaal-economisch leven ontbreekt,
zullen die maatregelen in het bijzonder
gericht moeten zijn eenerzijds op rege
ling en coördinatie, anderzijds op be
strijding en verwijdering van de anti-so
ciale gevolgen der ongeordende econo
mische vrijheid.
c. De Staat onthoude zich ervan, on
dernemingen van economischen aard
zelf te exploiteeren, tenzij en voor zoover
en voor zoolan<r het algemeen welzijn dit
klaarblijkelijk eischt.
d. De Staat drage zoree dat het be
leid der Circulatiebank blijvend gericht
zij on het algemeen welpijn. Voor's treffe
de Staat al de maatregelen, die noodig
zijn om ook de andere banken haar func
tie in de volkshuishouding op de voor
de volksgemeenschap juiste wijze te doen
uitoefenen.
Het Bestuur der R.K. Staatspartij:
C. GOSELING, Voorzitter.
F. TEULINGS, Secretaris.
's-Gravenhage, 29 November 1935.
Artikel 1.
Vestiging:.
Er bestaat een Afdeeling der R.K. Staatspartij
In de gemeente Waalwijk.
Deze Afdeeling behoort tot den Statenkring
Heusden en tot den Kring 's-Hertogenbosch.
Artikel 2.
Doel.
Het doel der Afdeeling is liet medewerken aan
de verwezenlijking van liet doel der R.K. Staats
partij: het algemeen welzijn van het Nederland
sche volk te bevorderen, door In alle deelen van
het Staatsbestel de staatkundige beginselen naar
Katholieke opvatting tot gelding te brengen.
Artikel 3.
Middelen.
Ter verwezenlijking van dit doel maakt de Af
deeling gebruik van de volgende middelen:
a. het bevorderen van:
1. de Staatkundige ontwikkeling der Ka
tholieken;
2. de verspreiding In woord en geschrift
van de Katholiek Staatkundige gedach
ten onder het Nederlandsche volk.
b. het stellen van of het geven van gelegen
heid tot het stellen van candidaten voor
het lidmaatschap der vertegenwoordigende
lichamen en het bevorderen van hun ver
kiezing;
c. het oprichten en de Instandhouding van 'n
Kern en van een Propagandaclub of het
medewerken aan de oprichting en instand
houding van een Kern cn een Propaganda
club voor meerdere Afdeelingcn gezamen
lijk
en voorts van alle geoorloofde middelen, die de
verwezenlijking van het gestelde doel kunnen be
vorderen.
Artikel 4.
De Afdeeling zal, behoudens ontheffing of ver
bod door het Kringbestuur, deel nemen aan de
voorbereiding der gemeenteraadsverkiezingen bin
nen haar gebied, teneinde de verkiezing van partij
leden in den Gemeenteraad te bevorderen.
Artikel 5.
Leden.
De Afdeeling bestnat uit leden en aspirantleden.
1. Lid van de Afdeeling kan zijn ieder Katho
liek kiezer, man of vrouw, die woonplaats
heeft in de gemeente Waalwijk.
Krachtens indeeling van het Kringbestuur
kan ook als lid toetreden de Katholieke kie
zer, woonachtig In een naburige gemeente,
waar geen afdeeling ls gevestigd.
2. Als aspirantlcden kunnen tot de Afdeeling
toetreden alle katholieke Nederlanders van
18 jaar cn ouder, die nog geen kiezer zijn,
indien zij met haar doel en haar middelen
instemmen.
De tweede alinea van het vorige lid is hier
op van toepassing.
Artikel 6.
Ter verkrijging van het lidmaatschap of aspi-
rantlidmnatschap moet men zich aanmelden hij
het Bestuur der Afdeeling, of. Indien men in een
naburige gemeente woont, waar geen Afdeeling
der R.K. Staatspartij is gevestigd, bij het Kring
bestuur.
Artikel 7.
1. Het Afdeelingsbestuur kan weigeren Iemand
als lid of aspirantlid in de Partij op te
nemen.
2. Tot zoodanige weigering Js het Afdeelingsbe
stuur verplicht, indien de betrokkene:
a. lid is van een andere politieke organi
satie, waaronder te verstaan is elke ge
organiseerde samenwerking met staat
kundig doel buiten een der ln Hoofdstuk
II Par. 5 van het Alg. Regl. der R.K.
Staatspartij genoemde organlsaticver-
banden
b. de Katholieke geloofsleer openlijk ver
loochent
c. openlijk een onzedelijk leven leidt.
3. De reden der weigering wordt den betrok
kene schriftelijk medegedeeld.
Artikel 8.
1. Indien het Afdeelingsbestuur weigert iemand
als lid of aspirant-lid in de Partij op te
nemen, kan hij tegen deze beslissing in be
roep komen bij het Kringbestuur.
Tegen de beslissing van het Kringbestuur
staat zoowel voor het Afdeelingsbestuur als
y voor den betrokkene lioogi r bcroi-ii opee.
op liet Partijbestuur.
Artikel 9.
1. Royement van een lid der Afdeeling kanr
geschieden
a. door het Bestuur der Afdeeling;
door het Dag. Bestuur der R.K. Staats
partij.
2. Het Afdeelingsbestuur is verplicht een ieder
te royeeren, die:
a. komt te verkeeren in een der gevallen,
bedoeld ln art. 7 lid 2;
b. zich aan ernstige overtreding van het
Alg. Reglement der R.K. Staatspartij of
van een krachtens genoemd reglement
vastgesteld bijZbndér reglement of van
een reglement van cenig orgaan of or-
ganisatieverband der Partij schuldig
mankt.
3. Ieder besluit tot royement wordt den be
trokkene onverwijld met redenen omkleed
medegedeeld.
4. Bij het uitspreken van een royement kan
steeds bepaald worden, dat hetzelve bij
voorraad in werking zal treden. Heeft liet
Afdeelingsbestuur zulks bepaald, dan kan
de werking bij voorraad op verzoek van
den betrokkene, onmiddellijk geschorst
worden door het Kringbestuur.
5. Van royement door het Afdeelingsbestuur
kan het geroyeerde lid in beroep komen bij
het Kringbestuur, tegen welks beslissing
voor den geroyeerde zoowel als voor het
Afdeelingsbestuur hoogcr beroep open staat
op het Partijbestuur.
6. Van royement door het Dagelijkscli Bestuur
der Partij kan het geroyeerde lid in be
roep komen bij het Partijbestuur.
Artikel 10.
De beroepsprocedure voor de gevallen, bedoeld
in art. 8 en 9, ls nader geregeld ln het Bijzonder
Reglement IV op de Partijrechtspraak, behoo-
rende bij het Algemeen Reglement der Partij.
Artikel 11.
Leden van andere Afdeelingen der R.K. Staats
partij, die zich ln den loop van het Vereenigings-
Jaar binnen het gebied der Afdeeling vestigen
of daarbij krachtens artikel 30 van liet Algemeen
Reglement der Partij worden ingedeeld -en in de
varige Afdeeling aan hun reglementaire verplich
tingen hebben voldaanj worden terstond met volle
rechten in de Afdeeling opgenomen, indien zij
ook overigens ten tijde van het verzoek tot op
name voldoen aan de eischen, gesteld voor het
lidmaatschap der Afdeeling.
Is door hen over het loopende kalenderjaar aan
de Afdeeling, waartoe zij tevoren behoorden, reeds
contributie betaald, dan zijn zij voor dat kalen
derjaar in de nieuwe Afdeeling geen contributie
verschuldigd.
Artikel 12.
Men houdt op lid der Afdeeling te zijn:
a. door ontslagname;
b. door het verlies van een der voor het lid
maatschap gestelde eischen;
c. door het niet betalen der contributie;
d. door royement;
c. door vertrek uit de gemeente Waalwijk;
f. door het aannemen van cene plaats op, of
het onderteekenen van ceir andere wette
lijke candidatenlijst dan die der R.K. Staats
partij.
Het bepaalde onder f is niet van toepassing
ten aanzien van de gemeenteraadsverkiezingen,
wanneer aan de Afdeeling overeenkomstig artikel
•1 ontheffing Is verleend.
Artikel 13.
Klachten.
Ieder lid der Afdeeling Is bevoegd klachten ln
te dienen overeenkomstig het bepaalde in Hoofd
stuk V van het Algemeen Reglement der R.K.
Staatspartij.
Artikel 14.
Algremecne vergadering:.
Vóór 1 April van ieder jaar wordt een alge
meene ledenvergadering gehouden (jaarvergade
ring).
Plaats, dag en uur dezer vergadering wordt
door oproepingsbrieven of door aankondiging of
aanplakking of bij wijze van advertentie tijdig
bekend gemaakt.
Verder roept het Bestuur een Algemeene ver
gadering bijeen zoo dikwijls als het zulks noodig
acht. Het is daartoe verplicht, wanneer tenmin
ste 20 leden zulks vragen onder opgaaf van dc
te behandelen punten. In het laatste geval zal
dc vergadering belegd worden binnen een maand
na het indienen van het verzoek.
Artikel 15.
In de algemeene Jaarvergadering doet de Secre
taris verslag over het laatst nfgeloopen jaar, en
doet de penningmeester rekening en verantwoor
ding.
De Voorzitter benoemt een commissie van 2
leden om rekening en verantwoording na te zien
en zal na goedkeuring daarvan dc penningmees
ter voor zijn beheer gedechargeerd worden.
Indien door leden voorstellen ter behandeling
op de algemeene vergadering worden voorgedra
gen, moeten deze minstens acht dagen vóór den
datum waarop de vergadering is vastgesteld, bij
den Voorzitter worden ingediend. Deze voorstel
len moeten door minstens 5 leden worden onder
teekend.
Ter beoordeeling door het Bestuur kunnen ter
vergadering voorgedragen voorstellen in behan
deling worden genomen. Deze moeten door 5 le
den worden gesteund.
De jaarvergadering beslist, welke voorstellen
voor de agenda van werkzaamheden der Novem-
hervergadering van den Statenkring en Kring
zullen worden gedaan.
Artikel 16.
Bestuur.
Het bestuur bestaat uit 13 leden, met dien ver
stande dat gekozen worden 3 leden uit de paro
chie fit. Jan en 2 leden uit Iedere der andere
parochies, terwijl de voorzitters der Propaganda-
clubs tevens lid van het Bestuur zijn.
Door de algemeene jaarvergadering wordt uit
het Bestuur een Voorzitter gekozen, terwijl het
Bestuur uit zijn midden een onder-voorzitter, een
secretaris, een plaatsvervangend secretaris en een
penningmeester kiest. Deze vijf functionarissen
vormen tezamen het dagclijksch bestuur.
Van de bestuursleden, die geen voorzitter van
een propagandaclub zijn, treden, naar een door
het Bestuur tevoren op te maken rooster, drie
(aren achtereen telken Jare 2 leden cn het vierde
jaar 3 leden af. Aftredende leden zijn herkies
baar.
Een tusschentijds gekozen bestuurslid neemt op
het rooster de plaats in van het lid, ln wiens
plants hij gekozen is.
Hcstuursvergaderingen worden minstens een
maal per jaar gehouden cn voorts, wanneer door
tH- icns drie bestuursleden daartoe schriftelijk
verzoek aan den Voorzitter wordt gedaan.
'Aspirantlcden zijn bevoegd een tot de Afdee-
"pn liehoorend lid of aspirnntlld als toegevoegd
uestuurslid aan te bevelen. Deze persoon heeft,
adieu hij door dc Algemeene vergadering als
zoodanig wordt benoemd, in het bestuur een
■dvlseerende stem.
Artikel 17.
De Voorzitter leidt alle vergaderingen. Bij ont-
-tenlenis wordt hij vervangen door den onder-
.oorzitter cn bij diens afwezigheid door liet oud-
ife (in leeftijd) aanwezige lid.
De Secretaris houdt de notulen en voert de
correspondentie.
•De Penningmeester is belast met de inning der
ontrjbutie en liet beheer der geldmiddelen.
Artikel 18.
Contributie.
J De minimum-contributie wordt in de jaarver
gadering telkens voor het volgende jaar vastge
steld.
Artikel 19.
Jaarlijks, uiterlijk op 10 Januari wordt voor elk
iid 10 cents afgedragen nan den Penningmeester
yan den Statenkring Heusden, onder opgave van
hel aantal leden der Afdeeling op 31 December
daaraan voorafgaande. Bij het achterwege blijven
dezer opgave, ook nadat door of namens het Stn-
lenkringbestuur eenmaal is gewaarschuwd, wordt
bij toepassing van dit artikel het aantal leden
geacht gelijk te zijn aan dat van het vorig jaar
en is overeenkomstig dezen grondslag de con
tributie verschuldigd.
Artikel 20.
Stemmingen.
Stemmingen over personen geschieden met on-
geteekende briefjes. Zij, die bij eerste stemming
.lc volstrekte meerderheid hebben verkregen, zijn
gekozen. Hebben meer personen dan er vacatu
res zijn de volstrekte meerderheid verkregen,
dan zijn zij, die de meeste stemmen verwierven,
"ïekozen. Wanneer niemand of geen voldoend aan
tal personen bij een eerste stemming dc volstrek
te meerderheid heeft verkregen, worden, in volg-
"orde van liet grootste aantal behaalde stemmen,
zooveel personen gekozen verklaard als er vaca
tures te vervullen zijn, terwijl verder op gelijke
wijze uit denzclfden stcmmingsuitslag eventueele
plaatsvervangers worden aangewezen met dien
verstande, dat, om in een vacature als lid of
afgevaardigde gekozen te zijn, men minstens 20
>ct. en voor plaatsvervangend afgevaardigde min
stens 10 pet. der geldige stemmen op zich moet
hebben verecnigd. Zijn een gelijk aantal stem
men op meerdere personen uitgebracht, dan
heèTt de oudere in jaren den voorrang; bij ge-
1 Ijken leeftijd beslist het lot. Met afwijking van
het bepaalde in den eersten volzin van dit arti-
':el kunnen op voorstel van een der aanwezige
leden of aspirantlcden, indien geen hunner daar
tegen bezwaren oppert, een of meer met name
genoemden, bij acclamatie gekozen worden ver
klaard.
De stemming over zaken geschiedt mondeling
•n hij meerderheid van stemmen.
Artikel 21.
Het vereenigingsjaar valt samen met liet ka-
kmderjaar.
Artikel 22.
Voor de Afdeelingen gelden voorts alle met
rietrekking tot dc Afdeelingcn in de Reglementen
.ter R.K. Staatspartij en harer organisatieverban-
Jcn vastgestelde bepalingen en daaruit voortge
vloeide besluiten.
De leden der vereeniging zijn voorts in alles
gehouden aan de bepalingen der Reglementen
van de hoogere organen der R.K. Staatspartij.
Artikel 23.
Geen veranderingen kunnen in dit reglement
worden aangebracht dan niet twee-derden der
Ier vergadering uitgebrachte stemmen en nadat
ooraf is aangekondigd, welke veranderingen zul-
orden voorgestel-i r»e vyraidérlogen l re
den eerst in werking na goedkeuring door het
Kringbestuur.
Artikel 24.
De Afdeeling kan worden opgeheven:
a. door het Dag. Bestuur der Partij, overeen
komstig het bepaalde in artikel 34 van het Alge
meen Reglement der R.K. Staatspartij
b. door een besluit der Afdecllngsvergadering.
Dit besluit is slechts geldig indien het, voorge
steld door het Afdeelingsbestuur en bij de op
roeping tot de vergadering bekend gemaakt, met
2/3 meerderheid der aanwezige leden genomen is.
Artikel 25.
Na de opheffing der Afdeeling verantwoordt
de Penningmeester, of bij gebreke liet Bestuur,
dc bezittingen der Afdeeling aan het Kringbe
stuur.
De bij de opheffing der Afdeeling aanwezige
bezittingen worden aan het Kringbestuur over
gedragen.
De loopende verplichtingen der opgeheven Af
deeling worden^ voor zooveel de in de kas van
den Kring gestorte middelen en de opbrengst der
bezittingen dit toelaten, door het Kringbestuur
ponds-ponds-gewijze voldaan.
Artikel 26.
Algemeene bepaling.
In alle gevallen, waarin dit reglement niet
voorziet, beslist het Bestuur.
Artikel 27.
De bij liet inwerkingtreden van dit reglement
fungeerende bestuursleden en afgevaardigden blij
ven in hun functie gehandhaafd tot de eerst
volgende periodieke verkiezing.
Afdeeling II.
De verkiezing van leden voor den Gemeenteraad.
Artikel 28.
Minstens 1 maand voor den datum der offi-
cieele candidautstclling zal door een commissie
van 3 leden uit het Bestuur der Afdeeling, te be
noemen door den Voorzitter cn waarvan de oud
ste in jaren voorzitter is .zitting gehouden wor
den voor het in ontvangst nemen van voorloopigc
aanwijzingen van candidaten. Dc dag, het uur
en de plaats wordt den leden minstens 8 dagen
van tevoren bekend gemankt.
Lijsten voor de voorloopige aanwijzing van can
didaten worden door het Bestuur beschikbaar ge
steld, eveneens dc formulieren waarop de can
didaten de betreffende verklaringen moeten tee
kenen.
Elke voorloopige aanwijzing van een candidaat
moet door minstens 15 kiezers geteekend worden
cn vergezeld zijn van de volgende verklaringen
van de candidaten:
a. dat zij bereid zijn een candidatuur voor
den Gemeenteraad te aanvaarden;
b. dat zij te allen tijde een opengevallen plaats
In den Gemeenteraad zullen bezetten;
c. dat zij genoegen zullen nemen met de plaats
die hen op de definitieve lijst zal worden
toegewezen
d. dat hij geen candidatuur zal aanvaarden
buiten dc R.K. Staatspartij
e. dat zij liun benoeming niet zullen aanvaar
den, indien zij bij de officieele stemming
door voorkeurstemmen gekozen mochten
worden.
Indien een of meer der hiervoor geëischte ver
klaringen ontbreken, vervalt de voorloopige aan
wijzing van dc betreffende candidaten.
De door de candidaten geteekende verklarin
gen liggen tot den dag der officieele stemming
bij den Secretaris der Afdeeling voor alle leden
ter Inzage.
De voorloopige groslijst zal daarna door het
Bestuur door loting worden vastgesteld. Blijkt
het aantal der voorloopig aangewezen candidaten
minder te zijn dan 20, dan kunnen de ontbreken
de door het Bestuur aan de lijst worden toege
voegd.
Aan de stemming over de cnndidaatstelling
mogen slechts deelnemen zij, die op 1 Januari
van het verkiezingsjaar lid of aspirant-lid der
Afdeeling waren.
Op een Zondag, minstens 8 dagen voorafgaande
of aspirantlid zijn stem uitbrengen op 6 candi
daten volgens het puntenstelsel. Dit stelsel werkt
ais volgt:
Door de leden worden 0 candidate» genummerd
en wel van 1 tot en met 6. No. 1 geelt men hem
(lie men als eerste geplaatst wil zien terwijl dit
nummer voor 6 punten telt. Die men ais tweede
geplaatst wil zien, geelt men no. 2. Dit nummer
lelt voor 5 punten, en zoo vervolgens, tot en met
no. 6, welk nummer voor 1 punt telt.
Na afloop der stemming wordt het aantal pun
ten, door lederen candidaat behaald, vastgesteld.
De candidaat die het hoogste aantal punten
op zich heeft vercenigd, wordt als eerste op de
officieele candidatenlijst geplaatst. De candidaat
die op één na het hoogste aantal punten op zich
vereenigd heeft, wordt als tweede geplaatst, cn
aan de wettelijke cnndidaatstelling, kan ieder lid
zoo vervolgens. Bij gelijk aantal punten beslist
het lot.
De stemming wordt gehouden in dc verschil
lende parochies ten overstaan van stembureaux.
Elk stembureau moet bestaan uit minstens drie
personen, aan te wijzen door de Voorzitters der
Propagandaclubs, waarvan de oudste in jaren
Voorzitter is. Dag, uur en plaatsen, waar de
stemming zal gehouden worden worden den le
den minstens drie dagen tevoren bekend gemaakt.
Gedurende den termijn, verloopende tusschen
de vaststelling van dc voorloopige groslijst en de
stemming over de vaststelling van de officieele
candidatenlijst, mag geen der voorloopig aange
wezen candidaten in de gemeente Waalwijk als
verkiezlngsredenaar optreden.
Voor de stemming gelden verder de bepalingen
van Art. 12 tot en met 16 van het Reglement op
de voorbereiding der Gemeenteraadsverkiezingen
(Bijzonder Reglement V. C.), vastgesteld krach
tens art. 36 van het Algemeen Partijreglement.
De leden, die zich met betrekking tot de sa
menstelling der officieele candidatenlijst schul
dig maken aan organisatorisch of disciplinair
ontoelaatbare praktijken, kunnen door liet Be
stuur der Afdeeling worden geroyeerd.
Het Kringbestuur is bevoegd dc hiervoor be
doelde ontoelaatbare praktijken der geroyeerde
leden openlijk af te keuren en te verklaren dat
dc Afdeeling hiervoor niet verantwoordelijk is.
Als ontoelaatbare praktijk, hiervoor bedoeld, zal
worden beschouwd elk optreden in strijd met de
voorschriften der artt. 6 en 8 van het „Kles-
comité-Reglement 1932".
Afdeelinj; III.
Propngrandaclubs.
Artikel 29.
In elke parochie der gemeente Waalwijk be
staat een Propagandaclub.
Artikel 30.
Het doel dezer clubs is:
a. het bevorderen van de politieke propaganda.
b. het bevordreen van een nauwer contact
tusschen dc katholieke kiezers in hun Pa
rochie.
c. liet houden van propagandavergaderingen
d. het werven van leden en aspirantleden voor
de Afdeeling;
e. het bijhouden der ledenregisters
f. het innen der contributies;
g. alles, wat door het Bestuur der Afdeeling
In overleg met dc propagandaclubs verder
wenschelijk wordt geacht in het belang van
een krachtige afdeeling Waalwijk der R.K.
Staatspartij.
Artikel 31.
Leden van de propagandaclubs kunnen alleen
zijn, die lid of aspirantlid der Afdeeling zijn.
Artikel 32.
Het Bestuur bestaat minstens uit drie leden,
n.l. een Voorzitter, een secretaris en een penning
meester. De beide laatstgenoemde functies kun
nen naar verkiezing door één lid worden waar
genomen.
Het Bestuur wordt voor één jaar door de Al
gemeene vergadering der Propagandaclub gekozen.
Aftredende leden zün terstond herkiesbaar.
Artikel 33.
Vóór 1 Februari van leder jaar wordt een al
gemeene vergadering der Propagandaclubs gehou-
den^ waarin verslag over het afgeloopcn jaar
wordt uitgebracht en de actie voor het komende
jaar wordt besproken.
Verder roept het Bestuur een vergadering bij
een, zoo dikwijls als het zulks noodig oordeelt.
Artikel 34.
Van elke door de propagandaclubs heiegde ver
gadering der kiezers in hun parochie wordt ken
nis gegeven aan het Bestuur der Afdeeling, dat
te allen tijde bevoegd is deze door een of meer
dere zijner leden te doen bijwonen.
Wanneer leden van het Bestuur der Afdeeling
moeten gekozen worden, wordt door de propa-
gandaclubs vóór 1 Maart een vergadering bijeen
geroepen van de leden der afdeeling in hun
parochie.
Bij het ontstaan eener vacature iu liet Bestuur
der Afdeeling kan binnen een maand na het ont
staan der vacature door minstens 10 leden uit
de betreffende parochie een candidaat uit hun
parochie gesteld worden bij het bestuur der pro
pagandaclub.
Wanneer slechts één candidaat gesteld is, kan
door het bestuur der propagandaclub een tweede
candidaat gesteld worden. Wanneer geen candi
daat gesteld is, kunnen door het bestuur der
propagandaclub één tot vier candidaten gesteld
worden.
De candidaten moeten worden voorgedragen
vóór de vergadering, waarin de verkiezing plaats
heeft.
Artikel 35.
Ten tijde, door het reglement van den Staten-
kring Heusden te bepalen, kiezen de propagan
daclubs in hunne jaarvergadering voor elk vol
of gedeelte van het eerste 400-tal leden der Af
deeling in hun parochie, een afgevaardigde voor
de Statenkringvergadcring, waarbij het aantal
leden wordt geacht tc zijn het aantal, waarover
het voorgaande jaar contributie aan den Staten
kring is afgedragen.
De overschietende zetel of zetels in de Staten
kringvergadcring worden door het bestuur der
Afdeeling toegewezen aan die parochie of paro
chies, welke na toepassing van het voorgaande
het grootste ledenoverschot hebben.
Voor eiken afgevaardigde wordt een plaatsver
vanger gekozen.
Dc afgevaardigden en hunne plaatsvervangers
worden voor 4 jaren gekozen. Hunne namen moe
ten aan den Secretaris van den betrokken Staten
kring worden opgegeven.
Dc reis- en verblijfkosten van deze afgevaar
digden voor het bijwonen der Statcnkringvergade-
r in gen worden door de propagandaclubs vergoed.
Artikel 36.
Ter dekking van eventueel door de propagan
daclubs tc maken kosten ontvangen deze elk 10
uit de kas der Afdeeling en bovendien 5 pet. van
het totaal der geinde contributie.
Artikel 37.
Stemmingen geschieden op dezelfde wijze als in
artikel 20 ls bepaald.
Afdeeling IV.
Kern.
Artikel 38.
Er bestaat in de gemeente Waalwijk een Kern
onder leiding van een Kernleider en liet Afdee
lingsbestuur.
Het Afdeelingsbestuur is in dc Kern vertegen
woordigd door minstens 2 leden, bij gewone
meerderheid van stemmen aan te wijzen. Zooveel
mogelijk zal echter uit elke parochie een lid van
het Afdeelingsbestuur lid van de Kern zijn.
De Kernleider richt het werk der leden:
a. op de bestudeering van, en de bezinning
op de beginselen en op de kennis van liet
concrete politieke werk;
b. op het uitdragen dier beginselen en op het
verspreiden en bevorderen ter plaatse van
een juist inzicht in de staatkundige feiten.
1.